Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw Fournier heeft het woord.
In 2016 kondigde toenmalig staatssecretaris voor de Noordzee Bart Tommelein aan dat hij de regelgeving voor de estuaire vaart zou versoepelen om er meer binnenschepen op toe te laten. Hij verklaarde zich zelfs bereid te onderzoeken of de aanleg van kusteilanden voor het ondersteunen van de estuaire vaart nuttig kon zijn, en daarvoor indien nodig het marien ruimtelijk plan (MRP) aan te passen. Ook daaropvolgend gaf staatssecretaris Philippe De Backer aan dat hij de Belgische vloot met oog voor de estuaire vaart wilde versterken. Sindsdien is het rond dit thema echter nogal stil geworden en daarom vroeg mijn federale collega Franky Demon in de Kamer een stand van zaken.
Het antwoord van minister Van Quickenborne was heel interessant, omdat het verschillende malen verwijst naar de specifieke samenwerking met uw diensten. In het antwoord van de minister staat het volgende: “Mijn medewerkers en mijn diensten plegen reeds lange tijd nauw overleg met de Vlaamse overheid, het kabinet van minister Peeters en de haven van Zeebrugge om te onderzoeken hoe deze ontsluiting over het water kan gerealiseerd worden.” In het slot zegt de minister dan ook nog: “Zoals reeds vermeld behoort de estuaire vaart tot de bevoegdheid van de Vlaamse overheid die de nodige maatregelen kan nemen om estuaire vaart te ondersteunen. In afwachting van de resultaten van de werkgroep zou de haven van Zeebrugge ook kunnen bekijken of het transport naar het hinterland niet kan uitgevoerd worden door kleinere zeeschepen. De juridische problemen en de veiligheidsissues zijn dan van de baan. Deze piste is misschien sneller te realiseren, maar biedt uiteraard geen oplossing voor de estuaire vaartuigen.”
Uit het regeerakkoord en de bespreking in de commissie weten we dat de Vlaamse overheid de federale ambities deelt, en u maakt hier ook werk van. In de commissiebespreking van 24 juni 2021 verwees ik naar een brief van het Vlaams netwerk van ondernemingen (Voka), en u zei toen: “De modal shift blijft zeer belangrijk. Dit is in mijn beleidstoelichting opgenomen en we blijven hierop focussen. Ik heb de brief van Voka ontvangen, maar ik zal vandaag niet verder uitweiden over de estuaire vaart, de reservatiestroken of andere ontsluitingen naar de binnenvaart.” Gezien het antwoord van uw collega, de federale minister, had ik toch graag het een en ander geweten over de vordering van de hervorming van de estuaire vaart.
Welke vorderingen worden er gemaakt om de regelgeving voor de estuaire vaart te versoepelen en te versterken? Welke timing wordt er aangehouden? Wat levert het overleg met Nederland op? Deelt u de visie om kleinere zeeschepen toe te laten voor het transport in het hinterland?
Minister Peeters heeft het woord.
Ik kan kort zijn in mijn antwoord.
Wat de timing of de vordering inzake regelgeving betreft, moeten we uiteraard overleggen met Nederland.
We hebben begin dit jaar een studie van onder andere professor Van Hooydonk van UGent besteld. Hij heeft over alle mogelijkheden en juridische beperkingen rond de estuaire vaart een uitgebreide studie gemaakt. Hij heeft ook een aantal oplossingen en verschillende haalbare pistes naar voren geschoven, maar uiteraard moet dat in overleg met onze Nederlandse collega’s gebeuren.
Het is aan bod gekomen op de Vlaams-Nederlandse top, en daar heeft minister-president Mark Rutte meegegeven dat ze dit dossier opnieuw zullen bekijken. Hij heeft dat ten aanzien van onze minister-president gezegd. Ook de toenmalige staatssecretaris van Rijkswaterstaat heeft dat toen ook ten aanzien van ons gezegd. Men wilde daarrond zeker het een en ander bekijken, maar we wachten nu af wat Nederland daar verder mee zal doen.
Het ambtelijk overleg vindt op dit ogenblik wel nog plaats, maar wij zullen dat alleszins zeker op een eerstvolgend politiek overleg agenderen, omdat het toch wel een meerwaarde is voor onze haven, zeker in en rond Zeebrugge.
De kleinere zeeschepen zijn in principe al toegelaten op een aantal waterwegen, onder andere op het kanaal Gent-Terneuzen, maar we zitten daar met het probleem dat die een hoge operationele kost met zich meebrengen als we ze op de binnenvaart inzetten. Vandaag is daar eigenlijk geen businessmodel voor en daarom, zo leert navraag bij de sector ons, wordt dat niet gedaan.
We onderzoeken dit alleszins verder en we zullen kijken hoe dit verder verloopt. We houden het dossier warm. Ik krijg daar heel vaak vragen over, dus in die zin is het goed dat dit ook regelmatig in de commissie komt. We kijken wat dat betreft hoe dan ook uit naar het volgende overleg met onze Nederlandse collega’s.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
De estuaire vaart is belangrijk voor de ontsluiting van de haven van Zeebrugge, dat weet u, maar dat niet alleen, en daarmee zal het probleem niet worden opgelost, want er zijn ook andere zaken die aandacht verdienen, zoals de zeesluis. Volgens de timing die voorzien was, wilde men daarmee in de loop van 2024 starten. Blijft die timing aangehouden?
Voor de binnenvaartontsluiting zijn er dan nog de Steenbruggebrug en de Dampoortsluis. De Dampoortsluis moet nog verder onderzocht worden, maar voor de Steenbruggebrug zou in 2021 een omgevingsvergunning worden aangevraagd. Klopt deze timing nog? Ik weet dat dit twee specifieke vragen zijn, maar misschien kunt u daar nu een antwoord op geven.
In uw antwoord spreekt u van een ambtelijk overleg, maar ik denk dat u daarbij geen timing hebt vermeld. Wanneer vindt dat overleg plaats en wanneer kunnen we hier in de commissie hierover nog bijkomende of andere vragen stellen?
Minister Peeters heeft het woord.
Dit ambtelijk overleg vindt regelmatig plaats, dus daar houden ze het dossier sowieso warm. Onze administratie zit dus regelmatig samen met Rijkswaterstaat om het een en ander te kunnen blijven opvolgen. Zij kijken nu natuurlijk ook uit naar wanneer het politiek overleg straks zal kunnen plaatsvinden.
Bedoelt u de sluis Gent-Terneuzen?
Neen, de zeesluis in Zeebrugge, de Visartsluis. U zei vorige keer dat in de timing de start in 2024 was voorzien. Misschien kunt u dat eens opzoeken en doormailen?
Ja, dat moeten we bekijken. Ik weet niet wat daar de allerlaatste timing van was. Ik denk zelfs dat wij daar volgende week een uiteenzetting over hebben met de administratie, maar daarvan heb ik op dit ogenblik niet de juiste timing. Mijn excuses. We zullen ook navraag doen naar de Dampoortsluis.
De vraag om uitleg is afgehandeld.