Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Minister, nu het Grondwettelijk Hof met zijn arrest van 14 januari 2021 het systeem van de terugdraaiende teller definitief van tafel heeft geveegd, raden heel wat energiespecialisten aan om te werken met een timer. Een dergelijke timer zorgt ervoor dat je elektrische toestellen voornamelijk overdag kunnen verbruiken, als de zon schijnt en de zonnepanelen dus elektriciteit opwekken.
Volgens brandpreventieadviseur Tim Renders is dat geen goed advies. Hij stelde op Radio 2 dat de raad van de energiespecialisten ingaat ‘tegen alle boerenwijsheid’. Hij blijft de boodschap meegeven dat elektrische toestellen steeds onder toezicht moeten worden ingeschakeld. Een elektrisch defect ligt in ons land aan de basis van een op de drie branden. Het aantal incidenten zal allicht niet of nauwelijks toenemen door het gebruik van timers, maar de schade dreigt wel groter te zijn wegens de afwezigheid van personen die snel kunnen ingrijpen.
Minister, hoe reageert u op de waarschuwing van de brandpreventieadviseur? Zult u onderzoek laten verrichten naar de risico's verbonden aan het massale gebruik van timers door zonnepaneeleigenaars? Zijn er volgens u brandgevallen bekend waarbij het gebruik van timers zonder toezicht tot brand heeft geleid? Zult u een campagne lanceren die gebruikers moet wijzen op de risico's en het belang van preventieve maatregelen tegen brandrisico's? Zult u het gebruik van timers door zonnepaneeleigenaars aanmoedigen? Welke andere initiatieven neemt u in dat verband?
Minister Demir heeft het woord.
De brandpreventieadviseur legt in zijn advies de nadruk op het zoveel mogelijk vermijden van het gebruik van huishoudtoestellen wanneer niemand thuis is. Waar de adviseur dus op wenst te wijzen, is dat er in dat geval, indien er problemen ontstaan met die toestellen, geen toezicht is om tijdig in te grijpen. Hoewel dat aspect aandacht verdient, is het, zoals de brandpreventieadviseur ook aanhaalt, een afweging die afgestemd is op het oordeelkundig installeren en gebruiken van de toestellen, het normeren van de kwaliteit van elektrische toestellen, toestellen die ook steeds meer zullen worden afgestemd op een ander werkingsritme, ook met het toenemen van het thuiswerken.
Niet alle toestellen zijn even brandgevoelig. De grootste elektriciteitsgebruikers waar het echt zinvol is om automatisch aan te sturen, zijn de elektrische boiler of de warmtepompboiler. Ook elektrische wagens zullen in de toekomst steeds meer tijdsgestuurd opladen.
Er is een groot verschil in types van timers. Een timerschakelaar in het stopcontact kan minder vermogen aan dan een tijdschakelaar die in de zekeringskast wordt geplaatst en van daaruit een bepaalde kring met stopcontacten aanstuurt. Zeker voor het sturen van grotere vermogens is die laatste oplossing meer aan te raden.
Het gebruik van timers op zich is niet het probleem, maar zoals de brandpreventieadviseur aangeeft, wel de afwezigheid van controle tijdens de werking van de toestellen. Dit is zeker een aandachtspunt voor mijn collega-ministers bevoegd voor brandveiligheid. Ik zal dat eerstdaags zeker op de radar zetten.
Aangezien het defect gaan van elektrische toestellen en het daaraan verbonden risico op brand niet rechtstreeks verbonden zijn aan het oordeelkundig gebruik van de timers, lijkt het informeren eerder te moeten focussen op algemene brandpreventie en brandveiligheid. Ik zal ook dat overmaken aan de collega’s bevoegd voor brandveiligheid.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoorden. De afwezigheid van controle is alvast een punt. Het stijgend aantal woningbranden toont aan dat dit geen ver-van-mijn-bedshow is. Tim Renders stelt ook dat het typisch is voor Belgen om te denken dat het hun niet zal overkomen. Nochtans zou in ons land iemand om de zeven dagen om het leven komen als gevolg van een woningbrand.
