Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Minister, in het Vlaams regeerakkoord en in uw beleidsnota lezen we dat het de bedoeling is om tijdens deze regeerperiode een systeem van persoonsvolgende financiering (PVF) voor minderjarigen met een handicap vorm te geven.
In 2018 hebt u de projectgroep 'Persoonsvolgende financiering voor minderjarigen' opgericht. Dat is een vrij heterogene projectgroep, die bestaat uit vertegenwoordigers van het Vlaams Agentschap voor Personen met een handicap (VAPH), het agentschap Opgroeien, het Departement Onderwijs en Vorming, vertegenwoordigers van de gebruikersorganisaties, de voorzieningen, de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s) en de bijstandsorganisaties.
Op 5 april 2019 werd er met het Besluit van de Vlaamse Regering over de bouwstenen voor de uitwerking van de persoonsvolgende financiering een eerste stap gezet voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor minderjarige personen met een handicap. Hierin valt te lezen dat er een gefaseerde opstart van de PVF minderjarigen zou gebeuren vanaf juni 2020.
Op 27 oktober 2020 stelde collega van der Vloet een vraag om uitleg over de invoering van de PVF voor minderjarigen. U antwoordde toen dat de kerngroep op 13 oktober 2020 de krijtlijnen van een conceptnota besproken heeft en op 12 november een eerste simulatie zou bespreken, en dat het alleszins de ambitie was om in 2021 te starten.
Op 9 maart 2021 stelde collega Vandecasteele u een vraag om uitleg over de invoering van de PVF voor minderjarigen. U antwoordde toen dat de krijtlijnen van de persoonsvolgende financiering voor minderjarigen binnen de Vlaamse Regering besproken zouden worden. De timing en invoering zouden afhankelijk zijn van deze bespreking.
Ik weerhoud uit uw antwoord dat de voorstellen uit de nota over de krijtlijnen gebaseerd zijn op een inclusieve en geïntegreerde filosofie rond handicap en dat werkgevers, bijstandsorganisaties en gebruikers hun ervaringen delen in deze projectgroep.
Zelf heb ik u op 25 mei 2021 een vraag om uitleg gesteld over het beloofde uitbreidingsbeleid en de invoering van de PVF voor minderjarigen. Toen hebt u me geantwoord, specifiek voor de minderjarigen, dat er een verdeelsleutel was vastgelegd binnen het investeringsbudget, namelijk 85 procent voor de meerderjarigen en 15 procent voor de minderjarigen.
Op 17 juli 2021 stelde u uw investeringsplan voor. Van de 230 miljoen euro zou er 32 miljoen euro voorzien worden voor de minderjarigen. Minister, momenteel weet niemand echter hoe het eigenlijk zit met de invoering van die PVF voor minderjarigen. Zowel ouders als de sector leven in grote onzekerheid.
Minister, mijn vragen zijn de volgende.
Wanneer krijgen we duidelijkheid over de opstart van de PVF voor minderjarigen?
Kunt u al wat meer duidelijkheid geven over de contouren?
Hoe zullen de extra middelen van dit jaar voor minderjarigen ingezet worden?
Welke stappen werden reeds genomen en welke stappen staan er nog op de planning?
Welke hindernissen en meningsverschillen zijn er nog?
Hoe wordt de projectgroep betrokken? Wanneer kwam deze voor het laatst samen en wat werd er besproken?
Hoe en wanneer ziet u de communicatie naar de verschillende betrokkenen – ik denk dan aan de sector, de minderjarige met een handicap, de ouders, de vertegenwoordigers – zodat zij tijdig en gepast kunnen anticiperen op al deze veranderingen?
Minister Beke heeft het woord.
