Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Deze vraag vloeit voort uit een aantal gesprekken die ik had met de sector van de syndici. Ik verneem dat er hinderpalen bestaan die het moeilijk tot zelfs onmogelijk zouden maken om de bestaande premies aan te vragen, en dat dit eveneens het geval zou zijn voor de toekomstige premies.
Zeer vaak blijkt dat de administratieve procedures stevige hinderpalen zijn om die premie te verkrijgen. Een reden daarvoor is dat de concrete modaliteiten niet afgestemd zijn op de specificiteiten van het stelsel van mede-eigendom. Het resultaat is dat veel syndici afhaken wegens de grote administratieve rompslomp.
Zo komt er veel kijken bij de premieaanvraag bij Fluvius voor het plaatsen van dakisolatie. Er moeten een heel aantal gegevens ingevoerd worden, die als syndicus niet altijd eenvoudig te bemachtigen zijn.
Waar vroeger bijvoorbeeld in het kader van een aanvraag voor gemeenschappelijke dakisolatie de EAN-code (European Article Numbering) volstond van de gemeenschappelijke teller, heeft men nu in het kader van de totaalrenovatiebonus van elke wooneenheid de EAN-code van de elektriciteitsmeter nodig. Dit zijn gegevens die een syndicus, zeker voor oudere gebouwen, waar die werken het meest nodig zijn, niet in zijn bezit heeft. In nieuwe gebouwen plakken die nummers meestal op de tellers, maar in oude gebouwen niet. Teneinde de premieaanvraag te kunnen vervolledigen, is de syndicus dus verplicht om de EAN-codes bij Fluvius op te vragen. Tot voor kort werd die informatie ook overgemaakt.
Sinds enige tijd nemen de netwerkbeheerders echter het standpunt in dat deze gegevens privacygevoelig zouden kunnen zijn en dat men ze ingevolge de reglementering op dat vlak niet zonder meer mag vrijgeven aan derden. Hiervoor is een uitdrukkelijke volmacht van elke individuele mede-eigenaar vereist, terwijl de syndicus ze vroeger op eenvoudig verzoek telefonisch of schriftelijk kon verkrijgen.
An sich kun je het al vreemd noemen dat de syndicus, tenslotte de wettelijke vertegenwoordiger en het uitvoerend orgaan van de vereniging van mede-eigenaars (VME), als een derde wordt beschouwd. In de praktijk komt het er dus op neer dat Fluvius en de andere netwerkbeheerders weigeren de EAN-nummers te communiceren, behalve wanneer de syndicus een mandaat of een volmacht van elke mede-eigenaar kan voorleggen. In een gebouw met dertig appartementen ben je als syndicus dus al snel maanden bezig met mails, brieven en dergelijke totdat elke mede-eigenaar het juiste formulier heeft ingevuld en terugbezorgd. De syndici verzanden hierdoor in een administratief moeras, waardoor het quasi onmogelijk is geworden om een premiedossier te kunnen indienen.
Hoewel dit het dringendste element is, zijn de administratieve knelpunten hier niet toe beperkt. Voor de totaalrenovatiebonus gaat de informatievergaring bijvoorbeeld nog verder en heeft de syndicus bijkomende informatie nodig, zoals de voornaam en naam, het rijksregister- en het bankrekeningnummer van alle mede-eigenaars. Voor de nieuwe labelpremie is dan weer het EPC-label van belang. Die informatie vergaren is ook in dit geval bijzonder moeilijk in sommige meergezinswoningen.
De procedures die gevolgd moeten worden om voor een appartementsgebouw een premie aan te vragen, zijn in het algemeen dus problematisch. Ik denk dat we daar zo snel mogelijk een mouw aan moeten passen, minister. Toekomstgericht moeten we vermijden dit opnieuw tegen te komen bij de eengemaakte woningrenovatiepremie. We hebben voor het realiseren van de energiedoelstellingen een werkbaar ondersteuningssysteem nodig op maat van een VME. Er zijn steeds meer appartementen in Vlaanderen en dus ook steeds meer verenigingen van mede-eigenaars. Daarom is een systeem nodig dat echt een stimulans kan vormen bij energetische renovaties van appartementsgebouwen.
