Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Claes heeft het woord.
Goedemiddag minister. Ik heb deze vraag ingediend op 23 augustus, dus sommige van mijn vragen zijn al ingehaald door de actualiteit.
Collega’s, ik denk dat iedereen wel op de hoogte is van de problematiek. Het PFOS-schandaal (perfluoroctaansulfonaat) is niet het enige schandaal rond 3M in Zwijndrecht. Er is nu aangetoond dat ook de ecotoxische stof perfluorbutaansulfanomide (FBSA) zonder vergunning in het Scheldewater wordt geloosd. Dat is aan het licht gekomen dankzij de media, dankzij de pers. Dat is wel jammer, aangezien 3M zelf in het verleden al aan het agentschap Zorg en Gezondheid had laten weten dat men daar ook FBSA produceerde. Blijkbaar is er nooit een belletje gaan rinkelen dat dat wel eens in het bedrijfsafvalwater aanwezig zou kunnen zijn.
Daar komt nog bij dat zich in 2019 in de Verenigde Staten een gelijkaardig voorval heeft voorgedaan, waarbij 3M op de site in Decatur ook FBSA loosde in de Tennesseerivier, en daarvoor aan de Amerikaanse overheid ook een enorme boete moest betalen.
Minister, hoe verklaart u dat 3M in Zwijndrecht tot op heden ongestoord de stof FBSA in de Schelde kon lozen?
Waarom hebben de inspectiediensten niet eerder ingegrepen, nu de productie van die stof op de site in Zwijndrecht en de hieruit voortvloeiende potentiële aanwezigheid in het bedrijfsafvalwater al langer bekend waren binnen de diensten van de Vlaamse overheid?
Welke maatregelen zult u uitvaardigen of hebt u ondertussen uitgevaardigd om een einde te stellen aan deze illegale FBSA-lozingen? Overweegt u hierbij om een procedure op te starten om de exploitatievergunning van het bedrijf 3M Belgium te schorsen of in te trekken?
Minister Demir heeft het woord.
In 2020 werd aan 3M door de provincie Antwerpen een hervergunning verleend voor de productie van chemicaliën. Omdat uitsluitend de onderneming kennis heeft en kan hebben van de veelheid aan stoffen die daarbij kunnen ontstaan en in het geloosde afvalwater aanwezig kunnen zijn, is volledige transparantie van het bedrijf over het productieproces en emissies tijdens de vergunningsaanvraag natuurlijk een absolute noodzaak. 3M gaf in het aanvraagdossier nooit aan dat de stof FBSA vrijkomt bij enkele van de chemische processen. Daarom is dit tijdens de vergunningverlening niet beoordeeld en is hiervan geen enkele vermelding in de verleende omgevingsvergunning. Er werd dan ook geen bijzondere lozingsnorm voor FBSA opgenomen. Bovendien heeft 3M ook na de omgevingsvergunningsprocedure de aanwezigheid van FBSA in het lozingswater nooit gemeld aan de omgevingsinspectie. Dit gebrek aan transparantie door het bedrijf, tijdens en na de aanvraag van de vergunning, is de voornaamste reden waarom deze stof niet opgevolgd kon worden.
In de periode vóór de hervergunning op 17 september 2020 was er sinds 2001 in de omgevingsvergunning van 3M Belgium een lozingsnorm verleend voor oplosbare organofluoriden. Dit was de groepsparameter voor de niet bij naam genoemde poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS) in het afvalwater van 3M, waaronder FBSA. In deze periode voor 2020 werd deze groepsparameter door de milieu-inspectie gemeten en beoordeeld. Op 17 september 2020 werd de lozingsnorm voor deze groepsparameter verlaten om individuele normen vast te stellen voor de verschillende relevante PFAS-stoffen. Hiervoor diende 3M evident duidelijkheid te verschaffen over de verschillende relevante PFAS-stoffen die aanwezig zijn in het lozingswater.
De totale groep van PFAS bevat ongeveer 6000 chemische verbindingen. Het is niet mogelijk om voorafgaandelijk als overheid te bepalen welke chemische verbindingen aanwezig zullen zijn in het lozingswater. Eveneens is het onmogelijk om bij controles het afvalwater op alle mogelijke chemische verbindingen te controleren. Daarom is het noodzakelijk dat het bedrijf volledige transparantie geeft, bij de vergunningsaanvraag of bij een latere aanpassing, over welke stoffen mogelijk geloosd worden.
