Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Minister-president, collega’s, zoals iedereen weet is na verschillende onderzoeken en in een eerdere versie, vorig jaar de Bestuurscode Cultuur verschenen, waar we het hier in de commissie meerdere malen over hebben gehad.
Op 26 juni 2020 – dat is bijna exact een jaar geleden ondertussen – werd deze code officieel aan de minister overhandigd en kondigde u, minister, toen uw bereidheid aan om ermee aan de slag te gaan. Dat was eigenlijk een intentie die u al eind maart vorig jaar had geventileerd, in uw visienota Kunsten, waarin u schreef dat u zou nagaan of inzichten uit die nieuwe leidraad een aanpassing vereisen aan de bestaande regelgeving.
In een antwoord op een vraag om uitleg van 11 februari dit jaar van – jammer genoeg gewezen collega intussen – Staf Pelckmans, zei u dat aanvragers van werkingssubsidies in het aanvraagdossier het engagement moeten aangaan om de principes van goed bestuur, fair practice en integriteit te verwerken in een intern reglement. De Bestuurscode Cultuur zou daarbij gelden als vertrekpunt.
Ook collega Coudyser stelde hier al enkele vragen rond, waarop u toen zei dat u het antwoord schriftelijk ging bezorgen. Dat is niet gebeurd. Ik heb er dan maar zelf naar gevraagd, en dan hebt u het wel gedaan, voor de goede orde. Maar het verkregen antwoord was eigenlijk iets te summier om iets uit op te maken en om te antwoorden op alle vragen waarmee ik, maar ongetwijfeld ook collega’s, nog zitten.
Als het gaat over die Bestuurscode Cultuur, horen we hier vaak over vertrekpunten, bekijken wat er nodig is op decretaal vlak, enzovoort. Maar als u die principes wilt meenemen naar de subsidieronde van 2022, dan begint de tijd natuurlijk te dringen. Ik zie hier en daar bepaalde initiatieven opduiken waarbij men zich beroept op die Bestuurscode Cultuur, dus ik denk dat het voor iedereen hier goed is als daar toch nog wat verduidelijking en opheldering over komt.
Ik ga er eerst en vooral van uit dat u die bestuurscode zelf ook vanuit het departement en het kabinet ruim heeft verspreid. Kunt u nog eens oplijsten wie de ontvangers daarvan precies waren en welke reacties er vanuit het werkveld op zijn teruggekomen?
Wat is nu het correcte statuut van die bestuurscode? Is het nu louter een leidraad met vrijblijvend karakter, of is er toch sprake van enige afdwingbaarheid in de toekomst, dan wel sanctionering bij niet of onvoldoende naleving? Die bestuurscode wordt in verschillende contexten gebruikt, afhankelijk van de visienota of vraag om uitleg waar we naar kijken – het blijft toch een beetje onduidelijk. U spreekt over evenwichtige samenstellingen, goed bestuur, maar zal dat concreet getoetst worden aan die nieuwe bestuurscode? En als dat laatste het geval is, dan had ik uiteraard graag van u vernomen over welk instrumentarium u denkt te beschikken om de naleving daarvan af te dwingen.
Bent u intussen nagegaan of de in de Bestuurscode Cultuur opgenomen inzichten een aanpassing vereisen van de bestaande regelgeving? Zo ja, over welke aanpassingen gaat het concreet? Zult u die doorvoeren en hoe zullen die dan worden geïmplementeerd?
Tot slot, bent u bereid om mee te werken aan een aanpassing van de Cultuurpactwetgeving wanneer dat vereist is om tegemoet te komen aan alle aanbevelingen die zijn opgenomen in de Bestuurscode Cultuur?
Dus minister-president, is er volgens u een aanpassing van de regelgeving nodig en zo ja, hoe ver wilt u daar dan in gaan? Wilt u meewerken aan bijvoorbeeld een aanpassing van die Cultuurpactwetgeving? Vindt u het überhaupt aangewezen om aan die wetgeving te prutsen en als daar daadwerkelijk op gewestniveau aan zou worden gesleuteld, dan had ik graag vernomen hoe u daarover wilt overleggen of dat wilt stroomlijnen met het federale niveau want uiteraard zullen ook aanpassingen op gewestniveau op een of andere manier in federale wetgeving moeten worden geïmplementeerd.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Brusselmans, op 26 juni 2020 organiseerden het Fonds voor Cultuurmanagement, deBuren en Cultuurloket een officieel moment waarop de code mij werd overhandigd. Ik sprak ook de sector toe. Om enkele aanbevelingen uit die bestuurscode eenvoudig toepasbaar te maken, werd een toolbox samengesteld die online te raadplegen is.
Cultuurloket en de sectorale steunpunten zorgen voor de verspreiding en sensibilisering van de sector.
