Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Vraag om uitleg over de impact van de investeringen in ArcelorMittal op de Gentse regio
Vraag om uitleg over de steun van de Vlaamse Regering aan de vergroening van ArcelorMittal Gent
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
ArcelorMittal zal 1,1 miljard euro investeren in de Gentse staalfabriek, met als resultaat dat de fabriek jaarlijks 3,9 miljoen ton CO2 minder zal uitstoten in 2030. Het bedrijf ondertekende daarvoor een intentieverklaring samen met de Vlaamse en de Federale Regering. Die investering moet een vermindering van de uitstoot in Vlaanderen met 4 procent realiseren. Het bedrijf is de grootste uitstoter, weliswaar binnen het ETS-systeem (emissions trading scheme) en niet in de non-ETS-doelstelling die Vlaanderen zelf heeft. Het kadert wel in de ruimere doelstelling van zowel het bedrijf, van Vlaanderen als van Europa om de CO2-uitstoot te reduceren. Naast een investering in CO2-reductie gaat het ook om een investering in een toekomstgerichte industrie en de verankering van de bijhorende jobs.
De Vlaamse overheid zal ter ondersteuning van deze investering een bedrag van 350 miljoen euro inbrengen in de joint venture Finocas. ArcelorMittal zal hetzelfde bedrag inbrengen. De directie van ArcelorMittal gaf al aan dat zonder overheidssteun deze investering niet mogelijk zou zijn geweest.
Concreet gaat het over hoogoven A die in 2030 niet zal worden vervangen door een nieuwe hoogoven, zoals dat recent nog gebeurde met een andere. In plaats daarvan zal men overschakelen op een productieproces waarbij direct-gereduceerd ijzer (DRI) in twee elektrische ovens wordt verwerkt, aangedreven met waterstof die op een ecologische manier opgewekt zal worden, zodra dat commercieel beschikbaar is.
Dit is een zeer opmerkelijke operatie, minister. Het is ook een belangrijke operatie waarbij we vanuit Vlaanderen het verschil kunnen maken om onze industrie hier te verankeren en tegelijk futureproof te maken. Als we kijken naar de plannen van de Europese Commissie en de berekeningen over de toekomst van onze industrie, dan zijn dergelijke investeringen noodzakelijk.
Maar dit roept uiteraard een aantal vragen op. Kunt u toelichten hoe dit dossier tot stand kwam? Wat zijn de ambities en hoe past dit in het Vlaamse industrieel en klimaatbeleid? Kunt u meer toelichting geven over de manier waarop die 350 miljoen aangewend kan worden? Op welke manier zal dit bedrag op termijn eventueel terugbetaald worden? Welke rendementen worden er verwacht? Welke termijnen worden daarbij gehanteerd? Op welke manier zal de Vlaamse Regering betrokken zijn bij het beheer van deze investeringen? Het is een gezamenlijke vennootschap waarin gezamenlijk kapitaal wordt ingebracht. Op welke manier kunnen we controleren hoe de middelen aangewend worden en waar ze terechtkomen? Welke afspraken zijn gemaakt op het vlak van corporate governance van het vehikel Finocas en de investeringen in ArcelorMittal in Gent?
De heer De Roo heeft het woord.
Voorzitter, ik zal de dingen die u hebt gezegd natuurlijk niet herhalen, maar ArcelorMittal heeft aangegeven dat de hoogovens 150 jaar in dienst zijn en dat het nu tijd is om radicaal te kiezen voor een andere technologie. Zoals u aangaf, was de familie op 28 september in het Gentse stadhuis, samen met heel wat prominenten, om de intentieovereenkomst te ondertekenen.
In de pers verklaarde Aditya Mittal, een van de familieleden: “Deze projecten zouden niet mogelijk zijn zonder overheidssteun. We zijn dus erg dankbaar aan de Vlaamse en Belgische regering voor hun steun in de overgang naar emissievrij staal.”
Ook bij mij roept dit nog een aantal vragen op. Wat is de impact van deze investering op korte en op lange termijn op het vlak van tewerkstelling voor Gent en omstreken? Welke opleidings- en aanwervingsbehoeften zijn er? Zijn er afspraken gemaakt over de inzet van VDAB? Zijn er afspraken gemaakt over de nog aan te vragen vergunningen door ArcelorMittal? Zijn er voorwaarden verbonden aan de intentieovereenkomst? Welke garanties heeft Vlaanderen na de ondertekening van deze intentieovereenkomst dat deze investering effectief wordt uitgevoerd? Wat zijn de logistieke gevolgen voor de Gentse regio? Op welke manier werden en worden de Stad Gent en de gemeente Zelzate betrokken?
De heer Rzoska heeft het woord.
Collega's, minister, ik heb ook een aantal vragen, die in het verlengde liggen van de collega's. De 350 miljoen euro is al bekend. Ik grijp even terug naar de uitspraak van de minister-president in het kader van de Septemberverklaring en de discussie daarover, waarbij hij aangaf dat het om een lening gaat en dat dit geld op termijn terugvloeit naar Vlaanderen.
Groen steunt uiteraard het project met veel plezier, gelet op de reductie van CO2, maar we hebben toch ook wel wat vragen bij de manier waarop vanuit Vlaanderen die 350 miljoen euro wordt binnengebracht. Waar komt het geld vandaan dat nu in de joint venture met ArcelorMittal gestort wordt? Uit welke begrotingspost wordt er geput? Op basis van welke criteria wordt de steun ingebracht? Op basis van welk plan voor de lange termijn?
Wat is het tijdspad van de investeringen? Wanneer zal de DRI-plant en de electric arc furnace (EAF) worden gebouwd? Wat gebeurt er met de resterende hoogoven, die in 2021 vernieuwd werd? Sporen deze nieuwe duurzame investeringen met eerdere investeringen – ook gesteund door Vlaanderen – in Steelanol (de productie van bio-ethanol uit CO2) en Torero (de verwerking van houtafval tot biokoolstof die geschikt is voor het hoogovenproces)?
