Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, de Vlaamse minister-president heeft in zijn Septemberverklaring belangrijke wijzigingen aangekondigd binnen de registratierechten. Wie in Vlaanderen een enige en eigen woning aankoopt om zelf in te gaan wonen, zal vanaf 2022 de helft zoveel registratierechten betalen: 3 in plaats van 6 procent. Bij de aankoop vanaf een tweede woning stijgen de rechten van 10 naar 12 procent. De meeneembaarheid van de registratierechten wordt uitgefaseerd tegen 2024.
De lagere registratierechten zullen onder andere jonge kopers en gezinnen toelaten om met minder eigen kapitaal een eigen woning te verwerven.
Op het moment van de aankondiging waren nog niet alle details bekend. Verschillende notarissen hadden de handen vol met het beantwoorden van vragen van kopers en verkopers die op dit moment gevat zijn door de beslissing die werd genomen door de Vlaamse Regering. Er werden voorlopige adviezen gegeven op basis van een mededeling die de notarissen hebben ontvangen. Ik citeer: “Wat de afschaffing van de meeneembaarheid betreft, zou echter in een overgangsmaatregel worden voorzien. Tot 31 december 2023 zou een koper de keuze hebben tussen meeneembaarheid of het verlaagde tarief van 3% (in de hypothese dat de aankoop een enige, eigen woning betreft). Indien de aankoop van de nieuwe gezinswoning niet de enige, eigen woning betreft of het voordeel van de meeneembaarheid groter zou zijn dan het voordeel van het verlaagde tarief van 3% (t.a.v. de huidige 6%), zou de koper dus nog 2 jaar kunnen opteren voor meeneembaarheid.”
Maar er werden ook, onder andere in de media, creatieve oplossingen voorgesteld, zoals het in onderling akkoord laattijdig laten verlijden van aktes met betaling van een boete.
De informatiedoorstroming naar de notariaten is natuurlijk van cruciaal belang voor het maken van berekeningen en voor het voorstellen van correcte oplossingen.
Minister, wanneer zou alle informatie bij de notariaten ter beschikking moeten zijn?
Hoe zit de uitfasering van de meeneembaarheid precies in elkaar?
Hoe flexibel zal Vlaanderen zich opstellen ten aanzien van die creatieve oplossingen die bijvoorbeeld rekenen op een relatief beperkte boete bij laattijdige ondertekening van een akte?
En ten slotte, personen die een bouwgrond aankopen hebben vijf jaar de tijd om op de plaats van het aangekochte onroerend goed de hoofdverblijfplaats te vestigen. In het geval van meeneembaarheid door teruggave moet de verkoop van de oude woning een vaste datum bezitten binnen de vijf jaar na de notariële akte van aankoop van het onroerend goed. Hoe is de regeling daarvoor precies voorzien?
Minister Diependaele heeft het woord.
Mijnheer De Roo, de minister-president heeft in de Septemberverklaring inderdaad een aantal belangrijke wijzigingen in het verkooprecht aangekondigd om ervoor te zorgen dat de droom van vele Vlamingen om een eigen woning te verweren kan worden gerealiseerd. Onder meer de coronacrisis, maar ook de lage rente en een volatiel beursklimaat heeft vele investeerders naar de vastgoedmarkt geleid. Maar hierdoor zijn ook de prijzen van de woningen flink de hoogte in geduwd.
Daarom heeft de Vlaamse Regering beslist om het registratietarief van 6 procent voor de enige eigen woning verder te verlagen naar een tarief van 3 procent. Een eigen woning kunnen bezitten, is immers nog steeds een uitstekende sociale bescherming.
Daartegenover staat dat de tarieven zullen verhogen voor personen die een tweede, derde, enzovoort woning wensen te kopen, meer bepaald van 10 naar 12 procent. Hiermee wil de Vlaamse Regering in de eerste plaats een verdere oververhitting van de woningmarkt in Vlaanderen tegengaan, maar tegelijk kun je het ook zien als een ‘upfront’ afroming van een zeer klein deel van de potentiële meerwaarde voor beleggers in vastgoed. Dat lijkt me niet onredelijk en zorgt voor een globale maatschappelijke meerwaarde.
Tot slot zal ook het bestaande gunstregime van de meeneembaarheid geleidelijk aan worden uitgefaseerd om eind 2023 te verdwijnen.
Gelet op het feit dat de wijzigingen momenteel nog concreet worden uitgewerkt en het ontwerp van decreet ook nog niet aan de Vlaamse Regering is voorgelegd, bent u wel heel vroeg met uw vraag. Het is voor mij als minister dan ook moeilijk om een antwoord te geven, want het moet allemaal nog worden goedgekeurd binnen de regering en het parlement.
Maar ik ga hier niet flauw over doen. Ik versta de urgentie en de roep om snel duidelijkheid te verschaffen heel goed. We krijgen die vragen trouwens ook.
