Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de gunning van de Mobiliteitscentrale en de uitrol van de basisbereikbaarheid
Vraag om uitleg over de aanbesteding van de Mobiliteitscentrale en de impact op de uitrol van de basisbereikbaarheid
Vraag om uitleg over de uitrol van het decreet Basisbereikbaarheid
Verslag
De heer Maertens heeft het woord.
Iedereen kent het principe van de bereikbaarheid waarbij we overstappen van een aanbodgericht naar een vraaggericht openbaar vervoer. Daarbij moeten reizigers letterlijk overstappen aan een zogeheten Hoppinpunt.
Oorspronkelijk zou de invoering van de basisbereikbaarheid ingaan op 1 januari 2021, maar de plannen van een aantal vervoerregio’s waren niet tijdig klaar en dus is beslist de invoering uit te stellen tot 1 januari 2022. Er is een tweede keer uitstel verleend nadat er problemen waren opgedoken na de gunning voor de uitbating van de Mobiliteitscentrale. Het contract was gegund aan het Duits-Canadese bedrijf ViaVan, maar de tweede best gerangschikte kandidaat diende met succes een beroep in bij de Raad van State. Daardoor werd de lancering van de basisbereikbaarheid een tweede keer verschoven tot een onbekende datum.
Minister, collega Bex heeft u in juni nog een vraag gesteld over deze problematiek, maar u kon toen nog geen duidelijkheid geven over een nieuwe startdatum. Op 16 juli kwam de gunning voor de Mobiliteitscentrale opnieuw op de agenda van de Vlaamse Regering. Daarbij zou opnieuw ViaVan aangeduid zijn en opnieuw zou een van de concurrenten naar de Raad van State getrokken zijn. Maar, en dat is dan het goede nieuws, het schorsingsverzoek zou bij uiterst dringende noodzakelijkheid verworpen zijn.
Minister, wat is de huidige stand van zaken in dit dossier? Welke stappen hebt u sinds de vraag van de heer Bex op 17 juni gezet om de basisbereikbaarheid verder uit te rollen?
Hebt u intussen al zicht op een nieuwe startdatum voor de basisbereikbaarheid?
Welke initiatieven zult u nemen opdat gebruikers, vervoerregio’s, De Lijn en andere betrokken partners zo snel mogelijk maximale duidelijkheid krijgen over de uitrol van de basisbereikbaarheid?
Pour la petite histoire, ik heb een Vokabedrijfsstage (Vlaams netwerk van ondernemingen) gedaan bij een onderaannemer van De Lijn, en je merkt echt dat men daar zit te wachten op duidelijkheid.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ik zal niet herhalen wat de collega al heeft gezegd.
Vorige week heeft de regering inderdaad haar goedkeuring gegeven aan dat contract met ViaVan. Maar die andere speler zou tegen dat contract eventueel nog naar een burgerlijke rechtbank kunnen stappen met het oog op een schadevergoeding, een procedure die jaren kan aanslepen. Hoe dan ook zou het, nadat het contract is afgesloten, volgens goed ingelichte bronnen, nog minstens een jaar duren voor de Mobiliteitscentrale operationeel kan zijn, als gevolg van de complexiteit van de software die nog ontworpen moet worden. Nochtans zijn zij in een aantal Europese steden ook al bezig met hun systeem. Naast de gunning van de Mobiliteitscentrale moeten nog twee aanbestedingen worden uitgeschreven voor het vervoer op maat, met telkens een gunning voor elk van de vijftien vervoerregio’s.
Het tweede uitstel van de uitrol van de basisbereikbaarheid zorgt voor heel wat onzekerheid bij de verschillende spelers. Eind augustus kregen we een brief van de christelijke vakbond, die zich ook zorgen maakt over wat er gebeurt met de belbus. Heel wat lokale besturen staan er nu wat naar te kijken, maar ook bij de reizigers die dit lezen in de kranten, groeit een zekere onrust. Het is dan ook belangrijk dat er nu snel duidelijkheid komt. Het is ook niet voor niets dat we hier met vier collega’s een aantal vragen stellen.
U weet dat voor onze fractie het verhaal van de Diensten Aangepast Vervoer (DAV’s) heel belangrijk is. Het gaat dan voornamelijk over mensen in een rolstoel, maar ook over andere mindermobielen die daar gebruik van maken. In het voorjaar heeft het departement hun gevraagd of zij ook na 2021 verder hun mobiliteitsdiensten willen blijven aanbieden. Daarbij werd vanuit het departement gecommuniceerd dat er wordt gestreefd naar een verlenging van een jaar, maar dat die termijn nog onzeker is. De DAV’s vroegen daarop om altijd te werken met volledige kalenderjaren, om administratieve en budgettaire redenen. Ik wilde dit nog even onder de aandacht brengen.
Minister, hoe hebt u de gunning precies gewijzigd opdat die nu succesvol is en niet werd geschorst?
Wat is de huidige stand van zaken inzake de Mobiliteitscentrale? Vorige keer hebt u gezegd dat er een soort proefperiode zou worden ingelast. Dat was een hele tijdslijn. Is dat nog altijd diezelfde tijdslijn? We spraken toen toch over een jaar.
Wat is de stand van zaken van de aanbestedingsprocedures voor het vervoer op maat?
Hoe komt u verder tegemoet aan de bezorgdheden van de DAV’s? Beschikken zij over de nodige budgetten daarvoor? Zullen zij binnen dat systeem verder een rol kunnen spelen?
De heer Bex heeft het woord.
