Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Keulen heeft het woord.
Bij wijze van introductie: als het beter gaat ten opzichte van het verleden, moeten we dat ook durven te erkennen. Helemaal goed is het nog niet helemaal, vind ik, naar mijn goesting. ‘Plus et en nous’, en ‘plus et en vous’. Ik begrijp ook dat de situatie bij De Lijn niet helemaal vergelijkbaar is met de situatie wat betreft de werkorganisatie bij NMBS.
Er zijn stappen in de goede richting gezet, en ik heb het nu over de continuïteit van de dienstverlening bij De Lijn tijdens de stakingsactie van 24 september jongstleden. Toen vond er een nationale betoging plaats van het Algemeen Belgisch Vakverbond (ABVV) en haar overheidsvleugel, de Algemene Centrale der Openbare Diensten (ACOD). Bij De Lijn werd eveneens een stakingsaanzegging ingediend. Dat is op zichzelf jammer genoeg niet echt nieuws over groot nieuws.
De actie van 24 september was evenwel de eerste syndicale actie bij De Lijn waarbij de continuïteit van de dienstverlening van kracht was. Op de website van De Lijn was daags voordien inderdaad een lijst beschikbaar van alle bussen met daarbij telkens de vermelding of de ritten gereden zouden worden of niet.
Maar deze lijst was enkel in pdf-formaat raadpleegbaar op de website. In de routeplanner op de site en in de app was de aangepaste dienstregeling bijgevolg niet te vinden – dit in tegenstelling tot bij de NMBS. Het was ook opvallend dat de lijst een loutere opsomming bevatte van de al dan niet gereden ritten. Van een echt alternatief vervoersplan, waarbij prioriteit gegeven wordt aan bepaalde lijnen en tijdstippen – bijvoorbeeld rond de schooltijden – was nog niet echt sprake.
Ik heb al gezegd dat de situatie van De Lijn en NMBS niet helemaal vergelijkbaar zijn. We zetten stappen in de goede richting. Het is beter dan het verleden, maar het is nog niet helemaal goed naar mijn goesting.
Minister, hoe evalueert u de eerste werking van het systeem van de continuïteit van de dienstverlening bij De Lijn? Welke verbeterpunten ziet u als voogdijminister?
Waarom werd de aangepaste dienstregeling enkel bekendgemaakt via een pdf op de website en was deze aangepaste regeling niet beschikbaar in de routeplanner op de site of in de app?
Is het de bedoeling om bij volgende syndicale acties het werkwillig rijdend personeel zodanig in te zetten dat prioritaire ritten kunnen worden verzekerd – ik denk bijvoorbeeld aan schoolritten of woon-werkverkeer?
Minister Peeters heeft het woord.
Bedankt voor uw vraag rond de continuïteit van de dienstverlening en de nationale staking van de socialistische vakbond.
Ik denk dat we al bij al kunnen zeggen dat het allemaal vrij vlot verlopen is. Het was de eerste keer dat we effectief het verhaal van de continuïteit van de dienstverlening konden testen. Nu, bij een eerste keer lopen er altijd wel wat dingen fout, of heeft men een aantal elementen waar niet onmiddellijk rekening mee werd gehouden. Dat maakt het dan ook mogelijk om dat desgevallend bij te sturen.
Zo is bijvoorbeeld bij ons decreet inzake continuïteit van de dienstverlening niet opgenomen dat er ook een bevraging zou moeten gebeuren bij de chauffeurs van de exploitanten, van de pachters. Het is puur gefocust op het personeel van De Lijn, wat uiteraard ook logisch was. Het ging hier om een nationale staking en niet louter om een staking van De Lijn, wat uiteraard maakt dat het voor De Lijn als dusdanig niet heel duidelijk was welke ritten gereden zouden worden door de pachters of door de chauffeurs van de onderaannemers.
Toekomstgericht is het natuurlijk wel interessant, als er opnieuw nationale stakingen zijn, dat we dan van tevoren ook de bevraging zouden kunnen doen bij de pachters en bij de onderaannemers, zodat men voor de reiziger onmiddellijk een totaalbeeld heeft. Dat is misschien een bedenking of een randbemerking die we ons moeten maken bij nationale stakingen. Natuurlijk, als het louter gaat over een staking van De Lijn, weten we dat de chauffeurs van de pachters of van de onderaannemers daar meestal niet aan meedoen. En gelukkig was dat ook hier het geval. Bij de exploitanten was er 95 procent werkbereidheid. Dus in die zin zat dat wel goed.