Zijn we zeker dat deze middelen op termijn terugvloeien naar de Vlaamse begroting? Krijgt de overheid eventueel ook een return on investment?
Deze steun komt bovenop andere al bestaande steunmaatregelen voor ArcelorMittal, zoals de verlaagde energieheffingen, de compensatie indirecte emissiekosten en gratis uitstootrechten in het ETS-systeem. Zou het niet logischer zijn al deze steunmaatregelen globaal te bekijken en te heroriënteren naar steun voor effectieve vergroening, zoals het klimaatneutraal maken van productieprocessen?
Minister Crevits heeft het woord.
Kunt u mij een minuutje geven om tot aan mijn bureau te geraken? Ik zit namelijk in de lift, echt in de lift. Ik bedoel: in de echte lift.
We hopen eigenlijk dat u op alle mogelijke manieren in de lift zit. We wachten een minuutje tot u eruit bent.
Ja. Collega’s, horen jullie mij?
Ja, u straalt enige stabiliteit uit, wat natuurlijk goed is.
Ik had gehoopt dat de introductie van collega Rzoska iets langer zou zijn, zodat ik er net zou geraken. Maar dat was dus net niet gelukt. Mijn excuses.
Collega’s, dit is een heel belangrijk dossier, waarop ik ook wel trots ben. Jullie vragen zijn zeer gelijkaardig. Ik probeer ze allemaal samen te beantwoorden.
We zijn vorige week inderdaad in Gent geweest. De familie Mittal, of toch vader en zoon Mittal, waren daar. We hebben met het Gentse stadsbestuur en vertegenwoordigers van de Vlaamse en de Federale Regering er onze schouders onder gezet om een voor Vlaanderen heel belangrijk investeringsdossier naar Vlaanderen te halen.
Ik geef eerst de context weer. De transitie van onze basisindustrie richting koolstofneutraliteit zit op het kruispunt van mijn bevoegdheden Werk, Economie, Landbouw en Innovatie. Ik ben er eigenlijk van overtuigd dat we enkel door een combinatie en een innovatie in bedrijfsprocessen de wegen zullen vinden om circulair en koolstofvrij te zorgen voor duurzame welvaart en tewerkstelling. Dat zijn grote woorden, maar ik ben er echt van overtuigd dat dit de weg is die we moeten bewandelen, ook met onze industrie. In plaats van producties te verplaatsen buiten Europa naar regio’s met minder strenge regels, is het mijn overtuiging dat we de koolstofvoetafdruk van onze basisindustrie hier in Vlaanderen moeten verlagen. Dat is beter voor het klimaat, en op die manier behouden we ook jobs en welvaart bij ons in de regio. Dat is het basisuitgangspunt.
Toen ik net minister werd in deze nieuwe bevoegdheden heb ik de ArcelorMittal-fabriek in Gent bezocht omdat ik de roadmap van het bedrijf wilde leren kennen. Zij hebben een roadmap om in 2050 volledig klimaatneutraal te zijn. Zij waren toen bezig met de vernieuwing van hoogoven B en ontwikkelden daarbij technieken zoals – collega Rzoska heeft ernaar verwezen – Steelanol en Torero. De vernieuwde oven zou ook met waterstof kunnen worden gevoed, wat tot een aanzienlijke CO2-besparing zal leiden.
Vervolgens hebben we vanuit Vlaanderen beslist om mee te stappen in de Important Project of Common European Interest (IPCEI) Waterstof, samen met een aantal andere EU-lidstaten. Het IPCEI-kader laat toe om buiten het klassieke staatssteunkader te treden om de Europese industrie te versterken. Er zijn nu een tiental projecten in behandeling waaronder, collega’s, de vraag van ArcelorMittal in Gent.
De ambitie van ArcelorMittal is bijzonder duidelijk: het bedrijf schrijft zich in in de ambitie om tegen 2050 klimaatneutraal te worden. Dat is ook een voorwaarde voor ons. Verschillende collega’s vroegen hoe dat in de globale strategie past. Dat is natuurlijk het basisuitgangspunt, dat het hele bedrijf in die richting moet stappen. Zowel de Vlaamse als de Federale Regering hebben duidelijk uitgesproken dat ze hen daarbij willen helpen, net omdat die investeringen vandaag nog niet rendabel zijn. Als we die transitie naar koolstofneutraliteit willen versnellen, moeten we bedrijven op de best mogelijke wijze stimuleren om te investeren en ook risico’s te nemen. Ik denk dat de eerste reacties duidelijk aantoonden dat we als overheid in dit dossier toch wel de juiste keuze maken. U hebt de reacties gelezen van een aantal middenveldorganisaties. We hebben ook van de Bond Beter Leefmilieu (BBL) een positief verrast bericht gekregen. Het deed mij ook wel eens deugd dat je met heel velen partners kunt zijn in een bepaalde richting.
Hoe zit het project in elkaar? De eerste fase in dat project is de vervanging van hoogoven A die in 2025 einde levensduur is. Die hoogoven A zou worden vervangen door een DRI-installatie gekoppeld met elektrische ovens. De DRI-installatie zal in eerste instantie met aardgas werken, maar kan overschakelen naar duurzame waterstof zodra voldoende waterstof aan concurrentiële prijzen beschikbaar is. Ik heb daar trouwens ter plaatse met collega Tinne Van der Straeten een heel interessant gesprek over gehad.
De nieuwe DRI-installatie kan zeer efficiënt samenwerken met de vernieuwde hoogoven B door een uitwisseling van gassen en warmte. De Steelanol-installatie en Torero zullen de komende jaren in dit dossier absoluut hun nut kunnen bewijzen. ArcelorMittal is nu bezig om die configuratie en die symbiose te optimaliseren.
