Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, toen ik de agenda van de Vlaamse Regering bekeek, zag ik dat het individueel maatwerk morgen aan bod komt. Op het moment dat ik de vraag heb ingediend, was ik daar nog niet van op de hoogte. Ik heb aan de commissievoorzitter gevraagd om een hoorzitting en gedachtewisseling te organiseren over individueel maatwerk nadat onder meer de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) een advies heeft geformuleerd. Op die manier kunnen we het standpunt van de andere actoren vernemen en kunnen we ten gronde ingaan op dit thema. Ik begrijp dat we nog even geduld moeten hebben tot morgen om meer te vernemen over dit dossier.
Recent maakte GRIP vzw hun standpunt bekend over ondersteuning en begeleiding bij inclusief werk en over individueel maatwerk. Volgens GRIP dient het decreet Individueel Maatwerk de nodige hefbomen te installeren om een serieuze stap vooruit te zetten op het vlak van het recht op inclusief werk. Dit is volgens hen enkel mogelijk wanneer er stevige maatregelen worden voorzien die zorgen voor de nodige begeleiding en ondersteuning. Deze maatregelen moeten zowel werkgevers steunen om hun werkplekken inclusief te maken, als werknemers met een arbeidshandicap steunen om op een duurzame manier binnen de reguliere economie te kunnen werken.
GRIP formuleerde dan ook tien principes, die voor hen elementair zijn in de uitwerking van het individueel maatwerk. Ten eerste, een stevig kader voor inclusief werk. Ten tweede, elke persoon met een handicap kan er een beroep op doen. Ten derde, het toepassingsgebied is enkel de reguliere arbeidsmarkt. Ten vierde, het moet losstaan van het begeleidingskader. Ten vijfde, zelfregie is verankerd met persoonsvolgend budget. Ten zesde, keuze van inzetbaarheid. Ten zevende, voldoende en gepaste ondersteuning is cruciaal, indien nodig ook persoonlijke assistentie. Ten achtste, zonder een gepaste toeleiding geen inclusief werk. Ten negende, uitkeringen dienen flexibeler ingezet te kunnen worden om werken te stimuleren. Ten tiende, een brede verspreiding van het decreet Individueel Maatwerk.
Ik heb daarover enkele vragen.
Hoe staat u tegenover de standpuntnota en de oproep van GRIP met betrekking tot het individueel maatwerk?
Op welke manier zullen de tien principes worden meegenomen bij de uitwerking van het decreet individueel maatwerk?
Hoe worden de andere actoren betrokken bij het uitwerken van het decreet?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Claes, ik dank u voor uw vraag. Enkele weken geleden hebben we hier nog uitgebreid over gedebatteerd.
De timing van GRIP om een standpuntnota over individueel maatwerk publiek te maken, is gepast. We zitten in de laatste fase van het ontwerp van decreet.
Ik vind het heel positief dat GRIP over inclusief werk een uitgebreide standpuntnota heeft geschreven maar die nota gaat wel ruimer dan louter het individueel maatwerk. Er is onder meer een opsomming van de algemene principes volgens GRIP over een inclusieve samenleving en werken, een contextverkenning en een korte analyse van de huidige situatie in Vlaanderen.
Hun nota gaat ook over het belang van een breder diversiteitsbeleid, het recht op werk, loon naar werk, werkbaar werk, zelfregie en zelfbeschikking, ondersteuning en begeleiding.
In hoofdstuk 7 somt GRIP een aantal verwachtingen inzake inclusief werk op en in hoofdstuk 8 doet GRIP een aantal concrete voorstellen rond individueel maatwerk.
Een aantal principes en voorstellen kan ik zeker volgen, een aantal andere verwachtingen zijn minder evident. We spelen kort op de bal. We zitten op zeer korte termijn, namelijk volgende maandag, samen met GRIP om hun standpuntnota te bespreken.
Met het individueel maatwerk wil ik de nodige hefbomen installeren om een flinke stap voorwaarts te zetten op het vlak van een inclusieve arbeidsmarkt. Er is een ondersteuningskader, een loonpremie, een begeleidingspremie, een terugkeerfunctie waar we het al uitgebreid over hebben gehad.
Het zal aan VDAB zijn, bijvoorbeeld via het Gespecialiseerd Team Bemiddeling (GTB) om te beoordelen en te bepalen of een persoon op basis van zijn arbeidsbeperking in aanmerking komt voor individueel maatwerk. De toeleiding gebeurt op basis van het ICF-onderzoek (International Classification of Functioning, Disability and Health) of op basis van bepaalde attesten met betrekking tot de erkenning van een handicap.
In het huidige voorontwerp van decreet zijn alvast de nodige decretale kapstokken opgenomen om een stevig beleidskader voor inclusief werken op te maken. Het gaat ook om een heel complex dossier waar we vier tewerkstellingsmaatregelen willen integreren: de Vlaamse ondersteuningspremie (VOP), de sociale inschakelingseconomie (SINE), lokale diensteneconomie (LDE) en de maatwerkafdelingen. Dat is ook budgettair een hele uitdaging.
Wij gaan uiteraard in dialoog met de verschillende stakeholders en betrokken actoren. Ik vind het belangrijk dat er een draagvlak is maar op een bepaald moment moeten we ook springen. Daarbij moet iedereen uit zijn comfortzone komen.
In het VESOC-akkoord (Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité) ‘Alle hens aan dek’ besteden we ook aandacht aan inclusieve werkvloeren. Ons beleid is erop gericht ondernemingen vertrouwd te maken met die cultuur en hen te ondersteunen bij het realiseren van inclusieve werkvloeren.
