Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Mensen met een beperking moeten sinds 1 januari 2021 de kost van hun voorziening per maand betalen, terwijl dit voordien per dag was. In de praktijk komt dit neer op meer uitgaven, want wie een weekend naar de familie of op kamp gaat, moet nu gewoon de kosten voor de instelling blijven doorbetalen. Het gevolg hiervan is dat ze minder zakgeld overhouden voor vrije tijd en persoonlijke aankopen, en dat ze zelf in de financiële problemen kunnen komen. Nochtans is het ook voor deze personen zeer belangrijk om naast de voorziening nog andere zaken te kunnen doen voor hun mentaal welzijn. Waar ze in het vroegere systeem zeker waren van 190 euro zakgeld per maand, is die bescherming nu weggevallen.
Daar komt ook nog bij dat wie in een instelling verblijft, ook meteen 28 procent minder uitkering krijgt. Deze combinatie maakt dat de situatie voor veel mensen met een beperking in een instelling extra moeilijk wordt. Het Vlaams Netwerk Kritische Ouders roept dan ook op om het lage budget te herzien.
Minister, wat is uw mening inzake dit dossier? Gaat u initiatieven nemen om te garanderen dat personen met een handicap die in een voorziening verblijven, ook nog geld hebben om buiten de leefgroep te spenderen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Welke alternatieve oplossingen zijn er om ervoor te zorgen dat de levenskwaliteit van personen met een beperking niet lijdt onder het al dan niet overhouden van zakgeld? Hoe kunnen financiële problemen bij personen met een beperking die in een voorziening verblijven, vermeden worden? Welke initiatieven neemt u, desnoods in samenwerking met uw federale collega-minister?
Minister Beke heeft het woord.
Sta mij toe allereerst te verduidelijken dat de regelgeving van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) bepaalt dat de aanrekening van woon- en leefkosten correct en transparant ten aanzien van de cliënt moet gebeuren. De manier waarop de aanrekening in de praktijk gebeurt, is de vrije keuze van de vergunde zorgaanbieder.
Betaalbaarheid van zorg en in het bijzonder ook betaalbaarheid van woon- en leefkosten is, zoals u terecht aanhaalt, een belangrijk topic waarover vandaag nog te weinig geobjectiveerde inzichten beschikbaar zijn. Het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin heeft heel recent de eerste studie afgerond over de gevolgen van de omschakeling naar woon- en leefkosten bij vergunde zorgaanbieders. Ik wacht nu op de conclusies en aanbevelingen van dit onderzoek om hiermee verder aan de slag te gaan.
Aansluitend is ook een tweede onderzoek gestart om de impact van de omschakeling naar woon- en leefkosten op de PVF-gebruiker (persoonsvolgende financiering) in kaart te brengen.
U weet dat de integratietegemoetkoming en de bijbehorende berekeningsregels een federale aangelegenheid zijn. Die tegemoetkoming maakt nog altijd een onderscheid tussen personen die zelfstandig of thuis wonen én personen die in een voorziening wonen, alhoewel dit onderscheid in de praktijk door de invoering van de PVF sterk vervaagd is.
Daarnaast wil ik ook wijzen op het feit dat ook personen met een handicap die buiten de voorziening verblijven, het dikwijls moeilijk hebben om naast de basiskosten nog extra uitgaven te kunnen doen. We zijn daarover gesprekken gestart met het kabinet van minister Lalieux en de bevoegde administraties. In het federale actieplan handicap zijn ondertussen ook acties opgenomen om verder werk te maken van oplossingen voor deze problematiek.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoorden.
Ook vanuit de OCMW's klinkt er een noodkreet. Verschillende OCMW's pleiten voor een menswaardig inkomen voor deze doelgroep, want zij verwachten ook meer betalingsproblemen bij mensen met een beperking die in een voorziening verblijven. Veel van deze cliënten zullen, zodra hun spaargeld op is, aankloppen bij het OCMW voor financiële steun. Voorzitter Koen Rombouts van Welzijnszorg Kempen wijst erop dat er nood is aan een specifiek kader voor deze doelgroep. Dat zou de OCMW's meer duidelijkheid geven en de mensen meer garantie kunnen bieden om dezelfde minimale steun te krijgen op maat van hun noden.
Minister, welke visie hebt u daarop? Is er volgens u nood aan een specifiek kader voor deze doelgroep?
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Dank u wel, collega, voor de vraag. Dit leeft inderdaad heel hard in de Kempen. Ze hebben daar een heel rapport afgeleverd. Minister, ik denk dat u dat ook hebt ontvangen, net zoals federaal minister Lalieux.
Ook wij zijn al lang vragende partij om die vermindering van 28 procent af te schaffen. Die is gebaseerd op een wet van 1987 en dus niet meer aangepast aan onze hedendaagse samenleving en het PVF-systeem.
Minister, u haalt zelf transparantie aan. Transparantie van het prijzenbeleid staat heel duidelijk in het regeerakkoord. Dat moet steeds transparant en fair in aanrekening worden gebracht .
