Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, begin augustus werd hardliner Ebrahim Raisi als nieuwe Iraanse president ingezworen in het Iraanse parlement. De Europese Unie stuurde een afvaardiging naar de inauguratie van de nieuwe president. Raisi staat echter bekend als een man met bloed aan zijn handen. Hij was nauw betrokken bij de verschrikkelijke zuiveringsacties in 1988 in de nasleep van de Iraaks-Iraanse oorlog. Dat stond uitgebreid in de kranten.
De verschrikkingen die met medeweten van Raisi werden uitgevoerd, zijn beschreven door de Londense mensenrechtenadvocaat Geoffrey Robertson in een meer dan honderd bladzijden dik verslag. In totaal kwamen tienduizenden mensen om bij de zuiveringsacties. Verschillende Europese parlementsleden, onder wie ook die behorende tot uw partij, minister-president, uitten daarom terechte kritiek op de afvaardiging van de Europese Unie. Ook Israël reageerde furieus en stelde dat Europa op deze manier instemt: “... met de handelswijze van Iran en haar leider. Een leider die door Amnesty International wordt bestempeld als een misdadiger tegen de menselijkheid.” Enrique Mora, secretaris van de European External Action Service, verdedigde de beslissing met het argument dat het cruciaal is “... om diplomatieke contacten met de nieuwe administratie aan te knopen en meteen belangrijke boodschappen door te geven.”
Wat is de visie van u en de Vlaamse Regering op de afvaardiging van de Europese Unie naar de inauguratie van de omstreden nieuwe Iraanse president?
Wat hebt u ondernomen om deze visie kenbaar te maken bij de Europese Unie?
Hebt u de kwestie aangekaart op het interfederale overleg? Zo ja, bestond er een verschil in visie hieromtrent tussen de Vlaamse en Federale Regering? Zo niet, waarom niet?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Deckmyn, de EU onderhoudt diplomatieke betrekkingen met vrijwel alle landen ter wereld, dus ook met Iran. Die betrekkingen zijn juist van belang om ook thema’s als respect voor de mensenrechten te bespreken en om mensenrechtenschendingen aan te kaarten. Mochten we onze diplomatieke contacten beperken tot die landen waarmee we het op alle punten roerend eens zijn, dan zouden we wereldwijd maar weinig diplomatieke posten overhouden.
Laat mij er toch ook op wijzen dat de inauguratie werd bijgewoond door vertegenwoordigers uit meer dan zeventig verschillende landen en dat bijvoorbeeld ook de secretaris-generaal van de VN en zelfs paus Franciscus een afgevaardigde naar de ceremonie stuurden. In die zin moet de aanwezigheid van de verschillende aanwezigen volgens mij veeleer worden gelezen als een diplomatiek gebruik, eerder dan een waardeoordeel. Maar dat neemt niet weg dat volgens mij wel vragen kunnen worden gesteld bij de aanwezigheid op deze specifieke inauguratie – ik maak een onderscheid tussen diplomatieke relaties onderhouden en aanwezigheid op deze specifieke inauguratie, al is het dan op protocollair eerder lager niveau, – van de nieuwe Iraanse president, temeer gezien het niet onbesproken verleden van de man in kwestie.
De EU-afvaardiging naar de inauguratie was niet het voorwerp van een voorafgaande discussie tussen de lidstaten of binnen België tussen de verschillende entiteiten. Dat wordt niet op voorhand bediscussieerd.
