Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Van oudsher kampen de Centra voor Ambulante Revalidatie (CAR's) met wachtlijsten voor de multidisciplinaire behandeling van kinderen met autismespectrumstoornis (ASS). Er lijkt een tekort aan centra en plaatsen te zijn en er zijn problemen met de intensiteit van de behandeling, waardoor adequate zorg, waaronder logopedie, voor kinderen met autisme niet steeds gegeven kan worden.
Een recente federale beslissing lijkt een gedeeltelijke en tussentijdse oplossing voor kinderen met ASS die bijvoorbeeld ook aan dyslexie lijden. Logopedie was uitgesloten van terugbetaling voor kinderen met ASS, omdat ze multidisciplinaire zorg in een dergelijk revalidatiecentrum zouden moeten krijgen. Hoewel een multidisciplinaire aanpak nodig is, zochten ouders ook de mogelijkheid om hun kind buiten het kader van deze centra een logopedist te laten consulteren. De Conventiecommissie, in de volksnaam Logo-Mut genoemd, heeft nu een consensus bereikt. Indien in het aanvraagdossier uitdrukkelijk wordt vermeld dat er geen oorzakelijk verband bestaat tussen de aanwezigheid van de autismespectrumstoornis en de gediagnosticeerde logopedische stoornis, zal een akkoord voor terugbetaling worden verleend.
Dit akkoord kan ertoe leiden dat meer ouders een weg zoeken richting de monodisciplinaire logopedie, in afwachting van een plaats voor multidisciplinaire zorg in een revalidatiecentrum. Anderzijds blijft een multidisciplinaire behandeling in veel gevallen beter aangepast en per definitie ruimer en breder gecoördineerd dan een monodisciplinaire behandeling, met betere slaagkansen tot gevolg.
Hoe staat het met de wachtlijsten binnen de revalidatiecentra? Welke maatregelen neemt u om die weg te werken? Ziet u daarbij mogelijkheden, bijvoorbeeld in samenwerking met de klassieke eerstelijnsgezondheidszorg?
Verwacht u dat de beslissing om ook monodisciplinaire logopedie terug te betalen de druk op de revalidatiecentra zal doen afnemen? Zal dat altijd een goede zaak zijn voor de patiënten?
Erkent u dat een multidisciplinaire aanpak desalniettemin noodzakelijk blijft?
Minister Beke heeft het woord.
Wel, collega, ik beschik op dit ogenblik niet over specifieke gegevens van de wachtlijsten in de CAR’s, maar het is wel duidelijk dat er knelpunten zijn in de spreiding van het aanbod in Vlaanderen. Met het VIA 6-uitbreidingsbeleid (Vlaams intersectoraal akkoord) hebben we al ingezet op het versterken van de capaciteit in de provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant, aangezien deze regio’s de laagste revalidatiecapaciteit hebben per minderjarige.
Vanaf dit jaar zullen we bijkomend 1,7 miljoen euro investeren in de bestaande blinde vlekken, om die weg te werken en om het revalidatieaanbod in die regio’s toegankelijker te maken. We bespreken op dit ogenblik ook met de sector de concrete verdeling en de inzet van de middelen.
Er is op vandaag een goede samenwerking tussen de CAR's en de diverse eerstelijnsactoren. Zo worden kinderen met ontwikkelingsstoornissen door artsen uit de eerstelijnsgezondheidszorg, zoals kinder- en jeugdpsychiaters, huisartsen, kinderartsen of CLB-artsen naar het CAR doorverwezen op basis van hun zorgnoden en hulpvragen.
Samenwerking met klassieke eerstelijnsgezondheidszorg is uiteraard verder aan te moedigen. Dat geldt ook meer algemeen voor samenwerking tussen de eerstelijnsactoren en de meer gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg of de jeugdhulp.
De beslissing zal voor sommige kinderen met autismespectrumstoornis en een logopedische stoornis zeker mogelijkheden bieden tot terugbetaalbare monodisciplinaire logopedische sessies. Dit is bijvoorbeeld zinvol voor kinderen met ASS die na een periode van multidisciplinaire revalidatie nog nood hebben aan monodisciplinaire logopedische sessies ter behandeling van de logopedische stoornis. Maar deze monodisciplinaire logopedie mag niet beschouwd worden als een vervanging voor multidisciplinaire revalidatietrajecten voor kinderen met ASS die een multidisciplinaire aanpak nodig hebben. Wetenschappelijke literatuur geeft aan dat de behandeling van ASS een multidisciplinaire aanpak vergt.
