Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister, Muntpunt ligt ons allemaal bijzonder nauw aan het hart. Muntpunt is een draaischijf van Vlaanderen in onze hoofdstad. Ze is niet alleen een moderne bibliotheek – een belevingsbibliotheek, zoals dat wordt genoemd. Ik herinner me dat bij de start, bij de eerste vzw’s, ook gesproken werd over ‘communicatiehuis’. Ik zat destijds nog op het kabinet van minister Bourgeois en ik weet dat ook voormalig minister Hugo Weckx er heel nauw bij betrokken was. Ze is dus een echte ontmoetingsplek voor Brusselaars, niet enkel beperkt tot de Brusselse Vlamingen. Zoals we zijn, zijn we altijd zeer open. We richten ons ook tot de pendelaars, tot bezoekers van Brussel, ook nieuwkomers en anderstaligen zijn uiteraard welkom in Muntpunt.
In deze hoedanigheid heeft Muntpunt een aantal heel duidelijke opdrachten te vervullen, die heel specifiek in de samenwerkingsovereenkomst werden aangegeven. Muntpunt werkt op basis van deze samenwerkingsovereenkomst dan ook een beleidsplan uit, dat uiting moet geven aan de verschillende opdrachten die tussen de partners zijn gemaakt. Die partners zijn natuurlijk de Vlaamse Overheid, uiteraard ook de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) als lokaal bestuur van de Vlaamse overheid, en Muntpunt zelf dat, als subsidie-ontvangende instelling in Brussel, uiting moet geven aan de afspraken die worden gemaakt.
Hierbij is het belangrijk om elk onderdeel van de opdracht, van de missie van Muntpunt zo goed mogelijk uit te voeren. Een onderdeel dat hierbij zeker aandacht verdient, is die brugfunctie die Muntpunt moet vervullen tussen Brussel en Vlaanderen. Muntpunt is in dit kader een soort van spiegel van Vlaanderen in Brussel, maar ook een eerste richtpunt voor alle Vlamingen met specifieke vragen in Brussel, ook over dat Vlaams-Brussels netwerk. Bij ons komt dat een beetje zo over: bezoekende scholen of verenigingen uit Vlaanderen, die iets willen ontdekken in Brussel, richten zich tot Muntpunt om een mooi programma in onze stad te krijgen.
Een andere basistaak is de promotie van Vlaanderen in Brussel, maar dat geldt ook omgekeerd: de promotie van Brussel in Vlaanderen. U weet dat we deze functies van Muntpunt hoog in het vaandel dragen. En ik weet dat dat ook voor u belangrijk is. Zoals ik steeds blijf benadrukken is de band tussen Vlaanderen en Brussel, zijn hoofdstad, nog steeds een belangrijke pijler in het huidige Vlaams regeerakkoord.
Jammer genoeg tonen recente studies aan dat de naambekendheid van Muntpunt in Vlaanderen, en zelfs in de Vlaamse Rand, waar toch eigenlijk heel veel Vlamingen wonen die – ik zal niet zeggen dagelijks, maar toch op geregelde basis in Brussel komen –, eigenlijk beperkt is. In het huidige beleidsplan, dat ik samen met onze medewerkers heb doorgenomen, zouden we dit toch moeten terugvinden in de strategische doelstellingen, maar heel erg duidelijk wordt dit niet echt onder woorden gebracht.
Daarom heb ik aan u de volgende vragen, minister.
Op welke manier zal Muntpunt die band tussen Brussel en Vlaanderen concreet versterken binnen de contouren van dit beleidsplan?
Er zijn de samenwerkingsovereenkomst en het beleidsplan. Ik hoop altijd – en dat is toch de verwachting van de subsidieverlener – dat de subsidiekrijger in zijn uitvoerend beleidsplan uitvoert wat in de samenwerkingsovereenkomst wordt vastgelegd.
Kunt u ook concrete acties aangeven in dit kader? Hoe kan Muntpunt bijdragen tot een versterking van die band? Kan ze het aanspreekpunt worden in Brussel voor scholen, verenigingen, instellingen die Brussel willen ontdekken? Zo weet men in Vlaanderen direct dat men in Muntpunt moet zijn om wegwijs te worden in onze stad.
Hoe zal Muntpunt haar rol als poort voor Vlamingen op Brussel verder versterken? Welke acties zal Muntpunt bijvoorbeeld nemen om haar naambekendheid in Vlaanderen als informatieverstrekker voor het Vlaams-Brussels netwerk en Brussel in het algemeen te versterken?
