Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, u hebt in uw beleid veel aandacht voor uw rol als verbindingspersoon, als brugfiguur tussen de Vlaamse Gemeenschap en de vele partners in Brussel, niet het minst de vele Nederlandstalige organisaties die in Brussel werken. Recent vond er een succesvolle Trefdag plaats in Brussel, waarbij de Vlaamse organisaties in Brussel die ondersteund worden via het Brusselbeleid, werden samengebracht. Op dinsdag 14 september vond de Trefdag Brussel plaats in het gebouw van Palace. Het is bij mijn weten de eerste keer dat een Vlaams minister voor Brussel zo’n ontmoeting organiseert.
Graag had ik van u enige toelichting gekregen over de aanleiding en het verloop van deze Trefdag en over uw ambities voor ons Vlaams netwerk in Brussel en de verbinding Vlaamse Gemeenschap/Brussel.
Waar komt het idee vandaan om een Trefdag Brussel te organiseren? Wat is de doelstelling inzake doelpubliek en inhoud? Hoe evalueerden de aanwezigen deze dag? Was er bijvoorbeeld een evaluatieformulier om nadien in te vullen? Hoe evalueert u zelf deze Trefdag? Plant u een vervolg de komende jaren?
Op de Trefdag Brussel werd ook de communicatiecampagne ‘aangenaam verrast’ gelanceerd. Welke boodschap wenst u daarmee uit te dragen? Ik heb de indruk dat het gaat over verhalen van Brusselaars. Wie wenst u te bereiken met deze campagne? Via welke kanalen wordt de campagne uitgestuurd? Ik heb er ondertussen een website over gevonden, maar misschien zijn er nog andere zaken.
Minister Dalle heeft het woord.
Het idee om een Trefdag te organiseren, ontstond naar aanleiding van een participatief onderzoek naar de subsidielijn ‘Projecten voor Brussel’ dat ik in 2020 door de VUB en de Erasmushogeschool liet uitvoeren. De subsidielijn ‘Projecten voor Brussel’ bestaat in 2021 vijfentwintig jaar. Ik vond het tijd om in de spiegel te kijken met het participatieve traject ‘Polsslag Brussel’, met als doel de maatschappelijke relevantie van de subsidielijn te onderzoeken en waar mogelijk te verhogen.
De VUB en de Erasmushogeschool raadpleegden in 2020 verschillende belanghebbenden, zoals effectieve en mogelijke subsidieaanvragers, structurele partners en sectorale sleutelfiguren. Op basis van die bevragingen en gesprekken werd vanaf 1 februari 2021 de aangepaste subsidiegids ingevoerd, die meteen ook als roepnaam ‘Polsslag Brussel’ kreeg.
Uit dat participatief traject kwamen niet enkel nieuwe inhoudelijke krachtlijnen naar voren, maar ook andere wensen en vragen. Opvallend was ook de vraag van de sector naar meer netwerk-, informatie- en kennisdelingsmomenten. Op die wens heb ik ingespeeld door de organisatie van een Trefdag op 14 september in Palace. Die Trefdag had een driedubbel doel: organisaties elkaar laten ontmoeten en onderlinge bruggen bouwen, de kennisdeling tussen de organisaties versterken door het delen van goede praktijken, en de banden tussen netwerk en beleid versterken door onderlinge informatie-uitwisseling.
Inhoudelijk organiseerden we zes sessies, waarvan elke deelnemer er twee kon bijwonen. Zo kon je inhoudelijk geïnformeerd worden over de verschillende subsidielijnen zelf of kon je kiezen om te luisteren naar inspirerende voorbeelden. Veel aandacht ging naar projecten die werk maken van de toeleiding naar werk van kwetsbare Brusselse jongeren. Wat mij betreft is dat de grootste uitdaging in onze hoofdstad, namelijk de tewerkstelling en meer in het bijzonder de tewerkstelling van jonge mensen. Festivalorganisatoren kregen de kans om met elkaar in gesprek te gaan om kennis en expertise uit te wisselen. BRUZZ en Muntpunt vertelden op welke manier ze het Vlaams-Brusselse netwerk kunnen ondersteunen.
We hebben de uitnodigingen gericht naar de organisaties die de laatste jaren steun ontvingen vanuit het beleidsdomein Brussel. In totaal hebben we 228 organisaties uitgenodigd. Er waren ongeveer 150 aanwezigen die 120 organisaties vertegenwoordigden, een erg goede opkomst dus.
Ik ben erg tevreden over de Trefdag: de inhoud, de organisatie, de locatie, de omkadering en de sfeer zaten goed. De sessies waren inhoudelijk afgewerkt en weerspiegelden mooi waar ons beleidsdomein voor staat. De organisatie verliep vlekkeloos, mede dankzij de ondersteuning van het eventbureau Sylvester Productions. De locatie Cinema Palace kan symbool staan voor de co-communautaire samenwerking in onze hoofdstad. De omkadering met tussenkomsten van artiesten van Park Poétik en het Festival van Vlaanderen was uitstekend.
