Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Zo komen we bijna naadloos bij mijn vraag terecht over de detachering van arbeidskrachten. Arbeidsmigratie is belangrijk, ook voor onze economie. De mensen die naar hier komen dragen vaak met gespecialiseerde vakkennis en expertise bij tot economische activiteiten met hoge toegevoegde waarde. Denk bijvoorbeeld maar aan de farmaceutische sector. En daarnaast vullen zij ook heel wat cruciale knelpuntberoepen in, in de bouw- of transportsector. En ook voor de relanceprojecten, waarbij onder andere wordt ingezet op infrastructuur- en innovatieprojecten, zullen zij van cruciaal groot belang zijn.
Die noodzaak werd bijvoorbeeld geïllustreerd toen tijdens de coronapandemie buitenlandse werknemers niet meer konden of wilden komen, en de bouwsector of de landbouwsector handen tekortkwam.
Buiten de intra-EU-detachering, waarbij burgers van een andere EU-lidstaat voor een bedrijf uitgezonden worden om op tijdelijke basis in een andere EU-lidstaat te werken, geraken almaar meer derdelanders via detachering binnen de Europese Unie aan de slag. Eens in de Europese Unie, kunnen ze gebruikmaken van het vrij verkeer van personen en goederen.
Aantallen zijn vaak niet gekend, aangezien de Europese lidstaten amper zicht hebben op de herkomst van gedetacheerde werknemers en dit nauwelijks geregistreerd wordt. Ons land is een positieve uitzondering. In ons land is er een registratieplicht via Limosa en daaruit blijkt dat in 2019 11 procent van alle gedetacheerde werknemers derdelanders waren die gedetacheerd werden vanuit andere Europese lidstaten. Het ging hier om 26.000 werknemers van ongeveer 200 nationaliteiten, dus van over de hele wereld afkomstig. Ter vergelijking: in 2008 – een jaar of 10 daarvoor – waren dat nog maar 5000 mensen. Dus dit is vervijfvoudigd op een goede 10 jaar tijd, op 115.000 detacheringen.
Er zijn natuurlijk wel een aantal randbemerkingen bij te maken, en onder andere de vakbonden klagen aan dat het systeem de deur openzet voor wantoestanden, vooral voor de personen in kwestie. Vandaar een aantal vragen, minister. Hoe groot en ernstig schat u dit probleem in voor Vlaanderen? Hoe wilt u verhinderen dat gedetacheerden slachtoffer zouden worden van wantoestanden? Wat wordt er geprobeerd omtrent de inbreuken van onregelmatige detacheringen? En hebt u een idee van de omvang ervan?
Welke gevolgen zijn er van frauduleuze detacheringen? Hebt u hiervoor een plan van aanpak? Hoe heeft corona een impact gehad op de detacheringen, aangezien tijdens het hoogtepunt van de pandemie enkele grenzen gesloten werden?
Minister Crevits heeft het woord.
De afgelopen tien jaar is het aantal detacheringen inderdaad gestegen van 5000 in 2008 naar 26.000 in 2019. België is een van de weinige landen dat cijfers bijhoudt over het aantal detacheringen dankzij de Limosa-aangifte. Detachering op zich is niet het probleem. De stijgende cijfers hebben onder andere te maken met de economische groei die onze regio kende.
Ik ga ervan uit dat jullie de principes van detachering kennen. Een Europese ondernemer mag vrij zijn diensten verrichten binnen het volledige grondgebied van de Europese Unie. Dat is het basisbeginsel van vrij dienstenverkeer. Hij mag daarbij zijn eigen werknemers, ongeacht hun nationaliteit, inzetten. Deze werknemers moeten hetzelfde loon krijgen als de plaatselijke werknemers waar de dienstverlening verricht wordt. Dat is het principe van gelijk loon voor gelijk werk.