Hoe zal Muntpunt haar rol als informatieverstrekker aan alle Brusselaars over Vlaanderen en de Vlaamse Gemeenschap versterken? Er moet toch een wisselwerking zijn: ambassadeur van Vlaanderen in Brussel, en ambassadeur van Brussel voor Vlaanderen. Ik had graag wat verduidelijking rond de concrete acties die Muntpunt de komende jaren zal nemen, en die zouden blijken uit het beleidsplan.
Op welke manier zal Muntpunt ook haar taak van promotor van Vlaanderen in Brussel gestalte geven en tegelijk ook haar taak van promotor van Brussel in Vlaanderen?
Muntpunt moet vanzelfsprekend vormen van communicatie centraal stellen binnen haar strategische doelstellingen. Hoe wenst men dit in de toekomst te organiseren? Hoe zal men dit in concreto, samen met de Vlaamse overheid, de VGC, de Vlaamse referentie- en/of partnerinstellingen verder uitwerken? Hoe ziet Muntpunt de samenwerking met andere Brusselse partners in dit hele verhaal?
Minister Dalle heeft het woord.
Ik noteerde een zestal vragen, en ik zal die achtereenvolgens zo goed mogelijk proberen te beantwoorden.
Ik kom tot uw eerste vraag. Het nieuwe beleidsplan van Muntpunt geeft natuurlijk uitvoering aan de gehele missie van Muntpunt. De promotie van Vlaanderen in Brussel en Brussel in Vlaanderen om de hoofdstedelijke uitstraling en aantrekkingskracht te vergroten is daar een belangrijk onderdeel van. De concretisering van de band tussen Brussel en Vlaanderen zit verweven in het beleidsplan én in het jaaractieplan 2021. Ik zou er alvast graag een willen uitlichten: “van cultuurcommunicatie naar gemeenschapscommunicatie”. De huidige redactie met focus op de Brusselse cultuuragenda wordt een ploeg die expertise opbouwt in gemeenschapscommunicatie. Dit jaar, in 2021, gebeurt dit nog in onderzoek en via experiment, maar de komende jaren dient de impact van deze bredere invulling van de band Vlaanderen-Brussel steeds meer zichtbaar te worden.
Ik kom tot uw tweede vraag. U weet dat er in 2018 een bevraging was die aantoonde dat de naambekendheid van Muntpunt daalt zodra men de Brusselse gewestgrenzen oversteekt. De voorbije jaren is er dan ook werk gemaakt om de bekendheid van het aanbod van Muntpunt – en breder van het hele Nederlandstalige netwerk – sterker uit te dragen in Vlaanderen. Ik geef daar enkele voorbeelden, enkele illustraties van. Zo is er het delen van het aanbod op kanalen van vzw De Rand. Er is het delen van het aanbod aan Oefenkansen Nederlands door partnerorganisaties in Antwerpen en Gent. Er is de samenwerking met de Vlaamse media rond de 11 juli-viering. Er werd ook een personeelslid aangeworven voor de socialemediakanalen, omdat die sneller doordringen buiten Brussel. Nog tijdens deze beleidsperiode wordt er een opvolgbevraging voorzien om onder andere de naambekendheid verder te meten en op te volgen.
Het spreekt voor zich dat ik het als Vlaams minister van Brussel belangrijk vind dat de naambekendheid van Muntpunt niet alleen in onze hoofdstad sterk is, maar dat ook in Vlaanderen de bekendheid van het Vlaams-Brusselse netwerk in Vlaanderen verbetert.
De impact van investeringen in projecten, organisaties en instellingen vanuit de Vlaamse Gemeenschap moet zowel met de Nederlandstalige Brusselaars – de Vlaamse Brusselaars, zo u wilt, of de Brusselse Vlamingen – als met de rest van Vlaanderen worden gedeeld.
Dan kom ik tot uw derde vraag. Voor haar opdracht van informatieverstrekker heeft Muntpunt in eerste instantie ingezet op de uitbouw van het informatiecentrum. Dat resulteerde alvast in een ruimer aanbod aan informatie- en consultatiemomenten, in een aantal gevallen uiteraard door Muntpunt zelf, of door partnerorganisaties. Dan gaat het specifiek over het Nederlandstalige aanbod, over het aanbod van ons Nederlandstalig netwerk in Brussel. Er werden ook specifieke communicatiemiddelen rond dat aanbod gemaakt.