Het aantal energieverslindende elektrische toestellen dat in huis wordt opgeladen, is sterk toegenomen, zoals de elektrische fiets of step en straks elektrische auto's. Vaak laden we die toestellen ook te lang op. Een andere boerenwijsheid dat je toestellen moet uittrekken op het moment dat je het huis verlaat, wordt helemaal niet meer opgevolgd. Vlamingen zijn creatief en zoeken graag naar achterpoortjes waaruit ze voordeel kunnen halen.
Ik vind het belangrijk om de boodschap die de brandpreventieadviseur al jaren meegeeft, te ondersteunen en uit te dragen – zeker nu eigenaars van zonnepanelen de grootste gedupeerden zijn van de afschaffing van de terugdraaiende teller –namelijk om elektrische toestellen enkel in te schakelen als je thuis bent en enkel overdag. Als er overdag dan toch een brand zou uitbreken, is men er sneller bij en zal de gevolgschade minder groot zijn. Energie ’s nachts verbruiken is misschien wel goedkoper, maar de brand uiteindelijk veel duurder, om nog niet te spreken over het emotionele leed.
Minister, het is absoluut niet de bedoeling om zonnepaneeleigenaars die timers gebruiken paniek aan te jagen, maar het zijn wel degelijk vragen die heel wat mensen bezighouden. In dat kader wil ik nog een suggestie doen: de meest evidente manier om in te zetten op brandveiligheid is het plaatsen van voldoende rookmelders die genoeg lawaai maken. Ze moeten ook op risicoplaatsen geïnstalleerd worden en niet alleen op de vluchtroute, zoals op plaatsen waar de warmteboiler en de omvormer van de zonnepanelen staan. Een beetje voorzichtigheid kan nooit kwaad.
Moeten gezinnen die gebruikmaken van een dergelijke timer om hun apparaten overdag op te laden terwijl ze niet thuis zijn, zich zorgen maken dat hun brandverzekering in het geval van een brand niet zou tussenkomen wegens nalatigheid?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik zal niet zeggen dat er geen goede communicatie moet gebeuren, maar we moeten ook niet doemdenken en dat doet mevrouw Ryheul wel. Ze springt van links naar rechts in haar betoog. Als we geen elektrische toestellen mogen aanlaten, dan vraag ik aan de commissieleden wie zijn bakje van Telenet of Proximus uitzet, wie zijn televisie uitzet of zijn vaatwasser als hij vertrekt? Wie zet zijn elektrische boiler uit? Niemand doet dat. We moeten mensen die werken met een timer, niet plots stigmatiseren.
Dat dat oordeelkundig moet worden geplaatst, daar ben ik het mee eens. We kunnen daar een goede communicatie over voeren maar zonder te gaan doemdenken, want dan mag men inderdaad niets meer doen. Dan mogen zonnepanelen ook geen elektriciteit produceren en op het net zetten wanneer men niet thuis is omdat dat ook een gevaar zou zijn. Straks moet men het huis vol plaatsen met rookmelders. Ik denk dat we er juist voor moeten zorgen dat er zo weinig mogelijk bijkomende regeltjes zijn. Dat men voorzichtig is, dat men dit pragmatisch moet aanpakken, dat men daarover eventueel kan communiceren is goed, maar we gaan niet beginnen te doemdenken want dan is het beter je huis gewoon af te sluiten van de elektriciteit en zelfs van de straat. Dat is misschien een goede oplossing.
Minister Demir heeft het woord.
Rookmelders behoren niet tot mijn bevoegdheid, ik zal u dan ook moeten doorverwijzen naar de collega die bevoegd is voor Wonen. Ik denk dat iedereen die zich zorgen maakt, het best contact opneemt met de brandverzekering om samen te bekijken en te bespreken hoe dit kan worden opgenomen in de brandverzekeringspolis.
Mevrouw Ryheul, ik zal een aantal van uw bezorgdheden overmaken aan de collega’s die daarvoor bevoegd zijn.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Minister, ik dank u om dit samen met uw collega’s te bekijken.
Mijnheer Gryffroy, ik doe absoluut niet aan doemdenken. Mijn vraagt had enkel tot doel de bezorgdheden van een aantal mensen die mij daarover hebben aangesproken, hier op tafel te leggen. Het is natuurlijk altijd beter te voorkomen dan te blussen en dus de risico’s op brand te beperken. Die wijsheid heb ik ook wel in pacht.
De vraag om uitleg is afgehandeld.