Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Pieters heeft het woord.
Minister, in Vlaanderen liggen er nog steeds te veel gemengde rioleringsstelsels. In dergelijke rioleringen vloeit het afvalwater samen met het regenwater. De regen die we de voorbije weken en maanden hebben gehad en de plaatselijke overvloedige regen, maken dat die rioleringen oververzadigd raken.
Ze hebben daar natuurlijk een oplossing aan gegeven. De oplossing is om overstorten op die rioleringen te plaatsen. Dat wil zeggen dat, zodra er oververzadiging is, die sluizen opengaan. In het beste geval komt het water dan terecht in opvangbekkens voor het vuile water. Die bekkens worden na de regenval dan opnieuw geledigd via de riolering. Dat zijn er zeer weinig. In de meeste gevallen gaan die overstorten open en gaat het in de riviertjes, in de beek.
U kunt zich wel voorstellen wat voor vervuiling dat met zich meebrengt. Het heeft natuurlijk één voordeel, namelijk dat de riolering gekuist is. Maar al die rotzooi zit dan natuurlijk in onze beken. We doen de moeite en steken er geld in om die zuiver te houden, om daar weer iet of wat van vis of leven in te krijgen. Die riviertjes gaan bovendien door natuurgebieden. U kunt het zich allemaal wel voorstellen.
In een zeer uitgebreid antwoord op de schriftelijke vraag 962 van 31 augustus 2020 die door collega-parlementslid Gwenny De Vroe werd gesteld over de kaderrichtlijn Water en het Vlaamse rioleringsbeleid, stelde de Vlaamse minister van Omgeving onder meer volgend plan van aanpak voor dat van belang is voor de oplossing van dit overstortprobleem. Tegen eind 2021 moeten alle Vlaamse gemeenten hun gemeentelijke rioleringsinfo hebben opgeladen in de AWIS-rioolinventaris (AfvalWaterInformatieSysteem), zodat men voor heel Vlaanderen op termijn eindelijk een duidelijk beeld krijgt van het type en de kwaliteit van de bestaande rioleringsstelsels. En ten tweede kreeg Aquafin de opdracht om, in overleg met de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en de gemeentelijke rioolbeheerders, de uitbouw van een Vlaams overstortmeetnet op het gemeentelijk rioleringsnetwerk te coördineren en te installeren.
Het aantal meetlocaties op dat overstortmeetnet zal volgens de minister gradueel worden opgebouwd, maar een tijdspad werd in dit antwoord niet gegeven. We moeten natuurlijk zorgen voor een kwaliteitsborging van onze maatregelen en we moeten dan natuurlijk ook de nodige maatregelen instellen. Het is duidelijk dat u de milieuproblemen die voortvloeien uit de nog talrijk aanwezige overstorten op de bestaande gemengde rioleringsstelsels in Vlaanderen, erkent en bereid bent om die te verhelpen.
Minister, hoe verloopt het opladen van de gemeentelijke rioleringsinfo in de AWIS-rioolinventaris? Zitten de gemeenten daar op schema of zijn er dringende bijsturingen vereist om de door u gestelde deadline te halen? Want met deze stap staat of valt ook het verdere goede verloop van uw plan van aanpak.
Wat is de huidige stand van zaken wat betreft de uitbouw van dit Vlaamse overstortnetwerk door Aquafin en wat is voor u de richtdatum waarop dit netwerk operationeel moet zijn?
Al deze geplande processen vergen tijd, wat normaal is, maar waar ziet u 'quick wins' om de vervuiling van overstorten die het vervuilde rioleringswater nog steeds rechtstreeks in een waterloop lozen, snel te doen ophouden?
Minister Demir heeft het woord.
Collega, de overgrote meerderheid van de driehonderd Vlaamse gemeenten zijn reeds aangesloten en gestart met opladen in de inventaris. Amper vijftien gemeenten zijn nog niet aangesloten. Bovendien zijn er negentien gemeenten die al heel ver staan in het traject. Dat lijken mij wel goede cijfers.
De Vlaamse Regering heeft in september 2020 het licht op groen gezet voor de conceptnota rond assetmanagement in Vlaanderen. U weet dat er nieuwe taakafspraken werden gemaakt tussen verschillende partners om tot een goede afstemming te komen. Aquafin kreeg ook de opdracht om, in overleg met de VMM en de gemeentelijke rioolbeheerders, de uitbouw van een overstortmeetnet op het gemeentelijk netwerk te coördineren.
Aquafin bereidt zich momenteel voor om vanaf 2022 tot zeshonderd overstortmeters per jaar te kunnen plaatsen. De aanbestedingsprocedures hiervoor werden reeds opgestart.
U weet dat een aanpak aan de bron sowieso de belangrijkste maatregel is. In volgorde van afnemende prioriteit gaat het over infiltratievoorzieningen, doorlatende verhardingen en bufferbekkens.
Bestaande overstorten aanpassen, is om technische redenen niet altijd eenvoudig. Bovendien kent dit vaak een lange doorlooptijd of een zeer hoge kostprijs. Daarom werden voor een aantal van die probleemoverstorten in Vlaanderen projecten opgestart om een nabehandeling van het overstortwater als ‘end-of-pipe’-maatregel te onderzoeken.
