Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Om ook deze zomer opstoten van het virus te kunnen voorkomen of op zijn minst snel meester te kunnen zijn, blijft het belangrijk om veelvuldig in te zetten op testen, in het bijzonder nu tijdens de zomervakantie veel mensen de hoop hebben om op vakantie te gaan, en nu de maatregelen stilaan meer versoepelen.
De meest gebruikte en meest betrouwbare test is nog altijd de PCR-test (polymerase chain reaction), waarvan de resultaten worden geanalyseerd in een labo. Daarnaast zijn er de sneltests, die ook moeten worden afgenomen door iemand die medisch geschoold is, en die minder betrouwbaar zijn dan de PCR-tests. Sedert enige tijd zijn er ook de zelftesten, beschikbaar via de apotheken. Zij moeten in geval van een positief resultaat nog wel gevolgd worden door een PCR-test. In het onderwijs werden ook al projecten gedaan met de speekseltest, die als voordeel heeft dat er geen ongemakkelijk wattenstaafje in de neus moet worden ingebracht.
Ondertussen zijn er ook al experimenten gebeurd met het inzetten van honden. Zij zouden mensen die besmet zijn met grote accuraatheid kunnen herkennen met hun neus, en dit zelfs nog voor een PCR-test een positief resultaat zou geven. Zo kunnen honden nuttig zijn voor het zeer snel opsporen van besmette mensen in bijvoorbeeld luchthavens of op evenementen waar veel mensen samenkomen.
In Nederland wordt hier en daar ook al de ademtest gebruikt. Deze werkt op een gelijkaardige manier als een alcoholtest en geeft snel en accuraat resultaat. Het Leuvense onderzoekscentrum imec werkte in samenwerking met UZ Leuven een ander soort ademtest uit die ook aangeeft of iemand besmettelijk is. Dit project werd gesteund met 2 miljoen euro van de Vlaamse overheid.
Dan is er nog de schreeuwcabine of de Quick Breath Analyzer, waarin men tien seconden moet schreeuwen of luid zingen, en die binnen de minuut met grote betrouwbaarheid aangeeft of iemand besmettelijk is. Het voordeel van veel van deze alternatieve testmethodes is dat ze snel resultaat geven en betrouwbaar zijn. Bovendien moeten ze niet noodzakelijk worden afgenomen door medisch geschoold personeel.
Minister, welke mogelijkheden zijn er om op korte termijn alternatieve testmethoden op grote schaal of in bepaalde omstandigheden in te zetten?
Wat zijn eventueel de obstakels of bezwaren om alternatieve testmethoden in te zetten?
In hoeverre wordt er al gewerkt met alternatieve testmethoden? In welke mate worden de speekseltests alsnog ingezet in het onderwijs?
In hoeverre zouden bij invoering van de bijkomende testmethodes eventuele positieve resultaten van de alternatieve testmethoden bevestigd moeten worden door een PCR-test en waarom?
Op welke manier wordt bij toelating van die alternatieve methodes de link met de contactopsporing verzekerd?
Wat is de kostprijs van die alternatieve testmethodes? Op welke manier zullen zij beschikbaar zijn? Zo ja, waar of voor wie? Zullen zij gratis ter beschikking gesteld worden aan wie nog niet de gelegenheid had gevaccineerd te worden?
Zullen bij de invoering van het coronacertificaat, waarbij het voorleggen van een negatieve test mee in aanmerking zal worden genomen, ook alternatieve testmethodes in aanmerking worden genomen?
Minister Beke heeft het woord.
Het agentschap Zorg en Gezondheid volgt de evoluties over testmethoden van zeer nabij op. Dat gebeurt onder meer via de Risk Assessment Group (RAG) Testing en de Taskforce Testing, waar de wetenschappelijke betrouwbaarheid van testmethoden en de mogelijkheden voor implementatie worden besproken.
Op dit moment zijn er nog geen goede alternatieven voor de testen die al worden ingezet. De PCR-test blijft de gouden standaard. Snelle antigeentesten of zelftesten die werken volgens hetzelfde principe zijn iets minder betrouwbaar, maar kunnen in bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld de eerste vijf dagen na symptomen of voor herhaald testen, worden ingezet, weliswaar enkel bij niet-gevaccineerden.
De nieuwe alternatieve methoden waarnaar u verwijst, zijn nog te prematuur om nu al te kunnen inzetten. De covidspeurhonden werden getraind om geuren te herkennen op doekjes met zweetstalen. Daarvoor was een intensieve training gedurende vier maanden nodig. Om hen naar analogie met drugshonden echt te kunnen inzetten waar veel mensen samenkomen, zoals bijvoorbeeld op luchthavens of bij grote evenementen, zouden zij nog een intensieve bijkomende training van enkele maanden moeten krijgen. Met de zes honden die tot nu getraind werden, is de testcapaciteit van die methode ook heel beperkt. De Taskforce Testing concludeerde daarom dat die methode niet haalbaar is voor algemeen gebruik.