Ik heb daar al meerdere vragen over gesteld. Er is een werkgroep transparantie. Met corona lag die stil. Die is eind mei dan opnieuw van start gegaan. Als ik het goed voorheb, zou die op het einde van het jaar met een nieuw concept komen. Minister, hoever staat men in die werkgroep? Is het haalbaar om tegen eind dit jaar met een concept te komen? Het is, zoals we al meerdere malen hebben aangehaald, immers zeer belangrijk dat de mensen thuis of eender waar via de website de zorg- en de woon- en leefkosten kunnen vergelijken: wat kost de zorg waar, hoeveel zijn de woon- en leefkosten? Die transparantie is dus enorm belangrijk. Daar wordt nu nog veel te weinig mee gedaan. Kan dat concept tegen het einde van het jaar op tafel liggen?
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Minister, ik heb uw antwoord goed beluisterd in verband met de studie die uitgeschreven was. Ik heb vernomen dat die al een week op uw kabinet ligt. Ik vind het een beetje spijtig dat u vandaag in uw antwoord eigenlijk niet mee de conclusies brengt, zeker als een collega een vraag stelt die specifiek over die materie gaat. Ik ben dus heel benieuwd wanneer u dan wel met de conclusies naar buiten zult komen en hoe we daar een gevolg aan kunnen geven.
Ik had dezelfde vraag als collega van der Vloet over de transparantie. Ik heb deze namiddag eens een aantal voorzieningen gegoogeld om te weten wat de woon- en leefkosten van die voorzieningen zijn. Stel dat ik wens te worden opgenomen of iemand ken die dat wenst: je vindt dat nergens terug. Het lijkt me dus ook heel belangrijk om een systeem te hebben waardoor mensen weten wat de woon- en leefkosten zijn.
Ik denk dat er ook dringend overleg nodig is met de federale collega’s omdat het systeem van integratietegemoetkoming en inkomensvervangende tegemoetkoming eigenlijk al heel lang meegaat. Het is wel zo dat het basisbedrag van de inkomensvervangende tegemoetkoming wordt verhoogd, maar ik denk dat we het systeem van de integratietegemoetkoming toch wel eens grondig zullen moeten bekijken om dat in de toekomst te vereenvoudigen. Concreet is het immers zo dat de personen in de voorzieningen met de zwaarste handicap, de meeste punten krijgen: 17 tot 18 punten, dat is een integratietegemoetkoming van 955 euro extra. De personen met de lichtste handicap krijgen echter maar een integratietegemoetkoming van 110 euro, en het zijn net die personen die vooral het meest nood hebben aan zakgeld. Ik meen dus dat er dringend nood is aan die interministeriële conferenties. Waarom vinden die niet plaats?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
De collega’s hebben al vrij veel gezegd. Ik denk dat het inderdaad heel belangrijk is om die cijfers te hebben, om te bekijken wat nu de gemiddelde kostprijs is voor personen met een beperking, berekend op basis van de dagbijdragen en de individuele supplementen. Wat betalen de mensen meer? Zijn er ook mensen die minder betalen? Dat zijn allemaal zaken die toch wel heel belangrijk zijn, en ook welke gevolgen daaraan zullen worden gekoppeld. Zoals de collega’s hebben gezegd, is transparantie echt wel heel belangrijk: bij ziekenhuizen en bij woonzorgcentra, maar ook in dit geval. Wat zijn de woon- en leefkosten? Als mensen moeten kiezen waar ze willen worden verzorgd, dan moeten zij echt wel een goed en duidelijk overzicht hebben van wat ze precies zullen betalen.
Minister Beke heeft het woord.
Collega Wouters, zoals ik in mijn eerste antwoord zei, is het overleg met de federale overheid bezig. We hebben dat aangekaart en ik hoop inderdaad dat we daar duidelijkheid over kunnen krijgen.
Wat de transparantie en de werkgroep betreft: dit nemen we op met het VAPH, waar de stakeholders ook afspraken maken over het transparant maken van die kostprijzen. Dat is dus haalbaar. Die werkgroep is bezig, en ik hoop dat we ter zake binnen afzienbare tijd met resultaten kunnen komen.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, dank u voor uw bijkomende antwoorden. We zijn het er allemaal over eens, alle fracties, dat dit probleem serieus moet worden herbekeken, samen met uw federale collega. Wie immers geen geld overhoudt, heeft ook geen geld voor sociale activiteiten, ook buiten de voorzieningen.
Al die leuke dingen vallen weg, en dat kan en mag niet de bedoeling zijn. Ook kinderen, jongeren of volwassenen met een beperking hebben er baat bij om zich buiten de instelling of waar ook te ontplooien en zorgeloos te genieten van hun passies. Dat stimuleert hen ook bij het ontwikkelen van hun talenten en hun zelfvertrouwen. Het gaat daarbij ook niet enkel om geld voor sociale activiteiten, want deze mensen moeten bijvoorbeeld zelf ook kleren kopen met dat budget. Het is dus cruciaal dat er wordt gezocht naar manieren om hen beter te ondersteunen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.