Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Voorzitter, op het einde van het rampjaar 2020 hebt u onder meer Bataljong, De Ambrassade, het Coördinatieorgaan voor Internationale Jongerenwerking (JINT) en het Kenniscentrum Kinderrechten (KeKi) de opdracht gegeven een nieuwe ondersteuningsvorm voor het lokaal jeugdwerk en -aanbod te maken. Er is gebleken dat er nog heel wat drempels zijn, waardoor kinderen en jongeren hun vrije tijd niet naar eigen behoeften spelend kunnen invullen.
Het is de bedoeling met een tweesporenbeleid een zo breed mogelijk palet aan keuzemogelijkheden te creëren en de juiste ondersteuning op de juiste plek te kunnen bieden. Dit gebeurt enerzijds door middel van een zachte overgang van Jeugdwerk voor Allen en anderzijds door tegen deze zomer met een meerjarenplan voor de nieuwe ondersteuningsvorm op de proppen te komen. In maart 2021 is Komm-Af, de naam van de nieuwe ondersteuningsvorm, gelanceerd.
Minister, aangezien juni 2021 als deadline is vooropgesteld en het nu het einde van de maand is, zou ik graag weten wie allemaal bij het uitschrijven van dat meerjarenplan is betrokken. Zijn die werkzaamheden volgens plan gefinaliseerd? Als dat laatste het geval is, zou ik graag een stand van zaken krijgen. Kunt u een tipje van de sluier lichten en de belangrijkste krachtlijnen van Komm-Af al met ons delen?
Minister Dalle heeft het woord.
Voorzitter, het vrijetijdsaanbod in Vlaanderen is iets waar we heel fier op kunnen zijn, zowel met betrekking tot sport en cultuur, maar niet het minst ook in de jeugdsector. Het is effectief een van mijn beleidsprioriteiten om dit heel rijke jeugdwerk toegankelijk te maken voor alle kinderen en jongeren in Vlaanderen en in onze hoofdstad. Dat is ook een van de vijf prioriteiten van het jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan (JKP). Om die reden heb ik vier bovenbouworganisaties, namelijk De Ambrassade, Bataljong, JINT en het KeKi, de opdracht gegeven een coördinerende rol op te nemen in de realisatie van een inclusiever jeugdwerk.
Ik gebruik die term expliciet, want het gaat niet om de creatie van een nieuwe structuur of een nieuwe ondersteuningsvorm. Het doel van de opdracht is te komen tot een beter toegankelijk en open jeugdwerk voor ieder kind en elke jongere die zich daarbij wenst aan te sluiten. In de eerste plaats betekent dit dat meer aandacht gaat naar vijf doelgroepen, namelijk kinderen en jongeren die in armoede opgroeien, kinderen en jongeren met een fysieke of mentale beperking, laaggeschoolde jongeren, kinderen en jongeren met een migratieachtergrond en LGBTQI+-jongeren. We bouwen voort op de eerder opgedane expertise, onder meer met het masterplan ‘Diversiteit in/en het jeugdwerk’ en het netwerk Jeugdwerk voor Allen. Ook de vraag naar en de wil tot meer samenwerking liggen aan de grondslag van deze opdracht.
De gesprekken zijn nog volop bezig, in een constructieve sfeer en met concrete stappen, maar er is nog geen formele beslissing genomen. De communicatie over Komm-Af is niet het gevolg van de formalisatie van een beslissing op ministerieel niveau.
Dat gaat over initiatieven die bottom-up georganiseerd werden en die we nog moeten formaliseren in het beleid. Ik hecht natuurlijk, zoals gezegd, veel belang aan dit thema. Ik wil ook de nodige tijd nemen om dit door te spreken met de sector, om samen te komen tot een helder, onderbouwd en ambitieus plan. Zodra we daarover een beslissing genomen hebben, zullen we jullie daar meer informatie over kunnen verschaffen.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Minister, uw antwoord ligt in de lijn van wat ik al gevreesd had: de vraag komt misschien wat te vroeg. Maar ik had wat schrik dat er de komende weken misschien geen mogelijkheid meer zou zijn om hierover vragen te stellen. Nu blijkt dat wel zo te zijn.
Er werd toch aangekondigd dat men in juli dat meerjarenplan wou voorstellen. Ik wilde dus polsen of u daar al wat meer van wist. De enige vraag die ik nog kan stellen, is welke deadline u vooropstelt. U zegt dat alles in een constructieve sfeer gebeurt en dat er overleg is. Wanneer hoopt u te landen?
Minister Dalle heeft het woord.
De vraag naar de timing is natuurlijk heel pertinent. Ik beschouw dit jaar wat als een overgangsjaar. U weet dat het systeem van ‘jeugdwerk voor allen’ ingekanteld werd uit de provinciale werking binnen Vlaanderen. De Vlaamse dienst speelpleinwerking en Oranje hebben dat dan opgenomen, eigenlijk zonder al te veel nieuwe initiatieven op dat moment. We hebben toen gezegd dat we dit anders wilden aanpakken, dat we met die bovenbouworganisaties wilden zorgen voor een meer geïntegreerd, Vlaamsbreed beleid. We zitten nu dus in een overgangsjaar. U vraagt me wanneer ik daarmee klaar wil zijn. Ik denk dat we zeker tegen het einde van het jaar klaar moeten zijn, om dan volgend jaar met een meer gestructureerd en meer geïntegreerd beleid te kunnen werken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.