Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Het Nederlandstalig deeltijds kunstonderwijs (dko) in Brussel zit duidelijk in de lift. Het aantal ingeschreven leerlingen steeg de afgelopen tien jaar met bijna 25 procent. De infrastructurele noden zijn echter al jaren bijzonder groot. Veel van de gebouwen waarin de academies zich bevinden, zijn sterk verouderd en verkeren in slechte staat.
Deze legislatuur engageert u zich om middelen vanuit het Vlaams Brusselfonds in te zetten om samen met de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) de infrastructuur van het dko te herstellen. Een terechte en broodnodige ambitie. De extra middelen die in het kader van het Vlaams relanceplan aan het Vlaams Brusselfonds werden toegekend, zouden ook hiervoor worden aangewend.
Ondertussen werd het algemeen bestedingskader van de relancemiddelen voor gemeenschapsinfrastructuur in Brussel goedgekeurd door de Vlaamse Regering en zijn er meer details bekend over wat dit zal betekenen voor de dko-infrastructuur in onze hoofdstad.
Concreet zal er 3 miljoen euro van de relancemiddelen worden uitgetrokken om de infrastructurele knelpunten van het dko in Brussel structureel aan te pakken. Vijf projecten voor zes academies worden geïdentificeerd als zijnde prioritair: de gemeentelijke academies in Sint-Agatha-Berchem, Sint-Pieters-Woluwe en Jette, de GO!-muziekacademie Fiocco in Schaarbeek en de twee GO!-academies in Etterbeek. Vorige week werden de projecten formeel aangekondigd in de pers. In de bestedingsstrategie van de relancemiddelen bevestigt u de verantwoordelijkheid van de VGC en de Brusselse gemeenten in de ondersteuning van deze dossiers, zowel op het vlak van financiering als op het vlak van concrete dossieropvolging tijdens het bouwproces.
Minister, welke concrete stappen zult u op korte termijn nemen om de infrastructuur van het dko te herstellen? Welke net vermelde projecten staan, naast het reeds bekendgemaakte project in verband met de gemeentelijke academie in Sint-Agatha-Berchem, nu al in de steigers?
Op welke manier werkt u momenteel concreet samen met de VGC om de verschillende infrastructuurnoden van het dko met gemeenschappelijke acties aan te pakken?
Op welke manier attendeert u de Brusselse lokale besturen op hun verantwoordelijkheid in verband met de infrastructuur voor het dko in hun gemeenten? Hoe verloopt deze samenwerking?
Acht u de huidige geplande infrastructuurprojecten als afdoende om de grootste noden in verband met de infrastructuur voor het dko in Brussel te dekken? Koestert u voor deze legislatuur nog bijkomende ambities op dit vlak?
Minister Dalle heeft het woord.
Voorzitter, terecht wordt vaak over het succesverhaal van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel gesproken. Recent is bekend geraakt dat meer dan 50.000 kinderen en jongeren uit Brussel het Nederlandstalig leerplichtonderwijs volgen. Minder goed geweten is dat ook het dko, de academies voor woord, muziek, dans en beeldende kunsten, bijzonder succesvol is. Momenteel lopen ongeveer 8000 mensen school in het dko. Dat is een stijging met ongeveer 1500 leerlingen op minder dan tien jaar tijd. Dat heeft onder meer te maken met de grote aantrekkingskracht, maar ook met een decreetswijziging tijdens de vorige legislatuur.
Dit is een enorm succesverhaal en de coronacrisis heeft ons geleerd dat voor kinderen en jongeren niet enkel de school in de strikte zin van het woord een belangrijke plaats is. Ook de vrije tijd en het bijleren tijdens die vrije tijden zijn zeker bijzonder belangrijk. Daarnaast bindt cultuur ons allemaal, ook in onze hoofdstad, en daar dragen die academies bijzonder sterk aan bij.