Voorzitter, er is al verwezen naar de commissievergadering van 20 mei en 17 juni, waar we deze problematiek al hebben besproken. Wat nog niet werd vermeld, is dat de reden voor de schorsing door de Raad van State bij de eerste toewijzing was dat onvoldoende was nagagaan of de verwerking en de opslag van de data van onze reizigers voldoende veilig zouden gebeuren. Minister, volgens u was dat eerder een probleem van motivering. Ik neem aan dat u ons dadelijk zult uitleggen dat de regering de beslissing op dat vlak nu beter heeft gemotiveerd. U zei op 17 juni ook dat een advies zou moeten worden gevraagd aan de Vlaamse Toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens.
Het bedrijf waarvoor werd gekozen, ViaVan, biedt naast technologische oplossingen zoals een app voor een mobiliteitscentrale, ook concrete vormen van vervoer op maat aan in steden als Berlijn en Amsterdam. Minister, ik neem aan dat u ons kunt toelichten waar we vandaag staan in die procedure. Ik heb ook een aantal vragen over de inwerkingtreding.
Welke andere procedures lopen er momenteel rond de aanbesteding en hoe zit het met het tijdskader?
Op welke manier werd tegemoetgekomen aan de opmerkingen van de Raad van State over de aanbesteding van de Mobiliteitscentrale, met name op het vlak van de bescherming van persoonsgegevens? Hoe schat u de kans op verdere juridische obstakels in?
Hebt u al een advies gevraagd aan de Vlaamse Toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens? Is dat advies al publiek of zal dat publiek worden gemaakt?
Kan ViaVan of een verwante onderneming meedingen naar andere contracten in het kader van basisbereikbaarheid, met name inzake het aanbod van vervoer op maat? Dat is een relevante vraag, want van De Lijn bijvoorbeeld wilden we liever niet dat zij zowel rechter als partij zouden zijn.
Wanneer zal de Mobiliteitscentrale operationeel zijn en wanneer verwacht u dat het decreet Basisbereikbaarheid in werking zal kunnen treden?
Tot slot heb ik nog twee vragen over specifieke diensten. Mevrouw Brouwers heeft al verwezen naar de diensten van De Lijn en de private aannemers, zowel bij de belcentrale als bij de mensen die met de belbussen rijden. Welk perspectief kan De Lijn momenteel bieden aan de werknemers en onderaannemers die deze dienstverlening mogelijk maken? Komt het personeel van de belbuscentrale in aanmerking voor een overstap naar de nieuwe Mobiliteitscentrale? Zijn hierover afspraken gemaakt? Hoe verzekert u dat De Lijn over de nodige middelen beschikt om alle contractuele verplichtingen ten aanzien van werknemers en onderaannemers waar te maken wanneer hun samenwerking beëindigd wordt?
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, ik zal niet herhalen wat al gezegd is over de Mobiliteitscentrale. Ik wil het wel nog hebben over een aantal specifieke elementen rond een aantal besluiten die de Vlaamse Regering vlak voor het reces heeft goedgekeurd, ook in het kader van basisbereikbaarheid, meer bepaald over de exploitatie van het kern- en aanvullend net, over de oprichting van de vervoersautoriteit en over een aantal vereisten voor het beheren van de haltes.
Mijn eerste vraag is dezelfde als die van de collega’s. Wat is de stand van zaken? Wanneer zal de Mobiliteitscentrale operationeel zijn en wat is de nieuwe deadline voor de uitvoering van het decreet Basisbereikbaarheid?
Is er al meer zekerheid over het personeel dat werkt bij de belbuscentrale? Zullen zij hun job kunnen behouden binnen de Mobiliteitscentrale en aan dezelfde voorwaarden?
Wat de vervoersautoriteit betreft, staat in het besluit dat het personeel van De Lijn kan worden overgebracht naar de vervoersautoriteit. Over welke profielen gaat het hier? Hoe zal die knowhow maximaal behouden kunnen worden?
Met betrekking tot artikel 9 van het exploitatiebesluit heb ik een vraag wanneer het gaat over reizigersinformatie. Daarbij is het niet zo duidelijk of in de toekomst reizigersinformatie nog altijd zowel fysiek als digitaal beschikbaar zal blijven. Dit dreigt een heel kluwen en zeer verwarrend te worden voor de reiziger. Ik denk dat er heel wat werk aan de winkel is inzake communicatie, onder meer met de vervoersautoriteit die daar wordt gecreëerd. Hoe verzekert u dat de reizigersinformatie van de verschillende vervoerregio’s coherent en overzichtelijk beschikbaar is voor reizigers?
In artikel 10 van het besluit staat dat enkel nieuwe bussen over audiovisuele halteaankondigingen moeten beschikken. Daaruit zou kunnen worden afgeleid dat dit voor oude bussen niet langer het geval is.
Zijn er ook voorwaarden opgelegd met betrekking tot het aantal plaatsen voorzien voor mensen met een beperkte mobiliteit? Blijft de regeling voor mensen die assistentie nodig hebben, behouden?
In artikel 8 wordt gesteld dat de chauffeur in de toekomst zal beslissen of fietsen, pakjes of voorwerpen kunnen worden toegelaten. Klopt het dan dat dit een wijziging is ten opzichte van de huidige regeling waar normaal fietsen niet zijn toegelaten op de bus en het nu aan de chauffeur is om de beslissing te nemen of fietsen zijn toegelaten?
Minister Peeters heeft het woord.
Het verhaal van de Mobiliteitscentrale gaat al een tijdje mee. De heer Maertens heeft de situatie duidelijk geschetst. Normaal gezien zou het decreet Basisbereikbaarheid, dat dateert van juni 2019, worden uitgerold vanaf januari 2021. Eind 2020 moesten we al aankondigen dat dit niet haalbaar was omdat alle vervoerregioraden OV-plannen (openbaar vervoer) moesten maken, en is de ingangsdatum met een jaar uitgesteld.