De uitfasering van PFOS leidde tot een productverschuiving naar andere PFAS. Uit recent wetenschappelijk onderzoek blijkt dat ook deze PFAS schadelijke eigenschappen bevatten en er eigenlijk geen veilige concentratie is voor deze stoffen. Daarom dienen deze stoffen op Europees niveau verder aan restricties te worden onderworpen. Dat is ook de reden geweest waarom ik het dossier heb geagendeerd op de Europese Leefmilieuraad.
De kennis over de aanwezigheid van FBSA in het productieproces werd nooit formeel door 3M aan de omgevingsinspectie gemeld. Zodra ik kennis heb gekregen van de aanwezigheid van FBSA in het productieproces en in het geloosde productiewater, heb ik met aandrang aan de omgevingsinspectie gevraagd om het nodige te doen.
Zodra de afdeling Handhaving kennis had van het lozen van deze stof zijn er gericht controles gebeurd en is er een proces-verbaal (pv) opgemaakt. Er is dan ook een hoorzitting geweest en vervolgens werd onmiddellijk een veiligheidsmaatregel opgelegd met als doel het lozen van FBSA te stoppen, wat we ook vanuit de overheid controleren.
De herziening van de vergunningsvoorwaarden is lopende.
Wat betreft uw vraag naar welke maatregelen we genomen hebben, heeft de afdeling Handhaving op 27 augustus een veiligheidsmaatregel uitgevaardigd om de lozing onmiddellijk te stoppen. Bijkomend is er ook een proces-verbaal opgesteld en het parket is ingelicht voor eventueel verder strafrechtelijk vervolg.
Tevens werd het bedrijf aangemaand volledige transparantie te bieden naar de vergunningverlenende overheid, door 3M op te leggen een vergunningsaanvraag in te dienen voor alle eventuele andere gevaarlijke stoffen die in het afvalwater aanwezig zouden kunnen zijn waarvoor er heden geen lozingsnorm is opgenomen in de vergunning.
De heer Claes heeft het woord.
Dank u wel, minister. Toch blijft het jammer dat dit allemaal via de pers naar buiten is moeten komen, en dat er enkele jaren geleden – toen het schandaal in Amerika boven water kwam –, geen belletje is gaan rinkelen binnen onze eigen inspectiediensten. Dat is een beetje beter te controleren.
U zegt nu dat 3M volledige transparantie zal moeten bieden. Hebt u het gevoel dat 3M dat van plan is, dat men dat doet? Dat is een bijkomende vraag.
Sommige personen menen ook dat er door 3M nog meer stoffen worden geloosd waarvoor er geen vergunning is. Hebt u daar aanwijzingen voor? Hoe zou u dat kunnen onderzoeken?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord. Ik wil enkel een vraag ter verduidelijking stellen, of ik u goed begrepen heb. U stelt dat de inspectiediensten niet kunnen zoeken naar stoffen die niet aangemeld zijn, maar waarvan men misschien zou verwachten dat ze aanwezig zijn. Men zoekt daar niet op. Ik hoorde u precies zeggen: "We kunnen daar niet op zoeken." Kunt u daarover iets meer duiding geven? Ik vraag dit, omdat ik wel begrepen heb dat dit gaat over het inspectieplan van 2019, dat goedgekeurd is op 1 februari 2019. Daarin lees ik letterlijk: “De afdeling handhaving neemt bij de controles van het geloosde afvalwater niet alleen de stoffen in beschouwing die zijn opgenomen in de algemene, sectorale en bijzondere lozingsvoorwaarden, maar ze controleert het afvalwater ook op andere gevaarlijke stoffen, zoals PCB’s, dioxinen en furanen, brandvertragers en perfluortensiden." Daarrond is eigenlijk expliciet een actiepunt opgenomen. Vandaar dat ik even wat verduidelijking wilde. We hebben bij FBSA inderdaad moeten vaststellen dat het eigenlijk naar voren gekomen is via een lijst die is doorgegeven aan, onder andere, het agentschap Zorg en Gezondheid. Het is op die manier naar voren gekomen en dat roept op zich wel wat vragen op hoe het komt dat de inspectie daar nog niet op zat. Vandaar mijn vraag om verduidelijking: klopt het dat men eigenlijk niet kan zoeken op die stoffen? Of hoe moet ik dat precies interpreteren in het antwoord?