Tijdens de Trefdag hing er een erg aangename, conviviale en milde sfeer. Het was duidelijk dat de sector na de lastige coronaperiode erg blij was elkaar opnieuw in levenden lijve te kunnen ontmoeten.
We hebben ook al een korte evaluatie door de deelnemers laten doen. Nog niet iedereen heeft gereageerd. Ik geef alvast enkele voorlopige frappante cijfers. 90 procent van de deelnemers die hebben gereageerd, was tevreden of zeer tevreden over de inhoud van de Trefdag. 84 procent was tevreden of zeer tevreden over de organisatie van de Trefdag. Alle respondenten willen ook graag aanwezig zijn op een volgende Trefdag, op één na – ik zou graag willen weten wie dat is, maar dat kan niet. (Gelach)
Uit de evaluaties blijkt ook een grote betrokkenheid van de aanwezigen. Zo gaven ze heel wat inhoudelijke tips en suggesties voor een volgende editie, waar ik uiteraard rekening mee zal houden.
Ik wil de Trefdag zeker hernemen. De drie hoofdlijnen, namelijk ontmoeting, kennisdeling en versterking van het netwerk, kunnen daarbij behouden blijven. Ik zal onderzoeken om ook organisaties uit de rest van Vlaanderen uit te nodigen. U bent zelf uit het Leuvense, mevrouw Brouwers. Ik denk dat er heel veel banden zijn tussen heel Vlaanderen en Brussel, maar zeker ook met uw regio. Ik wil dat zeker ook bekijken. Waarom? Uit het participatief onderzoek bleek immers dat de versterking van de band tussen Brussel en Vlaanderen een prioritaire doelstelling blijft voor onze partners. Uit de resultaten blijkt dat Brusselse organisaties aan de rest van Vlaanderen willen tonen hoe ze omgaan met of oplossingen bieden voor de complexe uitdagingen van de hoofdstad en omgekeerd ook willen leren van Vlaanderen. Het is dus tweerichtingsverkeer. Er is een sterk pleidooi om meer te focussen op de gemeenschappelijke uitdagingen van Brussel en Vlaanderen en de verschilpunten niet noodzakelijk uit te vergroten. Daar kan ik alleen maar enthousiast van worden.
De communicatiecampagne ‘aangenaam verrast’ onderbouwde de Trefdag en vulde die aan. Het communicatiebureau Les Mecs gaf de campagne vorm. ‘Aangenaam verrast’ toont de positieve impact van de investeringen in projecten, organisaties en instellingen vanuit het Brusselbeleid van de Vlaamse Gemeenschap. De campagne laat op een toegankelijke manier de betekenis zien van de aanwezigheid van de Vlaamse Gemeenschap in de hoofdstad op het leven van de Brusselaar.
Daarnaast wilde ik ook de instrumenten van het Vlaams Brusselbeleid – in hoofdzaak de subsidiegids ‘Polsslag Brussel’ en het Vlaams Brusselfonds – beter bekendmaken bij potentiële nieuwe partners. Het mag echt geen twijfel lijden dat de investeringen van Vlaanderen in onze hoofdstad wel degelijk hun vruchten afwerpen.
De boodschap die ik met deze campagne wil brengen is de volgende: de Vlaamse Gemeenschap laat Brussel niet los, geeft om Brussel, investeert in de Brusselaars. Wat de Vlaamse Gemeenschap in Brussel doet, mag gezien worden, het is iets om fier op te zijn. De campagne loopt de volgende maanden via sociale media en de twintig verhalen verschijnen ook op BRUZZ, zowel online als op televisie. Intussen toonde ook de VRT het lanceringsfilmpje. Muntpunt neemt de verhalen over en helpt ze communicatief te verspreiden. De baseline van de campagne is ‘aangenaam verrast’ omdat bij de voorbereiding van de campagne effectief bleek dat heel wat mensen aangenaam verrast zijn door het brede scala aan Vlaamse investeringen en projecten in onze hoofdstad.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw enthousiaste antwoord. Het zou er nog aan moeten mankeren dat u niet enthousiast bent als u een nieuw event lanceert na tijden van corona, waarin het allemaal niet kon, dat dan ook nog zo geslaagd is.
Ik had er alleen via de Brusselbrief enige informatie over gekregen. Ik was op de website gaan kijken, maar u hebt nu toch nog wat meer inzicht verschaft in wat het precies allemaal inhoudt.
En ik vind het zeker een goed idee om ook andere Vlaamse organisaties die buiten het Brussels grondgebied gevestigd zijn, maar wel met Brussel te maken hebben op een of andere manier, ook uit te nodigen. In Vlaams-Brabant zult u zeker geïnteresseerden vinden om daar in een volgende periode naartoe te komen.