Elke overheid maakt natuurlijk haar eigen keuzes. En volgens Iraanse media was premier Alexander De Croo een van de drie Europese regeringsleiders die gelukwensen stuurden naar de nieuwe Iraanse president. Ik kan u enkel maar zeggen dat er van mijnentwege geen felicitaties vertrokken zijn.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Wat dat laatste betreft, sluit ik me aan bij wat u gezegd hebt. Ik zou ook geen felicitaties sturen. Het is bevreemdend te moeten vaststellen dat de Belgische premier het blijkbaar heel tof vindt dat er een hardliner president geworden is in Iran en hem felicitaties ter zake stuurt. Dat was nieuw voor mij. Ik had dat nog niet opgevangen. Het is bevreemdend, en soms angstaanjagend, zou ik bijna durven te zeggen, als je ziet dat onze federale premier toch altijd op de eerste rij staat om ervoor te zorgen dat radicalisme moet worden aangeklaagd. Maar blijkbaar is het ene radicalisme het andere niet.
Minister-president, u stelt dat de EU terecht diplomatieke betrekkingen onderhoudt met onder meer Iran, maar ook met andere landen die ook niet altijd echt een beleid voeren dat aan te prijzen is – en dan ben ik nog eufemistisch. Maar er is natuurlijk een groot verschil tussen dergelijke aanwezigheid op zo’n ceremonie en diplomatieke relaties onderhouden. U stelt dat we geen waardeoordeel mogen koppelen aan de aanwezigheid op zo’n inauguratie. Ik vind van wel. Dat is wel een waardeoordeel. Dat is een groot verschil met diplomatieke relaties onderhouden. Het is een feit dat je op zijn minst ‘on speaking terms’ moet zijn met alle landen in de wereld om ten minste bepaalde afspraken te kunnen maken. Maar als je naar een inauguratie gaat van zo’n hardliner, van zo’n nieuwe president, dan denk ik dat je een fout maakt, vandaar dat ik die vraag hier ook wilde stellen. Ik ben alvast tevreden dat u voor een groot stuk meegaat in die redenering.
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Dank u wel, minister-president en collega Deckmyn.
Als het debat over mensenrechten gaat, pleit u altijd voor de diplomatieke weg. Het is altijd beter om te praten. Dialoog is belangrijk, en zeker bij grootmachten waar mensenrechten vaak met de voeten worden getreden. Maar ik treed de kritische bedenkingen bij. Die dialoog is iets helemaal anders dan de aanwezigheid op een inauguratie, want dat zorgt voor legitimiteit voor Raisi, die we toch zonder aarzelen mogen bestempelen als een massamoordenaar. Iran is ook het land waar Djalali nog steeds opgesloten zit, een land waar wordt gefolterd, waar politieke tegenstanders zomaar verdwijnen. Het is mij dus een absoluut raadsel wat de EU hiermee heeft willen bereiken. Ik vind de aanwezigheid op die inauguratie dan ook veeleer een gemiste kans. Of noem het een vernedering. En ik val eigenlijk ook achterover van het nieuws dat u hier brengt. Het was mij ook onbekend dat de Belgische regeringsleider persoonlijk felicitaties zou hebben gestuurd naar Iran. Dat kan er bij mij helemaal niet in.
Ik heb nog een bijkomende vraag. U zegt dat het belangrijk is om te blijven praten met een land als Iran. Ik ga daar helemaal mee akkoord. Zondag kregen we het nieuws dat het Internationaal Atoomenergieagentschap en Iran een akkoord bereikt hebben over de toegang tot de camera’s die de nucleaire sites in het land bewaken. Hoe kijkt u daarnaar, minister-president? Toont dit aan dat er toch mogelijkheden zijn om te praten met het Iraanse regime, zelfs nu die aartsconservatieve Raisi aan de macht is? Of is dat te kort door de bocht? Ik had graag de appreciatie van de minister-president vernomen.
Minister-president heeft het woord.
Dat is een kleine stap vooruit. Het onderschrijft dat je zelfs met zulke regimes ook moet blijven praten. Maar je moet natuurlijk nooit in hun discours meegaan. Er wordt nu een klein stapje vooruit gezet, maar om nu te zeggen dat dit een geweldige diplomatieke doorbraak is, is dan misschien weer iets te kort door de bocht.
De vraag om uitleg is afgehandeld.