Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Laeremans heeft het woord.
Minister, ik geef toe dat mijn vraag wat gedateerd is. Ik heb ze ingediend op 3 september en ondertussen is er van alles veranderd. Er zijn hierover ook al andere vragen gepasseerd, bijvoorbeeld in de commissie Onderwijs.
Op 27 augustus maakte minister Gatz, bevoegd voor het Brusselse Nederlandstalig onderwijs in de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), een plan bekend om via de secundaire scholen de vaccinatiegraad te verhogen. In een eerste fase werd zogezegd ingezet op informeren, daarna was het de bedoeling dat zoveel mogelijk leerlingen vanaf 12 jaar en hun ouders ook via de scholen gevaccineerd zouden worden.
De vaccinatie zelf wordt georganiseerd naargelang de mogelijkheden van de school. Scholen die dichter bij een Brussels vaccinatiecentrum liggen, zullen leerlingen en ouders begeleiden om hen daar een eerste en tweede prik te laten krijgen. In andere scholen, verder van de vaccinatiecentra, wordt een vaccinatieteam ter plaatse ingezet en zal dus een groot deel van de leerlingen effectief op de klasvloer gevaccineerd moeten worden. Minister Gatz verklaarde hierbij te mikken op het prikken van zo’n 50.000 tot 60.000 extra kinderen. Het kan ook zijn dat het over 50.000 tot 60.000 extra prikken gaat, dan gaat het natuurlijk maar over de helft van de kinderen. Dat was me niet helemaal duidelijk.
Minister, ik heb hierover de volgende vragen.
In hoeverre was u en uw kabinet betrokken door minister Gatz en de collegeleden van de VGC bij de ontwikkeling van dit plan? Heeft dit plan ook het fiat gekregen van u en uw departement? In juli verklaarde de Vlaamse Regering bij monde van minister Beke en minister Weyts nog geen voorstander te zijn van het toedienen van coronavaccins op school. Blijkbaar is er dus een omslag gebeurd bij de Vlaamse Regering. Was daar al sprake van toen minister Gatz dit plan ontwikkelde of bent u wat in snelheid genomen door hem?
Kunt u wat meer inzicht verlenen in hoe die sensibilisering en informatieverstrekking in deze campagne concreet gebeurt? Is dat bijvoorbeeld puur schriftelijk, geeft men een brief mee voor de ouders, geeft men op school presentaties of worden leerlingen en hun ouders persoonlijk aangesproken?
Twijfelende personen toch doen beslissen om zich te laten vaccineren, doet men volgens ons het best met correcte en zo volledig mogelijke informatie over de werking en de effecten van het vaccin. Worden alle mogelijke bijwerkingen van het vaccin voldoende vermeld in de communicatie van de scholen naar de leerlingen en hun ouders? Hebben de Vlaamse Regering en de VGC daar zicht op? Minister Weyts zei al dat hij daar geen controle op uitvoerde. Ik neem dus aan dat dat hier ook niet zo is. Misschien kunt u dat bevestigen.
In welke taal gebeurt de informatieverstrekking en sensibilisering in deze campagne? Volgens de taalwetgeving moet dat uiteraard in het Nederlands gebeuren, maar we zagen eerder in deze crisis al dat de wettelijke bepalingen ter zake minder nauw worden genomen omwille van een groter potentieel bereik van de ‘moeilijk bereikbare doelgroepen’. Maar het kan toch niet de bedoeling zijn dat Nederlandstalige scholen brieven en andere communicatie in andere talen versturen of sensibiliseringsacties in andere talen houden?
Zo’n campagne zal natuurlijk ook een kostenplaatje hebben. Hebt u een idee van de ordegrootte van het gespendeerde bedrag? Wordt dit exclusief door Brussel gefinancierd of komt Vlaanderen daar ook voor een deel rechtstreeks of onrechtstreeks in tussen?
In hoeverre acht u het doel van minister Gatz om met dit initiatief zo’n 50.000 tot 60.000 extra prikken te geven – het zal waarschijnlijk voor de helft van dat aantal om kinderen gaan – realistisch? Zien we ondertussen al effecten van deze campagne in Brussel of lijkt ze voorlopig niet veel zoden aan de dijk te brengen?
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u wel, collega Laeremans, voor de vraag. Het is nog steeds alle hens aan dek in Brussel. In die zin vind ik elk initiatief dat de vaccinatiegraad in Brussel kan opkrikken, positief. Ik stel ook vast dat er vandaag verschillende vragen zijn over de vaccinatiestrategie: uw vraag hier over het onderwijs, uw andere vraag over de lage coronavaccinatiegraad in Brussel en de vraag van collega Vanlouwe over de Vlaamse betrokkenheid bij de Brusselse corona-aanpak. Het toont een grote en terechte bezorgdheid over de vaccinatiegraad in onze hoofdstad.