Ik denk bijvoorbeeld aan de ESF-oproep (Europees Sociaal Fonds) nummer 500 ‘Inclusieve ondernemingen’. Via die oproep wil ik ondernemingen in Vlaanderen bewust maken van alle talenten op de arbeidsmarkt.
Er zijn ook de sectorconvenanten die inzetten op het bekendmaken en promoten van inclusief ondernemerschap, onder andere via de addenda non-discriminatie en inclusie.
Het nakende decreet betreffende het individueel maatwerk zal een belangrijke impuls geven aan onze ambities op het vlak van een sterke inclusieve arbeidsmarkt. Ik hoop dat alle partijen in dit Vlaams Parlement hier voluit hun schouders onder zullen zetten.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het antwoord. Ik ben alvast positief dat u in gesprek gaat met GRIP over de standpuntnota. Ik vraag me wel af of er op termijn nog zulke gesprekken gepland zijn met actoren uit de sector. Ik heb niet veel bijkomende vragen want ik weet dat we in de toekomst zeker nog dieper zullen ingaan op dit dossier, onder meer tijdens die hoorzittingen in het najaar.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Er is de voorbije weken inderdaad al meermaals gesproken over het ontwerp van decreet over individueel maatwerk. Het is toch wel belangrijk te melden dat GRIP inderdaad in een standpuntnota over individueel maatwerk, mogelijkheden ziet om de kloof te dichten tussen mensen met een arbeidshandicap en mensen zonder arbeidshandicap.
Zo zal het individueel maatwerk op diverse vlakken een erg belangrijk instrument zijn om de sociale economie dichter bij de reguliere economie te brengen. Ik volg collega Claes: we moeten afwachten wat er finaal op tafel ligt. Binnenkort gaan we dan graag ook in overleg met alle actoren om onder andere te leren hoe we bedrijven met heel veel ervaring op het vlak van inclusief werken en andere die minder ervaring hebben, dichter bij elkaar kunnen brengen.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik vond het eigenlijk een heel interessante vraag. Het is ook een groot probleem, want het is natuurlijk zo dat er een lagere werkzaamheidsgraad is bij mensen met een arbeidshandicap, dat het moeilijk is om hen aan de slag te krijgen. De diverse hoorzittingen die we hieromtrent al hebben gehad, hebben ook duidelijk gemaakt dat deze problematiek eigenlijk vanuit verschillende invalshoeken moet worden benaderd. Ik denk ook dat het voor de Vlaamse Regering bijna onmogelijk of heel moeilijk is om een doortastend maatwerkbeleid te voeren zonder de steun en medewerking van de federale collega’s en andere instellingen, maar ook van de ziekenfondsen. Bovendien zit het probleem natuurlijk ook bij de werknemers, die moeten worden geënthousiasmeerd om talentvolle personen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan te werven. Wij volgen dat dus ook zeker mee op. Het is een interessant ontwerp van decreet waaraan u werkt. We zullen daar in de toekomst ook nog dieper op ingaan. Ik wens u alvast veel succes met het uitwerken ervan. Ik heb geen verdere vragen, maar wou deze beschouwing alvast meegeven.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, dank u wel voor de interesse, ook in dit dossier. Collega Claes, mijn kabinet, en heel in het bijzonder mijn adjunct-kabinetschef, heeft dag en nacht gesprekken met de sector, bij wijze van spreken dan, want ik weet niet met wie hij in het midden van de nacht zou spreken daarover. We spreken dus met de sector van de sociale economie, met de reguliere economie, met alle mogelijke partners en betrokken actoren, net om het draagvlak te versterken. Dit is technisch complex, maar dat mag er ons niet van weerhouden om nu de sprong te maken. Ik wil toch ook wel een pluim geven aan Bavo Smits van mijn kabinet, die dat doet. Het is een titanenwerk om heldere sporen te trekken doorheen alle belangen die er ter zake zijn, en er ook voor te zorgen dat we meer dan vandaag opportuniteiten creëren voor mensen om aan individueel maatwerk te doen. Dat is mijn ambitie voor deze legislatuur. Ik dacht dat er al hoorzittingen zijn geweest. Ik zou het dus spijtig vinden mocht men nu nog eens een hele batterij hoorzittingen doen. Ik wil vooruit met dat ontwerp van decreet. Ik laat het natuurlijk aan de commissie over, maar jullie hebben op voorhand van alles georganiseerd om ook een goed inzicht te krijgen, dus ik weet niet wat er nog zoal zou moeten gebeuren. Het ontwerp van decreet moet eerst minstens principieel worden goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Voorzitter, ik denk dat dat van belang is. Ook als we vaststellen dat men binnen de sector niet op één lijn zit, dan zal het van belang zijn om toch de sprong te maken. Ik geloof er heel sterk in en ik weet dat collega Claes en collega Vandromme, én ook collega Malfroot, heel sterk geloven in de mogelijkheden van individueel maatwerk om een doorbraak te realiseren op de weg naar een meer inclusieve arbeidsmarkt.
Wat die hoorzitting betreft: de bedoeling is dat we die nog organiseren als we eenmaal de adviezen hebben en we na de eerste lezing van het ontwerp van decreet naar een tweede lezing gaan. Dat zal dus allicht voor september zijn.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, dank u wel. Het is vast een hele uitdaging. Dat begrijp ik ook. Ik vind het alvast goed dat er wordt geluisterd naar de sector, en ook naar wat er leeft. Ik kijk alvast uit naar hoe dit verder zal verlopen. In het najaar zullen we dan zeker dit thema nog eens grondig bespreken hier in de commissie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.