Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, uw federale collega van Justitie, Vincent Van Quickenborne, heeft op donderdag 17 juni aangekondigd dat hij in de toekomst elke snelheidsovertreding wil bestraffen. De tolerantiemarges die sommige parketten hanteren bij het flitsen, zullen afgeschaft worden. En ook de quota, waardoor een aantal parketten slechts een gelimiteerd aantal snelheidsovertredingen registreren, zullen verdwijnen.
Flitscontroles en trajectcontroles zullen in de toekomst dus 24 uur per dag, 7 dagen per week actief kunnen zijn. Om de overtredingen te verwerken, zal er extra personeel aangeworven worden bij politieparketten en politierechtbanken. En om recidivisten te detecteren, zal er een recidivemonitor ontwikkeld worden. Zo komen veelplegers van kleinere snelheidsovertredingen toch op de radar van justitie.
Het verhogen van de pakkans van snelheidsovertreders en het aanpakken van recidivisten is een goede zaak voor de verkeersveiligheid. Het is ook iets dat alle fracties in deze commissie belangrijk vinden, denk ik. Nu weten we ook wel dat er nog heel wat werk zal zijn, voor die ambities van minister Van Quickenborne realiteit worden. Het is ook nog niet duidelijk of alle parketten daar zomaar in zullen meestappen. Maar het lijkt toch wel op een zeer positieve evolutie. Tegelijkertijd hebben we in Vlaanderen beslist dat vanaf 1 februari 2021 lokale besturen met GAS-boetes beperkte snelheidsovertredingen kunnen handhaven, tot maximaal 20 kilometer per uur te snel in zones met snelheidslimiet tot 50 kilometer per uur.
Minister, wat is de stand van zaken van de toepassing van de GAS-wetgeving voor beperkte snelheidsovertredingen? Hoeveel gemeenten hebben er reeds de nodige procedures, zoals een aanpassing van het politiereglement en dergelijke, doorlopen en de nodige stappen gezet om beperkte snelheidsovertredingen administratief te bestraffen?
Als flitscontroles en trajectcontroles niet langer gelimiteerd zijn door quota en als dus elke snelheidsovertreding in de toekomst op een automatische manier bestraft zal worden, acht u het dan nog nodig om te blijven inzetten op die GAS-wetgeving voor beperkte snelheidsovertredingen? Wat is de meerwaarde van dat systeem, als de beloftes van de federale minister van Justitie realiteit zouden worden? Hebt u overleg gehad met uw federale collega? Wat was het resultaat daarvan?
Bij het uitbreiden van de GAS-wetgeving naar beperkte snelheidsovertredingen hebben we hier een aantal bezorgdheden aangehaald. Wat is volgens u op dit moment de stand van zaken per probleem en aan welke oplossingen denkt u? Het zijn er vijf. Ten eerste: recidive zou niet geregistreerd worden. Ten tweede: kleine gemeenten zouden door de randvoorwaarden en personeels- en werkingskosten moeilijker in die regeling kunnen meestappen. Ten derde: lokale politiezones zouden minder inkomsten uit het verkeersveiligheidsfonds krijgen als de grotere gemeenten wel op GAS-boetes gaan inzetten. Ten vierde: GAS-boetes aan bedrijven of organisaties zouden niet rechtstreeks bij de overtreder terechtkomen. En tot slot: de informatiebrief aan buitenlandse overtreders zou in de taal van het land van de overtreder opgesteld moeten worden, wat voor kleinere gemeenten administratief onhaalbaar kan zijn, waardoor buitenlandse overtreders ongestraft zouden blijven.
Minister Peeters heeft het woord.
Lokale besturen zijn niet verplicht om melding te maken aan mij noch aan mijn administratie van de toepassing van de GAS-wetgeving op beperkte snelheidsovertredingen. Wij hebben een kader gecreëerd. Zij kunnen daartoe intekenen als zij willen overgaan tot handhaving in de zone 30 en de zone 50. De schoolomgevingen liggen daar veelal in. Voor zover ik weet zijn er momenteel twee lokale besturen gestart met de implementatie van GAS-5: de stad Mechelen en de gemeente Willebroek. Recent mocht ik ook in de pers lezen dat Genk daartoe wil overgaan. Uit informele contacten heb ik ook nog wel enkele andere lokale besturen gehoord die er werk willen van maken. De mogelijkheid bestaat sinds februari van dit jaar. Ik ga ervan uit dat er steeds meer lokale besturen gaan volgen.