Het is dan ook een zeer bewuste keuze om me, samen met de heer Gatz, lid van het College van de VGC, achter deze historische investering te zetten. Het gaat om de grootste investering in het dko in de Vlaamse en Brusselse geschiedenis. Onder meer op basis van de studie van de infrastructuur van het dko uit 2018 hebben we een selectie van de projecten gemaakt. We ambiëren op vijf jaar tijd vijf bouwdossiers in vijf Brusselse gemeenten te realiseren.
Om een geïntegreerde en efficiënte opvolging tijdens het bouwproces te realiseren, zal de VGC de investeringssubsidie aan de schoolbesturen toekennen en voor de dossieropvolging instaan. Door middel van een besluit van de Vlaamse Regering zal ik voorzien in 3 miljoen euro uit de middelen in het relanceplan Vlaamse Veerkracht. Voor de opvolging en de begeleiding van een bouwdossier wordt een stuurgroep geïnstalleerd die bestaat uit het schoolbestuur, de VGC en de Vlaamse Gemeenschap. De stuurgroep hakt in consensus de knopen door, bereidt de besluitvorming door het schoolbestuur voor en bewaakt het algehele bouwdossier binnen de toegekende enveloppe. Momenteel hebben zes academies het principieel akkoord van het eigen schoolbestuur op zak. Dit wordt in ons plan voor het dko opgenomen.
De gemeente Sint-Agatha-Berchem staat momenteel het verst. De aanbesteding van het ‘design and build’-concept loopt. De gunning is gepland voor na de zomer van 2021.
De gemeente Sint-Pieters-Woluwe, waar ik samen met minister Gatz aanwezig was om het plan voor te stellen, stelt momenteel een dossier op voor de aanstelling van het bouwteam.
De gemeente Jette maakt momenteel een volumestudie voor de site van de basisschool Van Asbroeck. In functie van die opties zal het gemeentebestuur in het najaar van 2021 beslissen over de exacte locatie en grootte van het gebouw. Aansluitend kan dan een bouwteam worden aangesteld.
De renovatie van de gevel en het sanitair van de Muziekacademie J. H. Fiocco in Schaarbeek wordt momenteel ingepast in de planning van de technische diensten van het Gemeenschapsonderwijs.
Tot slot zal er ook de reorganisatie zijn van twee academies in Etterbeek. Daar is er nog wat onderzoek nodig, zowel inzake het programma als wat de stedenbouwkundige voorschriften betreft, maar ook daar willen we voldoende voortgang boeken, zodat in het najaar alle elementen bekend zijn en het dossier effectief kan worden opgestart.
Dit is een gedeelde verantwoordelijkheid. Vanuit Vlaanderen hebben we heel duidelijk gezegd dat we ter zake een grote verantwoordelijkheid zullen opnemen, veel meer dan in het verleden is gebeurd, met die 3 miljoen euro. De VGC is daar een partner in. We willen telkens ook dat de inrichtende macht, het gemeentebestuur of het Gemeenschapsonderwijs, daarin een grote verantwoordelijkheid opneemt.
In een eerste stap maakt de gemeente als schoolbestuur haar ambitie en engagement aantoonbaar via een principieel akkoord van de gemeenteraad. Aansluitend wordt verwacht dat ze een bouwprogramma voor de academie opstelt, het bouwheerschap op zich neemt en een eigen financiële bijdrage levert. Indien het bouwprogramma een nieuwbouw behelst, stelt de gemeente ook het bouwperceel ter beschikking. Ze geeft eveneens haar akkoord voor het maximaal delen qua gebruik van het gebouw met Nederlandstalige organisaties, onder andere in het kader van de Brede School. Dit is trouwens een essentieel element dat wij ook hebben ingebracht in de onderhandelingen met de VGC, namelijk dat de infrastructuur breed beschikbaar moet worden gesteld voor ons Nederlandstalig netwerk in Brussel en zelfs daarbuiten, in het bijzonder de Nederlandstalige scholen.
Tot op heden verloopt de samenwerking met de betrokken gemeenten op bijzonder constructieve wijze.
