Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Het antwoord wordt gegeven door minister-president Jambon.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Op 18 mei 2021 gaf het Europees Parlement zijn fiat voor het Just Transition Fund (JTF) dat regio’s binnen de Europese Unie (EU) die nog sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen en koolstofintensieve industrieën moet helpen bij de transitie naar een zogenaamd ‘klimaatneutrale economie’. België zou ongeveer 182 miljoen euro krijgen. In januari drong de Europese Commissie nog aan een beslissing te nemen over de geografische dekking binnen België van dit territoriale plan. De Commissie wilde echter dat de Belgische middelen naar de provincie Henegouwen zouden gaan.
Onlangs verklaarde federaal minister van Klimaat Zakia Khattabi echter dat de discussie over de geografische dekking van het Just Transition Fund reeds gevoerd werd tussen de federale eerste minister en de ministers-presidenten van de Gewesten, onder wie u, minister-president Jambon. Er werd blijkbaar overeengekomen dat enkel het Waalse Gewest territoria zou aanduiden voor de subsidies van het Just Transition Fund. De voorbereiding van het Belgische territoriale plan werd volledig in handen van de Waalse Regering gelegd. Vlaanderen krijgt dus geen eurocent uit het Just Transition Fund, zoals eerder gevreesd. Nochtans verkondigde uw lieftallige collega, minister Demir, vorig jaar nog dat de Vlaamse Regering zou hameren op een consequente toepassing van het principe van subsidiariteit bij de verdeling van de middelen uit het Just Transition Fund binnen elke lidstaat. Met andere woorden: België moest binnen zijn territoriale transitieplan zelf de gebieden kunnen aanduiden die in aanmerking komen voor ondersteuning, zonder hierbij gebonden te zijn aan de aanbevelingen van de Europese Commissie. Minister Demir eiste een bijsturing van het voorstel van de Commissie, aangezien Vlaanderen blijkbaar geen eurocent zal krijgen.
Hoe verklaart u het, dat er uiteindelijk werd overeengekomen dat enkel het Waalse Gewest territoria zou aanduiden voor de subsidies van het Just Transition Fund?
Op welke manier, minister-president, hebt u zich in 2021 nog verzet tegen de verdeling van het Just Transition Fund zoals oorspronkelijk was voorgesteld door de Commissie?
Alvast bedankt voor uw antwoorden.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Goeiemorgen, mijnheer Van Rooy. U begint in juni over een kwestie die in januari al uitgebreid is toegelicht. Bon, het is niet in het kader van een actualiteitsdebat dat u die vraag stelt neem ik aan. Het is nazorg die na vijf, zes maanden op uw radar komt. Dat vind ik knap.
Begin dit jaar heb ik inderdaad samen met de premier en de andere ministers-presidenten een algemeen akkoord gesloten over de verdeling van de verschillende Europese financieringsinstrumenten. Het ging hierbij in de eerste plaats om de faciliteit voor Herstel en Veerkracht, het zogenaamde Europese relancefonds. Binnen België is Vlaanderen veruit de grootste begunstigde met een enveloppe van 2,25 miljard euro op een totaal van ongeveer 5,9 miljard euro. Tegelijkertijd werd er ook een compromis gevonden over het Brexit-aanpassingsfonds, waar Vlaanderen met ongeveer 200 miljoen euro opnieuw de grootste begunstigde is. Hetzelfde geldt voor de crisisenveloppe van de Recovery Assistance for Cohesion and the Territories of Europe (REACT-EU) waarvan 115 miljoen euro naar Vlaanderen stroomt. In het kader van dit globale compromis werd tot slot ook beslist om de middelen uit het zogenaamde Just Transition Fund uitsluitend in te zetten op Waals grondgebied, dat conform het voorstel dat de Europese Commissie zelf eerder had gedaan. Door die logica toe te passen, konden we die ook voor de andere fondsen gebruiken om daaruit het grootste deel naar Vlaanderen te halen.
