Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Sinds het academiejaar 2016-2017 moeten studenten verpleegkunde in het vierde jaar van hun bacheloropleiding gedurende 22 weken ofwel ongeveer 800 uur contractstages lopen. Het is een onbetaalde stage, waarvoor tot vorig jaar deze laatstejaarsstudenten ook geen onkostenvergoeding kregen, maar waar wel initieel bij de opstart van de 4-jarige opleiding, toen door toenmalig minister van onderwijs Crevits, beloftes over werden gemaakt. In het huidige regeerakkoord werd dan opgenomen dat laatstejaarsstudenten in de bachelor verpleegkunde voor dit vierde jaar toch een forfaitaire vergoeding zouden kunnen krijgen, gefinancierd door de betrokken werkgevers.
Minister, vorig jaar keurde de regering een eenmalige regeling tot vergoeding goed als oplossing voor het academiejaar 2019-2020. De eerste studenten die gestart waren met de 4-jarige bacheloropleiding verpleegkunde studeerden toen eind juni 2020 af. Deze toelage bedroeg 1000 euro als tegemoetkoming in de onkosten en had betrekking op circa 1600 studenten.
In de onderwijscommissie van 2 juli vorig jaar stelde minister Weyts dat u tegen het einde van het academiejaar 2020-2021 met een voorstel tot een structurele oplossing zou komen. De bedoeling zou zijn om uiteindelijk de werkgevers te laten instaan voor de onkostenvergoeding van de laatstejaarsstudenten. In de loop van het jaar werd weliswaar duidelijk dat er voor dit academiejaar opnieuw met een eenmalige onkostenregeling zou worden gewerkt en dat een structurele oplossing voorlopig zou uitblijven.
Vorige maand werd dan op de ministerraad van 25 juni beslist dat iedere student die in het academiejaar 2020-2021 een diploma van de 4-jarige bachelor verpleegkunde behaalt, opnieuw in aanmerking komt voor een eenmalige onkostenvergoeding van opnieuw 1000 euro, en dit in afwachting van opnieuw een meer structurele oplossing.
Deze uiteindelijke beslissing om terug een eenmalige vergoeding te voorzien is vrij laat gekomen, opnieuw ruim op het einde van het tweede semester van het academiejaar. Waarom heeft dit zo lang geduurd?
Hoeveel studenten zouden hierdoor dit jaar recht hebben op deze onkostenvergoeding? Hoeveel daarvan zijn studenten die gestart zijn in het academiejaar 2017-2018 en dus het modeltraject hebben doorlopen en hoeveel daarvan zouden nog studenten zijn die gestart waren in 2016-2017, maar door studieduurvertraging vorig academiejaar hun diploma niet behaalden en zodoende nog geen recht hadden op deze onkostenvergoeding?
Studenten die nog in de bachelor Verpleegkunde vertoeven en de komende academiejaren in hun vierde jaar zullen zitten, hopen dat er zo snel mogelijk een meer structurele oplossing komt met een introductie van een VIO-statuut (verpleegkundige in opleiding). Wat is daar de stand van zaken?
Studenten verpleegkunde lopen zowel stage in Vlaamse als federale gezondheidszorg- en welzijnsvoorzieningen. U verklaarde daarrond eerder dat er gesprekken aan de gang waren met het federale niveau en de andere deelstaten om te kijken of men tot gezamenlijke krijtlijnen voor een VIO-statuut zou kunnen komen. Hoe verloopt de communautaire samenwerking op dat vlak? Zitten de andere deelstaten daar op dezelfde lijn als Vlaanderen of zijn er toch wezenlijke verschillen in visie?
Minister Beke heeft het woord.
Sinds het academiejaar 2016-2017 is de studieomvang van de bacheloropleiding verpleegkunde uitgebreid tot 240 studiepunten. De tweede lichting studenten die de uitgebreide opleiding van 240 studiepunten volgt, zit nu in de laatste opleidingsfase, waarin onder meer 800 uren contractstage worden voorzien.
In afwachting van een structurele oplossing werd overleg opgestart met alle betrokken partijen en besliste de Vlaamse Regering om een vergoeding toe te kennen aan de studenten verpleegkunde die afstudeerden in het academiejaar 2019-2020. Corona zorgde ervoor dat ook in het lopende academiejaar nog geen structurele oplossing gevonden kon worden. Om die studenten toch niet in de kou te laten staan, heeft de Vlaamse Regering op mijn voorstel ook dit jaar een inspanning gedaan.
Daarnaast besliste de Vlaamse Regering om toe te werken naar een finale oplossing in samenwerking met de werkgevers. Naar aanleiding van deze beslissing werd samen met de werkgevers meteen gestart met de uitwerking van het VIO-statuut.
De finale doelstelling blijft de introductie van het VIO-statuut. De afgelopen weken werd het overleg hierover hervat. Het overleg vindt plaats op drie niveaus: met de werkgevers; met het onderwijs, op het niveau van het kabinet, de hogescholen en de betrokken studenten; en ten slotte ook met het kabinet van de federale minister van Volksgezondheid en de andere betrokken gemeenschappen.
Alle studenten die afgestudeerd zijn in het academiejaar 2020-2021 met een studieduur van 240 studiepunten, komen in aanmerking voor de onkostenvergoeding. Een exact aantal heb ik dus niet, maar wordt door de administratie geschat op 1600 studenten. Om recht te hebben op die premie dient men af te studeren in 2021. Welk traject de student precies gevolgd heeft, doet er daarbij niet toe.
De gesprekken over het VIO-statuut zijn, zoals ik al aangaf, lopende. De introductie van het VIO-statuut zal ook verschillende consequenties hebben voor de verschillende sectoren. Momenteel maken de werkgevers per sector lijsten met wat voor hen belangrijk is bij de introductie van het VIO-statuut.