De studie van 2018 identificeerde tien bouwdossiers met een totaalbudget van ongeveer 20 miljoen euro. Vandaag selecteren we daar zes van. Ik kende, zoals u weet, eerder al een investeringssubsidie toe voor de danszaal en bijhorend sanitair voor de muziekacademie in Anderlecht. Het is de eerste keer in meer dan tien jaar dat er een dergelijke gezamenlijke inspanning wordt geleverd voor de Nederlandstalige academies in Brussel. Het is ook de grootste inspanning ooit, zoals ik al zei. Is dit voldoende? Wel, het werk is nog niet af, maar het is een bijzonder grote inspanning, die hopelijk ook in de komende legislatuur kan worden voortgezet, om ervoor te zorgen dat de infrastructuur van ons deeltijds kunstonderwijs in Brussel op topniveau is. We hebben al schitterende leerkrachten, we hebben schitterende academies, maar ook die infrastructuur moet kunnen volgen en een hoog niveau hebben.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoorden. De Vlaamse Regering speelt met deze investering uitstekend in op de Brusselse noden op het terrein. Ik heb het al aangegeven en herhaal het graag: onze kunstacademies in Brussel scherpen niet alleen de creativiteit van talloze Brusselaars aan, ze zijn ook een schakel in het Vlaams-Brusselse netwerk dat Brussel zo mooi bereikt. Ouders en kinderen zijn er vaak echt tevreden over dat ze in het dko terechtkunnen. Zoals u zei, dat is des te duidelijker gebleken tijdens de coronacrisis. Ik ben daarom blij dat uw aandacht daarnaartoe gaat en dat u boter bij de vis doet met financiële ondersteuning. Ik hoor dat de investering van de Vlaamse Gemeenschap, de VGC en de Brusselse gemeentes samen 10 miljoen euro zal bedragen. Kunt u dat wat concreter toelichten? Op welke manier zijn die investeringen precies verdeeld? Wat zijn de afspraken met de VGC daaromtrent? Is er in een bepaalde kostenverdeling voorzien? Hoe ziet dat er precies uit?
De Brusselse gemeentebesturen hebben zeker en vast ook een belangrijke verantwoordelijkheid ten aanzien van de Nederlandstaligen in hun lokale gemeenschap te nemen inzake het ondersteunen van Nederlandstalige initiatieven. U verwees naar investeringen door de Brusselse gemeentebesturen. U zei ook dat de samenwerking zeer constructief verloopt. Kunt u iets concreter zijn? Wat is hun inbreng precies? Over welke bedragen gaat het?
Ten slotte valt het me ook op dat er inzake de aanwending van de relancemiddelen voor gemeenschapsinfrastructuur in Brussel nog niet over alle middelen een beslissing is genomen. Er blijft nog 4,8 miljoen euro openstaan. Wat zijn uw plannen daarmee? Ik kan u alvast meegeven dat onze fractie het een goed idee vindt om die middelen aan te wenden om de positie van het Nederlands in onze hoofdstad te versterken.
En daarnaast, gelet op de enorme noden die voor het dko zijn vastgesteld en die – zoals u weet – geraamd zijn op 20 miljoen euro, hopen wij ook dat u kijkt of er nog extra middelen naar het dko kunnen gaan. Overweegt u de piste om van de 4,8 miljoen euro, die dus nog niet geoormerkt is, nog bijkomende middelen aan de dko-infrastructuur te besteden? Minister, is dat bedrag van 3 miljoen euro voorlopig de enige pot die u voorziet voor het Brusselse dko of zijn er naast de relancemiddelen ook nog middelen voorzien voor de dko-infrastructuur vanuit de reguliere Brusselmiddelen?
De heer Bex heeft het woord.