Voor de komende beleidsperiode zijn alvast de volgende elementen gepland. Er zal een duidelijkere plaats zijn voor het brede aanbod op de website en de communicatiekanalen die zich specifiek toespitsen op het informatieaanbod. De toegekende relancemiddelen, waarover we het in deze commissie ook al hebben gehad, zorgen ervoor dat dat ook digitaal op een kwalitatieve manier kan gebeuren. We hebben extra geïnvesteerd in de digitalisering van Muntpunt. Dat zal ook die informatieverstrekking ten goede komen.
Muntpunt moet ook verder een draaischijf worden voor specifieke informatie, dus niet alleen voor algemene informatie. Ik geef een concreet voorbeeld: Muntpunt zal onder meer de vragen van ‘Wonen in Brussel', dat een project is van de VGC, voor haar rekening nemen. Collega Vanlouwe, dat is inderdaad ook een belangrijke taak, namelijk aan iedereen die daarin geïnteresseerd is, kenbaar maken wat de verschillende opties zijn om te wonen in Brussel. Dat is dus niet alleen het rijke aanbod inzake cultuur, toerisme en werken, maar ook zeker wonen. Dat lijkt me ook een taak die typisch bij Muntpunt kan terechtkomen. Er is dus inderdaad de afspraak gemaakt dat Muntpunt de vragen daarrond voor haar rekening zal nemen.
Er wordt ook naar gestreefd om meer partnerorganisaties een plek te geven in het Muntpuntgebouw, zodat ze van daaruit hun informatie en aanbod kunnen delen met het publiek. De bedoeling is dat de Muntpuntlocatie op die manier nog meer dan vandaag het uithangbord voor Vlaanderen en het Nederlandstalige aanbod zal worden. Dit alles zal worden ondersteund door een nieuwe merkenstrategie en de daaraan gekoppelde communicatiekanalen.
Ik kom dan tot uw vierde vraag. De zoektocht naar de manier om Vlaanderen op een structurele manier te promoten in Brussel is natuurlijk niet nieuw. Een regio elders in de kijker zetten, gebeurt vaak aan de hand van toerisme, kunst en cultuur, een taak die onder meer Toerisme Vlaanderen voor zijn rekening neemt. We proberen er ook met de openbare omroep voor te zorgen dat die informatie over de hoofdstad, die informatie over Vlaanderen daar aanwezig is voor alle Vlamingen, de Brusselse Vlamingen uiteraard inbegrepen.
Van Muntpunt verwacht ik ook dat ze de promotie van de Vlaamse Gemeenschap in Brussel versterkt. Door versterkt in te zetten op haar rol van informatieverstrekker over het kwalitatieve netwerk van de Vlaamse gemeenschapsvoorzieningen in onze hoofdstad, zoals ik als antwoord op uw derde vraag toelichtte, wordt dit ook tastbaar en concreet gemaakt. Collega Vanlouwe, meer algemeen stel ik vast dat er vandaag niet altijd een goede perceptie is van Brussel in Vlaanderen, maar omgekeerd ook, dat Vlaanderen niet altijd een positieve connotatie heeft in Brussel. Ik betreur dat en vind dat eigenlijk onterecht. Het is ook de taak van ons allemaal als Vlaams-Brusselse politici, vanuit het Vlaams Parlement, vanuit de Vlaamse Regering, maar evengoed vanuit de VGC-Raad en het VGC-College, om die inspanningen, die sterke inspanningen die Vlaanderen in Brussel doet, op een positieve manier te duiden. We hebben het daar al vaak over gehad: er is sprake van meer dan 1 miljard euro aan rechtstreekse investeringen die lonen voor de Brusselaars. Dat aanbod van Vlaanderen in Brussel wordt het best ook op een goede manier ondersteund en geduid, zeker door politici die vanuit de Vlaamse Gemeenschap of de VGC in Brussel aan politiek doen.
Ik kom dan tot uw vijfde vraag, over het promoten van Brussel in Vlaanderen. Dat is een taak die tot nu toe voornamelijk via cultuurcommunicatie werd vervuld op het platform UiT in Brussel. Ook visit.brussels, BRUZZ en agenda.brussels geven intussen een eigen invulling aan die taak. Bij Muntpunt ligt de opdracht om tijdens deze legislatuur ook andere wegen te verkennen, waarbij alle gemeenschapsmateries aan bod komen, zodat het volledige Vlaams-Brusselse netwerk in beeld komt.