Nadien zijn er twee denkpistes om tot volledige koolstofneutraliteit te komen. Ofwel wordt volledig de kaart getrokken van de DRI, ofwel wordt een optimale combinatie gezocht van de DRI met een vernieuwd type hoogoven en de Steelanol om de vrijgekomen CO en CO2 nuttig te kunnen transformeren. Ik word een beetje technisch, maar sommigen van jullie vragen waren ook vrij technisch natuurlijk. En je moet goed weten wat ze van plan zijn met oven A en oven B om te tonen hoe dat op elkaar aansluit. De DRI-route, samen met twee elektrische ovens, zal leiden tot een daling van de CO2-emissie met 35 procent tegen 2030, ten opzichte van 2018. Door die beslissing is de toekomst van ArcelorMittal in Gent en de bijhorende tewerkstelling voor heel veel jaren verzekerd. Het einde van de levensduur van de hoogoven – ik moet jullie dat wellicht niet uitleggen – is een zeer delicaat moment voor een staalfabriek. Als je over twee hoogovens kunt beschikken dan ben je volcontinu, dat is dus cruciaal voor de continuïteit. Het feit dat het stadsbestuur van Gent ook aanwezig was bij de aankondiging en bij het bezoek van de heren Mittal toont ook het grote belang dat de stad Gent hecht aan die toekomstige tewerkstelling. Het bedrijf heeft ook een toelichting gepland over hun investeringsplannen ten aanzien van de gemeentebesturen van de andere omliggende gemeenten. Collega De Roo, uiteraard is Zelzate daar in het bijzonder bij betrokken.
Het zal voor jullie ook wel geen verbazing wekken dat de concurrentie om die DRI binnen te halen bijzonder, bijzonder groot is. Ik heb het traject van heel nabij gevolgd. Het is keihard hoe ook andere landen kandidaat zijn om die investering binnen te halen omdat, zoals ik al zei, het dichtgaan en vervangen van een hoogoven een enorme klap is voor de tewerkstelling.
Nu, even over Finocas. Daar zijn ook heel wat vragen over, van de voorzitter, van collega De Roo en van collega Rzoska. Finocas is een 50-50 joint venture tussen ArcelorMittal en het Vlaams Gewest. Finocas bestaat eigenlijk al sinds 2003. Het werd opgericht in functie van het project Staalvriendelijk Vlaanderen. Dat had als doel om een duurzame versterking tot stand te brengen van de ontwikkeling en de valorisatie van hoogtechnologische staalverwante toepassingen. Finocas heeft drie dochterbedrijven: Finindus, OCAS en ENDURES.
Het Vlaams Gewest investeert 350 miljoen euro in Finocas NV. De middelen worden ingeschreven in de begroting, maar, collega’s, dat zijn ESR6-middelen (Europees Stelsel van Rekeningen 6) Dat zijn middelen voor kredietverleningen en participaties, die zijn dus ESR-neutraal. De kredieten kunnen via de investering tegen aandelen vanuit de Vlaamse Overheid in Finocas ingezet worden voor de investering. De volstorting van de voorziene 350 miljoen euro zal niet in eenmaal gebeuren, maar verloopt in functie van het project. De impact op de Vlaamse overheid is dus gespreid in de tijd.
De principeovereenkomst die werd afgesloten is een 'letter of intent' en moet nu uitgewerkt worden in een aangepaste aandeelhoudersovereenkomst over Finocas tussen het Vlaams Gewest en ArcelorMittal België. De volgende stap is dan een overeenkomst tussen Finocas en ArcelorMittal België over de modaliteiten rond de terbeschikkingstelling van het kapitaal. Maar die elementen, collega’s, kunnen maar afgerond worden nadat de Europese Commissie haar goedkeuring heeft gegeven aan het ingediende IPCEI-dossier. In dat kader kan er innovatiesteun komen. U snapt dat we nu een intentieverklaring hebben over hoe we het eigenlijk willen aanpakken, over hoe we participeren, over de aandeelhoudersovereenkomst, maar al die zaken – en dat betreft ook een aantal van jullie vragen – kunnen we eigenlijk maar gaan uitwerken op het ogenblik dat we groen licht hebben van de Europese Commissie.
Hoe is de timing? Uiterlijk op 1 januari 2022 en onder voorbehoud van de modaliteiten die uiteengezet zijn in de 'term sheet' en de transactiedocumenten, zal Vlaanderen inschrijven op een kapitaalverhoging in Finocas nv tegen een inbreng van 350 miljoen euro. Ook ArcelorMittal zelf zal inschrijven op een kapitaalverhoging van Finocas, tegen een inbreng van ook 350 miljoen euro. Fiftyfifty dus, zoals ik aan het begin al zei.
Er is formeel afgesproken – en dat is heel belangrijk, collega's – dat die kapitaalverhoging in Finocas wordt teruggedraaid als in 2026 niet gestart is met de bouw van de DRI-installatie. Er zal ook een kapitaalvermindering doorgevoerd worden als het decarbonisatieproject – dat is het koolstofvrij maken, zoals ik uitgelegd heb – van ArcelorMittal is gefinaliseerd. Qua rendement zult u vaststellen dat de investering van de Vlaamse overheid in Staalvriendelijk Vlaanderen en de optie om te investeren in O&O-infrastructuur, O&O-projecten en in spin-offs via dochteronderneming Finindus en OCAS, niet alleen qua onderzoek en ontwikkeling zeer succesvol is geweest, maar ook financieel, want Finocas beschikt over reserves dankzij zeer succesvolle exits bij Finindus. Aangezien het hier over een kapitaalverhoging gaat in Finocas in een fiftyfifty aandeelhoudersverhouding tussen ArcelorMittal en het Vlaamse Gewest, zullen dus ook de opbrengsten gelijk verdeeld worden, en dus terugvloeien naar de overheid.
Wat betreft de vragen rond de governance: de raad van bestuur van Finocas is samengesteld uit evenveel leden op voordracht van de Vlaamse Regering als van ArcelorMittal. De voorzitter van de raad van bestuur wordt voorgedragen door ArcelorMittal en de algemeen directeur van Finocas wordt voorgedragen door de vertegenwoordigers van de Vlaamse overheid.
