Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Wij gaan naar Zuid-West-Vlaanderen en dan komen wij automatisch in de textielsector terecht.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
We lazen in de Standaard van vorige week dat werken in de textielsector stilaan een knelpuntberoep wordt. Ik citeer: “Slechts 3 procent van de werknemers in de sector is jonger dan 25 jaar.” Uit cijfers van de RSZ blijkt dat in 2020 slechts 3 procent van het personeel in de sector van textiel jonger is dan 25 jaar. Het personeel in de categorie 26 tot 49 jaar bedraagt meer dan 50 procent en 44 procent van de werknemers was ouder dan 50. Het is duidelijk dat de sector, zeker in mijn regio, aan het vergrijzen is. Volgens het artikel zijn er enkele verklaringen voor het gebrek aan jonge mensen. Het aanbod aan textielopleidingen is beperkt. De sector heeft een wat negatief imago gekregen door de jaren, waardoor jongeren er geen zin meer in hebben. En voorts denken de jongeren dat alle kleren in landen als China worden geproduceerd.
De textielsector in Vlaanderen is doorheen de jaren ook sterk geëvolueerd. In Vlaanderen zijn we ons beginnen te specialiseren in technisch textiel en zijn we dus geleidelijk aan wat weggestapt van het kledingstextiel. Technisch textiel betreft zaken zoals operatieschorten en brandwerende pakken.
Minister, hoe kunnen we het imago van de textielsector positief versterken zodat meer jongeren kiezen voor een beroep in deze sector? In het artikel geeft een jongere die in de sector zit aan dat zijn collega-jongeren misschien beter zouden gemotiveerd worden als ze betere informatie zouden krijgen over wat het werk en de sector inhouden. Zijn er met Vlaanderen plannen om een communicatiecampagne hiervoor op te starten?
Minister Crevits heeft het woord.
Dit is een belangrijke vraag, collega Vanryckeghem. U hebt ook een primeur beet. Ik weet niet wanneer het uw verjaardag is maar er is in deze commissie al aandacht geweest voor heel wat sectoren maar nog niet voor de textielsector. Ik was net als u gisteren aanwezig bij de voorstelling van het relanceplan voor Zuid-West-Vlaanderen. Daarbij is de arbeidsmarktkrapte uiteraard uitvoerig aan bod gekomen.
Ik start mijn antwoord met belangwekkend nieuws. Voor 2025 wordt voorspeld dat de textielsector 1400 arbeidsplaatsen opnieuw zal moeten invullen. Er is maar 1 school in Vlaanderen die textielopleidingen aanbiedt, en dat is de PTI in Kortrijk. Van de 92 leerlingen zijn ze 61 leerlingen ingeschreven in de ontwerpafdeling. Die stromen veelal door naar het hoger onderwijs. Operatoren die de sector heel hard nodig heeft, worden hier dus niet opgeleid. Het aantal leerlingen in de derde graad tso textiel duaal leren is zeer beperkt: zowat 5. Nochtans is de textielsector zeer sterk geëvolueerd en gemoderniseerd. Ik wil heel graag mede mijn schouders zetten onder het opwekken van een positieve connotatie voor de sector: het is een moderne, innovatieve, maatschappelijk noodzakelijke, en economisch lucratieve industrie, een sector met heel wat kansen en loopbaanperspectieven.
De sector kaart die uitdagingen ook al aan in hun nieuwe sectorconvenant 2021-2022 en duaal addendum. Ook voor de textielsector wordt dat dus de komende jaren een prioriteit om hun imago te moderniseren. Ze hebben een aantal concrete engagementen genomen zoals deelname aan studiekeuze- en jobbeurzen, jongeren online te informeren op de sociale media, de website www.wildvantextiel.be, het uitwerken en aanbieden van STEM-games (Science, Technology, Engineering and Mathematics) voor het lager- en secundair onderwijs. Via specifieke projecten zetten ze ook de duurzaamheid in de kijker. Leerkrachten van het textielonderwijs krijgen toegang tot het gratis aanbod van textielopleidingen van het sectorfonds Cobot. De sector wil duaal leren ook extra in de kijker zetten en duale textielrichtingen zijn zeer interessant. Het inzetten op werkbare textieljobs is ook belangrijk. Ik wil van de gelegenheid gebruik maken om nog eens promotie te maken voor de werkbaarheidscheques.
VDAB stimuleert samen met het sectorfonds Cobot de ondernemingen van de sector om hun vacatures kenbaar te maken bij VDAB zodat er van daaruit ingezet kan worden op toeleiding en matching. VDAB bekijkt momenteel ook samen met de sector of de vacatures die op de sectorale website www.wildvantextiel.be gepubliceerd worden, kunnen gekoppeld worden aan de VDAB-vacaturesite.
