Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, de Vlaamse Regering vergaderde op 8 juni jongstleden met een elektronische procedure. Op de agenda stond slechts één punt in opvolging van het voorkeursbesluit over het complex project voor een nieuwe sluis in Zeebrugge.
Blijkbaar is dat besluit gevat door procedures bij de Raad van State, maar wil de Vlaamse Regering de betrokkenen tegemoetkomen. Zo wil de Vlaamse Regering in twee hangende procedures voorstellen van dading op tafel leggen. Dat zou dan ook budgettaire implicaties hebben in 2021 door middel van – en ik citeer – “een herverdeling vanuit een provisioneel krediet van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021”. De Vlaamse Regering heeft daartoe een ontwerp van besluit met dat voorwerp goedgekeurd.
Raadpleging van de genoemde vergadering van de Vlaamse Regering op Kaleidos – het systeem om die beslissingen te kunnen volgen – toont dat het hele dossier niet ter inzage is, omdat het – en ik citeer opnieuw letterlijk – “vertrouwelijk” is.
Voor de dadingsvoorstellen is deze kwalificatie in deze fase nog te rechtvaardigen tegenover het parlement, maar voor de impact op de begroting 2021 is dat natuurlijk veel minder het geval, en al zeker niet nu we midden in de bespreking van de begrotingsaanpassing van dit jaar zitten.
Minister, daarom heb ik voor u twee concrete vragen. Kunt u enige duiding geven over de aard en de inzet van de hangende procedures bij de Raad van State over dat voorkeursbesluit voor een nieuwe sluis in Zeebrugge? De Vlaamse Regering heeft de intentie om te stoppen met deze procedures met dadingen, en voorziet daarvoor natuurlijk de nodige middelen in 2021. Uit welke provisie worden deze middelen herverdeeld, en over welke som gaat het?
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u wel, mijnheer Rzoska, voor uw vraag.
Het dossier wordt inhoudelijk opgevolgd door collega Peeters. Zij is hiervoor inhoudelijk bevoegd. Ik zal u dan ook het antwoord meegeven dat we met haar kabinet hebben afgestemd.
Er waren inderdaad procedures tot vernietiging van het voorkeursbesluit lopende bij de Raad van State. Met het afsluiten van een dading werd afstand van geding gedaan door de tegenpartijen en zijn alle procedures tegen het voorkeursbesluit nu van de baan. Als gevolg hiervan kan de focus nu volledig gaan naar de verdere uitwerking van het project richting het projectbesluit.
Er werden initieel drie procedures tot vernietiging van het voorkeursbesluit opgestart. De eerste door een groep burgers, de tweede door de jachtclubs RBSC en BZYC, en de derde door een bedrijf uit Zeebrugge. De procedure door de groep burgers werd eind vorig jaar door de Raad van State verworpen wegens het ontbreken van het vereiste belang, en dit wegens het niet overmaken van een memorie van wederantwoord. De overige twee procedures bleven wel lopen. Van die laatste twee procedures werd ons eind vorig jaar het voor ons – als partij in het geding – negatief auditoraatsverslag overgemaakt. Naar aanleiding daarvan werden onderhandelingen met deze partijen opgestart, die zijn uitgemond in drie dadingen waarmee we erin zijn geslaagd om die partijen een afstand van geding te laten doen en zo alle nog lopende procedures bij de Raad van State tegen het voorkeursbesluit te beëindigen. De inhoud van de dadingen afgesloten in het kader van de Nieuwe Sluis Zeebrugge, is aan geheimhouding onderworpen. Die kan niet worden gedeeld. Dat is de normale gang van zaken bij dadingen, denk ik.
Ik kom tot uw tweede vraag. Parallel aan de goedkeuring van de dadingen werd de herverdeling van middelen van Financiën en Begroting naar Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) goedgekeurd. Dat betrof een herverdeling van middelen die bij de begrotingsaanpassing 2020 binnen een provisie bij Financiën en Begroting waren gereserveerd voor de verwerving van bedrijven die zullen worden geïmpacteerd door het project van de Nieuwe Sluis Zeebrugge. Laten we het ‘onteigeningen’ noemen. Omdat er intussen met een aantal bedrijven een akkoord is of vergevorderde onderhandelingen plaatsvinden, werd die provisie heden overgezet naar MOW. Naast de uit de provisie overgehevelde middelen worden ook binnen het beleidsdomein MOW middelen uitgetrokken voor verwervingen van woningen en dadingen. Dat is het antwoord dat ik wilde geven.
De heer Rzoska heeft het woord.
Dank u wel, minister, ook voor het antwoord van collega Peeters via u. Op mijn eerste vraag kom ik niet terug, want natuurlijk – zoals u zelf zegt – wordt de inhoud van een dading op dit moment niet publiek gemaakt. Ik heb nog een bijkomende laatste vraag. U hebt nu aangegeven vanuit welke provisie het wordt overgezet, maar wat is eigenlijk de totale som waarover we spreken? Dat was mij niet helemaal duidelijk uit het besluit van de Vlaamse Regering.
Minister Diependaele heeft het woord.
De provisie die we aangelegd hebben was 42 miljoen euro. Zoals u weet mag ik niet communiceren over de inhoud van de dading, maar de provisie die ervoor aangelegd werd, was 42 miljoen euro. Voor het grootste deel kwam dat net overeen, maar ik mag natuurlijk niet zeggen wat er in de dading zelf stond.
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, het is mij duidelijk. Ik heb geen bijkomende vragen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.