Intussen is duidelijk dat ook januari 2022 totaal niet haalbaar is, onder meer als gevolg van de problematiek met de Mobiliteitscentrale. In de initiële planning was het opzet dat die Mobiliteitscentrale begin 2021 zou worden toegewezen. Er zou ruim negen maanden nodig zijn om een en ander te verwerken. Vanaf het najaar zou de Mobiliteitscentrale proefdraaien om vanaf januari 2021 in werking te treden.
Er was vertraging in de procedure. De procedure van de aanbesteding van de Mobiliteitscentrale is opgestart in maart 2020 en pas tot een definitieve sluiting kunnen komen in september 2021. Die procedure heeft een heel stuk langer gelopen, onder meer door twee procedures bij de Raad van State, twee procedures wegens uiterst dringende noodzakelijkheid. Bij de eerste procedure zei de Raad van State dat het besluit van de Vlaamse Regering inderdaad te weinig gemotiveerd was en daarom werd het verzoek tot schorsing van uitrustingsnoodzakelijkheid ingewilligd. Vervolgens was er een tweede arrest van de Raad van State op 19 augustus dat stelt dat de grieven voor een tweede verzoekschrift tot schorsing ongegrond zijn, waarna de contractsluiting kon plaatsvinden.
De contractsluiting met ViaVan is gebeurd op 2 september 2021. Er is dan onmiddellijk in samenspraak met de firma besloten om verder te werken aan het verhaal van DPIA (Data Protection Impact Assessment) en te bekijken hoe er verder moet worden omgegaan met de privacygegevens. Dat was ook een expliciete vraag van de Raad van State en daar wordt op ingegaan. Het hele aspect van privacy wordt ook teruggekoppeld naar de Vlaamse Toezichtcommissie, die daar uiteraard ook advies over zou moeten verlenen.
Dat betekent dat we sowieso een pak later zijn. Dat betekent ook – dat kan ik heel formeel stellen – dat er geen aanvangsdatum zal zijn in 2022. Het wordt ten vroegste januari 2023, maar ik beklemtoon ‘ten vroegste’. Ik zit meer dan eens samen met de administraties die betrokken zijn bij de uitrol van het decreet Basisbereikbaarheid. In juni 2019 had men voor ogen dat alles klaar zou zijn in januari 2021 en dat de volle uitrol dan bezig zou zijn, maar dat blijkt nu helemaal niet het geval te zijn. Er zijn te veel kritische succesfactoren waar vandaag nog geen concreet antwoord op is gegeven.
De Mobiliteitscentrale was er één van, en daar zitten we nu in de finale fase. Zodra het advies van de Vlaamse Toezichtcommissie er is, kan men daar verder mee gaan, kan men zorgen voor het vergaren van alle mogelijke informatie en kan men ervoor zorgen dat er straks een Mobiliteitscentrale zal zijn.
Daarnaast zijn er nog tal van andere aspecten. Ik verwijs naar de Hoppinpunten, de haltes en het haltebeheer. Intussen is er daar nog een verhaal van doorstroming bij gekomen. De tariefintegratie ligt bij de vervoerregioraden, maar ook daar liggen nog heel wat vragen op tafel. Ik verwijs ook naar het vervoer op maat. Jullie kennen het vierlagig model: treinnet, kernnet, aanvullend net en vervoer op maat. Vervoer op maat is daarin een essentiële schakel en de vier schakels moeten perfect matchen en op elkaar zijn afgestemd. Daar staat of valt alles mee. Het vervoer op maat komt ook samen op de Hoppinpunten, de Mobipunten. Ik stel vast dat daar ook vertraging in zit. Ik betreur dat uiteraard. Ik vraag wat dat betreft aan mijn administratie om daar zeker ook een versnelling hoger te schakelen. U zult begrijpen dat als wij geen Hoppinpunten hebben, geen locaties waar reizigers, zeker zij die aangewezen zijn op het vervoer op maat, niet kunnen overschakelen van het ene vervoermiddel op het andere, dit zeer veel ongenoegen kan veroorzaken. Het decreet Basisbereikbaarheid staat of valt daarmee. Daarom moet ook dat vervoer op maat rond zijn.
Met betrekking tot dat vervoer op maat zijn de aanbestedingsprocedures lopende. Dat is hier ook toegelicht door de administratie bij de gedachtewisseling in juni 2021. Er lopen drie soorten bestekken: voor de flex-, de flexplus- en de deelmobiliteit. Men verwacht dat een aantal van die bestekken midden 2022 zullen worden toegewezen.
Als ze worden toegewezen midden 2022 en als er geen procedures bij de Raad van State komen, betekent dit dat het al krap begint te worden om richting januari 2023 te gaan. Ik kan vandaag dan ook niet zeggen wat de datum van inwerkingtreding zal zijn. Ik kan u wel met zekerheid zeggen dat die niet in 2022 zal vallen en dat het ten vroegste in 2023 zal zijn. Wat dat betreft vraag ik opnieuw aan mijn administratie om een tijdspad uit te rekenen, waarbij er een duidelijk antwoord komt op alle kritische factoren, dus ook inzake de Hoppinpunten, de doorstroming, de tariefintegratie en de bestekken van het vervoer op maat, want zonder zal het niet lukken.
De Mobiliteitscentrale mag niet zelf operationeel zijn als vervoerder. Ze moet in alle onafhankelijkheid zorgen voor het matchen van de vraag van de reizigers tussen de verschillende vervoersmodi. Ze mag dus zelf niet actief zijn inzake vervoer op maat en moet als onafhankelijke speler tussen de reiziger en de verschillende aanbieders staan.