Wat uw tweede vraag betreft, deel ik de mening van mijn federale collega Van Quickenborne over de quota en ik juich dus ook zijn initiatieven toe. Met GAS-snelheidsboetes geven we de lokale besturen de mogelijkheid om beperkte snelheidsinbreuken met administratieve sancties aan te pakken. De lokale besturen hebben hierop in het verleden aangedrongen. Hierdoor kan men volledig autonoom snelheid handhaven. Hiermee willen we de lokale besturen bovenal meer verantwoordelijkheid geven om de verkeersveiligheid op hun grondgebied te gaan verhogen. Voor mij staan deze administratieve sancties los van de problematiek van de quota. De quota zijn een zaak van de federale politie. Over de GAS-boetes beslissen de lokale besturen zelf. Ik neem aan dat de meeste lokale besturen ze maximaal willen innen om de mentaliteit te verbeteren wat de verkeerssnelheid betreft.
Uw derde vraag is of ik het besproken heb met de federale minister van Justitie. Ik heb overleg met hem gehad enige tijd geleden, en de aanpak van snelheidsovertredingen was een van de agendapunten. Ook kwam in dit verband GAS-snelheid ter sprake. Daarover zitten wij compleet op dezelfde golflengte, met name: hoe kunnen wij al het mogelijke doen om de pakkans te verhogen en de mensen laten beseffen dat het zich houden aan de snelheidsbeperkingen de beste garantie is om boetes te voorkomen?
Zowel voorafgaand aan het wetgevend traject als daarna hebben wij van bepaalde instanties, zoals de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), bezorgdheden en bekommernissen te horen gekregen. Wij hebben daarvoor een taskforce opgericht om die opmerkingen te verzamelen en te kijken hoe wij eraan tegemoet kunnen treden. Hoe meer lokale besturen erop ingetekend hebben, hoe meer wij zullen kunnen detecteren of de bezorgdheden en bekommernissen bijsturingen noodzakelijk maken. Tegen het einde van het jaar wil ik op basis van de opgedane ervaringen van de lokale besturen kijken waar we moeten bijsturen. Er zijn al een aantal pijnpunten bekend. Recidive zou niet geregistreerd worden.
Nu, de lokale besturen zijn alleszins verplicht om de inbreuken te registreren in hun gemeentelijk sanctieregister. En het klopt dat dit niet op Vlaams niveau geregistreerd wordt. Er is alleszins wel de optie om binnen het kaderdecreet Bestuurlijke Handhaving een gewestelijk GAS-register te creëren. Dat kan hier in de toekomst ook een oplossing aan bieden.
Een tweede mogelijk pijnpunt is het verhaal van de kleinere gemeenten, die misschien niet snel geneigd zijn om daarop in te stappen vanwege personeels- of werkingskosten. Ik wil duidelijk meegeven dat lokale besturen niet verplicht zijn om die GAS-regeling in zone 30 en zone 50 uit te rollen. Het is gewoon een kader dat wij gecreëerd hebben waarbij zij die mogelijkheid hebben, maar men is uiteraard niet verplicht. Dat geldt eigenlijk voor de hele GAS-boeteregeling, of het nu gaat om sluikstorten of wat dan ook. Lokale besturen zijn dus vrij om al dan niet een dergelijke regeling uit te rollen.
Bijkomend weten we ook dat er op heel wat plaatsen ook provinciale ondersteuning is, bijvoorbeeld door het aanduiden van een provinciale GAS-ambtenaar, een inningsambtenaar. Dus ook dat zijn mogelijkheden die we her en der zien.
Lokale politiezones zouden minder inkomsten uit het Verkeersveiligheidsfonds krijgen als grote gemeenten wel op GAS-boetes inzetten. Nu, we moeten duidelijk meegeven dat die GAS-boeteregeling geen impact heeft op de inkomsten van het Verkeersveiligheidsfonds. Het Verkeersveiligheidsfonds blijft een regeling op federaal niveau, net als de boetes die daar door de politie worden geïnd. En wat de GAS-boetes betreft: het is net vanwege de bekommernis dat heel veel lokale besturen van oordeel waren dat daar te weinig handhaving is op dit ogenblik, dat die vraag er was naar een kader voor GAS-boetes. Daarom werd dat kader gecreëerd.
Wat de buitenlandse overtreders betreft: ook daar is er bekommernis rond. Het klopt ook, we zijn ons ervan bewust dat de procedure voor snelheidsovertredingen begaan door buitenlandse overtreders, complexer is dan bij bijvoorbeeld parkeren. Alleszins is er de Europese CBE-richtlijn (cross-border enforcement) die specifieke verplichtingen oplegt in het geval van snelheidsovertredingen. Ook hier geldt dat het lokale bestuur in de voorbereidende analyse zelf moet nagaan of het kan voldoen aan alle voorwaarden om de GAS-snelheidsboetes te kunnen toepassen. Ze zijn niet verplicht; men is vrij om dat te bepalen.