Qua impact op de omgeving weet u dat de aanvoer van grondstoffen hoofdzakelijk via het kanaal gebeurt. Met de realisatie van de All Weather Terminal, waar ook ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) in investeerde, zal voor de afvoer van de staalproducten veel meer gebruikgemaakt kunnen worden van de waterweg. Het bedrijf blijft dus inspanningen leveren om haar impact op het wegverkeer te verminderen en dit ondanks hogere productievolumes door de hogere productiviteit van de vernieuwde ovens.
Voor de vragen rond de timing: de bedoeling is dat in de loop van 2025, als de bestaande oven moet worden gesloten wegens einde levensduur, de daadwerkelijke bouw van de nieuwe installaties gestart is, en dat die in 2027 kan werken. Jullie begrijpen dus hopelijk dat de aankondiging van vorige week belangrijk is om het voorbereidende studiewerk – en dat is enorm – tijdig te kunnen starten. De vergunningverlening zal correct verlopen na het doorlopen van de bestaande procedures.
Betreffende de vraag van collega De Roo over de tewerkstelling: ArcelorMittal Gent is op dit ogenblik bezig met het aanwerven van honderd bijkomende werknemers. De bouw van de DRI-installatie en de twee elektrische ovens zal gedurende een drietal jaar tot een bijkomende tewerkstelling van duizend tot tweeduizend personen leiden! Duizend tot tweeduizend personen rond Gent, collega’s. ArcelorMittal Gent zal sterk inzetten op opleiding en zal de noden op dit vlak de komende periode ook verder uitwerken.
Collega Rzoska, u had een terechte vraag over de geïntegreerde aanpak. U weet dat er op Europees niveau heel wat rond ‘carbon border adjustment tax’ beweegt. Ik ben daar ook een grote voorstander van. We zullen met Vlaanderen ook op die veranderingen moeten inspelen. Het feit dat de koolstofprijs de voorbije maanden fors is gestegen, is alvast een belangrijke incentive voor de Europese industrie om versneld stappen te zetten inzake decarbonisatie. Een hogere CO2-prijs is noodzakelijk om die veranderingen tot stand te brengen, maar betekent ook dat we attent moeten blijven dat de basisindustrie hier verder blijft investeren. Een koppeling van bedrijven die willen investeren in nieuwe technologieën met onze steun via het innovatiebeleid, kan er mee voor zorgen dat onze basisindustrie transformeert. Ik pleit er eigenlijk ook voor dat inzake ‘carbon leakage’, we aan deelnemende bedrijven vragen om een roadmap op te stellen richting koolstofvrij en decarbonisatie in 2050. Die twee zijn voor mij onlosmakelijk met elkaar gekoppeld.
Ik wil jullie ook meegeven dat op het overleg – toen we in Gent aankwamen – vader en zoon Mittal daar stonden. Ik was daar nog maar een minuut toen Mittal – ik denk dat het de vader was – aan het gezelschap zei dat het voor hen, met de enorme investering die het bedrijf doet, elementair is dat die carbon leakagesteun nog even blijft bestaan. Er is op dit ogenblik nog geen carbon border adjustment tax, maar voor hen is dat dus belangrijk. Voor ons is het belangrijk dat we de voorwaarden om dat te kunnen krijgen scherp genoeg stellen om de bedrijven te forceren – of te stimuleren, als je het zo wil noemen – om die stap te zetten naar volledig koolstofvrij zijn in 2050.
Ik wil ook meegeven dat dit project tot stand is gekomen ook dankzij zeer goed overleg met de Federale Regering. Wij hebben in een task force met de Federale en de Vlaamse Regering zeer intens overlegd, en het is ook intern zeer goed afgestemd binnen de Vlaamse Regering. Ik hoop oprecht dat de 'letter of intent' die getekend is, de start kan zijn, misschien ook voor andere bedrijven in Vlaanderen, om een grote sprong voorwaarts te maken inzake het koolstofvrij maken van onze basisindustrie in Vlaanderen.
Mijn excuses dat ik een beetje lang geantwoord heb, maar het waren heel veel vragen, en ik hoop ook wat inzicht gegeven te hebben in hoe we het inhoudelijk willen aanpakken.
Dank u wel, minister, voor het antwoord. Dat geeft zeker al wat duidelijkheid over de constructie en de meerwaarde ervan. Ik denk dat het ook heel belangrijk is dat we politiek allemaal op een lijn zitten bij dergelijke grote investeringen en projecten met een grote economische, financiële en maatschappelijke impact. Het is eigenlijk wel een huzarenstukje dat het gelukt is om de Federale en Vlaamse Regering op een lijn te krijgen. Dat is soms anders in dit land!
Ik denk dat het nuttig is om de vraag te stellen of er nog dergelijke bedrijven en projecten zijn die we op deze manier moeten benaderen. Zijn er opportuniteiten om vanuit Vlaanderen en eventueel vanuit de federale overheid te investeren, samen met bedrijven, om een versnelde vergroening van de productie te bewerkstelligen?
Ik heb nog een tweede bijkomende vraag. Op welke momenten wordt er geëvalueerd? U zei dat er geleidelijk aan een storting gebeurt van het kapitaal, afhankelijk van de investeringen die effectief nodig zijn en die gepland zijn. Op welke manier wordt er geëvalueerd? Wordt er dan teruggekoppeld naar de Vlaamse Regering om eventueel bijkomende stappen te zetten? Wat zijn de key performance indicators (KPI’s) die het project moet halen om in aanmerking te komen voor het verder uitvoeren van de overeenkomst die nu is ondertekend?