Ik heb daarom de volgende vragen, minister.
Kunt u ervoor zorgen dat de netbeheerder de syndicus vlot de EAN-nummers ter beschikking stelt voor deze aanvragen en dat de syndicus, op grond van zijn mandaat binnen het gebouw, als gemachtigd kan worden beschouwd?
Bent u bereid de knelpunten in de administratieve procedures onder de loep te nemen en deze zo snel mogelijk weg te werken? Kunt u daartoe een initiatief nemen om overleg op te starten met de sector, met de vereniging van professionele syndici, bijvoorbeeld via hun beroepsvereniging, CIB Vlaanderen (Confederatie van Immobiliënberoepen)?
Hoe kunt u garanderen dat we dergelijke knelpunten maximaal vermijden bij de eengemaakte woningrenovatiepremie, zodat we alle kansen geven aan een maximale take-up van de premie en van de investeringen die daarmee gepaard gaan? Zult u overleg organiseren met de sector over dat ontwerp van uitvoeringsbesluit?
Dan heb ik nog een vraag over de Vlaamse energielening, waarop VME’s een beroep kunnen doen. Hoeveel VME’s doen daar op dit moment een beroep op? Hoe kan de financiering van energetische renovatie van meersgezinswoningen in de toekomst nog beter ondersteund worden? Zijn er plannen om de regelgeving daaromtrent aan te passen?
Welke andere maatregelen voorziet u om de energierenovaties van meersgezinswoningen te ondersteunen?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Bothuyne, ik ben het eigenlijk eens met u. Alles wat u zegt, klopt, helaas. De privacy-autoriteiten in dit land zijn strenger dan die in andere landen. Mijn diensten zeggen mij dat wij genoodzaakt zijn om op te volgen wat die privacy-autoriteiten ons voorschrijven. Ik wil dit dus wel nogmaals aanbrengen bij verschillende instanties, want ik ben het wel eens met u. Als men altijd schermt met het beschermen van de privacy en de regelgeving daaromtrent, dan zitten we natuurlijk wel vast. Onze eigen privacy-autoriteiten zijn strenger dan die in andere landen. Misschien moet dat eens herbekeken worden. Er is ook Europa, met zijn regeldrift op het vlak van de General Data Protection Regulation (GDPR) en er is ook de privacycommissie. U hebt dus gelijk, maar dit is helaas het gevolg van de doorgedreven regelgeving. Helaas kan ik die niet veranderen vanuit mijn bevoegdheid. Ik wil dit wel nogmaals aankaarten bij de bevoegde instanties, om te bekijken of dit niet op een vlottere manier geregeld kan worden en of Fluvius die toelating niet kan geven aan de syndicus. Men schermt op dit moment dus met de privacywetgeving.
Tot op heden werden twee Vlaamse energieleningen verstrekt aan de VME’s. De diepgaande renovatie van appartementsgebouwen vergt grote inspanningen. Private renovatieleningen aan VME’s hebben looptijden van maximaal tien jaar. ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) en het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) bereiden momenteel een mooie publiek-private samenwerking voor waarbij de inzet van InvestEU-middelen kredietverzekeraars moet toelaten leningen met looptijden van twintig jaar of langer te verzekeren. Naar verwachting zullen deze leningen met langere looptijd vanaf het voorjaar van 2022 ter beschikking zijn.
Een andere belangrijke nieuwe stimulans voor renoveerders is de EPC-labelpremie (energieprestatiecertificaat). U kent dat systeem. Ik vind dat ook goed.
Ik werk ook, samen met collega Matthias Diependaele, aan het vereenvoudigen van beide systemen, dus aan alle premies inzake wonen en alle premies inzake energie. Daar wordt hard aan gewerkt.
Verder heb ik in het antwoord op uw schriftelijke vraag van 8 maart meegegeven dat het VEKA een call organiseert om de nodige begeleiding te voorzien bij renovatieplannen voor grotere appartementsgebouwen.