Daarnaast werden verschillende projecten opgestart om voor de meest problematische overstorten de bijhorende zuiveringsinstallaties uit te breiden.
Aquafin vormt het hoofdnetwerk van de afvalwater- en hemelwaterinfrastructuur in Vlaanderen om tot een slim net. Zo kunnen we meer gaan sturen op basis van realtimemetingen, bufferen of net voldoende capaciteit voorzien wanneer nodig, zodat overstorten minder in werking treden.
Via de Blue Deal zetten we daarnaast in op bronmaatregelen zoals Water-Land-Schap 2.0 – 13 miljoen euro – en ‘groenblauwe dooradering in de bebouwde ruimte’ – 15 miljoen euro –, die ertoe moeten leiden dat overstorten minder vaak in werking zullen treden.
De heer Pieters heeft het woord.
Er worden zeshonderd overstortmeters geplaatst. Maar als die meters worden geplaatst, is het probleem natuurlijk nog niet opgelost. Dan zullen we het alleen maar evalueren, de cijfers erbij halen en bekijken. Is het niet eerder de bedoeling dat de lokale besturen worden aangemaand om die gescheiden riolering zo veel mogelijk en zo snel mogelijk aan te leggen? Dat kost inderdaad geld, veel geld. We hebben veel geld voor de Green Deal. Ik neem aan dat een dubbel stelsel van een riolering een soort van adaptatie kan worden genoemd. Want als die overstorten er zijn, zullen ze ook worden gebruikt.
Wat de opvangbekkens betreft: om het probleem van de wateroverlast van de riviertjes wat tegen te gaan, wil men op de rivieren ook gewone opvangbekkens aanleggen. Dat wil zeggen: het water ophouden op plaatsen waar dat kan, om dat dan naderhand, als het minder regent en er minder wateroverlast is, te laten wegstromen.
U begrijpt dat, als een overstort opengaat en het water in zo’n bekken terechtkomt en daar infiltreert, het landschap daar wordt vervuild. Het kan één tot twee jaar duren vooraleer die vervuiling daar weg is.
Minister, ik wil u vragen om, als u de instellingen of organisaties aanmaant om bufferbekkens aan te leggen, dat pas te doen of te vergunnen op het moment dat er een dubbel rioolstelstel is. Dat wil zeggen dat die bufferbekkens, in het geval er vuil water moet worden gebufferd dat ook in de overstort terechtkomt, niet meer kunnen worden vervuild. Dat is een kwestie van vergunning.
Minister, ik wil graag even reageren. Collega Pieters verwees al naar mezelf, omdat ik wat betreft dit thema al wat vragen heb gesteld. In een van de schriftelijke vragen die ik u stelde, had u mij meegedeeld dat er over de doorlooptijd van investeringsprogramma’s – we weten dat dat heel lang duurt – een analyse zou gebeuren. Ik wilde eens informeren wat momenteel de stand van zaken is. Want het duurt heel lang, er schort wel het een en het ander met betrekking tot samenwerkingen. Hoe staat het daar momenteel mee?
Minister Demir heeft het woord.
Ik zal eerst antwoorden op de vraag van collega Pieters. Wij gaan sowieso ook bufferen op waterlopen. Dat zullen we ook doen. Daar waar we een nieuwe bufferinfrastructuur plaatsen, zal dat sowieso moeten worden meegenomen. Op die manier hopen we wel de werking van overstorten net te reduceren. Ik zal aan de administratie vragen of dat ook altijd zin heeft. Want men kijkt natuurlijk ook naar het prijskaartje. Soms kun je het op een andere manier doen. Ik weet dat het bufferen mee in de plannen zit, maar ik zal uw suggestie nog eens meenemen. Dat is geen probleem.
De heer Pieters heeft het woord.
Ik ben blij dat te horen. Ik hoop dan ook dat u de waterbuffering op de rivieren zelf pas vergunt vanaf het moment dat ze geen vervuild water meer bufferen.
Minister Demir heeft het woord.
U hebt natuurlijk volledig gelijk. Ik begrijp ook dat dat leidt tot heel veel frustratie bij heel wat burgemeesters. De samenwerking tussen de diverse entiteiten moet veel beter. Maar goed, ik heb al die entiteiten niet uitgevonden. Als het aan mij ligt, zou ik ze ook allemaal willen schrappen en helemaal van nul beginnen. Dat gaat helaas niet. Maar we zetten wel zoveel mogelijk partners bijeen. Het was vandaag VLARIO-dag (Vlaamse Rioleringen). Ook daar is dat opnieuw aan bod gekomen. We zullen moeten zien dat die samenwerking er hoe dan ook komt.
Wat het project rond asset management Vlaanderen betreft, hebben we het over taakafspraken tussen Aquafin, AquaFlanders, de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), de VMM en VLARIO. Ik zeg dit om eens aan te duiden in wat voor Vlaanderen we leven. Ik heb dat allemaal niet uitgevonden. Als het van mij afhangt, zou ik alles in één winkel steken. Maar helaas zit niet iedereen daarop te wachten.
De heer Pieters heeft het woord.
Minister, we rekenen er ook op dat u die instellingen met elkaar laat communiceren en dat ze hun afspraken nakomen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.