Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Op 12 mei 2021 verklaarde de Nederlandse minister Cora van Nieuwenhuizen dat Nederland de doelen van de kaderrichtlijn Water in 2027 niet overal zal halen. Wel vindt zij dat de waterkwaliteit in Nederland de afgelopen jaren duidelijk is verbeterd. Deze ontwikkeling zet zich door. Dat schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer over de resultaten van de Delta-aanpak Waterkwaliteit.
De Nederlandse minister ziet vier redenen waarom de goede toestand niet haalbaar is voor alle waterlichamen in Nederland. Ten eerste: de normen voor het oppervlaktewater voor stikstof en fosfor worden nog veelvuldig overschreden. Ten tweede: de aanvoer van nutriënten en andere verontreiniging via beken vanuit het buitenland. Ten derde: het probleem van de opkomende stoffen in het water. Er komen veel meer stoffen voor in ons milieu dan regulier gemonitord worden. Zij kunnen een risico vormen voor de waterkwaliteit, maar ook voor drinkwater gemaakt uit oppervlakte- en grondwater en worden geklasseerd als zorgwekkende stoffen en potentieel zorgwekkende stoffen. Ten vierde: medicijnresten in oppervlaktewater en grondwater.
Wat betreft de aanvoer van nutriënten en andere stoffen via beken vanuit het buitenland, verklaart de minister het volgende: “Ik heb afspraken gemaakt met de regionale waterbeheerders hoe we hier gezamenlijk in optrekken richting onze buurlanden. In de ontwerp-stroomgebiedbeheerplannen 2022-2027 is opgenomen in welke waterlichamen we vermoeden onze doelen niet te halen mede door buitenlandse belasting. Met de regionale waterbeheerders is een gezamenlijke inspraakreactie gemaakt op de ontwerp-stroomgebiedbeheerplannen van Vlaanderen, (…).”
Minister, hoe groot is de impact van onze vervuilde waterlopen op de Nederlandse waterkwaliteit? Is dit begroot? Welke Vlaamse waterlopen zorgen voor een negatieve impact op de waterkwaliteit in Nederland? Welke afspraken zijn hierover gemaakt?
Wat was de inspraakreactie van Nederland op onze ontwerp-stroomgebiedbeheerplannen?
Welke juridische risico's lopen we als blijkt dat wij een grote oorzaak zijn van het niet halen van de kaderrichtlijn Water in Nederland?
In de ontwerp-stroomgebiedbeheerplannen wordt weinig aandacht besteed aan opkomende stoffen in water en medicijnresten. Wordt deze problematiek niet onderschat in de Vlaamse stroomgebiedbeheerplannen?
Minister Demir heeft het woord.
De belangrijkste waterlopen die vanuit Vlaanderen naar Nederland afstromen, zijn het Kanaal Gent-Terneuzen, de Grensmaas en de Zeeschelde.
Voor het Scheldestroomgebied gebeurt een berekening van de vrachten die naar de Noordzee afgevoerd worden, in het licht van de OSPAR-rapportering (verdragen van Oslo en Parijs). In 2019 werd de grensoverschrijdende afgevoerde stikstofvracht via het Kanaal Gent-Terneuzen en de Zeeschelde berekend op 9400 ton en de fosforvracht op 700 ton. De vrachten nemen sinds 1993 elk jaar af.
Conform de afspraken met Nederland valt het Maasstroomgebied niet onder de Vlaamse rapportering in het kader van OSPAR.
Het Nederlandse Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat was tevreden met de gecoördineerde aanpak van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn van Vlaanderen. Daarnaast benadrukken onze noorderburen het belang van een grensoverschrijdende afstemming en uiten ze hun bezorgdheid met betrekking tot grensoverschrijdende vuilvrachten en de impact van de beleidskeuzes aan Vlaamse zijde op het behalen van de doelstellingen in een aantal Nederlandse waterlichamen.