Ik verwacht dat de combinatie van deze ondersteuning voor de opmaak van een ambitieus renovatieplan met langere looptijden voor leningen en de labelpremie voor individuele eigenaars van appartementen, belangrijke drempels op het vlak van renovatieadvies en financiering zal wegnemen. Uiteraard zullen we ook evalueren of dit tot de gewenste resultaten leidt.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik vind het heel fijn dat u mij helemaal gelijk geeft. Alleen zijn we er nog niet op het vlak van de oplossingen, begrijp ik. Dat de privacy-autoriteiten een vrij strenge houding aannemen, is duidelijk. Ik merk dat we bij andere initiatieven een decretale basis kunnen voorzien om bepaalde informatie te laten doorstromen en daar zo een oplossing aan kunnen bieden. Dat kan misschien een suggestie zijn, om in overleg met de privacy-autoriteiten te bekijken of we eventueel met het voorzien in een decretale basis de syndici effectief in staat kunnen stellen om die gegevens op te vragen bij de netbeheerder, en vooral de netbeheerder in staat te stellen om die gegevens ter beschikking te stellen van die syndici. Uiteindelijk is een syndicus gevolmachtigd door de eigenaars van de appartementen in een bepaalde blok. Het lijkt me dus ook logisch dat daar privacygewijs een aantal consequenties aan verbonden zijn. Als we dat decretaal kunnen onderbouwen, kan dat misschien een antwoord zijn op de terechte bezorgdheid bij de sector. Kunt u dus bekijken of we daar op die manier een oplossing aan kunnen geven, door een wettelijke basis te voorzien?
Voorziet u overleg met de sector? Zeker bij het tot stand brengen van de nieuwe eengemaakte premie voor renovatie lijkt het mij toch belangrijk ervoor te zorgen dat die zo nuttig mogelijk gebruikt en ingezet kan worden voor meergezinswoningen.
Heb ik het goed begrepen dat er vorig jaar twee energieleningen voor VME’s zijn afgeleverd? Dat lijkt me toch heel beperkt. Ik ben wel blij dat er een nieuw initiatief komt, naast de energielening voor die langlopende leningen. Misschien moeten we toch eens bekijken hoe we de bekendheid van energieleningen voor VME’s kunnen verhogen. Persoonlijk denk ik dat de bedragen die daarbij worden gehanteerd, te beperkt zijn om effectief toe te laten om de nodige investeringen te financieren. Ik denk dat het systeem van de Vlaamse energielening voor VME’s op dit moment te weinig aantrekkelijk is. Ik kijk dus uit naar een evaluatie en een eventuele bijsturing.
Minister, ik wil hier graag namens mijn fractie bij aansluiten. Onze fractie heeft daar namelijk meerdere reacties op ontvangen. Ik sluit me graag aan bij de suggestie van collega Bothuyne: ik denk dat het heel belangrijk is om een dialoog te hebben met de grootste belangenverenigingen van syndici over de problemen die zij ondervinden. Ik denk dat we er alle belang bij hebben om die mede-eigendommen mee in de boot te krijgen in dit verhaal, dat toch belangrijk is om onze doelstellingen te behalen. Ik hoop dat u daarop zult ingaan en dat dit in de toekomst leidt tot meer resultaten in de vorm van meer zonne-energie op appartementsgebouwen.
Minister Demir heeft het woord.
College Bothuyne, ik neem uw suggestie zeker mee. We zullen bekijken of we daar een oplossing voor kunnen vinden. Ik heb al de opdracht gegeven om te gaan samenzitten met de privacy-autoriteit om te bekijken met welke oplossingen we eventueel decretaal, uiteraard overeenkomstig de regelgeving, tegemoet kunnen komen aan dit probleem. Want ik vind dit inderdaad ook problematisch. Daar moeten oplossingen voor zijn. Ik neem dus jullie suggesties mee. Bedankt daarvoor.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw welwillend antwoord en uw welwillende houding. Ik hoop dat er snel werk gemaakt wordt van een aantal oplossingen, in overleg met de sector. We komen hier zeker nog op terug in deze commissie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.