Zo startte Muntpunt de voorbereiding van een platform van Brusselse verhalen en goede praktijken. Samen met andere Vlaamse organisaties en initiatieven wordt een positief Brusselverhaal naar Vlaanderen gebracht. Belangrijk is natuurlijk dat Muntpunt partners vindt in Vlaanderen die deze verhalen kunnen delen met hun publiek. Met BRUZZ wordt bekeken hoe een gezamenlijk traject gelopen kan worden zodat de communicatie-inspanningen op elkaar kunnen worden afgestemd.
Ik verwijs ook heel graag naar Brussel voor Scholen, een bijzonder belangrijk initiatief. Ik ga dadelijk nog in op de jeugdbewegingen en de jeugdorganisaties. Het is mijn overtuiging, collega’s, dat de liefde voor de hoofdstad ook op jonge leeftijd gevoed moet worden. Het spreekwoord zegt: ‘onbekend maakt onbemind’. Ik denk dat dat zeer juist is. Veel Vlamingen – dat geldt trouwens ook voor de Walen – kennen hun hoofdstad niet goed. We moeten daar absoluut werk van maken, ook al op jonge leeftijd. Het is eigenlijk mijn ambitie dat op termijn elk kind, elke jongere die de leeftijd van 18 jaar bereikt, op een positieve manier een bezoek gebracht moet kunnen hebben aan de hoofdstad, in contact moet zijn gekomen met al die rijkdom die hier aanwezig is op stedelijk vlak, op het vlak van cultuur, op het vlak van toerisme en ook op het vlak van het Vlaams-Brusselse netwerk. Brussel voor Scholen is op dat vlak heel belangrijk. Daar is een afzonderlijke website waarop het aanbod van de gidsenorganisaties gebundeld werd. Zoals u weet, werken wij samen met verschillende gidsenorganisaties, zoals Brukselbinnenstebuiten, in fusie met Stapstad. Ik heb dat tijdens een vorige commissievergadering nog toegelicht. Er zijn ook organisaties als Korei en diverse andere organisaties die op een bijzonder positieve manier aandacht schenken aan de hoofdstad, zeker ook voor Vlamingen van buiten onze hoofdstad. Ze kunnen een heel positieve rol spelen, zodat scholen uit Vlaanderen warm gemaakt worden voor een bezoek aan Brussel. De verdere bekendmaking en de uitbreiding van die website Brussel voor scholen staat op de lijst met concrete acties van Muntpunt.
De website zal deze legislatuur worden uitgebreid met het stadstoeristische aanbod voor volwassenen, zodat de Vlaamse middenveldorganisaties maar ook individuele personen makkelijker hun weg naar de hoofdstad kunnen vinden. In voorbereiding hiervan is Muntpunt dit jaar gestart met een werkgroep van Nederlandstalige gidsenorganisaties in Brussel om hun aanbod en communicatie beter op elkaar af te stemmen en om aan ideeënuitwisseling te doen.
Zoals u weet, worden sinds 2015 op 11 juli tientallen stadswandelingen en -bezoeken aangeboden die gretig afname vinden bij inwoners in Vlaanderen. In een aantal gevallen is dat ook het eerste bezoek – leert de feedback – en bovendien de aanzet voor extra bezoeken nadien. Zoals u weet, zal er ook dit jaar een aangepast aanbod zijn.
Om deze vraag af te ronden, geef ik graag ook mee dat ik – aanvullend bij Brussel voor scholen – aan Muntpunt gevraagd heb om te focussen op Vlaamse jongeren tot 18 jaar omdat men sneller een positief beeld krijgt van een stad wanneer men er al op jonge leeftijd positieve indrukken heeft opgedaan. Daar vloeien mijn taken als minister van Brussel en minister van Jeugd wat samen. Als concreet antwoord hierop gaat Muntpunt na het zomerreces in dialoog met de Vlaamse jeugdbewegingen om te bekijken hoe we via hen deze grote groep jongeren nog meer naar Brussel kunnen krijgen.
Dan kom ik tot uw laatste vraag, collega Vanlouwe. Het antwoord zat al deels vervat in de voorgaande, maar ik geef graag nog expliciet de volgende elementen mee. Er komt een nieuwe merkenstrategie die de penetratie van Muntpunt in Vlaanderen moet vergroten. Het informatiecentrum wordt uitgebouwd en rond dit aanbod wordt een communicatiestrategie uitgewerkt. In Vlaanderen wordt ook gezocht naar partners en intermediairs om het aanbod mee uit te dragen. Experten geven duidelijk aan dat het een utopie zou zijn om dit louter en alleen via de Muntpuntkanalen te doen, daar moeten ook partners voor gezocht worden.
