Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, van neutraliteit naar het Nederlands, twee stokpaardjes van onze fractie, die we met hand en tand zullen blijven verdedigen. We hebben het voor het reces al gehad over die zogenaamde Nederlandsclausule. Met de plenaire vergadering hebben we toen uitvoerig gedebatteerd over het belang van het Nederlands als dé bestuurstaal in Vlaanderen en het implementeren van de Nederlandsclausule. De Nederlandse taal is de taal die ons allemaal verbindt, het is de maïzena van onze samenleving. We kunnen dat niet voldoende benadrukken. Het is dan ook meer dan logisch dat de Vlaamse Regering hier prioritair op inzet en dit centraal stelt in haar beleidsdomeinen.
In dat kader heeft de Vlaamse Regering in haar regeerakkoord ingeschreven dat samenwerkingsovereenkomsten met derden voorzien zullen worden van een Nederlandsclausule. Dit betekent het actief gebruik van het Nederlands in verschillende aspecten, maar zeker in de communicatie naar externen toe. Niet alleen de Vlaamse Regering moet werk maken van de implementatie van deze clausule, het wordt ook verwacht van onze lokale besturen. Daarom hebt u aan advocatenbureau Stibbe gevraagd om een advies te bezorgen over deze Nederlandsclausule, omdat dat allemaal juridisch correct moet zijn en conform de wetgeving. U gaf begin juni aan dat dit advies ‘eerstdaags’ zou worden opgeleverd. Dit is dus een opvolgvraag. U zou dan samen met het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) kijken hoe u dit dossier, op basis van deze adviezen, zou aanpakken.
Wanneer hebt u het juridisch advies ontvangen van het advocatenbureau Stibbe? Wat waren de conclusies van dat advies?
Welke verdere stappen neemt u om de Nederlandsclausule in te voeren op Vlaams niveau? En welke voor de invoering ervan op lokaal niveau? Welke timing zult u hiervoor hanteren?
Welke andere initiatieven zult u nemen ten aanzien van de lokale besturen om het Nederlands nog sterker te integreren in de werking en de ondersteuning van derden?
Minister Somers heeft het woord.
Mevrouw De Vreese, bedankt voor uw vraagstelling. Ik kan u geruststellen: we delen de liefde voor het Nederlands en we beseffen allebei dat het Nederlands belangrijk is, als maïzena – ik ga dat onthouden – voor onze samenleving. Inderdaad, het is een middel om onze gemeenschap op te bouwen. De kennis van het Nederlands is belangrijk.
Ik heb het advies van Stibbe ontvangen begin juni 2021. Ik ben bereid om dat advies te delen. Als u dat in de commissie graag hebt, wil ik dat heel graag overmaken, dan kan iedereen dat eens bekijken. Ik denk dat het een heel degelijk advies is van toch een gerenommeerd advocatenkantoor. In dat advies wordt aangegeven dat de Vlaamse Overheid en ook de lokale besturen – dus de overheid in het algemeen – geen clausule kan opnemen die verplicht om het Nederlands te gebruiken. Want het opleggen van taalgebruik is eigenlijk slechts mogelijk in een beperkt aantal grondwettelijk vastgelegde aangelegenheden: bestuurszaken, gesubsidieerd opgericht onderwijs, sociale betrekkingen tussen werkgever en werknemer, gerechtszaken en handelingen van openbaar gezag. Er is dus een beperking. Wat is dan wel mogelijk, want dat is ook belangrijk. Vaak krijg je van administraties en consultants de uitleg wat niet kan. Soms is het ook belangrijk om te vernemen wat we dan wel kunnen. Het is wel mogelijk om een taalkennisvereiste en de bereidheid om een taal te leren op te leggen in het kader van subsidies en samenwerkingsovereenkomsten. In het juridisch advies wordt ook de piste van een engagementsclausule naar voren geschoven. Daarin verklaren gesubsidieerden dat ze bijvoorbeeld het belang van het Nederlands erkennen bij het uitvoeren van het project.