De ademtests zijn nog volop in ontwikkeling en nog niet klaar om massaal in te zetten. De inzet in Nederland is gebeurd in het kader van testevenementen om ook extra lessen te kunnen trekken over de bruikbaarheid ervan. Zodra dit type testen stabiel en betrouwbaar is, zullen we bekijken waar ze kunnen worden ingezet.
In het onderwijs was er begin dit jaar een proefproject met de speekseltesten. Dat werd niet verder uitgebreid omdat het logistieke proces, namelijk het inzamelen van de speekselstalen in alle scholen, een complexe zaak bleek te zijn.
Of nieuwe testmethoden altijd gevolgd moeten worden door een PCR-test zal afhangen van de betrouwbaarheid van die testen en de manier van implementeren. Gezien de grote gevolgen van een positieve test, zowel voor de persoon zelf als voor zijn omgeving is er beslist om zelf afgenomen testen altijd te laten bevestigen met een professioneel afgenomen PCR-test en zo vals-positieve testen uit te sluiten. Het resultaat van de PCR-test komt ook meteen in de databank voor contacttracing terecht.
Als er nieuwe methoden goedgekeurd worden als officiële test, zal dat moeten toegevoegd worden in de Corona Test Prescription & Consultation (CTPC)-tool, zodat ook de resultaten kunnen worden geregistreerd en in de databank terechtkomen.
Over de kostprijs van de alternatieve testmethodes kan ik geen uitspraken doen, omdat er nog geen andere methoden beschikbaar zijn. Dat is ook grotendeels een federale bevoegdheid: testen moeten in de regel worden goedgekeurd door het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG), de financiering en de regels voor het gebruik zijn dan weer de bevoegdheid van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV). In die zin kan ik ook geen uitspraken doen over het al dan niet gratis ter beschikking stellen van die alternatieve testen voor wie nog niet gevaccineerd kon worden.
In het kader van het coronacertificaat worden momenteel PCR-testen en snelle antigeentesten aanvaard als bewijs van een negatieve test.
Als er voldoende wetenschappelijke validatie is, kunnen uiteraard in een volgende fase nog bijkomende methodes worden aanvaard.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw duidelijk antwoord. We begrijpen allemaal dat er veel in ontwikkeling is. De wetenschap zoekt naar allerlei methodes. Op zich is dat heel goed.
Gelukkig hebben we de basis van die PCR-test, maar die is natuurlijk ingrijpend, zowel door de manier waarop die wordt afgenomen als wegens de termijn waarbinnen het resultaat bekend is, hoewel die al heel goed geëvolueerd is. Bij een positieve test wordt ook de hele contactopsporing in gang gezet, wat ook heel belangrijk is.
Zoals ik al zei, is er heel wat in evolutie. U hebt nu duidelijkheid gecreëerd: eigenlijk zijn er geen andere methodes dan diegenen die ik heb opgenoemd die momenteel stabiel en betrouwbaar genoeg zijn of waarvan de capaciteit op korte termijn voldoende groot is om ermee te kunnen werken. Minister, we lezen hier natuurlijk heel wat over in de pers. Ik denk dat het goed zou zijn dat er ook naar buiten toe duidelijkheid wordt gecreëerd, want de mensen gaan zich daar steeds meer vragen over stellen. We gaan natuurlijk ook wel zien dat er in de landen rondom ons, waar mensen met vakantie willen gaan, andere testmethodes in gebruik zullen worden genomen. Op welke manier zult u mee werk maken van die communicatie?
De heer Parys heeft het woord.
Dank u wel voor deze vraag, collega Schryvers. Ik heb drie korte vragen. Wie nog niet volledig gevaccineerd is of minder dan twee weken volledig gevaccineerd is, zal nog altijd een PCR-test nodig hebben om zijn coronacertificaat te krijgen. Dat zal in de zomermaanden zorgen voor een grote druk. Die is al merkbaar in een aantal testlocaties. De vraag is hoe daarop wordt geanticipeerd. Wordt daar iets speciaals voor gedaan?
Ten tweede zullen de laboratoria een groot aantal tests moeten verwerken. Zijn ze daar klaar voor, minister?
Ten derde neem ik aan dat die tests dan opgeladen worden in het nieuwe coronacertificaat. Ik dacht, minister, dat we de data van mensen die positief testten op corona, slechts 90 dagen bijhielden. Wil dat dan zeggen dat men voor het coronacertificaat alleen maar nieuwe infecties kan opladen, die gebeurden tussen nu en 3 maanden geleden? Kan men dan geen oudere corona-infecties die via een PCR-test gedetecteerd werden, opladen en dus groen licht krijgen in het digitale coronacertificaat? Ik dacht dat men na een infectie 180 dagen lang groen licht kreeg. Wat betekent dat in de praktijk voor iemand die 4, 5 of 6 maanden geleden ziek is geweest, als we die data slechts 90 dagen bijhouden?
