Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Op 23 april 2021 maakte Viapass bekend dat corona geen negatieve impact had op de inkomsten uit de kilometerheffing voor vrachtvervoer. De afgelopen 12 maanden, van april vorig jaar tot maart dit jaar, heeft de kilometerheffing voor zware vrachtwagens voor Vlaanderen 492 miljoen euro opgeleverd, ruim 40 miljoen meer dan het jaar daarvoor. Zelfs met minder zware vrachtwagens op de weg wegens corona bleven de inkomsten meer dan op peil. Dat komt dus ongetwijfeld door de prijsstijging.
Eerst en vooral is het interessant om te weten wat er met deze bijkomende middelen zal gebeuren. Er is altijd gevraagd om de inkomsten niet automatisch naar de algemene middelen door te storten, maar ervoor te zorgen dat minstens een aanzienlijk deel gebruikt wordt om te herinvesteren in mobiliteit. Ik denk dan specifiek aan vrachtwageninfrastructuur, maar ook openbaar vervoer en alle andere zaken die ons vlotter op weg kunnen helpen.
Daarnaast staat in het regeerakkoord: “In de zoektocht naar extra investeringsmiddelen ten voordele van onze mobiliteit, onderzoeken we hoe we de inkomsten van de kilometerheffing voor vrachtwagens kunnen optimaliseren door van de belasting een retributie te maken.” In een schriftelijke vraag van begin 2020 over deze aanpassing zei u: “Het onderzoek is net in januari van dit jaar opgestart, dus op dit ogenblik is het nog te vroeg om een volledig zicht te krijgen op de concrete impact, bijvoorbeeld op de organisatie van het beleidsdomein MOW.” Ondertussen zijn we anderhalf jaar verder en is hier misschien nieuws over.
Daarom heb ik volgende vragen. Was u al op de hoogte van de hogere inkomsten uit de kilometerheffing? Hoe worden de middelen bestemd? Hoever staat het met het onderzoek naar een nieuwe vorm van inning van de kilometerheffing?
Minister Peeters heeft het woord.
De hogere inkomsten uit de kilometerheffing schrijft u toe aan een stijging van de prijzen in 2020. Maar het was vooral een prijsdifferentiatie. Er is een verhoging gekomen voor de voertuigen van +32 ton en een verlaging voor de lichtere gewichtsklassen, namelijk deze onder de 12 ton. Tegelijkertijd hebben we moeten vaststellen dat er meer vrachtwagens van meer dan 32 ton zijn gekomen. Dat aandeel is aanzienlijk groter geworden, terwijl het aandeel kleinere vrachtwagens is afgenomen. Daardoor is er wel een ruimere opbrengst. Dat moet ik eerst even duidelijk stellen.
Wat de toegenomen ontvangsten uit de kilometerheffing betreft, en wat nu exact de hoogte is van de hogere inkomsten: in antwoord op uw schriftelijke vraag had ik zelf aangegeven dat in 2020 de ontvangsten 474 miljoen euro bedroegen, exclusief het bedrag van de boetes. En dat is zo’n 23 miljoen euro meer dan de opbrengst van 2019.
Het door u nu vermelde cijfer van 429 miljoen euro betreft geen kalenderjaar. Het betreft de volledige periode van april 2020 tot maart 2021, vandaar dat verschil in die cijfers. Op de website van Viapass vindt u een heel duidelijk overzicht en alle mogelijke informatie rond de cijfers en de details daaromtrent. Dat is daar sowieso duidelijk ter beschikking.
Dan is er het verloop van de ontvangsten uit de kilometerheffing. Dat werd beïnvloed door de COVID-19-maatregelen. Nu, in Vlaanderen werden de budgettaire gevolgen daarvan deels verzacht door de tariefwijziging. De ontvangsten werden uiteraard ook door andere effecten beïnvloed, zoals onder andere de toenemende vergroening van het vrachtwagenpark. Ook daar was er een differentiatie op gekomen. Intussen lijkt het effect van corona helemaal verdwenen te zijn. Er rijden vandaag zelfs meer vrachtwagens op onze wegen dan net voor de uitbraak van corona, aldus de duiding die door Viapass ter beschikking is gesteld.
Wat de bestemming van de opbrengsten betreft: rond de bestemming van de opbrengsten van de kilometerheffing heb ik ook al op een aantal schriftelijke vragen van u expliciet geantwoord. Het gaat over vraag nr. 902 en vraag nr. 825. Grosso modo komt het erop neer dat de ontvangsten uit de kilometerheffing grotendeels in de algemene middelen terechtkomen.
Een deel ervan, 40 miljoen euro, wordt gebruikt voor het voeren van een flankerend beleid. Zo wordt onder meer 35 miljoen euro voorzien aan subsidies voor ecologisch en veilig transport. Recurrent wordt ook telkens 1 miljoen euro overgedragen aan Landbouw en Visserij voor maatregelen voor de agrovoedingssector. Met de opbrengsten worden ook investeringen gedaan in weginfrastructuur; daar wordt jaarlijks een bedrag van 100 miljoen euro voor uitgetrokken. Voor de detailoverzichten kan ik naar die twee schriftelijke vragen verwijzen.