Welke verdere stappen neemt u om deze Nederlandsclausule in te voeren? Ondertussen hebben wij binnen de Vlaamse Regering afgesproken dat er een vernieuwd subsidiekader zal komen waarin een Nederlandsclausule zal worden opgenomen. In de conceptnota ‘subsidies in goede banen’ werd reeds een verwijzing naar de Nederlandsclausule opgenomen als onderdeel van het subsidiekader. Dit wordt in het najaar uitgewerkt. Concreet bekijken we dus met Financiën en Begroting, met mijn goede collega Diependaele, hoe de Nederlandsclausule kan worden geïmplementeerd op basis van het juridisch advies. Ik zal vervolgens bekijken hoe we de Nederlandsclausule kunnen vertalen naar de lokale besturen. Dus we beginnen samen met collega Diependaele dat uit te bouwen voor Vlaanderen, en dan zetten we de stap naar lokale besturen en daarbij zal er ook aandacht zijn voor de faciliteitengemeenten.
Welke andere initiatieven zal ik nemen ten aanzien van de lokale besturen? Vanuit het Agentschap Integratie en Inburgering en het Huis van het Nederlands zetten we al langer in op onthaalbeleid. Hierbij wordt ondersteuning geboden aan lokale besturen en organisaties over het omgaan met het Nederlands. Zo werden in 2021 ten aanzien van meer dan 70 lokale besturen 24 vormingen gegeven door het Agentschap voor Integratie en Inburgering. Deze vormingen worden digitaal in Vlaanderen breed georganiseerd. Daarbij wordt aan lokale besturen vorming gegeven over het gebruik van duidelijk Nederlands, taalcontent, pictogrammen en dergelijke meer. Daarnaast biedt het Agentschap Integratie en Inburgering ook ondersteuning op maat. In 2021 werden zo al meer dan 290 acties opgezet met lokale besturen, specifiek rond het thema ‘taal’. Onderwerpen daarbij zijn: duidelijk Nederlands, taaloefenkansen, taalhulpen en dergelijke meer. De bovengenoemde acties worden verder aangevuld met een leer- en coachingtraject voor startende lokale integratie-ambtenaren dat de bouw van een transversaal en inclusief beleid ondersteunt. Taalbeleid is daarvan een belangrijk onderdeel.
Ik denk dus dat we wel op een aantal sporen aan het werken zijn en meer specifiek wat die clausule betreft. We kunnen het niet aanpassen in de – laat ik zeggen – harde versie, maar er zijn alternatieve versies mogelijk die wel sporen met de regelgeving of met het grondwettelijk en wettelijk kader. Die werken we nu uit op Vlaams vlak en nadien vertalen we die naar onze lokale besturen om zo uitvoering te geven aan het regeerakkoord.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Bedankt, minister, voor de stand van zaken. We zijn zeker en vast geïnteresseerd als fractie, maar de collega’s van de andere partijen waarschijnlijk ook, om dat advies van het advocatenbureau Stibbe te ontvangen. Zo kunnen we dat ook eens op het gemak bekijken en lezen. Deel dat gerust met ons, wij zullen dat zeer nauwgezet doen.
Ik denk dat we inderdaad moeten bekijken wat we wel kunnen doen. We zien het inderdaad vaak dat als we juridische zaken bespreken we heel snel in het verhaal komen van wat allemaal niet kan. We moeten eigenlijk, zeker in deze zin, gaan kijken hoe we maximaal wel het Nederlands kunnen implementeren en daar eigenlijk een prioriteit van maken. Ik ga dat verder opvolgen. Ik ga het zeker verder bekijken. In ons integratiebeleid zetten we daar ook al prioritair op in. Ik denk dat dat zeker en vast noodzakelijk is. We bekijken nu de volgende stappen op basis van het advies.
Minister Somers heeft het woord.
Ik deel de mening van collega De Vreese.
De vraag om uitleg is afgehandeld.