Het staat de VGC als lokaal bestuur vrij om een campagne te starten in Nederlandstalige scholen in Brussel. Ik denk dat het een goede zaak is dat zoiets gebeurt. De VGC hoeft daarvoor geen toestemming te vragen aan de Vlaamse Gemeenschap. Dat is ook niet het geval in andere Vlaamse steden en gemeenten in het Vlaamse Gewest.
Waar het in het begin van de campagne de bedoeling was om welbepaalde doelgroepen te bereiken, bijvoorbeeld in samenwerking met de lokale dienstencentra, richt de VGC zich nu ook op jongere doelgroepen. In die context richt de VGC zich nu sterk op scholen. Daarvoor werkt de VGC samen met de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) en de Vlaamse zorgraad BruZEL.
U hebt ook verwezen naar de zogenaamde Operatie Prik, waarbij de scholen en vaccinatiecentra in Vlaanderen de handen in elkaar slaan met steun van de betrokken ministers, collega’s Beke en Weyts. De aanpak van de VGC ligt dan ook in lijn met die van Vlaanderen vandaag.
U hebt heel concrete vragen gesteld over de campagne die het best worden gesteld aan de VGC en aan collegelid Sven Gatz. Maar ik kan wel verwijzen naar het verslag van de vergadering van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie van woensdag 22 september laatstleden, waar deze vragen in detail behandeld zijn. Maar ik denk dat het niet aan mij is om de campagne van de VGC toe te lichten. Sven Gatz heeft dat in die commissiezitting ook gedaan.
Wat de gebruikte talen betreft, is het zo dat de Vlaamse overheid de basisinformatie over corona uiteraard steeds in het Nederlands ter beschikking stelt, maar dat ook doet in verschillende andere talen en ook in Vlaamse gebarentaal. Ik ga ervan uit dat de VGC dat ook doet.
Wat de kostenverdeling van de scholenvaccinatiecampagne betreft, voorziet de GGC in de vaccibus en worden de vaccins gezet door het vaccinatieteam van BruZEL. De levering van de vaccins verloopt via de apothekers. De VGC ondersteunt onze scholen in alle logistieke aspecten zodat zij zich kunnen concentreren op de sensibilisering van de leerlingen. Mogelijke bijkomende kosten in het kader van de scholencampagne worden vergoed door de VGC.
Het Nederlandstalig secundair onderwijs in Brussel telt ruim 15.000 leerlingen. Naar wat ik begreep is het de ambitie van minister Gatz om in deze eerste ronde 10 procent van de leerlingen bijkomend te vaccineren – dat gaat dus over 1500 leerlingen, geen 50.000 waarvan melding werd gemaakt – bovenop de 30 procent die al globaal is gevaccineerd.
De campagne is nog niet zo lang van start. Het is nog te vroeg om daarvan nu al een evaluatie te maken. Het spreekt voor zich dat we allemaal samen moeten werken aan een sterkere vaccinatiegraad in Brussel. De hoofdverantwoordelijkheid ligt daar bij de GGC. Maar alle initiatieven die daar vanuit Vlaanderen of vanuit de VGC worden genomen, kan ik alleen maar toejuichen.
Ik wil met de motivatie van het BruZEL-team, dat ik vorige week ook heb ontmoet, en met de motivatie van de scholen een positieve sfeer rond deze scholenvaccinatiecampagne houden, waarbij de Vlaamse Gemeenschap samenwerkt met de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
De heer Laeremans heeft het woord.
Dank u voor uw antwoord, minister. Het is natuurlijk een zaak die op het snijvlak ligt van verschillende bevoegdheden. Je hebt enerzijds Onderwijs, je hebt anderzijds Welzijn, je hebt anderzijds Brussel, en dan heb je nog de VGC. Het is dus een complex verhaal waar ik ook begrijp dat u niet alles in de hand hebt. U kunt het eerder een beetje vanop de zijlijn volgen, als ik het goed begrijp. Ik heb inderdaad gezien dat daar een vergadering van de VGC geweest is waar men nogal in detail heeft gediscussieerd.
De vraag is in hoeverre die campagne succesvol is. Hebt u daar zicht op? Is dat echt wel naar verwachting? Of blijft dat tot hiertoe onder de verwachtingen? Heeft men die verwachtingen al een beetje bijgesteld? Hebt u daar zicht op?
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Vandaag staan er liefst drie vragen op de agenda die verband houden met de vaccinatie in Brussel. Die vaccinatiegraad baart ons – net als collega Laeremans – grote zorgen. Die is veel te laag. De bijkomende prikken verlopen enorm traag. Zelfs met het toekomstige Covid Safe Ticket (CST), dat in Brussel, in tegenstelling tot in Vlaanderen, zal ingevoerd worden, is het alle hens aan dek.