De heer De Roo heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw antwoord. Het gaf inderdaad heel wat duidelijke inzichten. Voor mij is het duidelijk geworden dat de intentieovereenkomst die nu is getekend, nog een aantal hordes moet overwinnen. Maar het is natuurlijk wel heel belangrijk dat ze is getekend en dat de eerste, zeer grote, stappen gezet zijn. Ik denk dat u ook terecht hebt aangehaald dat er heel wat concurrentie is, wereldwijd, om dergelijke projecten binnen te halen. Ik denk dat we er zeker trots op mogen zijn dat we er met Vlaanderen, in samenwerking van het federale niveau, in slagen om dergelijke projecten binnen te halen. Die zijn zeer belangrijk voor de tewerkstelling, zeker in Gent en omgeving. U hebt aangehaald dat er gedurende twee à drie jaar duizend à tweeduizend tijdelijke arbeidsplaatsen bijkomen, wat al een zeer groot aantal is. Maar het gaat natuurlijk over duizenden werknemers die zowel in de fabriek zelf als in de toeleveringsbedrijven actief zijn.
Ik denk dat de nood aan opleiding, die u hebt aangekaart, ook een heel belangrijk element is. De impact op het wegverkeer zo veel mogelijk milderen, is volgens mij ook een heel belangrijk principe. Daar heb ik nog een bijkomende vraag over. U zei dat het wel de bedoeling is om, ondanks de opgedreven productie, meer te vervoeren via de waterweg. Zijn daar ook concrete afspraken over gemaakt? Zo niet, is het de bedoeling om daar absolute cijfers of relatieve cijfers op te kleven?
De heer Rzoska heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor het uitgebreide antwoord. Ik denk dat het inderdaad, zoals u zei, belangrijk is dat we dit toch van dichtbij bekijken. Ik heb er geen enkel probleem mee dat uw antwoord wat langer was, ik denk dat dat ook wel logisch was gezien de vele vragen. Voor alle duidelijkheid: ik vind het zeer goed dat we met alle overheden op dezelfde lijn zitten om dit soort van stappen vooruit te zetten. Daar heb ik echt absoluut geen probleem mee.
Ik wil even uitzoomen en inhaken op wat u zei en op wat collega De Roo ook al even aanhaalde. In uw antwoord geeft u aan dat de concurrentie met het buitenland zeer groot was om dit project binnen te halen. ArcelorMittal is een grote speler. Dat betekent ook dat, als zo’n bedrijf overstag gaat, om het zo te zeggen, of ervoor kiest om in Vlaanderen te blijven, daar natuurlijk wat middelen tegenover staan. Dit zijn natuurlijk niet de enige middelen die naar het bedrijf terugvloeien. We hebben de discussie al een paar keer gevoerd. Uw collega Diependaele is ook bezig met een subsidieregister. ArcelorMittal haalt niet enkel via deze lijn middelen binnen, er zijn ook andere ondersteuningskanalen die het bedrijf regelmatig aansprak de afgelopen jaren. Mijn vraag daarover sluit aan bij wat collega Bothuyne zei. We doen dit nu voor ArcelorMittal met een heel belangrijk project. Zitten er nog zulke projecten in de pijplijn? Wat is het afwegingskader van de Vlaamse Regering om in te stappen in dergelijke projecten?
En dan heb ik nog een tweede vraag die misschien iets specifieker ingaat op dat vehikel Finocas. Het was voor mij ook nieuw dat er dergelijke structuren op Vlaams niveau bestaan, en die zijn niet altijd even doorzichtig, moet ik zeggen, voor het Vlaams Parlement. Want als je in de jaarrekeningen van Finocas gaat kijken, dan komt het voor iemand die daar misschien wat verder van afstaat – maar wij horen als parlement toch ook wel de controle te doen – over als een behoorlijk kluwen van structuren, waarbij ook telkens het bedrijf zelf, maar ook het Vlaamse Gewest de een of andere rol speelt in dergelijke vehikels. Dus mijn vraag is: is dat voor een overheid de meest transparante manier om te werken, om middelen ook in te zetten?
Op welke manier kunt u dergelijke dingen ook transparanter naar het parlement brengen? Dat is misschien meer een vraag aan mezelf, maar ook een stuk aan de Vlaamse Regering. Ik moet eerlijk zeggen dat het voor mij de afgelopen week heel snel bijbenen was in die structuur. En ik heb ook gezien dat dit bijvoorbeeld al bestaat in het programma Staal Vlaanderen sinds 2003. Als je al die verschillende beslissingen van eerdere Vlaamse regeringen naast elkaar legt, dan moet je toch wel al wat boterhammen gegeten hebben om heel het verhaal te volgen tot waar we vandaag staan.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Bedankt voor de reeds gegeven toelichting. Als geboren West-Vlaming maar toch wonende op twintig minuten rijden van de Gentse haven en van ArcelorMittal, vind ik dit een fantastische overeenkomst en beslissing, vooral omdat er in de Gentse haven ook nog heel wat andere projecten bezig zijn. Dat zijn uiteraard projecten op veel kleinere schaal, maar ze proberen toch ook om de Gentse haven in een richting te duwen of te brengen van een, laat ons zeggen, klimaatvriendelijke omgeving en industrie.
Ik heb eigenlijk één vraag, maar misschien is ze ook moeilijk te beantwoorden. Er wordt vaak verwezen naar het feit dat er internationale concurrentie was. Maar de vestiging van ArcelorMittal hier in Gent was al gekend als de meest klimaat- en milieuvriendelijke van alle vestigingen over de wereld. Stel dat de eigenaars van ArcelorMittal hadden beslist om die investering niet te doen in Gent maar bijvoorbeeld in een andere vestiging – dat had principieel gekund – wat zou dan de consequentie geweest zijn? Zou dat bedrijf dan effectief op de langere termijn verdwijnen of niet? Het is een beetje zoeken naar de mate waarin het eigenlijk ook wel logisch was dat die investering hier gebeurde, omdat ze al het verst staan in die technologie, en ook al een beetje geïnvesteerd hadden in al die milieu-en klimaatvriendelijke technologieën – dit ten overstaan van een scratch-up-bedrijf dat nog nergens staat en dan nu plots een belangrijke investering doet.
Men geeft zo een beetje de indruk dat het een scratch-up is, maar dat is niet zo. Voor mij staan zij al ver. Stel dat die investering er niet zou zijn gekomen, wat waren dan de mogelijke gevaren dat het bedrijf misschien op lange termijn niet zou blijven?
