Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Op woensdag 23 juni 2020 gaf de Europese Commissie haar groen licht voor het federale herstelplan. Dat betekent dat de verschillende regeringen aanspraak kunnen maken op een kleine 6 miljard euro. Het grootste deel van het Europese geld gaat naar Vlaanderen, namelijk 2,25 miljard euro. Het federaal herstelplan kwam tot stand na overleg met de regio's, dus echt bottom-up, dat zit wel goed. Er zitten dus heel wat Vlaamse projecten in dat relanceplan.
De Commissie oordeelt zelfs dat 50 procent van de middelen wordt gebruikt voor klimaatgerelateerde maatregelen, zoals de renovatie van openbare en particuliere gebouwen om die energie-efficiënter te maken en de uitrol van alternatieve energietechnologieën. 27 procent van de toegewezen middelen zullen worden gebruikt voor de digitale transitie. Eerder verklaarde u zelf, minister: “alle maatregelen van het plan Vlaamse Veerkracht te willen uitvoeren. Het akkoord verandert daar eigenlijk niets aan.”
Nu de Europese Commissie haar groen licht gegeven heeft, heb ik volgende vraag. Welke impact heeft dit fiat concreet op het Vlaams Relanceplan wat de timing en de uitrol betreft?
Minister Crevits heeft het woord.
De Europese commissie heeft vorige week inderdaad haar fiat gegeven voor het Belgisch relanceplan. De beoordeling van de Commissie is globaal genomen positief, en dat geldt dus ook voor de Vlaamse hervormingen en projecten.
Ten eerste heeft de Commissie gezegd dat het plan investeringen bevat die naar verwachting een blijvend effect zullen hebben en de groene en digitale transitie van de economie zullen ondersteunen. Ten tweede zullen de digitale maatregelen in het plan een gunstig effect hebben op de kwaliteit van de diensten, het ondernemingsklimaat en het optimale gebruik van overheidsgegevens.
Ten derde draagt het plan bij aan de doelstelling om 3 procent van het Belgisch bbp te besteden aan O&O-investeringen (onderzoek en ontwikkeling). Ik hoop dat jullie allen massaal mijn bericht hebben gedeeld dat we de lat geraakt hebben. We gaan in Vlaanderen zelfs verder dan de norm. De meest recent cijfers zijn superpositief. Ten vierde zullen de voorgestelde investeringen en beleidsmaatregelen die de energie-efficiëntie verbeteren en de digitale infrastructuur uitrollen naar verwachting het concurrentievermogen en het groeipotentieel gunstig beïnvloeden.
Tot slot staat de Commissie ook stil bij de hervormingen gelinkt aan de jaarlijkse landenspecifieke aanbevelingen. De Commissie toont zich wel tevreden dat het plan ook maatregelen bevat die een actiever arbeidsmarktbeleid zullen bevorderen. Globaal genomen is men dus positief.
De goedkeuring betekent dat de projecten en hervormingen uit het plan Vlaamse Veerkracht die we ingebracht hebben groen licht krijgen. Concreet gaat het over 2,25 miljard euro van de 4,3 miljard euro voor het totale plan. De goedkeuring van het plan is goed nieuws voor de Vlaamse begroting. België heeft aan de Commissie te kennen gegeven dat ze de mogelijkheid van 13 procent voorfinanciering wil opnemen. Dat betekent dat nog dit jaar iets meer dan 223 miljoen op Vlaamse rekeningen zal staan.
Maar uiteraard hoort er bij de nationale plannen van de lidstaten ook een monitorings- en beheersstructuur. Het is de Commissie die zal monitoren of we de mijlpalen en targets die we zelf hebben voorgesteld in het plan ook daadwerkelijk behalen. Het gaat om haalbare maar ambitieuze mijlpalen en targets.
Kort na de beslissing van de Europese Commissie heb ik ook duidelijk gemaakt dat mijn werk niet af is, maar een consequente opvolging van mijn administraties veronderstelt. Ik neem die handschoen absoluut op. Het gaat voor mijn bevoegdheden over 600 miljoen euro.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord. Wat mij inderdaad interesseert in uw antwoord is dat u zegt dat we 13 procent voorfinanciering krijgen. De monitoring moet nog verder gebeuren, enzovoort. Nu, u weet dat ik ook lid ben van het Comité van de Regio’s, en daar drukken wij nogal vaak op het principe van ‘direct access to funding’. Dat wil zeggen dat de regio’s die de projecten aangaan, ook zeker zijn dat dat geld snel bij hen komt. Hier zul je voor een stuk afhankelijk zijn van het federale niveau, veronderstel ik. Dus ik neem aan dat de monitoring moet gebeuren op Vlaams niveau. Vlaanderen moet het doorgeven aan het federale en het federale moet het doorgeven aan Europa. En daarna gaat het omgekeerd: als Europa het dan goedkeurt komt het geld binnen bij het federale, en wordt het dan doorgestort. Is dat correct zoals ik het omschrijf of niet?
Minister Crevits heeft het woord.
Dat geldt natuurlijk in de twee richtingen, collega Gryffroy. Wij zijn een beetje afhankelijk van het federale, maar het federale is ook afhankelijk van ons. Het zal erop aankomen om goed samen te werken.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Juist, het is een kwestie van goed samenwerken, maar dan in de twee richtingen. Het zijn wel wij die de projecten voorfinancieren, als ik het zo mag uitdrukken. Als we willen dat onze projecten sneller gefinancierd worden vanuit Europa, moeten wij inderdaad zelf goed monitoren. En dan is het enkel te hopen dat er een goede samenwerking is met het federale niveau. Want als het federale het niet tijdig doorgeeft of er komen andere problemen naar boven, dan moeten we wel op tijd onze middelen krijgen. Anders krijgen we wel een probleem naar de begroting toe. Het is gewoon een bezorgdheid.
We zullen in de gaten moeten houden dat dat goed gemonitord wordt, niet enkel binnen Vlaanderen. We hebben nog een tussenstap, België, die de monitoring moet verzamelen en dat moet doorsturen naar Europa, om zo die gelden binnen te krijgen in België, en het dan zo te kunnen doorstorten naar de verschillende regio’s. Het is een bezorgdheid, vandaar deze opmerking.
De vraag om uitleg is afgehandeld.