Al bij al denk ik dat we kunnen zeggen dat de continuïteit van de dienstverlening goed gewerkt heeft bij deze eerste staking die we hier meegemaakt hebben onder het decreet van de continuïteit van de dienstverlening. Er werd tijdig gecommuniceerd naar de reiziger en de reiziger wist dus heel duidelijk of zijn of haar bus of tram al dan niet zou rijden. De reiziger bleef met andere woorden niet in de kou staan.
U verwees naar de pdf. Dat is een terechte bedenking. Het was de eerste keer dat we de test konden doorstaan. Nu moeten we werk maken van de verbetering. De pdf-lijst met de gereden ritten wordt gemaakt op basis van het systeem dat registreert welke chauffeurs wel of niet komen werken op de dag van de vakbondsactie. Dat registratiesysteem is nog niet gelinkt aan de routeplanner. Daardoor moesten meer dan 15.000 ritten handmatig geschrapt worden in de routeplanner of andere reisinformatietools. Dat is natuurlijk een wat omslachtig werk. Om systeemtechnische redenen was dat op dit ogenblik nog niet nodig, maar men moet er natuurlijk aan werken dat dat straks automatisch kan gebeuren en dat men dan een en ander sneller kan doen.
Men is begonnen met dat handmatig schrappen in de routeplanner. Tegen de middag waren er ongeveer 9000 ritten manueel geschrapt. Bij een volgende actiedag zal De Lijn alleszins meer communicatiemedewerkers inzetten om meer geschrapte ritten onmiddellijk te kunnen aanduiden in het routeplanningsysteem. Intussen werkt men ook aan een interface om de integratie tussen de planning en de communicatie vlotter te laten verlopen. Dit was een leerschool en we nemen die elementen zeker mee.
De prioritaire ritten zitten grotendeels verweven in de diensten, maar het klopt dat niet alle ritten prioritaire ritten waren. Dat komt doordat de mogelijkheden beperkt zijn om chauffeurs een andere dan de geplande dienst te laten rijden, behalve indien de chauffeur ook vrijwillig aangeeft dat te willen doen. Dat is ook een punt waar, mits overleg met de werkwillige chauffeurs, nog verbetering mogelijk is. Ook daar zal De Lijn verder op inzetten.
De heer Keulen heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik erken dat er stappen in de goede richting zijn gezet. Anders kun je zo permanent je eigen nederlagen organiseren. Dit is al een soort van revolutie die we daar hebben doorgevoerd. Tien jaar geleden werd je verketterd als je nog maar het idee van de continuïteit van de dienstverlening poneerde.
Een overheid heeft één kernopdracht, en dat is dienstverlener zijn. De Lijn doet dat voor ons. Ze is aanbieder van openbaar vervoer. En of dat nu gebeurt in eigen regie of uitbesteed aan pachters, daar moet de reiziger eigenlijk niets van merken. De kwaliteit moet inderdaad dezelfde zijn. En je ziet dat ook niet. Wij weten dat er pachters zijn en dat De Lijn ook eigen chauffeurs en bussen heeft, maar dat zie je niet aan dat rollend materieel. En zo hoort dat ook te zijn. Je moet al van goeden huize zijn om dat te kunnen onderscheiden. Je ziet dat dan achteraan staan. Daar staat bij ons in de regio bijvoorbeeld de naam Heidebloem. Dat is de pachter die daar voor De Lijn de ritten uitoefent.
Als het gaat over nationale stakingen, moet het ook op dat vlak geïntegreerd verlopen. Dat is voor een stuk ook de bovenbouw van De Lijn. Die moet dat organiseren en die moet dat dan maar integreren, zeker in deze digitale tijden. Als je ziet wat we ondertussen allemaal via digitale weg hebben geregeld en beslist, als je dat drie jaar geleden zou hebben gezegd, dan zou je zijn weggezet als iemand die te veel Suske en Wiskes had gelezen en die professor Barabas, of professor Gobelijn bij Jommeke, als dagelijkse referentie had. Digitaal moet dat dus gewoon haalbaar en doenbaar zijn. Men moet daar gewoon voor zorgen, ook in de wetenschap, die nog maar eens is bevestigd, dat de werkwilligheid van de chauffeurs bij de onderaannemers vele malen groter is dan bij de staatsonderneming De Lijn. Sommigen horen dat niet graag, maar ze laten bij De Lijn ook geen kans onbenut om die stelling telkens opnieuw te bevestigen.
