Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Aerts heeft het woord.
Ik had het al aangekondigd, collega’s, dat ik twee vragen zou stellen in de richting van de zorgvuldigheidsplicht. Want op 1 oktober 2021 gooide Expo 2020 in Dubai, in de Verenigde Arabische Emiraten, de deuren open voor bezoekers, bedrijven, organisaties, overheden en ook de pers. Ook Vlaanderen is van de partij, meer nog: Flanders Investment & Trade (FIT) organiseert een Vlaamse week van 23 tot 28 oktober 2021. Die komt er dus binnenkort aan.
Tijdens die week worden op basis van het programma twee luiken naar voren geschoven: ten eerste Vlaamse bedrijven, innovaties en expertise in de kijker zetten en ten tweede, aan de andere kant, ook de wijde omgeving van de Exposite en Dubai zelf in de verf zetten als plek om te investeren. Er was ook een ontmoeting met het stadsbestuur van Dubai gepland, omdat het ook de insteek heeft te verduidelijken hoe interessant het is om vanuit Vlaanderen daar te investeren.
Tegelijkertijd hebben de Verenigde Arabische Emiraten ook een bedenkelijke naam wanneer het over respect voor mensenrechten en respect voor arbeidsrechten en dergelijke gaat. In de beleidsnota 2019-2024 over Buitenlands Beleid geeft u aan dat de mensenrechten een belangrijk kader zijn en vormen in maatschappelijk duurzaam ondernemen en dat we dat bij onze Vlaamse bedrijven willen promoten. Ik voeg daar nog aan toe dat ook de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) afgelopen maand mei een uitgebreid advies geschreven heeft rond duurzaam internationaal ondernemen. En ook daarin wordt verwezen naar het belang voor de overheid om daaraan steun te verlenen, en voor bedrijven om werk te maken van dat maatschappelijk duurzaam ondernemen op de internationale scene.
Minister-president, heeft FIT tijdens de voorbereidingen van de Vlaamse week op Expo 2020 specifieke aandacht gehad voor de precaire situaties op het vlak van mensenrechten in de Verenigde Arabische Emiraten, en hoe uit zich dat in het programma? In welke mate en op welke manier zult u daaraan aandacht schenken tijdens uw handelsmissie?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Aerts, de insteek van mijn bezoek aan de wereldtentoonstelling is in de eerste plaats natuurlijk economisch. Het doel is om Vlaamse bedrijven, innovaties en expertise in de kijker te zetten en Vlaanderen als investeringslocatie te promoten. De officiële ontmoetingen die FIT momenteel voorbereidt, zoals met de minister van Economie van de Verenigde Arabische Emiraten of de CEO van Dubai Municipality, vertrekken dan ook vanuit een economische invalshoek.
De bezoeken aan lokale bedrijven en overheidsinstellingen beogen het capteren van nuttige informatie in verband met reeds geplande of voorziene projecten waar Vlaamse producten en diensten kunnen ingezet worden. FIT organiseert geen activiteiten waarbij de Verenigde Arabische Emiraten worden aangeprezen als investeringslocatie. Wel wordt ingespeeld op mogelijke investeringsopportuniteiten voor Vlaanderen, waarbij een doelpubliek wordt geviseerd dat daar tijdens dit wereldgebeuren aanwezig is. Het gaat niet alleen over de Verenigde Arabische Emiraten, maar heel de wereld komt daar samen en je kunt er dus mee connecteren.
Dat neemt niet weg dat er een grote bezorgdheid is ten aanzien van de mensenrechten in de Verenigde Arabische Emiraten. Daar werd zeker aandacht aan besteed in de voorbereidingen van de deelname aan Expo Dubai.
Zo heeft FIT er mee over gewaakt dat in de selectieleidraad van de openbare aanbesteding voor de bouw van het Belgisch paviljoen expliciet wordt verwezen naar het respecteren van verplichtingen inzake milieu-, sociaal en arbeidsrecht, zoals vastgelegd door internationale bepalingen van onder meer de Internationale Arbeidsorganisatie.
Daarnaast ben ik ervan overtuigd dat we net via dialoog, economische contacten en culturele uitwisseling de nodige openheid kunnen creëren om aandacht voor mensenrechten te vragen. Hierbij kan ik verwijzen naar de performance ‘Flemish Xperience’, die op het programma van de Vlaamse week staat, en aandacht heeft voor inclusiviteit.