Met de sector wordt ook gewerkt aan projecten voor werkzoekenden, in samenwerking met de school PTI Kortrijk. Dat project stond als gevolg van de coronacrisis even on hold, maar er is bereidheid om hiermee verder aan de slag te gaan. Ik vind het van belang om in dezen ook op zoek te gaan naar creatieve samenwerkingen en in te zetten op zijinstroom in de textielsector. Daarom heeft VDAB ook de opleiding bachelor in de textieltechnologie erkend voor werkzoekenden, maar ook hier is de instroom op dit ogenblik zeer beperkt.
De sector doet er alles aan om het imago te verbeteren. Er bestaan evenwel geen wondermiddelen, collega Vanryckeghem. Aangezien ook heel wat andere industriële sectoren met dezelfde problematiek worstelen, wil ik ook sterker inzetten op een intersectorale aanpak van deze gelijkaardige uitdagingen in de technische sectoren.
We maken ook een STEM-agenda 2030 op, die op 18 juni door de Vlaamse Regering is goedgekeurd. Daarbij zijn we ook allerhande initiatieven aan het ontwikkelen om de instroom in STEM-beroepen te verhogen. Er zijn ook drie intersectorale adviseurs bij de SERV (Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen) aangesteld om sterker intersectoraal te werken. Er is ook een adviseur ‘competenties en loopbanen’ die van de STEM- en tso/bso-uitdagingen ook een belangrijk werkpunt zal maken.
Ten slotte is er het industrieforum waarin werkgeversfederaties Agoria, Fevia, Fedustria en Essenscia de handen in elkaar slaan om werk te maken van de instroomuitdagingen. Ondersteund door VDAB wordt momenteel nagedacht over een strategisch en operationeel samenwerkingsmodel om nog meer acties te kunnen opstarten.
Collega Vanryckeghem, u hoort dat er enorm veel initiatieven zijn die de sector zelf neemt. De vraag is of ik nog een extra specifieke communicatiecampagne moet opstarten. Dat zou een mogelijkheid zijn, bijvoorbeeld voortvloeiend uit een intersectorale campagne. Daarbij zetten we de textielsector dan specifiek in de kijker. Maar daarover zijn we nog aan het onderhandelen.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoorden. Ik ben gelukkig met uw antwoord, het is absoluut noodzakelijk dat we ons hard inzetten voor onze textielsector, die bijzonder belangrijk is voor onze streek hier in Zuid-West-Vlaanderen, waar de textiel nog springlevend is. Collega Bothuyne weet dat. Het is bijzonder frustrerend om te moeten vaststellen dat zij geen arbeidskrachten vinden voor die heel specifieke sector. Ik dank u voor de inspanningen die u daarvoor doet en nog zult doen.
Ik heb nog een kleine bijkomende vraag. Julie Lietaer van Ariadne Innovation is een samenwerking gestart met Sixie, met de hoop dat de kennis van ouderen uit de sector jongeren warm kan maken, en dat ze misschien onderling wat kennis kunnen uitwisselen. Minister, hoe ziet u de samenwerking tussen Ariadne Innovation en Sixie tegemoet? Kan Vlaanderen ook hiermee iets aanvangen?
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Dat is inderdaad een groot probleem, want die textielsector heeft, ik denk onterecht, een slecht imago. Het heeft ook veel te kampen met vergrijzing, vooral van jongeren die niet noodzakelijk warm worden van een eventuele tewerkstelling hierin. Ik vind ook dat daar een grote taak is weggelegd voor VDAB. Mijn vraag is dan ook of er al manieren zijn uitgetekend voor VDAB over hoe men hiermee zal omgaan. Zal VDAB hier extra inspanningen leveren om die werkzoekenden specifiek naar de textielsector te leiden, of specifiek ook naar andere knelpuntberoepen te leiden?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, bedankt voor de aanvullende vragen. Die samenwerking met Sixie is sowieso goed. Dat is een uitzendkantoor voor 60-plussers. Ik vind dat een hele goede zaak. Collega Malfroot, ik vind ook dat VDAB nog forser moet inzetten op toeleiding.
Maar één link wordt hier niet gemaakt, en dat is de link met het duurzaamheidsverhaal. Zo kom ik ook bij Julie Lietaer. Ik ga daar trouwens binnenkort op bezoek in het kader van het recyclen. Want ik denk dat de textielsector een heel interessante brug is om op duurzaamheid en recyclage te mikken om ook jonge mensen aan te trekken. Heel dat verhaal van de recycleerbare jeansbroeken – de textielvezels die gerecycleerd worden – vind ik iets heel modern, en iets wat veel jongeren zou kunnen aanspreken. Dat is zeker positief.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Dat is voldoende. Dank u wel, voorzitter, en minister.
De vraag om uitleg is afgehandeld.