Een laatste punt gaat over het wisselen van chauffeurs op routes. Ik kan mij voorstellen dat het niet evident is om iemand die gewend is om bij ons in het Maasland en in Zuid-Limburg zijn routes te doen, dan te verkassen naar bijvoorbeeld West-Limburg. De meeste van die chauffeurs met een zekere anciënniteit hebben in hun gebied echter alle mogelijke routes eigenlijk al gereden. Ze kennen daar bij manier van spreken het parcours, ze weten waar de haltes zich bevinden. Men moet daar dus niet te defensief over zijn en zeggen dat dat toch anders is dan een machinist die in een trein kruipt, en dat gaat vooruit of achteruit, en dat is het. Bij De Lijn is dat inderdaad iets complexer, maar chauffeurs met een zekere anciënniteit kennen binnen hun gebied eigenlijk alle trajecten, alle routes die daar moeten worden bediend.
De heer Maertens heeft het woord.
Collega Keulen, dank u voor de vraag en de opmerkingen, die ik volledig kan bijtreden. Minister, er zijn nog twee zaken die ik hier wil aankaarten, zaken die ik heb gehoord in uw antwoord en die mij toch een beetje verbazen. Er is het feit dat er in het decreet geen sprake van is dat er ook een bevraging vooraf moet zijn van het personeel van de pachters. Dat klopt, en misschien moet dat worden rechtgezet, maar ik vind niet dat je als organisatie een decreet nodig hebt om met je contractanten die bevraging te doen. Ik vind dat toch een beetje vreemd, niet van u, maar van De Lijn, dat die zich daarachter verschuilt. Ik denk dat ze dat proactief moet kunnen. Zoals gezegd, bij de pachters is er inderdaad nauwelijks stakingsijver, zijn er nauwelijks mensen die daartoe bereid zijn.
Wat het systeem betreft waarmee je als klant, als reiziger kunt zien welke ritten er al dan niet worden gereden: vandaag is dat nog steeds handmatig. U zegt dat er een interface in de maak is om dat te automatiseren, om dat digitaal gemakkelijker te doen verlopen, wellicht met een zoekfunctie enzovoort. Ik vraag me echter het volgende af. Het decreet zat er al enkele jaren aan te komen. Wij hebben dat in het regeerakkoord ingeschreven. De Lijn wist dat dat zou komen. Ik vind het eigenlijk behoorlijk hallucinant dat, als er dan een staking is, De Lijn daar nog niet op heeft geanticipeerd voor iets dat zo belangrijk is, dat van kapitaal belang is voor de kwaliteit en de betrouwbaarheid van een overheidsorganisatie, namelijk de communicatie ten aanzien de klant die die dienstverlening geniet. Ik vind dat eigenlijk een beetje wraakroepend. Ik vind dat echt erg, en ik hoop dat u ook die boodschap wilt meegeven. De Lijn mag zeker ook een proactieve houding aannemen in dezen en in andere dossiers.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Dit is een interessante vraag. Ik moet zeggen dat ik bijzonder ongerust was over die staking – we kunnen toch wel stellen dat het een politieke staking was – op 24 september. Op dat moment zaten we in mijn stad Leuven immers met de wereldkampioenschappen voor junioren, maar dat is al bij al goed verlopen. De mensen die het allemaal wilden meemaken, zijn er gelukkig geraakt.
Los daarvan, de Lijn had gezegd 60 procent van de ritten te willen laten rijden. Dat was de doelstelling. Dat verschilde echter toch inderdaad een beetje naargelang de regio. Je hebt Brugge, Leuven, Oostende, Gent, het tramverkeer in Antwerpen: daar was dat maar in de 50 procent. In de Westhoek, de Vlaamse Ardennen, Roeselare, de Kempen, Aalst zat men wel aan 70 procent. De vraag is dus: hebben ze die 60 procent gehaald? Dat is mijn vraag, maar als ik daarover een standpunt mag innemen, het is waar wat collega Maertens zegt. Het decreet is er nu. Het was al lang in voorbereiding. Je zou dan verwachten dat De Lijn een vast plan, een netplan voor stakingen zou hebben, dat natuurlijk sterk gereduceerd is, en dat ze dat al zou hebben verwerkt in die app of dat ze daar toch al mee bezig zou zijn, om dan de opdrachten toe te wijzen aan de chauffeurs die willen werken.