Samen met de Vlaamse administratie en Muntpunt vinden er regelmatig rondetafelmomenten plaats met de ruime groep van partners die door de subsidielijn Polsslag Brussel worden ondersteund. Hierbij is een prioritaire doelstelling het zoeken naar de beste manieren om het aanbod te delen met een zo ruim mogelijk publiek in Brussel en Vlaanderen.
Vanuit mijn bevoegdheid Brussel wordt er samen met Muntpunt gewerkt aan een campagne die de Vlaamse aanwezigheid in het Brusselse weefsel duidelijk op de kaart zet. De centrale boodschap is dat de Vlaamse Gemeenschap Brussel niet loslaat, dat de Vlaamse Gemeenschap geeft om Brussel en investeert in de Brusselaars. Wat de Vlaamse Gemeenschap in Brussel doet, mag gezien worden, het is iets om trots op te zijn.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Dank u wel, minister. Dat lijken me toch bijzonder positieve boodschappen die ik vandaag van u hoor. Het beleidsplan dat ik gelezen heb, lijkt me iets minder ambitieus dan wat ik u vandaag hoor vertellen. Ik hoor toch heel wat positieve zaken. U zult inderdaad gebruikmaken van de relancemiddelen om de digitalisering op te starten. U zoekt ook partners in Vlaanderen en in Brussel. Uiteraard is er het benadrukken van wat Vlaanderen in Brussel doet, dat is iets waar we trots op mogen zijn. Het mag dan ook wel heel duidelijk zijn dat dat Vlaamse initiatieven zijn. Vlaanderen laat zijn hoofdstad niet los, meer nog: Vlaanderen blijft meer en meer investeren in de hoofdstad.
Muntpunt is inderdaad – u noemt het – de draaischijf, de spin van dat web van alle Vlaams-Brusselse instellingen. Ze biedt eigenlijk een overzichtsrol voor iedereen die ook maar iets over Brussel en de Vlaamse Gemeenschap in Brussel wil weten. Ik heb vandaag van u dus wel een paar heel concrete acties gehoord. Ik vond dat dat minder duidelijk was in het beleidsplan. Ik ben dan ook bijzonder hoopvol desbetreffend. Ik hoop wel dat dit daadwerkelijk ook tot uitvoering wordt gebracht door Muntpunt. Ik stel toch wel vast – dat is iets wat steeds meer terugkomt – dat er af en toe toch wel van alles onder die Brusselse gewestelijke saus gegoten wordt. Wij moeten aantonen dat we inderdaad een sterke Vlaamse Gemeenschap zijn die een meerwaarde is voor Brussel en die gerespecteerd wordt door vele Brusselse Vlamingen, maar ook door vele anderstaligen in Brussel. Ik hoop dat we inderdaad onze eigenheid kunnen behouden zonder dat dit gebeurt onder die – hoe moet ik het zeggen – gewestelijke look-and-feel die er bestaat. Na uw voorstelling van bepaalde initiatieven ben ik toch wel positief.
Ik wil wel nog even benadrukken dat ik gisteren daadwerkelijk gechoqueerd was over de berichtgeving toen ik het opiniestuk van een andere belangrijke partner in BRUZZ las. De titel luidt ‘Investeert Vlaanderen wel genoeg in Brussel?’ Deze redactie zou zich moeten schamen dat men niet eens de moeite doet om commissies te volgen, het debat dat we hier vorige week gevoerd hebben over de Gemengde Ambtelijke Commissie Brussel (GACB) en dat men dan eenvoudigweg, gratuit gaat zeggen: investeert Vlaanderen eigenlijk genoeg in Brussel? Ik las precies een persbericht van de oppositiepartijen hier. Vlaanderen doet enorm veel in Brussel en dan hoor ik hier mensen die leven van subsidies en die subsidies blijkbaar niet meer nodig hebben omdat ze de tak waar zij op zitten voortdurend aan het afzagen zijn.
Ten slotte heb ik nog een bedenking. U zegt dat u partners zoekt in Brussel, maar ook in Vlaanderen. Ik doe daarbij dit heel constructieve voorstel: ik zie de lokale dienstencentra, maar ook de gemeenschapscentra en de Vlaamse bibliotheken in Brussel soms een beetje als een mini-Muntpunt in een gemeente. Er is heel wat expertise, maar in de negentien gemeenten hebben wij onze gemeenschapscentra en onze bibliotheken en op de een of andere manier zou het mooi zijn als die ook met elkaar verbonden raken, net zoals ik hoop dat de gemeenschapscentra in de Rand, maar ook in de rest van Vlaanderen een beroep kunnen doen op of een soort van partners kunnen worden voor Muntpunt.