Er was ook nog een vraag over het personeel van De Lijn, een vraag die al meermaals in deze commissie aan bod is gekomen. Er is geen verplichting bij de Mobiliteitscentrale om het personeel van De Lijn over te nemen. Ik heb het dan over de buschauffeurs van de belbuscentrale. Zij zullen zeker in 2022 nog volop hun werk hebben. Gelet op de krapte op de arbeidsmarkt zullen zij als chauffeur ingeschakeld kunnen blijven. Daar moeten we niet te lang bij blijven stilstaan. Het personeel van de belbuscentrale zou kunnen worden gecontacteerd door de mensen van ViaVan of de Mobiliteitscentrale, maar dat is opnieuw geen verplichting. Ook daar werkt De Lijn aan mogelijkheden van interne mutatie zodat voor alle werknemers een oplossing op maat wordt gezocht.
Er waren ook vragen over het exploitatiebesluit. Dat werd al principieel goedgekeurd door de Vlaamse Regering en doorloopt nu de reguliere procedures van advies van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA) en de Raad van State.
Op de vragen over de fietsen heb ik daarnet al geantwoord. Er wordt nu een appreciatiebevoegdheid verleend aan de chauffeur. Er is geen automatisch verbod om fietsen op de bus of de tram mee te nemen, maar de chauffeur heeft op dat vlak een appreciatiebevoegdheid en kan daarover oordelen.
Dan kom ik tot het aantal te voorziene plaatsen voor mensen met een beperking. Dit maakt geen deel uit van het exploitatiebesluit. Dit zal wel mee worden opgenomen in de diverse bestekken omtrent vervoer op maat. Ook op dat vlak moet de toekomst meer duidelijkheid geven.
Ik kan u nog zeggen dat de bestekken voor onder andere voor flex en flexplus zo goed als klaar zijn. Ze moeten voor advies naar de Inspectie van Financiën. We zullen dan bekijken hoe dit verder in de markt kan worden geplaatst, wie daar al dan niet op intekent en of er procedures bij de Raad van State – bij hoogdringendheid of ten gronde – worden ingeleid.
Wat betreft de bestekken rond deelsystemen geeft het departement aan dat ze voor een aantal dossiers een technisch bestek aan het opmaken zijn. Ze zullen deze versturen naar diverse mogelijke aanbieders die in het kader van de selectieleidraad in overweging zullen worden genomen. Die selectieleidraad werd gepubliceerd op 2 augustus 2021. De procedure voor de Mobiliteitscentrale heeft anderhalf jaar in beslag genomen. Ik hoop dat het iets vlotter kan gaan voor de bestekken voor vervoer op maat, maar die garantie heb ik nog niet.
De realisatie van de Hoppinpunten, de tariefintegratie, vragen omtrent overschrijdend vervoer bij de verschillende vervoerregioraden, tal van vragen van vervoerregioraden over de middelen inzake vervoer op maat, vragen omtrent de vervoersautoriteit en de aanpassing van de verkeerslichtenregeling … We hebben daarstraks een heel debat gehad over conflictvrije kruispunten ten behoeve van de kwetsbare weggebruiker, terechte vragen. Recent kregen we de vraag om ook heel wat kruispunten aan te pakken op het vlak van doorstroming voor openbaar vervoer. Ook daarvoor zou er een aanpassing van de verkeerslichten moeten komen. Daaromtrent heeft het Agentschap Wegen en Verkeer een timing uitgezet, maar dat neemt ook nog heel wat tijd in beslag.
Wat ook nog moet gebeuren, is het sluiten van het openbaredienstencontract met De Lijn. Ook daar is men nog volop mee bezig.
Kortom, er moet nog heel veel gebeuren, en dat is de reden waarom ik u vandaag geen datum kan geven. Ik zou willen dat ik het wel kon, maar nu een datum vastprikken om dan binnen een half jaar tot de conclusie te komen dat die niet haalbaar is, is ook niet goed. Ik blijf mijn administratie vragen om een tijdspad uit te tekenen. Misschien is het voor deze commissie wel interessant om een uiteenzetting te krijgen van onze administratie over de Hoppinpunten, de haltes en het haltebeheer en de doorstroming, want ik vrees dat daar nog een lange weg te gaan is, waardoor ik mij zorgen maak over de verdere uitrol van het decreet Basisbereikbaarheid. Ik vertel dat hier in alle transparantie. Ik neem aan dat er misschien nog meer vragen zijn, maar ik vrees dat ik daar vandaag niet veel meer antwoorden op kan geven, behalve dat er nog heel veel werk aan de winkel is.
De heer Maertens heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik begrijp dat het ook voor u vervelend is dat u geen echte invoeringsdatum kunt geven. Dat is voor iedereen vervelend, ook voor de medewerkers van De Lijn, voor de mensen die actief zijn in de vervoerregio's, voor onderaannemers. Ik vind het een goede suggestie om alsnog een tijdspad uit te tekenen. U hebt gezegd dat u aan uw administratie hebt gevraagd om een tijdspad voorop te stellen, ook al is dat met bepaalde onzekerheden. Ik denk dat we die in kaart moeten brengen en dat er toch communicatie moet zijn, want op het terrein voel je echt wel die onrust. Mensen zitten klaar om personeel aan te werven of te behouden, wat ook moeilijker aan het worden is. Ook de investeringen zijn belangrijk. Wat doe je met een afgeschreven belbus als je niet weet wanneer het vervoer op maat ingaat? Dat zijn vragen waarop we de mensen in het veld snel een antwoord moeten kunnen geven, al dan niet met bepaalde onzekerheden en reserves.