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Ik heb een vraag over de samenwerking tussen de verschillende diensten. Het agentschap Zorg en Gezondheid krijgt van 3M een lijst met producten die 3M zou produceren. Dat wordt eigenlijk ook gepresenteerd op een webinar voor de bevolking van Zwijndrecht, en de milieu-inspectie weet van niets. Dat is toch een eigenaardige manier van werken. Hoe verklaart u dat?
Twee, wij hebben zelf, vanuit de Onderzoekscommissie PFAS-PFOS, een lijst gekregen van producten die 3M zou produceren. Dat is met codes, en heel ingewikkeld om te lezen. Daar staat een product op waarvan professor de Boer zegt dat het bij verhitting perfluorisobuteen (PFIB) teweegbrengt, en dat is even giftig als mosterdgas. Dat werd verklaard in de pers. Heeft de milieu-inspectie daar iets mee gedaan? Is dat ook aangemeld? Want als dat het geval is, dan zitten we daar toch met zeer gevaarlijke situaties, en dan denk ik dat we onmiddellijk moeten handelen.
Ik heb daarbij nog een derde vraag, en dan kijk ik nog eens naar de site van 3M in Decatur. Daar mogen FBSA en FBSEE niet geloosd worden. Wij hebben dat hier in het lozingswater gevonden. Dat is illegaal. Gaan onze eigen inspectie en onze eigen administratie dan niet na welke producten dochterfirma’s van eenzelfde firma produceren? Kijken zij niet naar die procedés om te zien of een bedrijf al dan niet de juiste vergunningen aanvraagt, en al dan niet illegaal loost? Dit lijkt me toch relatief triviale informatie te zijn, informatie die perfect bij onze administraties bekend had kunnen zijn. Dat lijkt me toch zeer essentieel, zeker als we te maken hebben met dergelijke bedrijven.
De heer Tobback heeft het woord.
Ik heb een heel praktische aanvullende vraag, want ik deel veel van de bedenkingen van de collega’s, en ik ben ook wel benieuwd naar het antwoord.
Als ik het goed begrepen heb, is er een vergunning toegekend aan dit bedrijf op basis van eigenlijk onvolledige informatie. Al dan niet bewust, maar waarschijnlijk bewust, want het zou me verwonderen dat men bij 3M niet weet wat men loost. De zaak is al verontrustend genoeg zoals ze is, maar dat zou pas helemaal ernstig zijn. Maar er is dus een omgevingsvergunning aangevraagd en verleend op basis van onvolledige informatie, die in dit geval – wat mij betreft – frauduleus is, want men moet dit weten.
U kent mijn bedenkingen. Ik heb die hier ook al gemaakt bij de bespreking van het decreet in de commissie, bij de eeuwigdurende vergunning. Zou het niet zo moeten zijn dat, wanneer blijkt dat er onvolledige informatie is gegeven bij de vergunningsaanvraag, een toegekende vergunning automatisch zou moeten vervallen? Het is natuurlijk al te absurd dat je eeuwigdurende vergunningen verleent op basis van onvolledige en zelfs frauduleuze informatie, en er dan achteraf moet achter aanhollen. Is het niet logischer om in zo’n geval de regel in te voeren dat een frauduleus verkregen vergunning automatisch vernietigd wordt?
Minister, ik heb nog een korte aansluitende vraag namens mijn fractie. Er komen nu wekelijks staalnames in het bezit van de omgevingsinspectie. De vraag die wij ons stellen, is wat de eventuele nieuwe bevindingen zijn. Zijn die resultaten u al bekend? We gaan er uiteraard van uit dat dit heel kort wordt opgevolgd.
Minister Demir heeft het woord.
Ik zal beginnen met de eerste vraag. Wij hebben aan 3M gevraagd dat ze ons volledige transparantie geven over alle stoffen, in het kader van de hervergunning. Ze moeten dus alle informatie die ze hebben, ook leveren. Wij hebben dat ook gevraagd naar aanleiding van de ingebrekestelling. Tegen 1 oktober willen wij alle informatie hebben. Het is dan ook aan het bedrijf om tegen 1 oktober volledige transparantie te geven. Zo niet, dan zullen we kijken wat we verder kunnen ondernemen.