Het hele traject van de nieuwe Bestuurscode Cultuur werd op de voet gevolgd door mijn administratie die als waarnemer betrokken was om erover te waken dat de nieuwe code toepasbaar is op alle subsectoren van de Vlaamse cultuursector.
De ontwerpversie van de nieuwe code werd voor feedback voorgelegd aan de sector. De werkgroep nam alle opmerkingen door en paste de code aan waar nodig. Vanuit de sector was er initieel enige terughoudendheid omdat er niet zozeer nood werd ervaren aan een nieuw kader. Inmiddels is het duidelijk dat de nieuwe code een meerwaarde heeft en een duidelijke procesmatige aanpak mogelijk maakt die afgestemd wordt op de grootte en de maturiteit van de organisaties.
Het betreft opnieuw een leidraad met een op zichzelf juridisch niet-bindend karakter. De keuze voor de term code gebeurde door het Fonds voor Cultuurmanagement naar het voorbeeld van de nieuwe Belgische Corporate Governance Code. Maar door de opname van principes van deze code als beoordelingscriterium en subsidievereiste in cultuurdecreten, krijgen deze principes voor gesubsidieerde organisaties wel een bindend karakter in hun subsidierelatie met de overheid.
Volgens de Bestuurscode Cultuur wordt het bestuur evenwichtig samengesteld op een wijze die deskundigheid en diversiteit waarborgt en een betrokkenheid bij de organisatie veronderstelt. De Cultuurpactwetgeving verhindert dat principe niet, en evenmin de andere principes uit de Bestuurscode Cultuur. Louter vanuit de bestuurscode is dus geen aanpassing van de Cultuurpactwetgeving nodig maar maatschappelijk is dat natuurlijk een ander debat. De Cultuurpactwetgeving is in een andere tijd tot stand gekomen dan we vandaag beleven maar dat is een zaak die op het federale niveau moet gebeuren.
Volgens het op 28 mei 2021 door de Vlaamse Regering principieel goedgekeurde besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het Kunstendecreet van 23 april 2021 zullen aanvragers van werkingssubsidies in hun aanvraagdossier het engagement moeten aangaan om de principes van goed bestuur, fair practices en integriteit te verwerken in een intern reglement. Dat staat in artikel 66 van dat uitvoeringsbesluit. De bestuurscode geldt daarbij als vertrekpunt. Daarnaast zal ook beoordeeld worden of de raad van bestuur evenwichtig samengesteld is en hoe de organisatie bestuurd wordt. Dat staat in artikel 56, §1, 2°, b van het nieuwe Kunstendecreet.
Bij toezicht op de werkingssubsidie wordt nagegaan of het intern reglement effectief gevolgd werd, en of de organisatie kwaliteitsvol bestuurd werd. Ook bij de nakende herziening van het Cultureelerfgoeddecreet en het decreet Sociaal-Cultureel Volwassenenwerk zullen de principes van de bestuurscode worden geïntegreerd.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Als ik het goed begrijp, wordt de hele bestuurscode overgenomen en worden alle principes zonder uitzondering geïntegreerd. Ik heb daar voor bepaalde principes vragen over die ik later nog zal stellen, zeker omdat veel van die principes een verduidelijking eisen om dubbele interpretatie te vermijden. Die bestuurscode dreigt zo mogelijks te worden misbruikt om politieke belangen te dienen terwijl die code net moet dienen voor onder andere de depolitisering waar iedereen hier de mond van vol heeft. Dat mag natuurlijk de goede intenties en principes niet doen vergeten die de schrijvers hebben opgenomen in de bestuurscode en die het vertrekpunt zijn. Daarom is er volgens mij echt nood aan een duidelijk kader van uwentwege of vanuit uw kabinet of departement. Ik hoop dat we in de nabije toekomst niet zullen worden geconfronteerd, maar ik ben vrij zeker dat dit wel het geval zal zijn, met politieke spelletjes op basis van die Bestuurscode Cultuur. Ik hoop dat u dan uw mannetje zult staan en aan de cultuursector duidelijk zult maken waar die bestuurscode precies voor dient.
Minister-president, komt er nog een extra initiatief vanuit uw departement op dat vlak? Ik denk bijvoorbeeld aan een infopunt of extra begeleiding bij de implementatie van de code. We hebben die verschillende nieuwe raden van bestuur, er zijn die vernieuwingen die veel kunstinstellingen nu intern proberen te integreren maar dat gaat niet overal even vlot. Overweegt u daarbij geen extra vorm van begeleiding?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Brusselmans, wat ons betreft, is op dit moment in geen extra initiatief voorzien. Zoals ik in mijn antwoord heb gezegd leggen we dat bij de steunpunten en de belangenbehartigers. Men heeft me ook nog niet gemeld dat er bijkomende initiatieven nodig zouden zijn maar ik zal een bevraging doen over de eventuele nood daaraan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.