Over de Hoppinpunten hoor ik u zeggen dat ze vertraging hebben. Hoe komt dat? Waar zit die vertraging? Het wordt misschien in het hele verhaal wat onderbelicht, maar ik vind die Hoppinpunten cruciaal. Volgens mij kun je niet met basisbereikbaarheid starten, met vervoer op maat, met het kern- en aanvullend net, als die Hoppinpunten niet klaar zijn. Waarom? Elke verandering moet zichtbaar zijn voor de gebruiker. We weten dat elke verandering moeilijk is en we maken een grote omslag. We moeten er dan ook voor zorgen dat het voor de mensen zeer duidelijk is, en dus zijn die Hoppinpunten van cruciaal belang. Hoe komt het dat die vertraging hebben opgelopen?
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het uitgebreide antwoord. Het is bijna om ontmoedigd te worden van de verschillende problemen die zich nog stellen vooraleer de basisbereikbaarheid in zal kunnen gaan. U hebt de hele opsomming gegeven. Het is me toch wel wat. Er is nog bijzonder veel werk. Ik vind het dan ook goed dat u aan de administratie vraagt om een tijdspad uit te zetten en dat u ondertussen met alle actoren verder overleg kunt voeren, want dat zal nodig zijn om iedereen bij de les te houden en ervoor te zorgen dat we op het einde niet nog ergens een Hoppinpunt te weinig hebben, bij wijze van spreken.
Ik heb nog een specifieke vraag rond de budgetten. Voor het vervoer op maat hebben we ooit eens een tabelletje gekregen van jaarlijkse budgetten voorzien voor de verschillende vervoerregio’s. Dat ging stelselmatig omhoog. Misschien is dat nog een goede zaak dat we dat geld op dit moment niet meteen nodig hebben. Het zit natuurlijk nog in de belbussen en zo. Het is niet dat daar ergens een potje is dat niet aangeroerd wordt. Maar stel dat we in de loop van 2023 zouden kunnen beginnen, betekent dat dan dat op dat moment toch wel het bedrag dat al hoger was dan voorzien, meteen aangesproken kan worden, waardoor het vervoer op maat al iets uitgebreider kan zijn dan voorzichtig te starten met beperkte budgetten? Ik hoop dat eigenlijk een beetje. Voor 2021 was er normaal 12,1 miljoen euro extra voorzien op wat er al was, en voor 2023 24,2 miljoen euro. Als men daar dan in 2023 mee zou kunnen starten, dan zouden de vervoerregio’s zo snel mogelijk moeten weten: ‘We starten op een hoger bedrag. Misschien kunnen we wat meer doen om onze gebruikers op het platteland toch te helpen om nog ergens te geraken.’
Voorzitter, ik begrijp het. Ik moet stoppen. Mijn vraag is gesteld.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoorden.
Ik heb twee punctuele vragen. Op 17 juni hebt u mij gezegd dat het advies rond privacy pas gevraagd zou worden voor het afsluiten van het contract. Ik citeer u uit het verslag: “Op het moment dat men aan contractafsluiting zou kunnen doen, zou voorafgaandelijk een advies gevraagd worden aan de Vlaamse Toezichtcommissie.” Vandaag zegt u: ‘We hebben het contract gesloten en nu hebben we afgesproken dat we dat advies gaan vragen.’ Ik vind het vervelend dat dat niet zo is zoals u gezegd hebt op 17 juni in het parlement. Ik vraag me af wanneer we dat advies eindelijk mogen verwachten, want daar waren toch wel degelijk ernstige bezwaren, vragen rond privacy. Het gaat hier over gevoelige gegevens van Vlamingen: ziektetoestanden, medische toestanden en verplaatsingsgegevens. De mensen hebben het recht om zeker te zijn dat die gegevens veilig zijn.
Ten tweede heb ik een vraag over het personeel van De Lijn. Wat betreft de chauffeurs, volg ik u voor een stuk. Die arbeidsmarkt is zeer krap. Ik heb net zoals de collega een stage gedaan bij een private vervoerder. Dat is inderdaad de eerste vraag die zij u stellen. Anderzijds heb je ook de mensen die daar bij de centrale werken. Daarvan hoor ik dat u zegt dat die maar een andere job binnen De Lijn moeten krijgen, terwijl men bij De Lijn niet per se een job voor ogen heeft voor die mensen. Moeten we ook niet vanuit de Vlaamse overheid instaan voor dat sociaal passief dat daar ontstaat?
Ik vind het toch ook hallucinant dat we hier vandaag horen dat er geen uitvoering van dat decreet komt voor 1 januari 2023. U houdt al een slag om de arm om te zeggen dat het misschien nog later zal zijn. We weten dat het dan ofwel juli 2023 zal moeten zijn, ofwel dat het voor de verkiezingen niet meer komt. Want u gaat die hervorming niet invoeren op 1 januari 2024 om in juni naar de kiezer te gaan. Eigenlijk is dit een halve begrafenis van het decreet Basisbereikbaarheid deze legislatuur. Dat is wat u hier zegt. Een paar maanden geleden zei u hier nog dat u met uw administratie gesproken hebt en dat zij zeggen dat ze geen enkele indicatie zien dat we de timing voor 1 januari niet zouden kunnen halen. Ik vraag me ten eerste af hoe u naar uw administratie gereageerd hebt toen bleek dat er ineens zo veel problemen opdoken. Heeft men dat dan voor u geheimgehouden?
Ten tweede, u beslist nu toch om dat contract van de Mobiliteitscentrale af te sluiten: 100 miljoen euro over acht jaar. Gaan we dus aan het betalen zijn voor een Mobiliteitscentrale, elk jaar een pak geld, waar we pas binnen een paar jaar misschien plezier van zullen hebben? Minister, dat is ook mijn vraag aan u. Vanaf wanneer moeten we beginnen te betalen voor die Mobiliteitscentrale, en gaan we daarvoor moeten betalen wanneer die eigenlijk nog niet zal kunnen werken?