Los daarvan moeten we ook wel zeggen, tenzij het echt over grensgemeentes gaat, dat het hier om zone 30 en zone 50 gaat. Heel vaak zit dat net in de kernen, in de schoolomgevingen, en is dat niet vaak gelegen op de grote doorgangswegen waar men heel wat meer buitenlandse overtreders kan tegenkomen. Maar zodra heel wat lokale besturen het hebben uitgerold, willen we met hen aan tafel gaan zitten om te kijken welke pijnpunten er al dan niet via decretale aanpassingen geremedieerd moeten worden, en welke pijnpunten er als dusdanig zijn eer we nu al bepaalde dingen zouden moeten gaan aanpassen.
De heer Bex heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord. Ik wil er vooral niet flauw over doen. Die regeling biedt dus de mogelijkheid voor de gemeenten om in dat kader in te stappen. Die is er gekomen vanuit een zeer reële nood. Het is nog wat afwachten hoeveel gemeenten daar effectief gebruik van zullen maken. Maar ik ben het met u eens dat het einde van het jaar een goed moment zou zijn om daar een evaluatie van te maken.
Nu moet ik toch zeggen dat het ook in mijn hoofd een beetje knettert. Want de reële nood waaruit die GAS-boetes zijn gekomen, kwam er toen werd vastgesteld dat men niet kon rekenen op het parket om die ook effectief tot een boete te laten leiden. Men zei dat men maar een beperkte mogelijkheid of een beperkte verwerkingscapaciteit heeft.
Als de federale overheid – en ik denk dat we met voorbehoud moeten spreken, want daar is nog heel veel op de plank voor dat op een performante manier zal gebeuren – er nu daadwerkelijk in slaagt om elke snelheidsovertreding die wordt geregistreerd, ook te beboeten met een geautomatiseerd systeem, dan lijkt het toch een beetje te gek voor woorden dat we daar nog een alternatief systeem naast zouden hebben. Misschien kunt u dat dus wat verduidelijken. Is het zo dat de gegevens die de lokale politie registreert met haar snelheidscamera’s, niet op een automatische manier door het parket kunnen worden verwerkt? Hoe gebeurt dat dan vandaag? Dat is eigenlijk de essentie van mijn vraag. Kunnen die lokaal vastgestelde overtredingen niet op dezelfde manier worden verwerkt? Hoe zou u met uw collega Van Quickenborne kunnen overleggen dat toch zo vlot en efficiënt mogelijk te kunnen laten verlopen?
Mevrouw Moors heeft het woord.
Collega Bex, dank u wel voor de vraag. Handhaving is uiteraard zeer belangrijk voor de verkeersveiligheid. De mogelijkheid om in het lokale kader GAS-boetes te implementeren voor snelheidsovertredingen in zone 30 en zone 50 is op 1 februari in werking getreden. Minister, een maand nadien heb ik u inderdaad gevraagd om aandacht te hebben voor enkele juridische en praktische moeilijkheden die gepaard gingen met de inwerkingtreding van die GAS 5-boetes. Er was inderdaad ook een nota van de VVSG. Ik heb nu horen zeggen dat er een taskforce zal worden opgericht en dat we daar op het einde van het jaar de eerste resultaten van mogen verwachten. Het is natuurlijk noodzakelijk dat een aantal gemeentes of steden de boete uitrollen alvorens men specifiek kennis kan nemen van de echte problematiek.
Minister, het is maar een landelijke gemeente waar ik schepen van Mobiliteit ben. Ik hoor van een van mijn lokale ambtenaren dat er inderdaad terughoudendheid is om dat uit te rollen gezien het personeelsbestand dat de schepen moet houden. We hebben dat hier ook besproken. Nu moeten er blijkbaar twee brieven worden geschreven: een met de overtreding en nadien een met de boete. De lokale ambtenaar heeft me gevraagd u expliciet te willen vragen of het mogelijk zou zijn om dat te vereenvoudigen, zodat in één brief kennis wordt gegeven van de overtreding en ook al onmiddellijk de boete wordt aangegeven. Ik weet niet of dat mogelijk is. Ik weet ook niet of u daar nu al op kunt antwoorden, maar dat is alleszins een vraag die plaatselijk leeft bij de kleinere gemeenten.
Minister Peeters heeft het woord.
Collega’s, dank u wel. Mijnheer Bex, om eerst in te gaan op uw vragen: er was de bekommernis van de lokale besturen dat er in de zone 30 en de zone 50 vaak te weinig werd geverbaliseerd. Men kan daar dan wel meer mankracht en dergelijke op willen inzetten, maar tegelijkertijd zit men ook met de kwestie van de verwerkingscapaciteit bij de politie, wat federaal is geregeld. Daarbij legt men dan inderdaad quota op en gaat niet elke vaststelling automatisch richting een boete. Daarnaast is er echter ook de bekommernis van die lokale besturen, die in elke zone 30 en elke zone 50 ook de hardleerse snelheidsovertreders zouden willen kunnen pakken.