U organiseert hier eigenlijk een netwerkevent vanuit de overheid – en dat mag ook. Maar het is dan ook te hopen dat ze elkaar niet alleen inspireren, maar dat een aantal van die organisaties misschien nog meer gaat samenwerken. Dat lijkt mij mooi. Ik zie dat er heel veel diversiteit was onder de aanwezigen. Het zou misschien wel fijn zijn om daar op termijn samenwerkingen uit te zien groeien, zowel van organisaties als van mensen – want het is natuurlijk ook altijd mensenwerk – die elkaar misschien voorheen niet kenden.
Er zijn bijzonder veel organisaties. U zegt dat u er 228 hebt uitgenodigd en dat er 120 op zijn afgekomen of 150 personen. Kenden die elkaar vooraf? Ik neem aan dat het een redelijk kleine gemeenschap is – ons kent ons – binnen de Nederlandstalige gemeenschap in Brussel, maar 228 organisaties is wel geweldig veel. Ik kan me perfect voorstellen dat die elkaar op voorhand niet allemaal kenden en niet wisten dat er zoveel gebeurde binnen Brussel, voor een stuk gesubsidieerd door Vlaanderen. Als er dan nog mooie samenwerkingen uit kunnen ontstaan in de komende jaren, dan zou het helemaal geslaagd zijn. Dat is louter een opmerking.
Ik heb geen verdere vragen. We zullen dit traject zeker opvolgen. Als het opnieuw georganiseerd wordt, zal ik proberen aanwezig te zijn, als we uitgenodigd worden.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het was zeker een geslaagde editie. De doelstelling, zoals u ze hebt verwoord en zoals ze terug te vinden is op de website, om de Vlaams-Brusselse partners met elkaar te verbinden en tegelijkertijd te betrekken bij het beleid, vind ik alvast een goede zaak. Als gemeenschapspartij hebben wij belang bij een sterk en geconnecteerd Vlaams netwerk in Brussel. Het past een beetje bij een verhaal dat ik in de vorige legislatuur heb aangehaald, namelijk de ketenbenadering – de manier waarop we alle Vlaamse initiatieven in Brussel met elkaar kunnen verbinden. Ik vind het ook een positieve zaak dat u verenigingen van buiten Brussel wenst te betrekken bij een volgende editie.
Ik heb een kleine vraag of bedenking. Ik heb de website ook bekeken en ik dacht dat er toch wel een soort van lay-out, een huisstijl van de Vlaamse overheid is. Hoe komt het dat die huisstijl hier niet werd gevolgd? Het is altijd goed dat er een bepaalde eenduidigheid is, zodat mensen die naar een bepaalde website gaan, zien dat die uitgaat van de Vlaamse overheid.
Ik herhaal mijn vraag voor een informeel overlegmoment of een event met alle Vlaamse mandatarissen in Brussel. Ik heb daar al in het verleden naar gevraagd en u hebt daar eigenlijk ook positief op gereageerd, maar ik hoop dat u dat ook nog kunt doen. Dat kan al dan niet gekoppeld worden aan deze Trefdag. Ik hoop dat op een of andere manier ook een soort van Brusseldag wordt georganiseerd voor de Vlaamse mandatarissen, gaande van lokale mandatarissen, over de OCMW's tot de Vlaamse parlementsleden en de Brusselse parlementsleden.
Minister Dalle heeft het woord.
We hebben het debat over die mandatarissenbijeenkomst al gehad. Dat wordt ook verder opgevolgd, mijnheer Vanlouwe.
Dan kom ik tot de huisstijl. Er is voor deze campagne inderdaad gekozen voor een stijl met wat atypische kleuren, een soort van paars. Dit was in de vormgeving zeer gepast. Ik wijs er wel op dat de filmpjes telkens worden afgesloten met het logo van de Vlaamse Gemeenschap, zodat we ook daar conform de richtlijnen hebben gewerkt.
Mevrouw Brouwers, u hebt zeer terecht de nadruk gelegd op inspireren en samenwerken. Wat opvallend was op die dag – en dat is mij de afgelopen twee jaar ook opgevallen –, is dat sommigen elkaar goed kennen in het Vlaams-Brussels netwerk, maar dat dat lang niet altijd het geval is, zeker niet als men over het muurtje van een sector kijkt. Tussen onderwijs, cultuur, welzijn en jeugd kennen de mensen en de organisaties elkaar niet altijd, terwijl het net verrijkend is om over dat muurtje te kijken en om samenwerkingen over verschillende sectoren heen te realiseren.
Dat is trouwens precies wat we proberen te doen met de projectoproep ‘Broedplekken’, waar we vanuit het Brusselfonds investeren in infrastructuurprojecten, en waar het Vlaams-Brussels netwerk samenwerkt over de grenzen van sectoren heen.
Er zijn heel wat mensen die elkaar daar opnieuw hebben gezien, maar er waren ook heel wat mensen die elkaar niet kenden. Ik verwacht daar veel van: elkaar beter leren kennen en meer samenwerking tussen de verschillende organisaties, die elkaar nog niet altijd goed kennen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.