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Daarstraks was men bezig over de heel omstandige antwoorden die u altijd geeft, maar wat dit betreft blijven we vandaag met heel veel vragen zitten. Eigenlijk is het hallucinant. U zegt dat de uitrol sowieso minimaal twee jaar vertraging oploopt ten opzichte van de initiële timing, maar eigenlijk zegt u inderdaad dat zelfs die twee jaar wellicht niet haalbaar is, dat er nog ontzettend veel werk is en heel veel onduidelijkheid. Eigenlijk zegt u dat niets vlot loopt, dat er overal vraagtekens bij geplaatst kunnen worden en dat de administratie haar werk niet doet. En u als bevoegde minister, kunt ons niet zeggen wanneer dit ooit goed zou kunnen komen. Moeten we niet het hele decreet Basisbereikbaarheid stilletjes in vraag stellen? Want, minister, het minste wat u zou kunnen doen, is toegeven dat hier te veel hooi op de vork genomen is, dat dit gewoon niet realistisch is. Bovendien maakt men er een ontzettend complex verhaal van. Ik heb dat in de vraagstelling ook gezegd. Men maakt mobiliteitscentrales, exploitanten, vervoerregio’s en vervoersautoriteiten. Op den duur ga je door de bomen het bos niet meer zien. De vraag is wie daar de grootste dupe van gaat zijn. Ik vrees dat dat de reiziger gaat zijn. Het zal ontzettend complex zijn om heel dat verhaal te coördineren, laat staan dat men nog aan de reiziger gaat kunnen uitleggen wanneer hij welk vervoersmiddel gaat kunnen nemen.
Er is nog een ander puntje: het openbaarvervoercontract dat nog gesloten moet worden. In die beslissingen die vlak voor de zomer genomen zijn, is ook alleszins gebleken dat er veel minder decretaal vastgelegd gaat worden. Er gaat veel meer geregeld worden via het openbaarvervoercontract, waardoor ik me ook zorgen maak dat de Vlaamse Regering veel minder vat gaat hebben en veel minder sturend gaat kunnen optreden wat ons openbaar vervoer betreft.
Tot slot is er het laatste element, de fietsen: de appreciatiebevoegdheid van de chauffeur betekent de facto totale willekeur. Je weet niet op voorhand of je met je fiets op een bus kunt stappen, want het is de chauffeur die beslist. Je weet niet op voorhand welke chauffeur het is. Of dat een goede evolutie is, durf ik ook in vraag te stellen. Ik veronderstel dat we dit nog heel vaak zullen bediscussiëren.
De heer Brouns heeft het woord.
Wat de Hoppinpunten betreft, daar stelt zich inderdaad de vraag: waarom daar al niet mee doorgaan? Als lokaal bestuur kunnen we daar vandaag niet snel genoeg mee starten, want er is inderdaad gezegd dat dat een schakel is, een heel belangrijk knooppunt tussen dat vervoer op maat in de toekomst en uw functionele lijnen. Maar we wachten op uw vademecum: geen tweehonderd bladzijden, maar een aantal heel duidelijke afspraken die erin zijn opgenomen, welke functionaliteiten we mogen verwachten en uiteraard de focus op de fiets. Als we de modal shift daar willen realiseren, richt die dan vandaag al in. Zorg dat de fietser daar overdekte stallingen heeft. Zo praktisch gaat de discussie vandaag. Neem dat op met het agentschap om daar ten minste al groen licht te geven. We moeten niet wachten op de discussie rond de Mobiliteitscentrale, want we kunnen vandaag al perfect lokaal starten met de inrichting van de Hoppinpunten, maar geef ons daar een aantal guidelines over hoe die er mogen en kunnen uitzien. Nogmaals: geen tweehonderd bladzijden, maar een vademecum van enkele bladzijden. Daar kunnen we dan al mee van start gaan.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, ik reageer een beetje in dezelfde lijn als de collega van daarnet. Het zijn natuurlijk problemen, maar de steden zijn er wel al een beetje op voorbereid. De bushaltes zijn al veranderd. Ik ben ook schepen van Openbaar Domein. Omdat wij ook al overschakelen naar een ander model, moeten er veel nieuwe bushaltes worden gecreëerd. We kunnen moeilijk die bushaltes creëren als daar straks geen bus rijdt en er dan andere wegdoen. Ik ben ervan overtuigd dat u alles in het werk stelt om met uw dossier vooruit te gaan. Misschien is het ook goed om via een soort omzendbrief de burgemeesters of de mensen die bevoegd zijn voor mobiliteit en openbare werken in te lichten dat het misschien beter is om toch bepaalde zaken on hold te zetten. Er is altijd veel werk in de planning. Ik denk dat het zeer belangrijk is dat daar enige duidelijkheid over komt, want anders zullen de vragen maar blijven komen.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u voor de bijkomende bedenkingen en/of tussenkomsten.
Mijnheer Bex en mevrouw Robeyns, ik wil eerst heel duidelijk stellen dat ik hier niet een decreet aan het begraven ben. Ik heb gewoon gezegd waar het op staat.
Mijnheer Bex, u zegt dat het hallucinant is en dat er niets vooruitgaat en dat alles fout zit. Ik heb gewoon gezegd waar het op staat. Wij hebben in juni 2019 een decreet goedgekeurd in het Vlaams Parlement. Dat decreet zag als datum om uitgerold te zijn in januari 2021. Maar vandaag, september 2021, is duidelijk dat januari 2021, maar ook januari 2022, niet haalbaar zal zijn.
