Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Jaarlijks publiceert de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) het rapport over de sociale statistieken. We krijgen daarin een update van het sociaal energiebeleid in het algemeen en de uitvoering van de sociale-openbaredienstverplichtingen in het bijzonder.
2020 was op dat vlak een opmerkelijk jaar. Als gevolg van de COVID-19-crisis werd de civiele noodsituatie afgekondigd waardoor gedurende een hele periode geen budgetmeters meer konden worden geactiveerd. Deze maatregelen zorgden voor enkele duidelijk dalende trends.
Concreet daalden het aantal definitieve opzeggingen in de commerciële markt, het aantal ingebrekestellingen door de netbeheerder, het aantal actieve budgetmeters, het aantal behandelde dossiers door de lokale adviescommissie (LAC) en het aantal afsluitingen fors.
De VREG signaleert een historisch laag aantal klanten bij wie de distributienetbeheerder als sociale leverancier moet optreden. Die afname is een rechtstreeks gevolg van het lagere aantal definitief opgezegde leveringscontracten in de commerciële markt.
De VREG waarschuwt dat de dalende trends in het rapport mogelijk een vertekend positief beeld geven van de energiearmoedesituatie. Wat de uiteindelijke impact zal zijn van de covidcrisis en de stijgende energieprijs in het eerste deel van 2021 zal in de komende maanden blijken.
Alhoewel de VREG rapporteert dat het aantal opgestarte afbetalingsplannen bij de commerciële leveranciers zo goed als stabiel bleef ten opzichte van het voorbije jaar, blijven ze kritisch voor de gehanteerde afbetalingsplannen. Enkele jaren terug, in 2014, publiceerde de VREG reeds een mededeling tot goede praktijk betreffende betaalplannen bij commerciële leveranciers. De VREG stelt nu vast dat de afbetalingsplannen bij de leveranciers in 2020 een blijvend knelpunt vormen. Ze zien vooral een grote discrepantie tussen het reële gemiddelde afbetalingsbedrag en het afbetalingsbedrag in de goede praktijk. We hebben hierover in het verleden ook met uw voorgangers gediscussieerd om ervoor te zorgen dat er haalbare en betaalbare afbetalingsplannen komen, want anders hebben ze geen zin.
Tot slot is het interessant dat de VREG dankzij de komst van de digitale budgetmeter zicht krijgt op een aantal nieuwe statistieken die de problematiek van energiearmoede nog beter in kaart kunnen brengen.
Minister, hoe interpreteert u de data en trends die uit het sociaal rapport 2020 van de VREG naar voren komen? Hoe verhoudt het rapport zich tot andere indicatoren wat betreft energiearmoede, zoals de Barometer Energiearmoede van de Koning Boudewijnstichting? Hoe interpreteert u de opmerkingen van de VREG betreffende de door de commerciële leveranciers gehanteerde afbetalingsplannen? Dringt een strikter decretaal kader zich niet op? Zult u hieromtrent stappen ondernemen? Hoe interpreteert u de nieuwe inzichten die de digitale budgetmeter oplevert? Dienen er op basis van deze nieuwe inzichten extra beleidsmaatregelen te worden genomen?
Minister Demir heeft het woord.
Ik denk dat de dalende trend vooral te maken heeft met de covidcrisis. De noodtoestand werd uitgeroepen, maar we hebben natuurlijk ook een energiepremie van 202 euro voor meer dan 800.000 Vlamingen voorzien. Ik denk wel dat er een vertragend effect zit in 2020. We blijven de situatie opvolgen, onder andere om eventuele effecten van de crisis op te pikken, maar ik verwacht wel nog een gevolg.
De sociale statistieken geven slechts een beeld van de gemeten energiearmoede, terwijl de Barometer Energiearmoede ook een beeld geeft van de subjectieve en verborgen energiearmoede. Doordat we via de digitale meter voor het eerst ook zicht krijgen op het aantal zelfafsluitingen, zullen we in de toekomst ook verborgen energiearmoede beter kunnen capteren via de sociale statistieken.
In 2020 stelden we een lichte daling vast in het aantal niet-nageleefde afbetalingsplannen. Ongeveer twee derde van de afbetalingsplannen werd uitgevoerd en een derde werd niet correct nageleefd. Het gaat hier om aflossingen die minstens één keer per jaar niet of te laat plaatsvonden. In het kader van de opmaak van het Energiearmoedeprogramma dat ik begin volgend jaar aan de Vlaamse Regering zal voorleggen, zal ik met de leveranciers nagaan wat de redenen zijn waarom zij de richtlijnen uit de goede praktijk niet consequent toepassen en met aandrang vragen dat ze hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen en in de toekomst de richtlijn wel consequent toepassen. Ik kom daar begin volgend jaar op terug via het Energiearmoedeprogramma.
En ja, met de digitale meter krijgen we dus inderdaad voor het eerst ook zicht op het aantal zelfafsluitingen. Uit de eerste cijfers van 2020 blijkt bijvoorbeeld dat er mogelijk een groep gezinnen is die enkel oplaadt wanneer het echt niet anders kan. Verdere inzichten die we verwerven in de loop van dit jaar zullen worden meegenomen in het Energiearmoedeprogramma, zoals ik eerder heb gezegd, dat we aan het opstellen zijn.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Er komt dus nog wat aan, minister, wat betreft het Energiearmoedeprogramma.
Nog één element over de afbetalingsplannen. Daar hebben we in de vorige legislatuur ook wat over gediscussieerd in de commissie, en ook toen zei uw voorganger dat de leveranciers daarop aangesproken zouden worden, en dat er zou worden gevraagd dat ze de code goede praktijken zouden opvolgen.
We moeten echter jaar na jaar vaststellen dat dat bij een aantal leveranciers gewoon niet gebeurt en eigenlijk is dat niet verstandig. Als men te hoge aflossingsbedragen vastlegt in zo’n plan, dan is het niet onlogisch dat het ook moeilijk is voor de betrokkenen om het op te volgen en uit te voeren. Men schiet dus eigenlijk in eigen voet.
Ik denk dat een decretale basis niet slecht zou zijn, om op die manier een goede praktijk te gaan afdwingen. Dat is in het belang van de klanten die het moeilijk hebben, maar ook in het belang van de leveranciers en de geloofwaardigheid van onze energiemarkt. Dus ik denk dat het tijd wordt om die stok achter de deur ook effectief te gaan gebruiken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.