Maar ASS staat voor een ruim scala aan stoornissen, zoals de benaming zelf al zegt: autismespectrumstoornissen. Het label zegt hier dus lang niet alles. Naast de algemene diagnose moet bij elk kind individueel gekeken worden naar wat de noden voor dat kind precies zijn. En die noden kunnen evolueren doorheen de tijd. Het is daarbij ook perfect mogelijk dat de ondersteuning die het kind nodig heeft om met de impact van ASS om te gaan, kan geboden worden op school en via opvoedingsondersteuning, en dat daarnaast ook een bijkomende behandeling voor spraak- of taalproblemen monodisciplinair door een logopedist kan geboden worden.
Er bestaat veel wetenschappelijke literatuur over het belang van een multidisciplinaire aanpak, bijvoorbeeld vanuit het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE). 'Multidisciplinair' betekent niet dat een kind op elk moment in zijn of haar leven een even intensieve en multidisciplinaire aanpak nodig heeft. Het wil ook niet zeggen dat die multidisciplinaire aanpak steeds vanuit één organisatie moet gebeuren.
Het is in dezen belangrijk dat actoren die rond een kind, of in een gezin, actief zijn en ondersteuning bieden, goed afstemmen met elkaar en informatie delen voor de verdere ontwikkeling van het kind.
Kortom, wat dit initiatief van de federale overheid betreft, denk ik dat dit het belang aantoont van samenwerking tussen de actoren in de eerstelijnsgezondheidszorg onderling, zodat interventies vanuit een logopedist, de huisarts, het CLB, rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp (RTJ), en anderen elkaar kunnen versterken en in teken staan van een gezamenlijke aanpak voor het kind in kwestie.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Ik moet zeggen, minister, dat ik door uw antwoord aan de ene kant erg gerustgesteld ben, en aan de andere kant niet helemaal.
Ik zal beginnen met het gedeelte waarover ik gerustgesteld ben. Ik ben blij dat u zelf ook heel duidelijk maakt dat het ene niet per se een geschikte vervanging van het andere is, en dat een monodisciplinaire aanpak of logopedische hulpverlening aanvullend kan zijn na een eerder traject of in specifieke situaties kan worden toegepast. Ik denk dat ook de federale beslissing een goede zaak is, maar het is natuurlijk geen antwoord op de nood aan multidisciplinaire aanpak die er in de CAR wordt verleend. Dat is het geruststellende gedeelte.
Waar ik dan wel minder gerustgesteld over ben, is over de vraag naar cijfers over de wachtlijsten van de revalidatiecentra, en dat u dan zegt dat u eigenlijk geen actuele cijfers heeft. En dat terwijl er op dit moment gesprekken lopen om bijkomende middelen te gaan verdelen en die verdeling te beslissen. Dat doet u dus op basis van ‘geen cijfers’, als ik het zo scherp mag formuleren.
Minister, ik vraag me af wanneer de verdeling tussen de verschillende CAR’s zal worden bepaald en hoe de middelen zullen worden verdeeld. Ik vraag me af op basis van welke cijfers dit zal gebeuren. Is momenteel nog een inventarisatie van de cijfers aan de gang? Hebt u er zicht op of de nieuwe middelen die worden vrijgemaakt, voldoende zullen zijn om de wachttijden en de wachtlijsten gevoelig te laten afnemen? Op welke manier kunnen wij, Vlaamse volksvertegenwoordigers, en de sector monitoren of er voldoende afbouw van de wachttijden en de wachtlijsten is?
Minister Beke heeft het woord.
Mijnheer Vaneeckhout, de cijfers over de beschikbaarheid van het aanbod zijn wel degelijk aanwezig.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, ik zou u willen vragen die cijfers aan de commissieleden te bezorgen. Ik denk niet dat u nog een antwoord kunt geven, maar ik heb tijdens uw eerste antwoord de reactie gekregen dat u geen zicht op de actuele cijfers hebt. Nu hoor ik dat er wel cijfers zijn. Dat is, voor alle duidelijkheid, een goede zaak, maar ik wil dan wel de meest actuele cijfers over de wachtlijsten en de wachttijden in de CAR’s opvragen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.