Collegelid Gatz doet er in mijn ogen enorm veel aan om de mensen die gebruikmaken van het Vlaams-Brussels netwerk, zo veel mogelijk te sensibiliseren en ook om jongeren aan te spreken om zich te laten vaccineren. Scholen vormen in dezen een belangrijke locatie. Je kunt er veel mensen bereiken, ook degenen die tijdens de zomervakantie buiten schot zijn gebleven. Scholen zijn uiteraard in de eerste plaats een plek waar je nieuwe dingen moet leren, een plaats waar er onderwezen moet worden. Ik vind het dan ook buitengewoon jammer dat we in Brussel in dit stadium zitten. Het is eigenlijk noodzakelijk om mensen daar, via deze weg, aan te klampen om hen de meerwaarde van vaccinatie bij zichzelf – en bij uitbreiding bij de hele stedelijke gemeenschap – proberen te duiden. Maar het is zo, en dan moeten zij als verantwoordelijke overheid niet achterblijven. Ik ben ook blij met de positieve respons op dit idee bij onze Vlaamse scholen in Brussel. Dit toont de betrokkenheid van deze scholen bij de Brusselse realiteit aan.
Maar ook moet er mij hier iets van het hart, en mijn collega Vanlouwe vermeldt het straks ook in zijn vraag. De VGC en minister Gatz worden in dezen verre van optimaal ondersteund in hun bijdrage aan het bestrijden van het coronavirus door de GGC, de bevoegde overheid in dezen. De bevoegde ministers, minister Elke Van den Brandt en minister Maron, treden bijzonder weifelend op, of ze zijn simpelweg afwezig. Wie tijdens de openingszitting van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (RVG) goed heeft geluisterd naar collegelid Gatz, of misschien het verslag erop heeft nagelezen, kan niet anders dan vaststellen dat hij van mening is dat zijn inspanningen onvoldoende worden ondersteund, en dat hij eigenlijk in de kou blijft staan. En dat terwijl collegelid Van den Brandt, die in de RVG en in de GGC bevoegd is voor Welzijn en Gezondheid, erbij zat.
Collega’s, ik kan simpelweg besluiten: we ondersteunen wat de VGC – en meer bepaald collegelid Sven Gatz – doet om de vaccinatieaanpak in Brussel verder vooruit te helpen. Jammer genoeg is het roeien met de beperkte riemen die men heeft, door die povere aanpak van de GGC in deze crisis.
De heer Bex heeft het woord.
Collega’s, het is inderdaad alle hens aan dek om de vaccinatiegraad in Brussel verder op te krikken. Alle deelinspanningen zijn daarin belangrijk, denk ik, en moeten ondersteund worden. Alle overheden moeten maximaal doen wat zij kunnen op hun terrein om die vaccinatiegraad te verhogen. Dat is trouwens niet alleen in Brussel zo. Ook in andere grote steden in België, zoals bijvoorbeeld Antwerpen en Luik, is dat een probleem. Daarmee wil ik de problemen in Brussel niet verdonkeremanen, maar het is duidelijk dat het in een grootstedelijke context wat moeilijker gaat – en zeker in een context waar ook de Franstalige publieke opinie of media een belangrijke rol spelen. Dat mag ons niet tegenhouden om te doen wat nodig is. Ik zei het al: we moeten die vaccinatiegraad maximaal verhogen.
De minister heeft in zijn antwoord terecht verwezen naar de commissievergadering van de VGC-raad. Daar is een heel uitgebreid debat geweest. Ik denk dat de Vlaamse bevoegdheden in dezen vrij beperkt zijn, minister. U hebt dat ook aangegeven. Maar wat in het debat wel naar voren kwam – dat werd zowel vanuit de Open Vld-fractie als vanuit de N-VA-fractie aangehaald – is dat de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s) niet mochten meehelpen aan deze vaccinatiecampagne in de scholen. Dan vraag ik me af of we toch niet meer zouden kunnen doen. Zouden we het succes niet kunnen verhogen indien we de CLB’s, een bevoegdheid van minister Weyts, toch zouden aanmanen om dit mee te ondersteunen?
Tot slot kom ik ook even terug – ik kan niet anders – op de opmerkingen die collega Tavernier gemaakt heeft over de commissievergadering in de VGC.