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Dank u wel, collega Schryvers, voor deze vraag. Het is van twee zaken een. Er beweegt enorm veel en er is enorm veel in ontwikkeling. Uiteraard is dat een zeer goede zaak. Dat creëert soms ook wel wat extra verwarring op het terrein, nu al, omdat er aankondigingen gebeuren van types tests die eigenlijk nog niet erkend zijn. Dat is ook niet de bevoegdheid van het Vlaams Parlement. Maar in de uitrol ervan en de communicatie erover kan de Vlaamse overheid natuurlijk wel een belangrijke rol spelen. Ik wil dus vragen om nu al goed te communiceren. Verder wil ik ook vragen om bij de uitrol, als bepaalde types tests goedgekeurd worden, toch goed na te denken over wat al dan niet wenselijk is en over wat haalbaar is voor organisatoren en zo verder. Het zijn niet alleen medische experten die met die tests aan de slag gaan maar ook mensen als u en ik, die hierin geen grote expertise hebben. Dus ik denk dat we daar heel goed over moeten nadenken.
We hebben het in deze commissievergadering gehad over het opladen van de testresultaten in die coronapaspoorten en over de vaccinatiebewijzen. Je merkt toch wat frustratie op het terrein bij mensen met reisplannen omdat er op dat vlak nog maar weinig zaken klaar zijn om mee aan de slag te gaan. Ik vraag me dus af of u dit versneld rond zult krijgen, om ervoor te zorgen dat de maatregelen die opgelegd worden inzake het coronapaspoort ook in de praktijk, bijvoorbeeld softwarematig, snel ingevoerd kunnen worden, opdat dit paspoort zowel in het buitenland als het binnenland geldig is.
De heer Anaf heeft het woord.
Collega’s, ik wil twee zaken aanhalen. Wat de zelftests betreft, vraag ik me af of we niet op een of andere manier een gecontroleerde omgeving ter beschikking kunnen stellen om die zelftests af te nemen, bijvoorbeeld bij evenementen. Als we die zelftests allemaal gaan uitsluiten wegens mogelijk valse resultaten, dan vormt dat al een heel zware beperking.
Ik merk dat heel wat mensen ongerust zijn over die test, die ze wellicht zullen moeten laten afnemen om op reis te kunnen gaan. Ik heb al gehoord dat sommigen nu al testen beginnen te boeken voor midden juli, om zeker te zijn dat ze er een hebben. Ik zeg dan dat dat niet nodig is. Maar het is belangrijk dat de overheid een heel duidelijk signaal geeft dat ze daar wel klaar voor is.
Minister, ik dacht dat de testcapaciteit op 150.000 per dag lag. Heel veel mensen zullen allicht op hetzelfde moment op vakantie vertrekken, bij het begin van het bouwverlof. Zijn we daar klaar voor? Kunnen we dat aan? Kunnen we de mensen geruststellen? Op welke manier zal dat verlopen? Waar kunnen ze terecht? Kunnen ze er zeker van zijn dat ze effectief aanspraak kunnen maken op een test? Zal dat kunnen worden georganiseerd? Zal vooral de achterliggende infrastructuur kunnen volgen? Zullen al die labo’s kunnen volgen? Zal alles klaar zijn om de grote groep mensen die getest wil worden effectief te testen?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Dat laatste vind ik heel belangrijk. Heel veel mensen zeggen nu al dat zij hun test willen boeken en dat het schema al vol is. Dan vragen ze aan hun huisarts of ze daar een test zullen kunnen krijgen. De huisartsen geven aan dat ze geen reisbureau zijn. Ik heb daar heel veel begrip voor want als huisartsen alle mensen die op vakantie gaan moeten testen, blijft er veel minder tijd over voor mensen die echt ziek zijn. Daar moet veel beter over worden gecommuniceerd want heel veel mensen weten niet dat ze prioritair naar zo’n testcentrum moeten gaan en dat ze op een website een afspraak moeten vastleggen. Ik stel voor om daarover zeer concreet en zeer snel goed te communiceren, zodat we onze eerste lijn daarmee niet overbelasten.
De heer De Reuse heeft het woord.
Ik wilde eerst niet tussenkomen, maar nu we toch van het onderwerp weggaan, wil ik u vragen, minister, welk weer het bij u in Limburg is. Is het daar ook in orde? Hier in West-Vlaanderen ziet het er heel goed uit.