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Het is een zeer interessante discussie. Ik heb zeer aandachtig geluisterd, behalve op het einde van de tussenkomst van collega Gryffroy. Uiteraard zien we ook vanuit Vooruit goede argumenten om mee te investeren in de vergroening van onze staalindustrie. De minister heeft ook overvloedig gewezen op de milieuwinsten, de lokale werkgelegenheid en de bredere industriële transitie.
De voorzitter heeft ook gezegd dat we blij zijn met het feit dat er eensgezindheid is bij de verschillende overheden: van de lokale overheid tot de federale overheid, en met een zeer belangrijke inbreng vanuit Vlaanderen. ArcelorMittal heeft zelf aangegeven dat de transitie naar een koolstofvrije productie zonder publieke steun niet mogelijk zou zijn.
Er is één vraag die wij ons daarbij stellen, en dat is eigenlijk de enige opmerking die we hebben. Want we willen dat van zeer nabij en zeer transparant blijven volgen. Hoe rijm je de recordwinsten die ArcelorMittal recent boekte en die derde ronde inkoop van eigen aandelen ten belope van bijna 2 miljard euro, die ‘buybacks’, met die verklaring van de familie Mittal? Want met die buybacks vernietigt Arcelor een stuk eigen kapitaal. En dan dreigt het mogelijk een beetje wrang te zijn dat wij met belastinggeld moeten interveniëren, terwijl de onderneming toch wel eigen mogelijkheden heeft, en die winsten ziet wegvloeien naar de aandeelhouders.
Vanuit Vooruit zeggen wij dat het heel belangrijk is om niet meteen subsidies te geven in zo'n constructie, maar hoogstens een lening met rente of een investering waar de Vlaamse Regering gewaarborgd is van een return, want anders zijn de risico's voor de samenleving en de winsten voor het privékapitaal.
Over de modaliteiten van deze investering heeft de minister zeker bijkomende uitleg gegeven, maar ze blijven toch nog altijd een beetje vaag. Dat bleek ook uit het debat, met onder andere minister-president Jambon die aangaf dat de investering integraal door ArcelorMittal zal worden terugbetaald. Hoe zal dit concreet verlopen, aangezien het om een participatie gaat in een bestaande joint venture tussen ArcelorMittal en de Vlaamse Regering, Finocas, waar de heer Rzoska al uitgebreid vragen over heeft gesteld? Waarom hebben we niet gekozen voor een lening? Waarom is de beschikbare publieke informatie over Finocas zo beknopt? Het gaat toch over een vehikel met 180 miljoen euro, deels publiek kapitaal. Tenzij u mij tegenspreekt, maar ik ben ook op zoek gegaan en ik kon niet meteen een jaarverslag van de verschillende activiteiten van Finocas terugvinden.
Voor Vooruit zijn dit soort van investeringen cruciaal voor de omschakeling naar een duurzamere industrie en cruciaal voor de versterking van de werkgelegenheid in onze Vlaamse Ruit, maar het belangrijkste zijn de modaliteiten bij dit soort beleid. Als de modaliteiten scherp zijn, kunnen we verzekeren dat de investeringen hun doel bereiken en rechtvaardig zijn. In dit geval zouden we dan ook heel duidelijk willen stellen dat zo'n grote investering een permanente rapportage vraagt in het Vlaams Parlement en minimaal onderworpen is aan een zeer transparant beheerskader. Een voorafgaand tegensprekelijk debat hebben we niet gehad, maar in mogelijk toekomstige constructies denken we dat dit wel nodig is. Dat zouden we hier met z'n allen moeten kunnen afspreken over de grenzen van meerderheid en oppositie heen.
Concreet hebben we in dit dossier vooral vragen rond Finocas. Hoe zal Finocas een transparant beheerskader scheppen voor deze Vlaamse investering? U hebt zelf heel kort aangegeven hoe de publieke belangen hierin vertegenwoordigd zullen zijn, maar we denken dat er meer transparantie nodig is. Welke verplichtingen worden er aan ArcelorMittal opgelegd? Aan welke condities is de steun eventueel onderhevig? Komt de gevraagde parlementaire rapportering er?
Dan heb ik nog een meer maatschappelijke vraag. Hoe wordt de opgebouwde expertise en de knowhow duurzaam verankerd hier in België?
Minister Crevits heeft het woord.
Voor heel veel van die zaken, zeker de vragen van de heer Rzoska en mevrouw Gennez, zou ik eigenlijk voorstellen om ArcelorMittal een keertje te bezoeken, maar zeker ook om op bezoek te gaan bij Finocas. Ik weet niet of jullie nog uitstapjes plannen met de commissie, maar dit lijkt me zeer waardevol. De heer Rzoska heeft natuurlijk een punt. Voor mij was het op zich wel aangenaam vast te stellen dat we dat vehikel hebben omdat je zo een voorsprong hebt op andere landen die dat niet hebben en je dus een kapitaalparticipatie kunt nemen die ook ESR-neutraal is. Ik vind dat bijzonder positief. Het is ook het enige dergelijke vehikel dat we hebben, tenzij er nog zouden zijn die ik niet ken, maar die kans is toch wel klein. Het is ook het enige bedrijf waarmee we al zo'n lange participatie hebben lopen.
De oorzaak is duidelijk, collega Rzoska. ArcelorMittal staat voor duizenden en duizenden jobs. U kent de wereldwijde staalmarkt en de problemen. De intentie om zo'n vehikel op te richten was natuurlijk om ook op duurzame wijze de fabriek bij ons te kunnen houden. Er is gevraagd waarom ze voor Vlaanderen kiezen. Er is – en het is al een paar keer gezegd in andere dossiers – dat klimaat in Vlaanderen, die samenwerking, O&O, het aantrekken van spin-offs, research en development in de regio zelf, samen met de toepassingen in de fabriek. Het is een uniek universum.