Minister, dank om deze initiatieven te nemen, die zijn broodnodig. Het dko speelt een zeer belangrijke rol en dat moet in deftige gebouwen kunnen verlopen. Ik dacht dat de VGC bovenop de 3 miljoen euro die de Vlaamse Gemeenschap voorziet, een bedrag van 5 miljoen euro voorziet. Komt die resterende 2 miljoen euro dan van de gemeentes naast de middelen die zij bijvoorbeeld voorzien om gronden en gebouwen ter beschikking te stellen? Minister, alleszins ben ik blij dat u heel duidelijk maakt dat alle overheden die hier betrokken zijn een rol willen opnemen. Ik hoop dat die samenwerking ook vlot zal verlopen.
Minister, u sprak op een bepaald moment van vijf teams rond bouwprocessen, terwijl er eigenlijk zes projecten zijn. Betekent dat dan dat dat project in Etterbeek gezamenlijk wordt aangepakt? Of zijn er toch zes verschillende projecten? Kunt u dat nog verduidelijken?
Minister Dalle heeft het woord.
Wat de middelen en de verdeling betreft: die hebben we meer in detail. Het zijn natuurlijk ramingen. Dat zal de komende jaren op basis van concrete dossiers en projecten nog kunnen evolueren. Er is een raming van de totale projectkosten voor deze dossiers van 10.460.000 euro. De verdeling is als volgt vastgesteld: de Vlaamse Gemeenschap staat in voor een rond bedrag van 3 miljoen euro, de VGC voor 5.150.000 euro en dan is er nog een resterend bedrag van 2.300.000 euro dat gedragen wordt door de inrichtende machten, door de schoolbesturen. Dat kan telkens per dossier verschillend zijn. Dat zal ook de komende jaren bij vaststelling van die dossiers nog heel concreet gemaakt moeten worden. Bijvoorbeeld in het eerste concrete dossier Sint-Agatha-Berchem wordt lokaal een bedrag van 100.000 euro voorzien, en ook het bouwterrein wordt ingebracht. Er is dus telkens een gedeelde verantwoordelijkheid.
Collega Tavernier, wat betreft de bijkomende middelen voor het dko: het is redelijk ongezien dat we vanuit Brusselmiddelen 3 miljoen euro extra voorzien voor het dko. In Vlaanderen wordt daar niet zo vaak bovenlokaal veel ingestoken. Via het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGION) kan dat, maar daar is er natuurlijk ook de grote verantwoordelijkheid voor het leerplichtonderwijs. Dit is heel erg bijzonder. Dat maakt ook dat we in dit plan de ambitie hebben om dit samen met de VGC en de inrichtende machten te realiseren. Ik denk dat dat al zeer ambitieus is. Ik sluit natuurlijk niet uit dat er de komende jaren nog zeer acute zaken naar voren komen, dat kan dan altijd onderzocht worden. Maar op dit moment is dit hetgeen dat we de komende jaren zullen kunnen realiseren. Als we daarin slagen, zou dat een zeer grote prestatie zijn. Het is 30 procent van onze relancemiddelen. Dat is niet weinig.
Wat de besteding van de overige elementen van die 10 miljoen euro betreft: daar hebben we een projectoproep rond broedplekken die op korte termijn gelanceerd worden. Er is inderdaad nog een vrij bedrag, waarbij we de criteria die we onszelf hebben opgelegd via ons vernieuwd richtlijnenkader, uiteraard zullen volgen. De plaats van het Nederlands is een essentiële doelstelling in heel mijn beleid en zal uiteraard ook bij de besteding van de relancemiddelen een centrale plaats krijgen.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Minister, dank u voor de bijkomende toelichting. Het Nederlandstalig dko in Brussel wordt almaar populairder en is een belangrijk onderdeel van ons Vlaams-Brussels netwerk, zoals ik al aangaf. Het is dan ook essentieel dat de academies kunnen beschikken over voldoende en deugdelijke klassen. Zoals u weet, ondersteunt onze fractie uw ambitie om specifiek rond die dko- infrastructuur te investeren. Daar zijn de grootste noden. Daarom zijn we dan ook heel tevreden dat er schot in de zaak komt met vijf concrete projecten. Wij zullen die projecten met veel interesse opvolgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.