Ik zeg ook duidelijk dat er in 2022 niets zal veranderen. Een aantal collega’s hebben immers de terechte bedenking gemaakt: ‘Wat met de DAV’s en de MAV’s (Mobiliteitscentrales Aangepast Vervoer)? Wat met de belbussen?’ Men moet contracten opzeggen. De pachters bij De Lijn moeten ook weten waar ze aan toe zijn. Voor sommigen zijn dat contracten die acht maanden van tevoren moeten worden opgezegd. Voor al die mensen moet er inderdaad duidelijkheid zijn. De duidelijkheid die ze vandaag sowieso krijgen, is dat minstens het hele jaar 2022 er niets zal veranderen.
Als men mij vandaag zwart op wit zou kunnen zeggen dat januari 2023 een evidentie zou zijn om het te kunnen uitrollen, dan zal het januari 2023 zijn. Maar dat zegt men mij vandaag niet omdat er nog te veel puzzelstukken niet op hun plaats zijn gevallen. Wat dat betreft, verwijs ik opnieuw naar tal van vragen die er nog liggen. Ze zijn alweer vernoemd: een aantal aspecten van de Hoppinpunten en van regelgeving waarop men wacht, en dergelijke. Als die puzzelstukjes allemaal mooi en perfect in elkaar vallen, dan kan het uitrollen. Ik maak mij wel wat zorgen over het bestek ‘vervoer op maat’, over de flexbussen, over de flexplusbussen, en zeker over de deelmobiliteit. Als het vervoer op maat en de Hoppinpunten er niet zijn en als ik in de zomer van 2022 zie dat er problemen zouden zijn, en ik pin mij nu al vast op de januari 2023, dan moet ik al voor de vierde keer met een uitstel komen. Dan denk ik dat we onszelf ook iets aan het wijsmaken zijn.
We houden dus nog vast aan al die principes in het decreet Basisbereikbaarheid. Ik denk dat het lovenswaardige principes zijn. Alleen zeg ik dat het niet in 2022 zal zijn. En of januari 2023 haalbaar zal zijn, dat weet ik pas als er volop duidelijkheid is rond de Hoppinpunten en het vervoer op maat en tout court over vervoersautoriteit en al die aspecten die nog moeten volgen.
Collega Brouns maakte de terechte bedenking: ‘Geef ons de guidelines en handvatten van hoe die Hoppinpunten er moeten uitzien.’ Ik heb vernomen dat specifiek naar aanleiding van het verhaal van de vragen van de steden en gemeenten een ontwerpwijzer van het Departement MOW in opmaak is. Dat had natuurlijk al klaar kunnen zijn. Die bedenking heb ik mij ook gemaakt. Ik denk dat een aantal mensen zich ook die bedenking maken. Dat had al klaar kunnen zijn. Maar alleszins heeft men een ontwerpwijzer. Men is ook bezig met die andere bestuurlijke aanpak. Daar moeten we andermaal ons MIA-verhaal (Mobiliteit Innovatief Aanpakken) op toepassen.
Alleszins heeft men nu voor die Hoppinpunten een unieke verantwoordingsnota opgemaakt. Normaliter zou dat per infrastructurele ingreep moeten worden opgemaakt. Nu heeft men toch gewerkt aan een soort standaard unieke verantwoordingsnota, waarmee men een 350-tal Hoppinpunten kan laten doorgaan. 350 Hoppinpunten! Herinner u dat wij deze legislatuur 105 miljoen euro hadden uitgetrokken voor een 1000-tal Hoppinpunten. Herinner u ook dat de vervoerregioraden moeten bepalen waar die Hoppinpunten komen, en dat een aantal raden dit al definitief hebben afgevinkt. Een aantal hebben dit nog niet gedaan. We zitten om en bij de 1700 Hoppinpunten. Vandaag zijn die er nog niet. Dat is een essentiële voorwaarde om opnieuw het hele verhaal van de basisbereikbaarheid te kunnen doen slagen.
Wij moeten dus duidelijkheid hebben over het tijdspad van de volledige uitrol van onze Hoppinpunten, over het verhaal van de doorstroming, het verhaal van de tariefintegratie, en het verhaal van de inwerkingtreding van die Mobiliteitscentrale. Ik heb daarstraks gezegd dat die moet kunnen proefdraaien. Die zal een negental maanden nodig hebben voor alle informatievragen en dergelijke meer. Dan zullen er nog een aantal maanden nodig zijn om proef te draaien, met de input van de verschillende deelmobiliteitaanbieders. Ze zullen daar nog sowieso het komende jaar, 2022, ruimschoots voor nodig hebben.
Mijnheer Bex, u wilt het hier voorstellen alsof ik foute dingen communiceer in deze commissie. Ik heb altijd gezegd dat ik heel transparant ben over alles wat wij tot op heden hebben gedaan. De Raad van State heeft het vernietigd vanwege een gebrek inzake de motivering met betrekking tot de privacygevoelige materie. Op grond daarvan hebben wij het dossier teruggetrokken en opnieuw gegund met een uitgebreidere motivering. Op grond daarvan heeft de Raad van State de indiener van een tweede verzoekschrift tot uiterst dringende noodzakelijkheid verworpen. We konden dan dus gunnen.
Ik heb inderdaad gezegd dat we ook een advies vragen aan de Vlaamse Toezichtcommissie. Wat blijkt? Die Vlaamse Toezichtcommissie zou maar een advies geven nadat er effectief een vergunning is verleend. Vandaar dat de gunning is verleend. De contractsluiting is gebeurd. Alles van privacymaterie staat nu even on hold. We maken een plan, en dat gaat naar de Vlaamse Toezichtcommissie, die zich daar dan over zal buigen.