Het is inderdaad zo dat zij bij hun aanvraag die bepaalde stof niet hadden aangegeven. Daardoor is het niet altijd gemakkelijk. Wij hebben in ons handhavingsplan heel wat mechanismen en we hebben ook de vraag gesteld om controles te doen, maar we kunnen moeilijk bij alle bedrijven controles gaan doen. Er worden wel steekproefgewijs controles gedaan. Op zo’n manier kan men wel eens op iets stoten. Naar aanleiding van dit geval heb ik ook aan het Departement Omgeving gevraagd om de controles op te voeren, en ad hoc bij verschillende grote bedrijven na te gaan wat zich daar allemaal in het afvalwater bevindt. We hebben ook de opdracht gegeven aan de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) om analysemethoden uit te werken voor een heel breed spectrum aan stoffen. Dat moet toelaten om veel meer stoffen te kunnen analyseren dan met de huidige methoden die we vandaag hebben. Dat loopt dus.
Collega Schauvliege, wat betreft de informatie die het agentschap Zorg en Gezondheid inderdaad ontving, hebben wij ook moeten vaststellen dat dit inderdaad niet is uitgewisseld tussen de verschillende administratieve diensten. Ik vind ook wel dat het daar op het Vlaamse niveau enorm aan schort, om informatie gewoon uit te wisselen. Zeker als je al met die onderzoekscommissie zit – die toch al sinds mei, juni loopt – kan het er bij mij niet in dat degene die die informatie heeft, ze niet doorgeeft aan zijn collega, hoewel we dat meermaals hebben gevraagd. Dat gaat er bij mij niet in. Het is nu zodanig erg geworden dat ik zelfs een verbindingsofficier heb moeten aanstellen bij het departement Omgeving die ik gevraagd heb ervoor te zorgen dat alle informatie uitgewisseld wordt tussen de diensten. Dat zegt toch ook wel iets over hoe we werken op Vlaams niveau, zeker ook als ik kijk naar de inspectiediensten. We hebben 900 handhavers, we hebben 43 inspectiediensten. Als je dan weet dat al die inspectiediensten zelfs niet met elkaar praten, dan heb je gewoon een probleem. Dat maakt het ook gemakkelijk om zulke toestanden tegen te komen. Het goede nieuws is dat het register er gaat komen. Het was in tempore non suspecto dat ik daarmee naar de regering ben gegaan, en dat we één Vlaams bestuurlijk register hebben goedgekeurd. Dat zijn we nu aan het implementeren, zodat alle inspecteurs, van welke dienst ook – of dat nu een inspectiedienst is van arbeid, van zorg, of milieu, of omgeving, noem maar op –, als ze een pv opmaken of iets tegenkomen tijdens een controle, dat in het register moeten laten opnemen. Zo weet men dat ook van elkaar. Ik denk dat dat van groot belang is, zodat men ook kordaat vanuit de handhaving kan optreden. Want handhaving werkt normaal gezien autonoom en is onafhankelijk. Maar soms moet je – zeker in dit geval – kunnen zeggen: ‘Ik wil dat je naar dat bedrijf gaat en dat allemaal controleert.'
Op basis van de informatie die we nu hebben, moet de vergunning aangepast worden, en ook aangevuld worden met de andere parameters. De optie die collega Tobback geeft is, denk ik, iets wat we misschien in het kader van nieuwe reglementering kunnen bekijken. Maar dan is de vraag: wanneer is het frauduleus, wanneer niet? Heel die discussie. We hebben ook een hoorzitting gehad met die mensen, en dat was eigenlijk wel hallucinant. Net zoals de uiteenzetting bij jullie in de onderzoekscommissie, denk ik. Maar het is wel iets wat we kunnen overwegen, dus ik neem dat zeker mee.
Wat betreft de stof waarover collega Schauvliege het had: dat moet ik navragen. Ik heb de gegevens niet bij me om daar precies op te antwoorden, maar we gaan u die informatie dus zeker aanleveren. Dat is ook heel technisch. Ik bezorg het u.
De heer Claes heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik onthoud een paar dingen. Het is goed dat u de communicatie en de organisatie van de inspectie- en milieudiensten onder de loep gaat nemen, want dat kan wel iets beter. Voor de rest zullen we inderdaad moeten wachten op 1 oktober, en kijken wat die medewerking van 3M precies gaat zijn. Ik hoop – en veel mensen met mij – dat er wel degelijk iets gaat gebeuren. Mensen verliezen een beetje hun vertrouwen in de politiek als ze zien dat ze hun oprit niet mogen aanleggen zoals ze willen, als ze hoge boetes moeten betalen omdat er een stookolietank op hun grond staat, maar dat een groot bedrijf met veel weg blijkt te komen. Dat doet natuurlijk veel af van de geloofwaardigheid van de politiek. Tot zover, voorzitter.
De vraag om uitleg is afgehandeld.