Maar het gaat natuurlijk over corona en over alternatieve coronatestmethodes, zo lees ik in de titel. Ik wil toch aansluiten bij het tweede deel van de vragen van de collega’s, over het reizen en de testing. Ik wil aansluiten bij de bezorgdheid die leeft bij de bevolking die wil reizen. Veel zaken binnen Europa zijn nog niet op elkaar afgestemd. Bijvoorbeeld wat betreft de vereisten rond vaccinaties. Sommige landen zeggen één prik, andere twee prikken. Dan is er de testing: het moet een recent testresultaat zijn. Maar wat is recent? 48 uur? 72 uur? Er zijn verschillen met betrekking tot het doorreizen van een land, met betrekking tot de attesten of met betrekking tot de registratieplicht voor reizigers.
Minister, wanneer zal daar enige uniformiteit in komen? Welke initiatieven wilt u daarrond nemen?
Ik heb nog een heel specifieke vraag. Ik verneem van mensen die nu reeds, voor 1 juli, voordat het Europese coronacertificaat er komt, op reis gaan. Zij worden in bepaalde landen geconfronteerd met het feit dat ze geen in het Engels opgesteld attest krijgen. Als je in Griekenland of Spanje komt, is dat een groot probleem. Zullen er initiatieven worden genomen om dat ter beschikking te stellen aan onze testcentra en huisartsen, om dat af te leveren aan de bevolking, al is het maar voor die drie weken die ons nog resten voor 1 juli?
Minister Beke heeft het woord.
Ja, collega’s, er zijn veel vragen. Veel terechte vragen ook.
De vraag naar de testcapaciteit van onze labo’s is heel terecht. Dat was ook de vraag die ik stelde op de interministeriële conferentie. U weet dat ik zelf voorstander was om te beperken tot een vaccin om veel redenen. Het Europees Parlement had daar een voorzet voor gegeven. Daarnaast was ik wel bezorgd over de mogelijke testafnamecapaciteit. Ik heb dat ook op de interministeriële conferentie aan bod gebracht. Collega Vandenbroucke heeft gezegd dat die capaciteit aanwezig zal zijn en dat hij daarvoor zal zorgen. Ik ga ervan uit, collega Anaf, dat het zo zal zijn, dat die labo’s en het Federaal Platform COVID Testing de nodige testcapaciteit kunnen garanderen. Dat is alleszins wat er daarover afgesproken is.
Wat de vragen over de 180 dagen betreft, collega Parys, is het inderdaad zo dat er vanwege privacyredenen een beperkte opslagduur is als je een positieve test hebt afgelegd. Dat zou wel aangepast worden. Tegen 1 juli zou het moeten lukken om naar die 180 dagen te gaan. Dat is op dit ogenblik inderdaad een probleem, maar dat zou worden verholpen.
Het certificaat zou midden juni klaar zijn. Europa vraagt om dat klaar te hebben tegen 1 juli. Dat zou moeten lukken. Het agentschap Digitaal Vlaanderen is daar alleszins hard mee bezig. We hebben op de interministeriële conferentie ook demo’s gekregen over hoe het er zal uitzien. Als u dat nuttig vindt, voorzitter, kunnen we zo’n demo delen met de commissie.
Wat de testcapaciteit betreft, is er overleg met Domus Medica. Daarbij komen ook de bijkomende testen die er nodig zijn – bijvoorbeeld voor reizen – aan bod. De test- en triagecentra hebben op dit ogenblik nog een behoorlijke capaciteit. Dat heeft alles te maken met het feit dat de viruscirculatie de voorbije weken sterk verminderd is en dat ook het aantal testen is gedaald. We zijn in overleg met Domus Medica, met de artsen en met de anderen om dat te remediëren.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Testen zal in de volgende periode nog heel belangrijk blijven. Velen voelen de behoefte of hebben de wens om met vakantie te kunnen gaan. Als er inderdaad twee vaccins nodig zijn en als je na het tweede vaccin nog eens veertien dagen moet wachten vooraleer je het certificaat kunt krijgen, dan betekent dat dat er nog heel veel mensen een beroep zullen moeten doen op de PCR-test voor dat certificaat. Er zal heel veel testcapaciteit nodig zijn. Dat is inderdaad een federale bevoegdheid, maar het is goed dat u dat mee bewaakt. Het gaat ook over mensen in Vlaanderen die graag met vakantie willen gaan en van wie we zeker moeten zijn dat ze dat op een veilige manier kunnen doen.
We zien dat er alternatieven in ontwikkeling zijn. Die zullen zich in de volgende periode nog voortzetten. We kunnen dat in deze commissie nog verder bespreken in de komende maanden, want Vlaanderen is daar heel nauw bij betrokken omdat de contactopsporing mogelijk moet zijn als we het virus en de verschillende varianten, waarvan we de nieuwe hopelijk buiten kunnen houden, onder controle willen houden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.