Johnson & Johnson heeft ook in de regio Gent een extra onderzoekslabo gevestigd. Hun argumentatie daarvoor was dat er nergens ter wereld zo'n goede samenwerking is die zo vruchtbaar is. We moeten dat koesteren. Ik vind dat een heel positief argument. Je voelt dat dit ook in dit dossier speelt.
Collega Gennez, ik verwijs even naar de tweet van uw Gentse collega Joris Vandenbroucke. Hij zegt dat het een topinvestering is en dat die duurzame omslag van onze economie onmogelijk is zonder staal. Dat is ook waar. Je hebt staal nodig om windmolens te gebruiken. We kunnen die productie dan maar beter hier verankeren met milieuvriendelijke technologie dan dat we staal moeten importeren uit China, waar de uitstoot per geproduceerde ton veel hoger ligt. Dat is een van de argumenten waarom we net zo veel inspanningen doen om ArcelorMittal hier bij ons in Vlaanderen te houden.
Collega Gennez, ik vind ook dat ik een zeer omstandige uitleg heb gegeven over Finocas, de kapitaalparticipatie, over wat er nog praktisch allemaal moet worden vervuld. Ik vind dat u vrij negatief bent in uw vraagstelling. Dat is natuurlijk uw recht. Maar stap voor stap zullen we nu ook de details uitwerken. Het is nog maar een intentieovereenkomst. Dat is stap één. We moeten nog groen licht krijgen van Europa om te kijken of het past binnen die IPCEI, want anders zal het sowieso niet lukken. Er zijn nog heel veel stappen te zetten, die ik zo helder mogelijk heb proberen uit te leggen met de stand van zaken vandaag. Er moet ook nog een aandeelhoudersovereenkomst worden gemaakt enzovoort.
Collega Bothuyne, u vraagt of er nog zulke projecten zijn. We hebben nu ook het IPCEI Waterstof, waar complementair wordt gewerkt met de Federale Regering rond waterstofleidingen, en verder hebben we ... (onverstaanbaar) ... de projecten in onze Vlaamse havens, u kent die.
Collega De Roo, er zijn nog geen specifieke contractuele afspraken over transport. Die moeten nog allemaal worden uitgewerkt.
Collega Bothuyne, wat de KPI’s betreft, hebben we nu een intentieverklaring. Er worden gesprekken gevoerd met de Europese Unie. De modaliteiten moeten nog volledig worden uitgewerkt. Het is van belang dat we die intentieverklaring hebben, dat vader en zoon Mittal de moeite hebben gedaan om ook naar Gent te komen en dat ze voor de eerste keer publiek hebben aangekondigd dat ze willen investeren in Gent.
En zo kom ik naadloos bij collega Rzoska. Waarom niet in het buitenland? Ik heb daarnet de eerste aanzet gegeven. Het samenwerkingsweefsel bestaat al lang, waardoor wij eigenlijk een zeer concrete ‘letter of intent’ konden maken. Ook de premier was zelf aanwezig. Het ging dus niet alleen over Vlaanderen en de investering, maar ook de premier en de federale minister van Energie Tinne Van der Straeten waren er. Je voelde dat er een heel groot draagvlak is bij alle besturen van het land. Dat heeft het bedrijf ook gezegd. Ze voelen, ten eerste, dat het klimaat hier goed is. Er is een lange historische samenwerking. De oven is versleten, dus moesten ze beslissen of ze het al dan niet hier houden. Door die ‘letter of intent’ willen ze het wel doen.
Nogmaals, ik bied het eigenlijk aan, zeker in het licht van de vragen van mensen die al lang in het parlement zitten en niet wisten dat het bestond. Ik stel voor dat je eens op bezoek gaat en een gesprek voert met bijvoorbeeld de algemeen directeur van Finocas, zodat je weet wat ze al hebben gedaan, en dat je op bezoek gaat bij OCAS. Ik vind het nu wel de moeite waard om dat te doen.
En zo antwoord ik ook op de vraag van collega Gennez. Ik ga er heel zeker mee akkoord om transparant te rapporteren aan het parlement. Maar u moet wel begrijpen, collega Gennez, dat, mochten we daar een groot parlementair debat aan laten voorafgaan waarbij iedereen gehoord wordt, de kans reëel is dat er niet veel van de investering in huis zou komen. Als men zegt dat men dat wil doen en die raden van bestuur gaan akkoord, moet je, zeker als het over superstrategische zaken gaat, snel kunnen schakelen. Maar ik heb uw opmerking ook niet als een verwijt aangevoeld, alsof u zou zeggen dat ik het niet mocht hebben gedaan. Maar ik heb het wel begrepen als een vraag om transparantie. Ik vind het ook belangrijk dat we daarover transparant zijn. Maar er moet dus nog heel veel worden geregeld.
Zoals ik al zei, is Finocas enig in zijn soort. Dat fiftyfiftyconcept komt uit het staalplan uit het verleden.
Collega Gryffroy vroeg eigenlijk hetzelfde: wat als het DRI niet in Gent zou gekomen zijn, en waarom Gent? Ik heb dat al uitvoerig proberen uit te leggen. Er is een heel lange historische samenwerking met ArcelorMittal dat zelf al een duurzaamheidsroadmap gemaakt heeft, dat ook stappen gezet heeft richting onder andere Steelanol. Maar nog eens: ik denk dat je, los van alle historische samenwerkingen, de gezamenlijke inspanning van het lokale, Vlaamse, federale, provinciale niveau echt niet mag onderschatten. Dat is een huzarenstuk. We zijn ook de eerste regio waarmee een concreet engagement genomen is. Het gaat hier, collega’s, zoals ik al zei, voorlopig niet over subsidies. We nemen een participatie. Je zou kunnen zeggen: waarom, waarom, waarom? Ik begrijp dat, collega Gennez, maar een gewone oven kost voor zo’n bedrijf 200 miljoen euro. Deze technologie kost 1,1 miljard euro. Er zijn plaatsen in de wereld waar je die oven zou kunnen zetten voor 200 miljoen euro. Als je een bedrijf wilt overtuigen om die investering van 1,1 miljard euro te doen om zo bij ons ook CO2-neutraal staal te kunnen produceren en daar pionier in te zijn, dan moet je als overheid ook bereid zijn om daar een stuk mee in te investeren. Dat is wat we doen. Het zijn nu geen subsidies, maar ik sluit absoluut niet uit, collega’s, dat er nog innovatiesubsidies zullen komen. Jullie zullen daar helder over geïnformeerd worden. We staan nog maar aan het begin van het traject.