Daarnaast wordt op federaal niveau gestart met een werkgroep om de zorgladder, met inbegrip van het VIO-statuut, te bespreken. De regeling der werkzaamheden wordt nog voor het reces afgesproken.
Alle deelstaten gaven aan inhoudelijk mee te willen stappen in het statuut van VIO. In de werkgroep zal blijken waar de gevoelige punten liggen.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister.
Wij van het Vlaams Belang zijn voorstander om van dat laatste jaar van de bachelor verpleegkunde een betaald jaar te maken. Is het voor u dan toch geen optie om die intensieve stage van de laatstejaars verpleegkunde betaald te maken, in plaats van nu enkel voorlopig die onkostenvergoeding te voorzien? Daarover zijn de onderhandelingen bezig, we zullen dus wel zien hoe dat verder loopt. U zei daar eerder al over dat er momenteel op vraag van de studenten, de hogescholen en de werkgevers nog steeds gesproken wordt over die onkostenvergoeding, omdat alle partijen vasthouden aan het statuut van student, dat ook in het vierde jaar van de bachelor verpleegkunde behouden moet blijven. Tijdens de verdere uitwerking van het concept zou dan blijken of alle partijen dit standpunt handhaven.
Het studentenstatuut biedt in vergelijking met het werknemersstatuut enkele grote voordelen, zoals het recht op het groeipakket en studietoelagen of de mogelijkheid een studentenjob uit te oefenen. Er zijn bepaalde wettelijke en financiële verplichtingen waar studenten niet en werknemers wel aan zijn gebonden. Ten opzichte van een onkostenvergoeding, aangevuld met wat andere inkomsten zou in het geval van betaalde stages veel door het loon worden gecompenseerd. Betaald worden om 800 uur stage te lopen, scheelt een hoop. Zien de studentenorganisaties waarmee u in gesprek bent gegaan, dat anders?
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Voorzitter, ik heb dit dossier in het verleden opgevolgd. Ik ben heel tevreden dat de Vlaamse Regering vorige week heeft beslist de forfaitaire vergoeding van 1000 euro te betalen. als we het over het statuut van verpleegkundige in opleiding (VIO) hebben, krijg ik het gevoel dat het om een moeilijk dossier gaat. Het gaat om artsen-assistenten die al een basisopleiding hebben gevolgd, maar de verpleegkundigen in opleiding hebben nog geen basisopleiding gevolgd. Daar knelt het schoentje een beetje. Bovendien zijn niet alle werkgevers in de zorgsector, zoals zelfstandige verpleegkundigen, in staat om een stagiair te betalen.
Minister, ik heb twee concrete vragen. Ik heb het gevoel dat de studenten vragen om het studentenstatuut te behouden omdat een echt loon heel wat nadelen heeft. Wat willen de studenten zelf? Kunnen we de verslagen krijgen van het overleg dat momenteel plaatsvindt?
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, het is goed dat minister Weyts en minister Crevits vorig jaar voor die middelen hebben gezorgd. Ik heb uit uw antwoord begrepen dat de onderhandelingen met de werkgevers niet van een leien dakje lopen. Ik kan dat begrijpen. U voorziet nu zelf in de middelen om dat dit jaar opnieuw op te lossen. Ik dank u ervoor dat we deze groep studenten niet uit de boot laten vallen. Ik wil er, net als een gedeelte van de sector heeft gedaan, in het belang van de kwaliteit voor pleiten die opleiding te verlengen. Een gedeelte van de verlenging van de opleiding zit in de stages. Dat zijn, met andere woorden, bijkomende mensen aan het bed in de sector, maar dat zijn geen fulltime werknemers die op die manier moeten worden betaald. Ik denk dat een compromis mogelijk moet zijn.
Ik wil u oproepen om voor een structurele oplossing te gaan, het overleg voort te zetten, niet tot het eind van volgend jaar te wachten en nu reeds door te onderhandelen, zodat we daar in het begin van volgend jaar uitraken. Dat is zowel in het belang van de studenten en de opleiding, maar ook in het belang van de sector zelf, die daar deels de vruchten van plukt door in de toekomst voldoende personeel te vinden.
Minister Beke heeft het woord.
We hebben ook dit jaar voor een oplossing gezorgd. Hierdoor kunnen we deze mensen honoreren. Het statuut houdt natuurlijk rechten en plichten in. We spreken hierover met alle partijen. De onkostenvergoeding is een onderdeel van de rechten. Het behoud van het studentenstatuut is, ook vanuit een inhoudelijk standpunt, voor iedereen belangrijk. De studentenorganisaties zijn zelf vragende partij om dit statuut te kunnen behouden.
Mijnheer Slagmulder, we zijn in overleg met de studenten. De studenten hebben zelf aangegeven dat hun voorkeur uitgaat naar een onkostenvergoeding met behoud van het studentenstatuut.
Mevrouw De Martelaer, de basisopleiding is nog niet afgewerkt. Dat is een verschil met de artsen.
Ook de werkgevers zijn voorstander van het VIO-statuut. Daarom voeren we die onderhandelingen verder om tot een oplossing te komen.
Mevrouw De Martelaer, de verslagen van de besprekingen betreffen de beslissing die de Vlaamse Regering heeft genomen. Ik heb die daarnet toegelicht evenals de kalender. Het interfederale overleg wordt verder opgestart en als die onderhandelingen lopen, vermoed ik dat de verslagen formeel ter beschikking zullen worden gesteld.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Ik dank de minister voor zijn antwoord. Ik herhaal nog eens dat we er voorstander van zijn om het stagejaar van de bachelor verpleegkunde betalend te maken. Ik hoop dat er alleszins heel snel een structurele oplossing zal komen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.