Dan was er uw vraag over die nieuwe vorm van inning van de kilometerheffing. Er is inderdaad in het regeerakkoord opgenomen dat we een onderzoek willen doen om de kilometerheffing van een belasting over te hevelen richting een retributie. Dat onderzoek loopt op dit moment nog. Het is een grondig onderzoek dat samen met minister Diependaele gebeurt. Maar ook de minister van Omgeving is hierbij betrokken. Dat onderzoek is nog niet rond, maar het is alleszins een niet zo evident verhaal om zonder meer van een bestaande belasting een retributie te maken, zoals men op lokaal niveau vaak kan doen. Het is in dezen toch iets complexer. We wachten alleszins de resultaten van het onderzoek af. Zodra daar meer duidelijkheid over is, zal u dat zeker ter ore komen, en zal dat hier in de commissie ook wel besproken worden.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Ik heb een hele korte bijkomende vraag. Minister, bedankt voor uw antwoord. Het onderzoek is nog lopende, al anderhalf jaar. Als u zou kunnen zeggen wanneer het onderzoek zou worden afgerond, zou u mij wel een stuk vooruit kunnen helpen, om dan de volgende vraag te kunnen stellen, natuurlijk. Misschien kunt u daar nog op antwoorden: wanneer zult u het onderzoek naar die nieuwe vorm van belasting met retributie afronden? Voor de rest heb ik geen verdere vragen.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Minister, ik heb ook enkele schriftelijke vragen ingediend over dit onderwerp, aan u en aan uw collega Diependaele. Daaruit blijkt enerzijds dat die inkomsten stijgen, maar anderzijds stellen we ook vast dat het aantal boetes aan buitenlandse transportfirma’s voor het niet naleven van die verplichte kilometerheffing ook een pak hoger ligt dan aan Belgische voertuigen en dat een fors percentage van maar liefst 35 procent van die boetes na overtredingen door die buitenlandse chauffeurs, onbetaald blijft. Het loopt dus ergens mank met de inning van die buitenlandse boetes. Dat komt neer op een discriminatie van onze eigen transportfirma’s.
Daarom had ik u nogmaals willen vragen welke initiatieven de regering op korte termijn zal nemen om dit op te lossen, om wie nog niet betaald heeft, te doen betalen. Ik weet dat u in de richting van de federale collega’s zult kijken, maar ik ben ervan overtuigd dat u samen met hen erop kunt aandringen dat er extra moet worden ingezet op de inning. In 2020 heeft de Vlaamse schatkist op die manier immers 3,3 miljoen euro misgelopen. Ver hoeft er al niet gezocht te worden naar extra investeringsmiddelen ten voordele van onze mobiliteit. Er moet ook meer gehandhaafd worden om die overtreders te beboeten, zodat er ook overgegaan kan worden tot die inbeslagname en het wegtakelen van vrachtwagens van bedrijven met onbetaalde boetes zodra ze opnieuw gebruikmaken van ons wegennet.
Ten slotte bevestigt u in uw antwoord van daarnet, en ook op eerdere schriftelijke vragen, dat veel opbrengsten van die kilometerheffing ook terechtkomen in de algemene middelen en dus niet worden besteed aan mobiliteit of aan onze wegen. Nochtans zijn de noden groot en zijn onze wegen in slechte staat. Auto’s en vrachtwagens mogen absoluut geen melkkoe zijn. Het zou onaanvaardbaar zijn dat transportfirma’s zich blauw betalen aan kilometerheffing, maar ondertussen op slechte wegen moeten blijven rijden.
Minister Peeters heeft het woord.
Ik wil dat laatste toch iets nuanceren. Heel veel van onze kilometerheffing is sowieso op onze snelwegen en om nu zonder meer te zeggen dat al onze wegen in slechte staat zijn, dat is iets te voortvarend, denk ik, mevrouw Ryheul. Ik denk dat heel wat wegen er ook goed bij liggen, zeker onze snelwegen. Maar er gaat ook 100 miljoen euro sowieso al naar weginfrastructuur. Zoals ik daarstraks al zei, gaan er een aantal naar de algemene middelen, maar gaan er ook een aantal naar flankerende maatregelen om in te zetten op vergroening en dergelijke meer. Er is dus een verdeling van de middelen, maar we investeren heel wat extra – ik denk dat we dat wel mogen beamen – in infrastructuur, dus niet alleen van de opbrengst van de kilometerheffing, maar ook daarnaast. Dat alle wegen slecht zijn, wil ik toch een klein beetje nuanceren.
Wat het innen van de boetes betreft, daar hebt u terecht een punt. U hebt eigenlijk voor een stuk ook al het antwoord gegeven. Ik moet daar inderdaad kijken naar de federale collega’s om effectief over te gaan tot inning. Maar het feit dat 35 procent, of een op de drie, onbetaald is: ik kan u er zeker in bijtreden dat we daar werk van moeten maken, dat als men dreigt met een kilometerheffing, degenen die door de mazen van het net glippen ook daadwerkelijk gevat kunnen worden. Daar moet dus verder op ingezet worden. Ik kan u daar zeker in bijtreden en ik zal dat ook tijdens het overleg opnieuw voorleggen.
Wat de vraag van mevrouw Fournier naar de timing betreft: ik heb geen heel duidelijke timing, want anders zou ik die hier wel willen geven. Alleszins heeft men anderhalf jaar geleden al een grondige studie gedaan. Op dit ogenblik is men de resultaten daarvan aan het analyseren en bestuderen om te kijken welke volgende stappen gedaan kunnen worden en of er nog een bijkomende studie opgevraagd moet worden. Ik kan u dus vandaag geen exacte timing meegeven. Maar zoals ik daarstraks al zei, zal het zeker nog opnieuw aan bod komen. Het was ook niet zo evident als men initieel gedacht had. We bekijken dus hoe dat verder zal evolueren. De studie is alleszins lopende. Het is niet zo dat het zonder meer in de ijskast wordt gezet.
De vraag om uitleg is afgehandeld.