Als die dan zeggen dat ze alleen willen werken op de lijn waar ze altijd rijden, dat vind ik toch een beetje eigenaardig. Ik vind dat de reiziger daar toch niet het slachtoffer van mag zijn. De Lijn moet er dan, doorheen de tijd, maar voor zorgen dat elke chauffeur die heel belangrijke ritten in de regio – die je altijd wil laten rijden, ook bij stakingen – ook kan rijden. Ik denk dat men zich toch nog iets beter kan voorbereiden om het voor de reiziger, die het op zo’n dag al moeilijk heeft, toch iets gemakkelijker te maken. Iets meer flexibiliteit bij de toewijzing van die ritten aan chauffeurs lijkt me toch gewenst. Misschien kunt u dat zo over maken. Ik heb de indruk dat de collega’s er ook zo over denken.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor de bijkomende vragen. Misschien moeten we beginnen met een woord van dank aan iedereen die wel werkwillig was op deze nationale stakingsdag van de socialistische vakbond. Dat waren heel wat chauffeurs, zowel bij De Lijn als bij de partners. Bij de partners is 95 procent, en bij De Lijn 59 procent van de ritten uitgevoerd. Veel chauffeurs hebben dus wel gereden en ook op de stelplaatsen was het personeel goed aanwezig. Er waren ook mensen op de dispatching. We hebben in het verleden ook al problemen gehad als er staking was van het dispatchingpersoneel, en dat maakt het dan vaak nog wat moeilijker. Ook de communicatiemedewerkers hebben, voor een groot deel toch, wel gewerkt. Dus zeker eerst een woord van dank aan de werkwilligen.
Wat betreft het feit dat we niet de informatie hadden van het personeel van de pachters, of de onderaannemers: bij de bespreking van het decreet hebben we duidelijk gezegd dat het decreet enkel van toepassing is op De Lijn. Wij kunnen, als Vlaamse overheid, niet inbreken in contracten die De Lijn afsluit met derden, op de contracten of op personeel van de pachters. Dat zijn zelfstandige autocarbedrijven. Daar kunnen wij met ons decreet niet in inbreken. Dat betekent ook dat wij de pachters niet kunnen verplichten om ons duidelijk te laten weten welke chauffeur zal rijden, of welke niet zal rijden. Het betrof hier een nationale staking, geen staking van enkel de mensen van De Lijn. Dat betekende dat elk mogelijk personeelslid in dienst zou kunnen gaan staken, en potentieel ook bij tal van private autocarbedrijven. Gelukkig is dat niet gebeurd. Zoals ik daarnet al zei, is 95 procent van de ritten toebedeeld aan de pachters, gereden. Dat was op dat vlak een goede zaak. Maar wij hebben daar verder geen zicht op. Als er nu morgen een staking zou zijn, enkel van De Lijn, dan kunnen we natuurlijk weten dat we voor 200 procent kunnen vertrouwen op de pachters. Als het een nationale staking is, dan is dat natuurlijk een ander verhaal. Dan moeten we bekijken hoe we de communicatie met de pachters vlotter kunnen laten gebeuren. Desgevallend moeten we, via de contracten die gesloten worden tussen De Lijn en de pachters zelf, kijken hoe we deze informatie sneller kunnen detecteren, om zodoende het belang van de reiziger centraal te stellen.
In verband met de interface, en het feit dat men al decennialang praat over de continuïteit van de dienstverlening: we praten er al lang over, en gelukkig is het dit jaar ook officieel in werking getreden. Ons decreet is finaal goedgekeurd eind mei en is nadien gepubliceerd in het Staatsblad. Men kan nu natuurlijk zeggen dat De Lijn eraan had moeten denken dat ze voor de eerstvolgende staking onmiddellijk de interface moest hebben. Ik denk dat de boodschap daar nu heel duidelijk is aangekomen. Men moet daar volop aan werken, om straks niet alleen te zeggen dat de reiziger centraal staat. Op alle mogelijke media, op alle mogelijke routeplanners, op de apps, op de websites, moet heel duidelijk staan welke ritten rijden, en welke niet. Men is nu volop bezig met die interface. Veel mensen die wel werkwillig waren, op de communicatiediensten, zijn dat allemaal manueel beginnen ingeven. Ik vind het ook spijtig dat ik vandaag moet zeggen dat dat manueel moet gebeuren. Ik neem aan dat De Lijn daar nu volop op inzet, en dat ze nu ook werken aan de digitale applicatie om dat straks sneller te kunnen weten, zodat men niet 15.000 ritten handmatig moet gaan ingeven. Ik denk dat dit allemaal terechte bedenkingen zijn. Er wordt volop op ingezet. Maar nogmaals, de continuïteit van de dienstverlening heeft hier toch al goed gewerkt. Ik hoop dat we het in de toekomst niet meer nodig hebben, dat er geen stakingen meer zijn, maar als we het toch nog nodig hebben, dat opnieuw de belangen van de reiziger centraal staan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.