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u wel, collega Vanlouwe. Ik heb ook het stuk, waar u naar verwijst, gelezen. Ik begrijp uw reactie. Ik ben ook minister van Media, dus ik heb niet de gewoonte om te reageren op stukken van journalisten. In dit geval gaat het over een opinie. Dat maakt dat er al wat meer vrijheden bestaan. Maar ik zal niet ontkennen dat ik het ook met een aantal elementen niet helemaal eens ben, om het met een eufemisme te zeggen. Maar goed, daarover gaan we hier niet discuteren.
Een tweede punt: ik ga helemaal akkoord dat dienstencentra, bibliotheken, en ook de gemeenschapscentra in het Vlaams-Brussels netwerk een belangrijke rol spelen, en dat Muntpunt daar ook een soort van coördinerende taak in heeft. Dat is heel belangrijk, en het is ook iets dat in de taakstelling van Muntpunt heel erg duidelijk omschreven is. Het spreekt voor zich dat er ook regelmatig overleg is met de andere bibliotheken. Die vormen namelijk ook samen met Muntpunt een netwerk. Daar hebben we het vorige keer ook over gehad, collega Vanlouwe. Ook voor 11 juli wordt er bijvoorbeeld samengewerkt met de gemeenschapscentra. Dit is zeer terecht: Muntpunt is geen standalone. Ze is de centrale spil, maar een centrale spil die deel uitmaakt van een rijk netwerk, en de gemeenschapscentra en de bibliotheken maken daar ook deel van uit.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik denk dat dit partnerschap inderdaad verder uitgebouwd moet worden binnen, en ook buiten, Brussel. Wat ik soms wel zie is dat er sterke gemeenschapscentra zijn. We hebben onze bibliotheken, maar ik denk dat ook die bibliotheken kunnen worden versterkt. Ik heb dit inderdaad al een paar keer gelanceerd: ik zou graag zien dat dat een soort van mini-Muntpunten zijn. Er is een uitwisseling van boeken die men van een bibliotheek in Ganshoren, via het netwerk BruNO (Brussels Netwerk Openbare Bibliotheken), vanuit Muntpunt kan krijgen. Maar ergens zou er op de een of andere manier toch een groter partnerschap kunnen ontstaan, en ook een ondersteuning van die lokale bibliotheken in Brussel, uiteraard ook in samenspraak met de gemeenschapscentra. U weet uiteraard ook dat sommige gemeenschapscentra in Brussel wat sterker zijn en andere wat minder sterk.
Ik kom nog even terug op BRUZZ. BRUZZ is net zoals Muntpunt een belangrijke partner van de Vlaamse overheid, en van de VGC, maar ik stel vast dat die toch een eigen weg beginnen te gaan. Ik was ten zeerste verontwaardigd over die opinie, die letterlijk schrijft: ‘Investeert Vlaanderen genoeg in Brussel?’ Ik zeg het nogmaals, het was precies een persbericht van sp.a of Groen dat door de hoofdredacteur – of de opiniërende redacteur – geschreven was voor een redactie die eigenlijk enkel en alleen kan leven en overleven door een Vlaamse overheid. Uiteraard is er redactionele vrijheid, maar wanneer men dan nalaat om correct te berichten over de studie van de GACB, en er enkel bepaalde elementen uithaalt – en dan nog foutief – om een opinie op te starten, dan heb ik de indruk dat dit in Vlaanderen een oppositiekrant aan het worden is, en in Brussel dan een soort van paarsgroene Vivaldi-krant. Dat stoort mij fundamenteel. Ik zal daar ook vragen over blijven stellen. Ik weet dat ik nu wat aan het afwijken ben van het Muntpunt-verhaal, maar het zijn allemaal instellingen die kunnen werken en kunnen blijven functioneren dankzij subsidies, maar zich dan blijkbaar wensen af te zetten. Voor alle duidelijkheid: ik heb niet de indruk dat dit zo is bij Muntpunt, maar wel bij BRUZZ.
Het moet me toch van het hart. En ik stel vast, minister, dat er ook bij u enige ergernis leeft desbetreffend.
De vraag om uitleg is afgehandeld.