Het is zo dat dit een bevoegdheid betrof van minister Gatz. Dat is duidelijk: het gaat over de vaccinatiecampagne in het onderwijs. Maar collegevoorzitter Van den Brandt heeft er net uitdrukkelijk voor gekozen om bij die vraagstelling aanwezig te zijn en om ook samen input te leveren. Dat was heel duidelijk een gecoördineerd antwoord. Collegevoorzitter Van den Brandt is ook uitgebreid tussengekomen. Mevrouw Tavernier, ik stel dus vast dat de beweringen die u hierover doet gewoon leugenachtig zijn. Lees het verslag van de commissie. Minister Gatz heeft helemaal niet gezegd dat hij zich niet gesteund voelt door de GGC, integendeel. Hij heeft de goede samenwerking op Brussels niveau bevestigd. Er is ook uitdrukkelijk bevestigd dat er gesproken werd namens het hele College en dat het antwoord van de ministers nadrukkelijk gecoördineerd was.
Minister Dalle heeft het woord.
Voorzitter, het is me al regelmatig opgevallen dat deze commissie vaak gebruikt wordt om een debat te voeren over het bestuur binnen het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest of het bestuur van de GGC. Nu vind ik het geen probleem dat er nu en dan eens een opmerking over gemaakt wordt – dat is ook logisch – maar echte debatten over de werking van de GGC of over de prestaties van de GGC horen volgens mij thuis in de Raad en in het Brussels Parlement, niet hier. Daarom zal ik ook niet ingaan op de discussie die hier is ontstaan.
Collega Bex, ik kan mij zeker vinden in uw ingesteldheid tot samenwerking. Ik erken dat de hoofdstedelijke en de grootstedelijke problematiek anders is dan deze in een groot stuk van de rest van Vlaanderen. Maar ik heb, ter voorbereiding van deze commissiezitting, de cijfers nog eens nagekeken. Ik moet zeggen dat ik eigenlijk wel geschrokken ben. De algemene vaccinatiegraad bij de volwassen bevolking in Vlaanderen – de dubbele vaccinatie – bedraagt 92 procent. Dat weten we. Op dat vlak lopen we op kop in de wereld. In Brussel is dat slechts 65 procent. In Antwerpen is dat ondertussen bijna 82 procent. Men heeft in Antwerpen dus een enorme inhaalbeweging gemaakt. Dat toont toch aan dat je ook in een grootstedelijke context vooruitgang kunt boeken. In die zin ben ik er ook wel van overtuigd dat de GGC nog een aantal stapjes extra kan zetten of een aantal versnellingen hoger kan schakelen om ook die vaccinatiegraad in Brussel op te krikken.
Collega Laeremans, wat de rol van de VGC en Vlaanderen daarin betreft, peilde u naar een evaluatie van de campagne die door het VGC-college is opgestart. Het is moeilijk om die vandaag al te geven. De campagne ging nog niet lang geleden van start. Op 13 september is er in de eerste scholen geprikt. Simultaan is een sensibilisatiecampagne bezig. Cijfers over de impact hiervan leveren, zal niet evident zijn. We weten niets over de scholen die in groep naar een vaccinatiecentrum gaan, want dat kan natuurlijk ook. We zullen zeker iets weten over het aantal leerlingen dat we in een school prikken, zonder de vaccinatiegraad vooraf te kennen. Uit de cijfers die mij door de VGC ter beschikking werden gesteld, blijkt in elk geval dat ze hoogstwaarschijnlijk haar target van 10 procent zal halen. Dat ziet er dus beloftevol uit. De VGC speelt dus een positieve rol in die campagne. Ik denk dat ook de GGC daar nog extra stappen kan zetten.
De heer Laeremans heeft het woord.
Ik zal het niet lang maken maar wil nog een paar zaken zeggen. In elk geval werd in dat debat in de VGC door sommigen gepleit voor verplichte vaccinatie. Ik ben daar absoluut tegen. Wij vinden dat dat met overtuiging moet gebeuren en dat men mensen niet mag dwingen. Het is nergens verplicht. Het is een vrije keuze. Maar we begrijpen dat het natuurlijk een stuk beter mag dan het op dit ogenblik in Brussel is. U hebt de cijfers gegeven. Het zou nuttig zijn dat we op de voet opvolgen waar we staan, voor het onderwijs zelf. Voor ons mag het CLB zeker meehelpen, als die mensen dat zelf zien zitten en niet overstelpt raken door het werk.
Wat ik mis in dit geheel, is een bloedonderzoek van een aantal steekproeven, waardoor men kan zien in hoeverre leerlingen misschien zelf wel beschermd zijn tegen covid door het feit dat ze zelf ziek zijn geweest of hun ouders ziek zijn geweest, zonder een vaccinatieprik gekregen te hebben. Ik vind dat we die cijfers ook eens zouden moeten kunnen vastkrijgen. Ik weet niet of u enige invloed kunt hebben op het nemen van steekproeven.
In elk geval: zolang het cijfer zo laag blijft, is dat toch een belangrijk nadeel voor leerlingen en leerkrachten, want die moeten in Brussel met een mondmasker blijven rondlopen. We hopen dat dat zo snel mogelijk kan veranderen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.