Het landschap voor de ondersteuning van minderjarigen is volop in beweging. Ik verwijs naar: de oprichting van het agentschap Opgroeien, dat al een aantal aspecten van het beleid voor kinderen met een handicap opneemt; de conceptnota leersteun, waarin ondersteuning van kinderen met een handicap in het onderwijs een nieuwe dimensie krijgt; de transitie van de internaten met permanente openstelling (IPO’s) en de medisch-pedagogische instituten van het Gemeenschapsonderwijs (MPIGO’s) naar Welzijn; de uitdagingen op het vlak van de organisatie en toekenning van de zorgtoeslag; de nadruk op de keuzevrijheid en de zelfregie, ook voor de gezinnen die een persoonlijkeassistentiebudget (PAB) krijgen; een vernieuwde visie op een geïntegreerd gezinsbeleid en op langdurige zorg waar onze agentschappen volop werk van maken.
De Vlaamse Regering heeft daarom beslist het Bouwstenenbesluit op dit moment niet verder uit te werken, maar om op basis van de ingrediënten die ik net opsomde werk te maken van een nieuwe blauwdruk voor de minderjarigenondersteuning op basis van de principes die we ook hanteren bij de persoonsvolgende financiering: autonomie, keuzevrijheid, zelfregie.
Om een snelle doorstart te kunnen maken, willen we de bestaande instrumenten – PAB, multifunctioneel centrum (MFC), rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH) – vertalen naar deze vernieuwde visie.
De middelen voor de minderjarigen zullen worden ingezet in extra PAB’s, persoonsvolgende convenanten en voor de transitie van de IPO’s en de medisch-pedagogische instituten van het GO! vanuit Onderwijs naar Welzijn.
Voor de concrete verdeling en operationalisering worden nog verdere afspraken gemaakt met de betrokken kabinetten en administraties.
De projectgroep kwam het laatst samen op 13 oktober 2020. In deze projectgroep werd een eerste ontwerp van de vernieuwde krijtlijnen rond de persoonsvolgende financiering voorgesteld. Na bilateraal overleg met de verschillende stakeholders is er geopteerd om in deze regeerperiode prioritair in te zetten op het terugdringen van de wachtlijsten enerzijds en een verruiming van de bestedingsmogelijkheden van een persoonlijk assistentiebudget anderzijds.
Daarnaast zal ook de regelgeving voor de multifunctionele centra worden herzien zodat zij ook volop kunnen inzetten op inclusieve, flexibele trajecten, ingebed in een breder regionaal ondersteuningsnetwerk.
De beide ontwikkelingen kaderen in een bredere visie op ondersteuning voor kinderen en jongeren met een handicap.
Binnen de adviesorganen van het VAPH werd dit al gecommuniceerd. Voor de verschillende betrokkenen waar u naar verwijst, biedt deze aanpak de komende periode stabiliteit en continuïteit in de ondersteuning.
Zodra er verdere stappen zijn in de aanpassing van de bestaande instrumenten zullen we hierover uiteraard met de betrokkenen spreken en zullen zij betrokken worden.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. Ik ben bij de voorbereiding van deze vraag eigenlijk de voorgaande vragen gaan nalezen. Als je een tijdje nadien dan het antwoord leest, merk je dat dat altijd wel een heel concrete vraag is naar wanneer de persoonsvolgende financiering voor jongeren gaat beginnen. Wij denken dan aan budgetten die jongeren gaan krijgen. Als je dan het antwoord leest, heb je het gevoel dat dat altijd wel een heel vaag en nietszeggend antwoord is. Als ik u nu beluister, kan ik begrijpen dat er heel veel gebeurt, dat er heel veel achter de schermen zal gebeuren, maar dat wordt niet gecommuniceerd. Ik vraag mij af of er ergens een manier is, of een meldpunt, of een website, of het VAPH, waarbij de sector die betrokken is bij deze verandering al deze stappen die nu achter de schermen gebeuren, toch met enige notie kan volgen. Dat is eigenlijk mijn concrete vraag.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Minister, ik sluit me gedeeltelijk ook aan bij de collega in verband met die duidelijke communicatie. Ik merk dat ook. Op de werkvloer is er toch nog heel wat onduidelijkheid, laat staan bij de ouders zelf. Ik roep op om daar toch nog eens werk van te maken, om daar nog eens een duidelijke communicatie rond te doen.