Iemand vroeg ook wie er nog kandidaat was. Frankrijk was zeer manifest kandidaat omdat zij hetzelfde probleem hebben als wij. Ook Duitsland had interesse en heeft, denk ik, ook wel een aanbod gedaan. Ook Italië. Eigenlijk waren alle landen in Europa waar ArcelorMittal zit en waar staal wordt gemaakt kandidaat. Door en dankzij het Finocasvehikel konden wij veel concreter gaan dan andere landen. Zij konden wel principedingen doen, maar ze kenden de samenwerking bij ons. Ik wil toch ook een woord van appreciatie uitdrukken voor de bazen van ArcelorMittal in Gent die op een heel overtuigende wijze gehandeld hebben richting het wereldwijde management van Arcelor.
Het is duidelijk, minister, dat we hier vandaag een belangrijk debat voeren. Niet alleen omwille van het belang van de investeringen in de technologie die hier een sprong vooruit kan maken, en de verankering van het bedrijf en de bijhorende jobs, maar natuurlijk ook omwille van het belang van de investeringen voor Vlaanderen, de financiële impact, de mogelijke economische, ecologische en maatschappelijke baten en de transparantie die daar inderdaad bij hoort. We zullen ingaan op het idee om met de mensen van het bedrijf zelf te praten. Ik denk dat we ze beter ook gewoon in de commissie uitnodigen om op die manier een goed zicht te krijgen op wat Finocas doet en niet doet en wat de concrete plannen zijn. We zullen dat agenderen in de regeling der werkzaamheden. Ik vind het interessant dat we met die kapitaalparticipaties mee de versnelde omslag naar klimaatneutrale productie van basisproducten kunnen maken en garanderen. Er zijn nog wel wat sectoren, in de chemie bijvoorbeeld of in onze agrovoedingsproductie, die belang zouden kunnen hebben bij zo’n kapitaalsparticipatie. We kunnen er misschien een introductie van een aantal technieken en investeringen mee versnellen om op die manier het klimaatbeleid een boost te geven op het terrein. Ook dat moeten we verder in de gaten houden.
De heer De Roo heeft het woord.
Ik denk dat het duidelijk is dat dit van zeer groot belang is, de investeringen die hier gebeuren in het klimaat, maar zeker ook in de werkgelegenheid van Gent en omgeving, en zelfs van heel Vlaanderen. Ik denk dat het zeker ook van belang is dat we in de toekomst bekijken hoe we bedrijven, en ook andere sectoren, kunnen motiveren om een omslag te maken naar een productietechniek waarbij ze bijvoorbeeld minder CO2, of minder CO2-equivalenten, uitstoten. Ook voor andere bedrijven en andere sectoren moeten we daar de nodige constructies en de nodige middelen voor kunnen voorzien.
De heer Rzoska heeft het woord.
Dank u, minister, voor de bijkomende uitleg. Ik denk dat die van belang is. Ik denk ook dat niemand in de commissie het belang wil onderschatten van wat er vorige week in Gent gebeurd is. Maar ik denk wel, en daar sluit ik toch wel aan bij de voorzitter – en u hebt dat zelf ook aangegeven – dat het voor het parlement van belang is dat we transparant kunnen volgen wat er gebeurt. U hebt een tijdspad uitgezet. Ik denk dat het belangrijk is dat we ook regelmatig op de hoogte gehouden worden van waar het dossier staat.
Ten tweede, uw suggestie rond Finocas – de voorzitter heeft die al binnengenomen – daar wil ik ook wel op aandringen. Ik vind het belangrijk dat we dat doen, minister. Collega Gennez heeft ergens wel een punt. Ik heb pogingen gedaan om in die jaarverslagen en jaarrekeningen van Finocas te zien wat men allemaal doet. Die zijn nogal karig met informatie. Ik vind daar veel structuren terug, ik vind veel terug van hoe een en ander in elkaar zit, maar wat Finocas naast ArcelorMittal nog doet in de staalindustrie, dat was voor mij helemaal niet zo duidelijk op basis van jaarrekeningen en jaarverslagen. Vandaar: het is een goede suggestie die u doet aan de commissie – en die intussen door de voorzitter is gehonoreerd – om die mensen eens uit te nodigen naar de commissie, zodanig dat we daar zicht op krijgen. Het is ook goed dat we via u weten dat dit soort van vehikel het enige is wat we hebben, vanuit de Vlaamse overheid.
Voor de rest, minister, wat betreft die hoogoven, daar volg ik u. Ik vind het van belang dat er ook in Vlaanderen elektrische hoogovens komen. Ik denk dat we die tot op vandaag niet hebben. Ik was met de Vokastage (Vlaams netwerk van ondernemingen) in de zomer bij de Belgian Scrap Terminal, in de Antwerpse haven. Dat is een bedrijf dat u misschien ook kent, een heel interessant bedrijf. Zij gaven ook aan dat ze de grondstof, die zij maken vanuit recyclage, eigenlijk nauwelijks kwijt kunnen op de interne markt, omdat wij niet beschikken over elektrische hoogovens. Het feit dat dit nu wel in gang wordt gezet, brengt ons ook een stuk dichter bij de circulaire economie, waarbij afval grondstof wordt, die we niet te ver moeten exporteren en makkelijker in de interne markt kunnen afzetten in plaats van ze internationaal te moeten rondvoeren. Dat als slotgedachte. Maar ik vermoed, voorzitter, dat dit niet het laatste debat zal zijn over de investering in ArcelorMittal.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.