Er is dan specifiek de vraag gekomen of er naast de boetes via het systeem van de federale politiediensten – of dat nu lokale politie of wegpolitie is, dat is federale materie – geen alternatief kon zijn via het GAS-boetereglement. Daarbij zouden lokale besturen enerzijds automatisch rechtstreeks kunnen investeren in handhavingsmateriaal, met het plaatsen van bijkomende camera’s en dergelijke, maar anderzijds zouden ze ook de return daarvan onmiddellijk rechtstreeks hebben en zodoende een eigen handhavingsbeleid kunnen voeren. Dat was specifiek de vraag. Daar is een antwoord op geboden met de GAS-boetes.
De GAS-boeteregeling gebeurt vandaag via die inningsambtenaar. Mevrouw Moors, het klopt dat men vandaag twee brieven moet schrijven. Dat was ook zo bepaald. Ik denk trouwens dat dat ook bij de andere GAS-boetes zo is. Eerst is er altijd de mededeling van een vaststelling.
Minister, ik moet u onderbreken, die laatste twee zinnen hebben we niet gehoord. Er was een technisch probleem.
Er zal er een internetonderbreking zijn geweest.
De twee brieven gelden ook voor de andere GAS-boetes. Er is enerzijds de mededeling dat de overtreding is vastgesteld en anderzijds de uitnodiging tot betaling van de GAS-boetes. Bij andere vaststellingen, bijvoorbeeld als het gaat over milieudelicten en dergelijke meer, is er vaak ook nog een hoorzitting. We zullen dat eens bekijken. Als het nog eenvoudiger kan, wil ik dat zeker graag meenemen. Daarom hebben we vanaf het begin, nog voor het decretaal was afgerond, een taskforce opgericht. We willen van die taskforce, maar ook van de gemeenten die het systeem op dit ogenblik al toepassen, horen wat er uit de praktijkervaring bijgestuurd moet worden en hoe we ervoor kunnen zorgen dat het handhavingsbeleid meer kan worden gefocust. Men zegt vaak dat het voor kleinere gemeenten iets moeilijker is. Daar is er eventueel een regeling met de provinciale inningambtenaar of de provinciale GAS-ambtenaar. Bij de grotere gemeenten is er misschien een verschil, maar ze hebben de tools effectief in handen om ervoor te zorgen dat ze in heel wat zones 30 en 50 een handhavingsbeleid kunnen voeren.
De digitale inning waar de heer Bex naar verwijst, is een mogelijkheid. Als men het doet via het politionele systeem, moet men rekening houden met de verwerkingscapaciteit en met het feit dat er daar meer mankracht op moet worden ingezet. Dat is federale materie. We merken dat ook met de trajectcontrole. Daarvan wordt ook niet alles continu uitgelezen vanwege de beperkte federale verwerkingscapaciteit. Daarom zijn er daarnaast de GAS-boetes op het lokale niveau waarbij men zelf kan overgaan tot inning. Wil men dat op termijn via een soort cross-bordersysteem of via een systeem van directe inning organiseren, dan kan dat. Ook dan zal men de afweging moeten maken wie wat ten laste zal nemen op het vlak van de kosten en dergelijke meer. We zullen daarover in de toekomst zeker nog overleg hebben. Dat kwam ook al aan bod tijdens de vergadering met de federale collega’s.
We zullen dat bekijken op het einde van het jaar als we een grondige evaluatie maken van de ervaringen van de lokale besturen die gebruikmaken van de GAS-regeling voor sluikstorten, voor overlast en dergelijke meer.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, ik wil u aanbevelen om op twee sporen te werken. Enerzijds dient u er samen met uw federale collega van Justitie voor te zorgen dat die automatische inning via het politionele systeem zo efficiënt mogelijk verloopt en dat zo veel mogelijk gemeenten daarvan kunnen gebruikmaken. Anderzijds moet u het systeem dat we hier mogelijk hebben gemaakt, goed opvolgen en eventueel bijsturen waar nodig. Ik denk dat we de twee nodig hebben. In een ideale wereld zou het eerste systeem, de automatische inning, zo efficiënt moeten werken dat we het tweede systeem amper nodig hebben. Daar hebt u in het belang van de verkeersveiligheid een belangrijke rol te spelen om uw federale collega – het is een partijgenoot – op te roepen en aan te moedigen om ervoor te zorgen dat er voldoende personeel ter beschikking is om de inningen automatisch te laten verlopen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.