Weten wij nu voor 100 procent zeker dat dat een gunstig advies zal zijn? Neen. Ik verwacht dat de Vlaamse Toezichtcommissie daar in alle eerlijkheid en objectiviteit over zal oordelen. Vandaar dat het zaak is om op basis van de elementen die de Raad van State heeft aangekaart en van de input van onze juridische diensten rond privacygevoelige materie, te komen tot een sluitend verhaal, en dat we hopelijk ook komen tot een positief advies van de Vlaamse Toezichtcommissie, om dan nadien de uitrol van de Mobiliteitscentrale te kunnen laten doorlopen.
Er is dus, kortom, nog veel werk aan de winkel, zowel qua Hoppinpunten, qua verkeerslichtenregeling, qua vervoersautoriteit en qua tariefintegratie, maar ik hoop zeker dat de lokale besturen zo snel mogelijk werk maken van die Hoppinpunten. We hebben op alle niveaus de vijf soorten Hoppinpunten die er mogelijk zijn. Ik hoor mevrouw Van Volcem al zeggen dat ze daar in Brugge al volop mee bezig zijn. Ik hoop dat heel veel lokale besturen daar volop mee bezig zijn en dat we zo snel mogelijk zoveel mogelijk overstappunten hebben, want daar staat of valt ons hele verhaal van basisbereikbaarheid mee.
De heer Maertens heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoorden. Ik wil mijn collega’s bijtreden: de Hoppinpunten zijn cruciaal. Ik heb dat al gezegd. Maar het zou goed zijn dat de leidraad, als hij er komt, er zeer snel komt, want u weet dat elk lokaal bestuur ten laatste in november de budgetten opmaakt voor het volgende jaar. Als er daarvoor middelen nodig zijn, dan moeten we dat voor die datum weten. Niet alleen de leidraad maar ook het tijdspad is belangrijk. Dat moet op een snelle manier worden gecommuniceerd met de vervoerregio’s. Daardoor kunnen de gemeenten mee zijn in het verhaal.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Dit is een slotopmerking. Ik verwacht geen antwoord meer, maar de vraag over de budgetten voor vervoer op maat … Als u niet meteen kunt antwoorden, kunnen we dat misschien behandelen tijdens de begrotingsbesprekingen.
Mijn excuses. Ik had dat genoteerd. We zijn dat aan het bekijken. We hebben die 6 miljoen euro aangewend voor bepaalde elementen. Een deel zal moeten worden gebruikt voor de belbussen. We nemen die vraag mee in het kader van het budget, want we weten dat er zeker nog heel wat vragen op tafel liggen over de middelen voor vervoer op maat.
Ik denk dat het budget een van de kritische succesfactoren is. We zullen dat verder opvolgen. Maar in elk geval bedankt voor de update.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, ik heb zeker niet gezegd dat alles fout is. Wij staan volledig achter de uitwerking van de Hoppinpunten. We zullen ze nodig hebben. Maar we kunnen toch alleen maar vaststellen dat u hier eerder dit jaar hebt gezegd dat uw administratie u zei dat er geen indicaties waren dat er problemen waren om de hervorming op 1 januari 2022 te laten starten, en dat ze u nu zegt dat er heel veel problemen zijn om ze zelfs maar in 2023 te laten starten. Ik vind dat raar, ik vind dat problematisch en ik neem aan dat u daarover een hartig woordje met uw administratie zult wisselen.
Ik blijf op mijn honger zitten met die twee vragen over de gunning van de Mobiliteitscentrale.
Ten eerste, het is toch wel bijzonder vreemd dat we nu advies vragen aan dat instituut dat de privacy moet garanderen nadat we een contract hebben gesloten. U hebt gezegd dat zij dat advies pas wilden geven na de gunning. Die gunning is gebeurd in juni. Toen had u advies kunnen vragen. Waarom hebt u dan eerst het contract getekend, wat dus tot de bijzondere situatie zou kunnen leiden dat we te horen krijgen dat er problemen zijn met privacygegevens nadat we ons al contractueel hebben verbonden? Is dat wel goed bestuur?
Ten tweede blijft mijn vraag wanneer wij beginnen te betalen voor die Mobiliteitscentrale, wetende dat de kans groot is dat dit dossier over de verkiezingen wordt getild en dat we dus drie jaar lang zullen betalen voor een Mobiliteitscentrale – 100 miljoen euro op 8 jaar, dat is dus tegen de 40 miljoen euro volgens een ruwe schatting. Dat is toch bijzonder veel geld voor iets waarvan we op dit moment nog niet eens weten of we het zullen kunnen gebruiken. Ik vraag mij dus af of het sluiten van een contract op zo korte tijd, deze zomer, zonder de adviezen te vragen en zonder te weten wat de rest van de perspectieven voor de hervorming zijn, wel zo’n goede beslissing was.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, de vraag is natuurlijk of al die problemen, de complexiteit en de krappe timing eerder te voorzien waren. De eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat u daarvoor gewaarschuwd bent. Verschillende instanties hebben u daarvoor gewaarschuwd. De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) heeft u een brief gestuurd. Ik heb een interpellatie gehouden om u te zeggen dat u de tijd moest nemen om een aantal zaken te herdenken en te herzien. U hebt altijd gezegd dat er geen probleem is. Het enige probleem was de procedure bij de Raad van State voor de vernietiging van die gunning voor de Mobiliteitscentrale. Vandaag zijn er opeens voor alle elementen problemen. Alle elementen die u terecht aanhaalt – vervoer op maat, Hoppinpunten, doorstroming, tariefintegratie, de Mobiliteitscentrale die proef moet draaien – stonden allemaal in de brief van de VVSG die u begin dit jaar is gestuurd. Die problemen waren te voorzien. Wanneer ze opgelost gaan worden, dat is natuurlijk een heel andere vraag. U stelt het nu sowieso twee jaar uit: niet voor 1 januari 2023. Uit uw toon lijkt al af te leiden dat het sowieso nog langer zal worden uitgesteld.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.