De kranten stonden er vorige week al vol van. En iedereen kent wel iemand die op zoek is naar een nieuwe woning of op het punt staat om een woning te kopen, of al recent een verkoopcompromis heeft ondertekend. En vooral die laatste groep wil nu snel duidelijkheid en het liefst ook een oplossing om toch nog van de verlaagde tarieven te kunnen genieten.
Ik kan u verzekeren dat zowel ikzelf als mijn kabinet en mijn administratie al een hele week met man en macht aan het werken zijn om de genomen beslissingen in ontwerpteksten te gieten en dat daarbij permanent is afgestemd met het notariaat.
We vertrekken daarbij uiteraard van de door de Vlaamse Regering genomen beslissingen in aanloop naar de Septemberverklaring, maar tegelijk zijn ook de door u aangehaalde punten, of mogelijke pijnpunten als u dat liever hoort, ons ook bekend. Wees gerust, we zullen daarbij een inwerkingtredings- en een overgangsbepaling uitwerken die vertrekt vanuit verstandig pragmatisme en zoveel als mogelijk in het voordeel is van de burger. Anders gezegd, we gaan ervoor zorgen dat al die zogenaamde creatieve oplossingen waar u aan refereert, niet nodig zullen zijn.
In antwoord op uw vragen wil ik er toch nog twee dingen over zeggen.
Reeds dinsdagnamiddag 28 september werd een overzicht van de genomen maatregelen met zoveel als mogelijk praktische info op de website van de Vlaamse Belastingdienst geplaatst en werden ook de mensen van de 1700-lijn en de medewerkers van de Vlaamse Belastingdienst die telefoons en e-mails beantwoorden, gebriefd omtrent de inhoud die aan burgers, vastgoedmakelaars of notarissen kon worden gegeven. Om dat allemaal te kunnen doen, is er niet het voorbije weekend maar het weekend daarvoor doorgewerkt, waarvoor ik al die mensen die dat hebben gedaan, hartelijk dank.
Vervolgens heeft ook de Nationale Kamer van Notarissen op donderdag 30 september een zogenaamd ‘enot’-bericht uitgestuurd om verder duidelijkheid te geven aan de notariaten.
Ik denk dat ik terecht mag zeggen dat hiermee erg kort op de bal is gespeeld. Vanuit het notariaat werd mij bevestigd dat hiermee ook de druk van de ketel is gehaald.
Anderzijds wil ik u ook begrip vragen voor het feit dat ik hier niet voor mijn beurt kan spreken. Bovendien zal de wetgeving pas definitief zijn wanneer dit parlement de decretale aanpassingen goedkeurt.
De Vlaamse Belastingdienst heeft intussen de ontwerpteksten klaar. We gaan die nu binnen de Vlaamse Regering verder bespreken en desgevallend afronden en goedkeuren om ze dan vervolgens met het Vlaams Parlement te bespreken. Alle verdere details geef ik u dus graag in een volgende commissie Financiën en Begroting bij de bespreking van het programmadecreet 2021.
Mijnheer De Roo, in alle eerlijkheid, dat is een heel lange manier om te zeggen dat we dat de komende dagen definitief zullen afzegenen, maar dat u wel heel snel bent met uw vraag. Ik kan niet vooruitlopen op de gesprekken met de collega's. Niet dat ik veel problemen verwacht, integendeel zelfs, maar de beleefdheid gebiedt mij om dat nu nog onbeantwoord te laten.
Het leven is aan de rappen, mijnheer De Roo. U hebt het woord.
Dank u, minister. Het leven is aan de rappen, zegt de voorzitter, maar als je te rap bent, kunnen niet alle details worden vrijgegeven. Ik heb daar natuurlijk alle begrip voor, minister, maar veel mensen horen de Septemberverklaring, lezen het in de media en willen graag weten wat dat betekent voor hun eigen situatie. Vandaar de keuze om de vraag snel in te dienen.
Ik heb in uw antwoord vooral gehoord dat u zich flexibel zult opstellen zodat een aantal creatieve oplossingen niet meer nodig zullen zijn. Ik denk dat dat een goede zaak is. We zitten met een aantal hervormingen van de afgelopen jaren van de registratierechten. Dan lijkt het mij zeker goed dat mensen zich niet meer benadeeld voelen door het ene of het andere systeem en dat ze een soort keuzevrijheid hebben.
Ik heb nog een bijkomende vraag. Misschien kunt u er niet op antwoorden, maar dan hoop ik dat u ze meeneemt. Ik heb een aantal maanden geleden nog gesproken over het huidige systeem in de Codex Fiscaliteit: naast het verlaagde registratietarief is er nog een extra rechtenvermindering van 5600 euro voor woningen die in de categorie ‘bescheiden woning’ vallen. Voor energetische renovaties zit daar ook nog een bedrag van 4800 euro bij. Dat gaat voor een maximale verkoopprijs tot 200.000 euro en in de kernsteden tot 220.000 euro, waardoor je op die extra gunstmaatregel kunt rekenen.