Als de basisvoorwaarden van een detachering niet gerespecteerd worden, dan is er een reëel probleem. In dat geval wordt een detacheringsconstructie opgezet om buitenlandse arbeidskrachten toegang te verschaffen tot onze arbeidsmarkt. In het geval van een detacheringsconstructie zijn de problemen groot. De constructie ondermijnt de concentrische benadering van ons arbeidsmigratiemodel en buitenlandse arbeidskrachten zonder verblijfsrecht in de Europese Unie zijn vaak bereid te werken aan lage lonen, zodat het Europees regelgevend kader inzake loon- en arbeidsvoorwaarden met de voeten wordt getreden. Dit zorgt voor oneerlijke concurrentie op onze arbeidsmarkt.
Wordt er gecontroleerd? Op het vlak van controle is er een gedeelde bevoegdheid met de federale sociale inspectie. Controle op de arbeids- en loonvoorwaarden van buitenlandse werknemers is een federale bevoegdheid. De Vlaamse Sociale Inspectie controleert in het kader van detachering zowel illegale tewerkstelling van werknemers en zelfstandigen, als onregelmatige uitzendactiviteiten. Vanuit de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD), waarvan de Vlaamse Sociale Inspectie deel uitmaakt, wordt veel aandacht besteed aan detachering: 2000 van de 10.000 vooropgestelde controles zijn gericht op sociale dumping. Het is niet eenvoudig om de omvang van sociale dumping in te schatten. De inbreukdossiers gelinkt aan detachering die door de cel Administratieve Geldboeten behandeld worden, verlopen sedert 2016 in stijgende lijn.
Wat zijn de gevolgen? In het geval van vastgestelde frauduleuze detacheringsconstructies of ongeldige detachering of uitzendactiviteiten zonder erkenning wordt proces-verbaal opgemaakt en kunnen zowel de werkgever als de Vlaamse gebruiker gesanctioneerd worden. Dit kan een strafrechtelijke vervolging zijn of een administratieve geldboete. Daarnaast vordert de federale overheid achterstallige sociale bijdragen en lonen, alsook de kosten van repatriëring voor de betrokken werknemers terug bij de werkgever.
Verhinderen dat gedetacheerden het slachtoffer worden, vereist dat de rotte appels en de ongeldige constructies uit onze arbeidsmarkt gehaald worden. Dit komt niet alleen de gedetacheerden ten goede, maar ook de bonafide Vlaamse werkgevers die geen gebruikmaken van oneigenlijke detachering. Dit vereist vooreerst monitoring. Ik wil de omvang en de actuele problemen van detachering nauwkeuriger en per sector in kaart brengen. Daarom heb ik de opdracht gegeven aan het Departement Werk en Sociale Economie om dit voldoende nauwkeurig in kaart te brengen. Ik zal de resultaten uiteraard met jullie delen.
Daarnaast moeten ook Vlaamse gebruikers geïnformeerd en gesensibiliseerd worden, omdat ze soms onbewust aan sociale dumping meewerken.
Dan kom ik tot controle, waar de ketenaansprakelijkheid geldt. Detachering gebeurt vaak via ingewikkelde constructies en ketens van (onder)aannemers. Door de ketenaansprakelijkheid worden niet enkel de buitenlandse constructies gesanctioneerd, maar ook de Belgische gebruikers of opdrachtgevers die instappen in een dergelijke constructie.
Tot slot is het niet onbelangrijk om te beseffen dat een beweegreden van werkgevers om een beroep te doen op gedetacheerde arbeidskrachten het gebrek aan kandidaten op de eigen arbeidsmarkt is, bijvoorbeeld in de vleesverwerking, schoonmaak en bouw. Investeren in activering van de eigen arbeidsreserve in Vlaanderen kan mee de vraag naar buitenlandse arbeidskrachten doen afnemen.
Is er een plan van aanpak? Dat is zeer belangrijk. De Vlaamse bevoegdheid inzake economische migratie is een belangrijke schakel in het verhaal van detachering en sociale dumping. Het interfederale SIOD-actieplan 2021 - waarbij de Vlaamse Sociale Inspectie nauw betrokken is - gaat de strijd tegen sociale dumping samen aan met de strijd tegen frauduleuze economische praktijken.