Tijdens de onderhandelingen heb ik in de eerste plaats ingezet op die Europese fondsen die Vlaanderen ook flexibel en doeltreffend kan gebruiken voor de financiering van het eigen relancebeleid in het plan Vlaamse Veerkracht. Als ik het globale compromis bekijk, denk ik dat we daar ook in geslaagd zijn.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Goedenavond, minister-president.
Ik heb hierover al wel degelijk mijn bezorgdheden bij uw lieftallige collega, minister Demir, geuit. Uw korte antwoord moet natuurlijk verhullen dat u zich hebt laten rollen door de Europese Unie. De Europese Unie – waar u zich hebt ingeschreven als minister-president van ons Vlaanderen – die doet wat ze al decennia doet, ze neemt namelijk zeer veel geld van ons, van Vlaanderen, van België, en dan moet u vervolgens gaan smeken om daar zoveel mogelijk van terug te krijgen. Dan wordt dat in dat geval het een of andere… Is er iets, minister-president? Ik hoor u zuchten en kreunen.
Ik denk dat u uw oren eens moet laten uitspuiten.
Ja, het doet pijn, ik besef dat, minister-president, dat u uw naam van Slappe Jan weer alle eer aandoet, want van die 182 miljoen euro krijgen wij dus 0 euro. U hebt dat dan zonet in de een of andere onderhandeling over een ander fonds proberen te verpakken, waarbij we hebben moeten smeken om daar geld uit te krijgen. Ik zal u eens een misschien in uw oren bizar klinkend voorstel doen: wat als we nu eens ons eigen geld in onze eigen zakken zouden houden? Wat als we het Vlaams belastinggeld nu eens gewoon bij ons zouden houden om onze eigen noden mee te dekken zonder dat er allerhande verdelingsmechanismen aan te pas hoeven te komen van de steeds dictatorialere Europese Unie? Zou dat ons niet wat meer geld opleveren dan nu en ook veel minder ergernis, want, minister-president, u moet steeds opnieuw gaan smeken om toch maar zoveel mogelijk geld van de Europese Unie te krijgen. In dit geval is het nog potsierlijker, want hoe slechter een regio of een land het doet, hoe meer geld het dus krijgt uit dit zogenaamde Just Transition Fund.
Ik vind het dus te gek voor woorden. Nogmaals mijn pleidooi: hou uw rug nu eens een keer recht en hou het Vlaams geld in Vlaamse handen. Dat zal ons veel meer opleveren, dat leren ook berekeningen, dan telkens dat herverdelingsmechanisme, of dat nu gaat over corona of het klimaat of wat dan ook binnen die Europese Unie.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Daarstraks kwam u zes maanden te laat, mijnheer Van Rooy, en nu bent u een sciencefictionverhaal aan het schrijven waar ik totaal geen deel van wil uitmaken. Als Vlaanderen het fictieve geld dat naar Europa of weet ik wat gaat zou inhouden, dan zouden we natuurlijk onmiddellijk uit die Europese Unie vliegen en dan denk ik dat ik absoluut niet verantwoordelijk wil zijn voor de miljarden schade die dat aan onze economie in het kader van de vrijemarkteconomie zou teweegbrengen.
Maar bon, men weet nu waar men zich aan te verwachten heeft als de heer Van Rooy ooit een verantwoordelijke functie heeft.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Tot slot wil ik opmerken dat de minister-president geen notie heeft van wat een vrijemarkteconomie eigenlijk is, want momenteel, minister-president, zitten wij opgesloten in de Europese Unie en dat is geen vrijemarkteconomie, dat is een soort gevangenis, een gevangenis waaruit de Britten eindelijk zijn ontsnapt waardoor zij met hun economie de wijde wereld zijn ingetrokken en onmiddellijk handelsverdragen zijn beginnen te sluiten met allerhande opkomende economieën buiten Europa. Minister-president, dát is de vrijemarkteconomie en daarvan is de Europese Unie de negatie. De toekomst zal dat nog wel uitwijzen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.