Ook valt op te merken dat er op Expo Dubai zelf ruime aandacht gaat naar het thema vrouwenrechten. In die zin ben ik ervan overtuigd dat een mondiaal event als een wereldtentoonstelling, waarbij in feite de blik van de hele wereld op de Verenigde Arabische Emiraten is gericht, een belangrijke positieve impuls kan geven aan de mensenrechten.
Ik wil ook nog meegeven dat ik op zondag 24 oktober zal deelnemen aan de ‘High level governmental session: shaping a post-pandemic world’ op de G-STIC conference in Dubai, georganiseerd door de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO). Samen met andere hoge vertegenwoordigers van landen en regio’s die, zoals Vlaanderen, pionieren in technologische transformatie en innovatie, zal ik daar een keynotespeech houden. G-STIC wil via technologische oplossingen bijdragen tot het versnellen van de realisatie van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, vanuit het besef dat dit via business as usual niet zal lukken.
Hoe zal ik aandacht schenken aan de mensenrechtenproblematiek in de Verenigde Arabische Emiraten? Ik trek op het vlak van de naleving van de mensenrechten resoluut de Europese en internationale kaart. We kaarten problemen op het vlak van het respect voor de mensenrechten dus voornamelijk aan via het Europese en het multilaterale kader. Want zo staan we sterker als Vlaanderen, zeker in landen en regio’s waar we niet of zeer beperkt aanwezig zijn, zoals de Verenigde Arabische Emiraten.
Ik heb begrepen dat de Europese Commissie ook aanwezig zal zijn op de Expo via de hoge vertegenwoordiger Borrell. Het Europees Parlement spoorde de hoge vertegenwoordiger onlangs in een resolutie aan om de mensenrechtensituatie in de Emiraten aan te pakken, dus ik ga ervan uit dat hij deze taak ook zal opnemen.
Ook ik zal in gesprekken tijdens de Expo, waar relevant en mogelijk, aan mijn gesprekspartners aangeven dat ook Vlaanderen voorstander is van een voortgezette dialoog met de EU-instellingen, en dat de thema’s mensenrechten en arbeidsrechten ook moeten worden besproken, omdat we daar veel belang aan hechten.
De heer Aerts heeft het woord.
Bedankt, minister-president. Ik had uiteraard begrepen dat dit vooral een economische missie was. Maar tegelijkertijd kun je dat moeilijk loskoppelen, zoals u zelf ook suggereert in uw antwoorden.
Het is zeer goed dat daar voldoende aandacht voor is, bijvoorbeeld bij de aanbesteding. Het is zeer belangrijk dat we zelf dat goede voorbeeld geven. Maar tegelijkertijd zegt u dat we die locatie niet aanprijzen als plek om te investeren. Maar door dat overleg met de minister van Dubai, en door een plaatsbezoek met een Vlaams bedrijf dat daar zijn vestiging heeft, wordt dat natuurlijk wel wat gepromoot. Is dat volledig verkeerd? Neen, maar het betekent wel dat we daar omzichtig mee moeten omspringen. Want in datzelfde advies van de SERV waarnaar ik verwees, staat heel expliciet de omroep om vanuit de overheid vooral ook onze bedrijven te informeren over hoe zij daar op een goede manier mee kunnen omgaan.
Ik ben blij dat u aanhaalt dat u in uw gesprekken mensenrechten mee op de agenda zult zetten, waar mogelijk, en dat het Europees kader daarin ook gevolgd wordt. Maar tegelijkertijd is mijn vraag wel of we op de een of andere manier de deelnemende bedrijven daar extra rond kunnen prikkelen, bijvoorbeeld door goede voorbeelden te geven van bedrijven die daar vandaag actief zijn, of in andere regio’s waar er ook af en toe problemen zijn met mensenrechten. Is er een manier om die good practices aan de bedrijven mee te geven?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Aerts, FIT doet dat al jaren. Wanneer zij bedrijven advies geven, wordt er altijd gewezen op de mensenrechten en op internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dat zit standaard in de FIT-begeleiding.
De vraag om uitleg is afgehandeld.