Daarbij gaat bijzondere aandacht naar fictieve of ongeldige detacheringen, de inzet van schijnzelfstandigen en de tussenkomst van niet-erkende uitzendkantoren. Er wordt ook grensoverschrijdend samengewerkt. Op Europees niveau is de uitbouw van de Europese Arbeidsautoriteit (ELA) een belangrijke stap in de gemeenschappelijke strijd tegen grensoverschrijdende sociale fraude. Dit orgaan is opgestart in 2019 en zal volledig operationeel zijn tegen 2024.
Wat betreft de corona-impact tonen Limosagegevens aan dat het totaal aantal detacheringen algemeen in stijgende lijn loopt sinds 2016. Voor 2020 valt een daling te noteren. Vermoedelijk is die daling te wijten aan de coronacrisis: gedurende een groot deel van het jaar 2020 waren niet alleen de buitengrenzen, maar ook de Europese binnengrenzen gesloten voor het vrij verkeer van personen en diensten.
Ik dank u voor het uitgebreide en duidelijke antwoord, minister. De cijfers geven het aan: het is een aanzienlijke en groeiende groep mensen die op onze arbeidsmarkt actief wordt. Op zich is dat geen probleem. U zei terecht dat we er de rotte appels moeten uit halen. Ik ben blij dat u effectief een plan hebt en dat u ook het nodige doet op het vlak van de inspectie. Uiteindelijk gaat het over de werk- en de levensomstandigheden van mensen, maar ook over oneerlijke concurrentie die zou kunnen ontstaan. Dat zijn twee bijzonder belangrijke elementen.
Ik heb nog een vraag. In welke mate stelt de inspectie meer inbreuken vast? Is er op dat vlak een evolutie te bemerken? Hoeveel overtredingen worden er vastgesteld? Is dat een groeiend fenomeen zoals de vakbonden aanklagen?
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, het is een enorm werk voor de Vlaamse en federale inspectiediensten om alle controles uit te voeren en er werk van te maken dat die rotte appels er worden uitgehaald. Idealiter zou dat allemaal door een dienst gebeuren waardoor dat efficiënter kan gebeuren, maar we weten hoe dit land er uitziet. Laten we hopen dat het in de toekomst allemaal gerationaliseerd wordt op het Vlaamse niveau. Ondertussen is het heel belangrijk dat die diensten goed samenwerken en dat ze aan een gezamenlijk plan werken. Ik denk dat er in de samenwerking al veel stappen vooruitgezet zijn.
Ik wil dezelfde vraag stellen als collega Bothuyne. Hoeveel overtredingen zijn er? Op welke moeilijkheden botsen uw inspectiediensten in het onderzoek naar die malafide werkgevers?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Bothuyne, we merken inderdaad steeds meer inbreuken op economische migratie, ook bij detacheringen. Mede omdat er zo grondig gecontroleerd is, hebben we altijd maar meer ervaring om dergelijke netwerken te ontwarren.
Collega De Vreese, er is geen efficiëntieverlies omdat we interfederaal moeten samenwerken op het terrein en dat gebeurt heel goed. Het is onze gezamenlijke prioriteit dat we ons economisch migratiebeleid ten aanzien van het Europese toptalent niet ondermijnen door die detachering. Ik heb geen cijfers op het niveau van de detacheringen. Ik kan wel bekijken met de inspectie om daarover in de toekomt te rapporteren. Ik heb ook een rapport opgevraagd aan het departement Werk en Sociale Economie (WSE) en zal dat met jullie delen. Daarin zal ook alle cijfermateriaal vervat zitten.
We kijken uit naar het rapport en naar de cijfers. Het onderwerp komt hier ongetwijfeld nog terug op de agenda.
De vraag om uitleg is afgehandeld.