Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
In augustus verscheen er een artikel in De Morgen over de problematiek van ongedierte in een sociaal woningblok in Gent. Bewoners getuigden hoe hun leven en hun gezondheid werden ontregeld door de aanwezigheid van ongedierte in hun appartement. Vooral de bedwants is in opmars, zo werd door WoninGent bevestigd. Alleen is deze bedwants, in tegenstelling tot ander ongedierte, niet opgenomen in het Binnenmilieubesluit, waardoor de verdelging ervan verhaald wordt op de bewoners, eventueel via tussenkomst van de sociale dienst. In de context van sociaal wonen is dat vaak een bijzonder moeilijk proces.
In januari stelde ik u en uw collega Demir een schriftelijke vraag over de gezondheidsrisico’s gelieerd aan de aanwezigheid van bedwantsen en of een wijziging van dit Binnenmilieubesluit tot de mogelijkheden behoorde. In uw antwoord stelde u dat, hoewel de bedwants vanuit de wetenschappelijke literatuur gelinkt wordt aan de overdracht van wel veertig menselijke ziekten, ze in Vlaanderen als dusdanig niet als een gezondheidsrisico beschouwd wordt.
Na de getuigenissen van mensen die niet meer goed kunnen slapen door de aanwezigheid van bedwantsen in hun woning, en informatie over de aanwezigheid van de beestjes in hun kledij, handdoeken en lakens die inwerkt op de fysieke en mentale gezondheid, lijkt die stelling bezwaarlijk te kunnen kloppen. Vlaanderen is bevoegd voor preventief gezondheidsbeleid, en het gaat om een invasieve exoot die door de wetenschap gelinkt wordt aan heel wat irritaties en ziekten, naast het psychisch onbehagen hierboven omschreven. Het is dan ook vreemd dat de overheid de bedwants gewoon haar gang zou laten gaan in onze woningen.
Minister, hebt u kennis kunnen nemen van het probleem? Zijn er op andere plaatsen in Vlaanderen problemen bekend rond de aanwezigheid van de bedwants?
Wilt u het Binnenmilieubesluit aanpassen en bedwantsen daarin opnemen, zodat er bij een plaag vanuit Vlaanderen hulp geboden kan worden bij de bestrijding?
Noopt de toenemende aanwezigheid van al dan niet exotisch ongedierte ook niet tot een andere preventieve strategie inzake ongediertebestrijding? Zijn de bouw- en renovatienormen, alsook de verschillende subsidiemechanismen, volgens u voldoende up-to-date om de woningen in Vlaanderen zoveel mogelijk ongediertevrij te houden? Zo neen, welke initiatieven kunt u hieromtrent nemen?
Minister Beke heeft het woord.
De problematiek rond bedwantsen in Gent is me bekend. De medisch milieukundige van het betrokken loco-regionaal gezondheidsoverleg en -organisatie (Logo) biedt ondersteuning aan de stad omtrent deze problematiek.
De Vlaamse overheid heeft geen overzicht of databank waarin de problematiek rond bedwantsen systematisch wordt geregistreerd. Ik kan wel aangeven dat Zorg en Gezondheid en de Logo’s regelmatig vragen krijgen van lokale besturen over deze problematiek.
De problematiek van bedwantsen ligt vooral op het vlak van het hinderaspect, met inbegrip van de mentale impact op de gezondheid, en niet op het vlak van overdracht van ziekten. In mijn antwoord op schriftelijke vraag nr. 270 gaf ik al aan dat er weinig wetenschappelijke evidentie is omtrent de effectieve overdracht van ziekten na een beet van een bedwants. Daarom worden bedwantsen niet expliciet opgenomen in het Binnenmilieubesluit. Conform artikel 135, §2, 5°, van de Nieuwe Gemeentewet is het nemen van passende maatregelen bij plagen een lokale bevoegdheid. De medisch milieukundige van het Logo kan daarbij uiteraard ondersteuning bieden, en dat gebeurt ook in de praktijk.
De problematiek van ongedierte is vaak een samenloop van verschillende factoren. Specifieke bouw- of renovatienormen gaan de kans op het voorkomen van ongedierte waarschijnlijk niet verkleinen. Voor elk type ongedierte zouden dan ook specifieke normen moeten worden voorgesteld, wat moeilijk haalbaar lijkt. Het is wel belangrijk om correcte informatie te verspreiden over hoe plagen van ongedierte voorkomen kunnen worden. En wanneer een plaag zich dan toch voordoet, is een gecoördineerde aanpak de enige methode om die te bestrijden.
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Minister, ik denk dat wij het oneens zijn over de impact van de aanwezigheid van de bedwants op de gezondheid van mensen. U geeft wel aan dat er een impact is op de mentale gezondheid. Dat op zich vind ik al niet niets. Maar de literatuur – in tegenstelling tot wat u in uw antwoord laat weten – linkt wel degelijk de aanwezigheid van de bedwants aan een veertigtal menselijke ziekten.
U zegt dat het een lokale problematiek is en dat het lokale niveau ook bevoegd is om maatregelen te nemen. Dat kan wel zijn, maar in de praktijk blijkt het toch erg moeilijk voor mensen die hier hinder van ondervinden, wanneer zij zelf stappen moeten ondernemen en zelf de factuur moeten betalen, om er iets aan te doen. Ik had toch gehoopt dat Vlaanderen inzake preventie iets meer initiatief zou nemen, maar u ziet de noodzaak daarvan niet in. Laten we dan hopen dat lokale overheden dat wel doen.
Het feit dat u aangeeft regelmatig vragen te krijgen van lokale besturen, duidt toch wel op een problematiek waarbij lokale besturen hulp inroepen en bijstand zouden verwelkomen. Ik denk dat een Vlaamse overheid die inzet op preventie, graag die rol zou moeten opnemen. Ik hoop dat daartoe in de toekomst misschien wat meer mogelijk is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.