Vind in een kernstad als Gent nog maar eens een huis dat voldoet aan die voorwaarde van 220.000 euro. Ik heb u toen gevraagd of het mogelijk zou zijn om dat bedrag te indexeren en een stukje te laten meegroeien met de woningprijzen. Blijft het voordeel voor de kopers van een bescheiden woning overeind? Ziet u in de wijzigingen die nu zijn doorgevoerd ook mogelijkheden voor een aanpassing of een indexering van die grensbedragen van 200.000 en 220.000 euro?
Minister Diependaele heeft het woord.
Het is natuurlijk uitdagend. We moeten die zaken nog bespreken.
Minister, ik moet u onderbreken. Ik zie dat mevrouw Van dermeersch, weliswaar net te laat, haar hand heeft opgestoken. Ik ga haar toch de kans geven een vraag te stellen.
Dank u wel, voorzitter. Het is inderdaad zeer vroeg om deze vraag te stellen omdat het nog niet is goedgekeurd. Omdat u zegt dat u pragmatisch te werk gaat , minister, had ik toch graag gehad dat u een beetje rekening zou houden met de praktijk. Daarom zou ik graag een voorbeeld geven. Als men een gemiddelde woning van 300.000 in het oude systeem koopt, betaalt men 6 procent. Dan komt men aan 18.000 euro. Als men de meeneembaarheid van het oude systeem heeft, dat wordt afgeschaft, dan mag men daarbij een bedrag met een plafond van 13.000 euro aftrekken en moet men 5000 euro betalen. In het nieuwe systeem zouden de mensen die een huis van 300.000 euro kopen, 3 procent betalen. Dat is 9000 euro. Daar zit een verschil op in hun nadeel. Zij betalen 4000 euro meer dan in het nieuwe systeem. Als het mensen zijn die iets meer verdienen, en dat is al meer dan gemiddeld, en een huis kopen van 600.000 euro, dan betalen ze in het oude systeem 6 procent of 36.000 euro. De meeneembaarheid van het oude systeem maakt dat er 13.000 euro af kan en dat zij 23.000 betalen. In het nieuwe systeem zal iemand met een huis van 600.000 euro registratierechten van 3 procent betalen. Dat is maar 18.000 euro, tegen 23.000 in het oude systeem. Dan doen ze een voordeel van 5000 euro. Het kan toch niet de bedoeling zijn om met de hele hervorming die u ter goedkeuring gaat voorleggen aan de regering en aan het parlement, dat mensen die een gemiddelde woning van 300.000 euro als enige woning kopen, een nadeel zullen hebben in vergelijking met mensen die meer begoed zijn en een huis met een hogere aankoopprijs als eerste en enige woning kunnen kopen. Ik wil vragen wanneer u een ontwerp opstelt om rekening te houden met het praktijkvoorbeeld dat ik zonet gaf, zodat het geen asociale maatregel wordt. Dat zou natuurlijk moeilijkheden geven en daar zullen wij niet mee akkoord kunnen gaan. Vandaar mijn praktische vraag met dit cijfermateriaal.
Minister Diependaele heeft het woord.
Wat die laatste vraag betreft, klopt de rekensom natuurlijk. Dat is de reden waarom we een overgangsperiode van twee jaar zullen hebben. We geven mensen twee jaar de tijd om te kijken hoe ze daar het liefst mee omgaan en om hun voordeel te berekenen. Twee jaar lang mogen mensen het voor hen meest voordelige systeem kiezen.
Mijnheer De Roo, zoals gezegd moeten we nu nog afspreken. U hebt er zelf naar verwezen. Men heeft 5600 euro voordeel bij 6 procent voor een bescheiden woning en 4800 euro of 5 procent als men een energetische renovatie doet. Dat vermindert per procent. Die logica zit daar al ingebouwd. We zullen dat intern moeten bekijken en de gesprekken nog voeren over hoe we daarmee omgaan.
Mijnheer De Roo heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw extra antwoord. De kernboodschap is natuurlijk dat men minder eigen startkapitaal zal nodig hebben om een eigen huis te kopen. Ik denk dat we vooral moeten afwachten wat het effect daarvan zal zijn op de oververhitte woningmarkt en hoe de prijzen zullen evolueren, zeker in het instapsegment.
Het lijkt mij zeer goed om de details verder uit te werken en daar snel over te communiceren. Daar wacht ik zeker en vast op. Het is ook goed dat de grensbedragen voor die bescheiden woningen worden meegenomen in de bespreking, om die te herbekijken en eventueel aan te passen aan de huidige realiteit van de woningprijzen in Vlaanderen. Ik wacht af en ik kijk alvast uit naar de voorstelling van de uitgewerkte maatregel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.