Wat ik ook in de nota van de Vlaamse Regering van 16 juli lees, is dat je vanuit een residentiële setting ook kunt overschakelen naar een cashbesteding. Daar is heel weinig communicatie rond. U hebt het ook niet benoemd in uw antwoord.
Ik heb daarnet ook nog Sterk gelezen online. Daar staat een stukje over de minderjarigen in, maar niets over die residentiële setting, dat je kunt overschakelen naar de cashbesteding. Ik vraag mij af wanneer daar dan de communicatie rond komt en wanneer er meer duidelijkheid over is. Voor zij die willen overstappen, lijkt het mij dat dit mogelijk moet zijn. Maar daar is dus helemaal nog geen communicatie rond.
Ik heb dezelfde vraag die mijn collega al gesteld heeft. De jongeren zijn ook aan het wachten op het PAB. Er is geld voorzien, we hebben dat gezien: 32 miljoen euro. Wanneer worden dus de eerste budgetten gegeven aan die minderjarigen?
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Collega’s, ik val hier net op tijd binnen uit een andere commissie. Mijn excuses, maar ik heb de voorgaande vragen niet gehoord. Ik zal zo min mogelijk proberen te herhalen. Maar ik deel ook de bezorgdheid die ik nog net heb meegepikt van collega van der Vloet. Ik denk echt dat een gedegen communicatie wel nodig is over de mogelijkheden die er zijn om over te stappen naar het persoonsvolgend budget omdat daar momenteel heel veel onduidelijkheid over is of het al dan niet mogelijk is. Mijn vraag is daar ook – ik kan die van collega van der Vloet herhalen –: bent u van plan om daar een gedegen communicatie over te voeren en duidelijk de mogelijkheden op te sommen? Dat is de enige vraag die ik daarover heb.
Minister Beke heeft het woord.
Ik denk dat op het raadgevend comité de leidend ambtenaar informatie en duiding heeft gegeven. Maar we zullen opnieuw een brief schrijven naar de voormalige werkgroep over de PFV voor minderjarigen, om dat ook nog eens op papier te zetten zodanig dat dat duidelijk is. Daarin is wel degelijk gezegd dat we het Bouwstenenbesluit niet verder gaan uitvoeren. De andere werven zijn lopende, maar daar zijn natuurlijk ook andere fora voor. Dat is eigenlijk wat daar afgesproken is.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Minister, ik hoor u heel graag spreken over ‘we werken aan een vernieuwde visie’, maar ik zou ook wel heel graag die vernieuwde visie duidelijk op papier of in een nota zien staan zodat de sector die eigenlijk al twee jaar en een half zit te wachten op de uitvoering van de PVF voor minderjarigen, en ook de ouders en de betrokkenen, zelf een klein beetje weten waar ze aan toe zijn. Want op dit moment is er heel veel ongerustheid omdat men ziet dat bij de PVF meerderjarigen er heel veel ad-hocbeslissingen genomen worden: we hebben dat Mozaïekdecreet gehad, we hebben herschikkingen gehad, er wordt altijd maar gemorreld aan de budgetten en allerlei zaken veranderen, en men weet niet waar men aan toe is. Maar bij de minderjarigen heeft men eigenlijk nog altijd geen zicht op de fundamenten van wat uw vernieuwde visie is. Ik hoop dat u of het Vlaams agentschap of ik weet niet wie toch wel heel snel met een document of een nota komt, een duidelijke visie, en dat de grondvesten duidelijk worden aangegeven zodat men toch enigszins een richting heeft van waar het naartoe gaat.
De vraag om uitleg is afgehandeld.