Samengevat is het inspraakformulier vooral een uitnodiging tot verder overleg, afstemming en samenwerking. We werken momenteel trouwens ook al structureel samen met Nederland aan de implementatie van de kaderrichtlijn Water binnen de internationale riviercommissies van de Schelde en de Maas om de grensoverschrijdende problemen aan te pakken.
Het inspraakformulier wordt op dit ogenblik samen met de andere inspraakreacties bij de stroomgebiedbeheerplannen verwerkt in overwegingsdocumenten en aangepaste ontwerpplannen.
De uitvoering van de kaderrichtlijn Water is een verplichting voor de lidstaten zelf. Eventuele juridische gevolgen zijn dus in eerste instantie te verwachten als de Europese Commissie van oordeel is dat België/Vlaanderen geen correcte uitvoering geeft aan de kaderrichtlijn Water.
Daarnaast voorziet de kaderrichtlijn dat een lidstaat die geconfronteerd wordt met oorzaken die buiten haar oplossingsmogelijkheden liggen, aanbevelingen kan doen bij de Europese Commissie.
Nederland zou zich dus met andere woorden ook tot de Commissie kunnen richten, maar gezien de uitnodiging tot verder overleg en samenwerking en ook de goede samenwerking die we al met de Nederlandse collega’s hebben, lijkt dergelijke stap niet aan de orde.
In het maatregelenprogramma gaat wel degelijk heel wat aandacht naar deze stoffen. Volgens het algemene vergunningenbeleid mag er geen enkele van deze stoffen via een puntbron geloosd worden zonder daarvoor vergund te zijn en bij het vergunnen ervan wordt erop toegezien dat de lozing geen onaanvaardbare impact veroorzaakt.
Daarnaast is er ook een specifieke actie opgenomen rond het beperken van emissies van probleemstoffen door andere bronnen dan de industrie. Deze actie besteedt aandacht aan onder meer medicijnresten. Zo werken we een brongerichte aanpak uit via een green deal voor de zorgsector en investeren we in een proefproject in de waterzuiveringsinstallatie van Aartselaar met een extra zuivering voor de verwijdering van medicijnresten.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. Als ik het goed begrijp, stelt er zich niet echt een probleem en is die uitspraak van de Nederlandse minister voor Leefmilieu een beetje voorbarig. Dat begrijp ik uit uw antwoord, of misschien concludeer ik hier te snel?
Mijn vraag is heel concreet, minister. We hebben de ontwerpen van de stroomgebiedbeheerplannen, die zijn nu volop in verwerking op basis van de inspraakronde die er geweest is. Wat is de stand van zaken en wanneer mogen we een nieuwe versie van die stroomgebiedbeheerplannen verwachten, met aanpassingen die u ook al in deze commissie hebt beloofd?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Schauvliege, ik begrijp dat u natuurlijk ook bezorgd bent over de waterkwaliteit. Wij hebben een goed contact met de Nederlandse collega, ook via de administraties loopt dat goed. We zijn ook in overleg in verband met allerhande discussies en teksten. Dat loopt goed, denk ik.
Wat de vraag rond de stroomgebiedbeheerplannen betreft: de administratie werkt nu aan de aanpassingen. Ik heb dat ook zo gevraagd, zoals u weet. De teksten zullen ons worden bezorgd begin september. Er waren ook heel veel reacties. Het verwerken van het openbaar onderzoek is dan ook heel veel werk, zeer terecht ook. We moeten het ook nog afstemmen op de Blue Deal. In die zin denk ik dat we de eerste teksten in september mogen verwachten.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Ik kijk uit naar die teksten. Ik denk dat er heel wat uitdagingen zijn. U had al beloofd dat er ook meer ambitie zou zijn in de stroomgebieden in Oost- en West-Vlaanderen, waar tot nu toe in de ontwerpen relatief weinig maatregelen zaten die de waterkwaliteit daadwerkelijk deden verbeteren. Ik kijk uit naar die nieuwe voorstellen, want ik denk dat we daar inderdaad een versnelling hoger mogen schakelen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.