Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Daniëls heeft het woord.
Er is de laatste maanden al veel gesproken en geschreven over zelftesten in ons onderwijs. Minister, u beloofde tijdens de plenaire vergadering van 28 april 2021 naar aanleiding van mijn actuele vraag dat de zelftesten geleverd zouden worden tegen midden mei. U bent uw belofte nagekomen, want op woensdag 19 mei – twee dagen na mijn verjaardag, dank u wel voor dat cadeau – werden er 30.000 zelftests geleverd bij het agentschap Zorg en Gezondheid. Dat is echter slechts een deel van de bestelde 1,24 miljoen testen. Bij de levering van volgende week zouden er 210.000 geleverd worden. De laatste 1,24 miljoen testen zouden dan begin juni geleverd moeten worden. Dat is dus vandaag.
Het positieve nieuws van die levering is dat leerkrachten zichzelf nu preventief kunnen testen en na een kwartiertje weten of ze besmet zijn of niet, in de hoop dat we op die manier heel snel kunnen ingrijpen en scholen niet volledig moeten sluiten, ook niet in deze laatste weken. Het zou niet goed zijn, mochten we bijvoorbeeld bij alle herhalingen volledige scholen moeten sluiten. Dan gaan er kostbare weken verloren.
Collega’s, als ik de optelsom maak, moet ik jammer genoeg vaststellen dat de huidige levering snel op zal zijn. Volgens het voorliggende plan zouden de basis- en middelbare scholen tests krijgen zodat ze hun personeel tot het einde van het schooljaar twee keer per week preventief kunnen testen. Dat wil zeggen dat de bestelling van 1,24 miljoen te weinig is, zeker aangezien minister Weyts rekent op 600.000 tests per week. Als we daaraan toevoegen dat nog eens 250.000 tests naar verzorgers in crèches gaan – dat is een goede zaak en ik heb daar ook voor gepleit –, dan zal de huidige voorraad op zijn binnen twee weken.
Door de voorrang die basis- en secundaire scholen krijgen en het beperkt aantal testen zullen de hogescholen en het volwassenonderwijs uit de boot vallen. Zij zullen langer moeten wachten op zelftesten en zullen dus langer moeten werken met afstandsonderwijs in het huidige schooljaar.
Daarom heb ik nog een aantal vragen, minister. Bent u op de hoogte van het feit dat de zelftesten binnen twee weken op zullen zijn? Of is er daar op een of andere manier rekening mee gehouden?
Hoe zult u garanderen dat de scholen voldoende zelftesten hebben om hun personeel twee keer per week te testen tot het einde van het schooljaar?
Wanneer zullen het hoger onderwijs en het volwassenonderwijs hun zelftesten krijgen?
Hebt u al een plan klaar om extra zelftesten te bestellen? Is dat nodig? Zo ja, hoeveel testen zult ut bestellen? Zo neen, wanneer zult u beslissen om al dan niet extra testen te bestellen?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, er zijn tot op heden ruim 600.000 testen geleverd voor het onderwijs. Deze week worden er nog deelleveringen verwacht van in totaal meer dan een half miljoen testen. En de bestellingen voor leveringen de week nadien zijn ook al geplaatst.
De berekening van de behoefte aan zelftesten in het onderwijs is ondertussen ook verfijnd. De eerste inschatting van 600.000 testen per week, waar u naar verwijst, was gebaseerd op de globale cijfers van alle personeelsleden in alle onderwijssectoren. Ondertussen wordt er gerekend op basis van het aantal resterende lesweken en een inschatting van de participatiegraad, en wordt er rekening gehouden met de voortgang van de vaccinatie. Op basis van die parameters schat men dat de behoefte aan zelftesten op dit ogenblik 1.205.315 is tot het einde van het schooljaar.
Gelet op die berekening van de leveringen en de geplande leveringen, ga ik ervan uit dat er voldoende zelftesten beschikbaar zijn voor het onderwijs. De testen worden ter beschikking gesteld van het Departement Onderwijs en Vorming, dat verder instaat voor de verdeling onder de scholen. Voor de vragen over de verdere timing van de distributie verwijs ik naar minister Weyts.
Ik wil wel nog even verduidelijken dat de inzet van deze testen geen reden mag zijn om andere maatregelen die om epidemiologische redenen zijn genomen, niet meer te volgen. De beslissing om al dan niet met afstandsonderwijs te werken, is niet afhankelijk van de beschikbaarheid van zelftesten.
Het agentschap Zorg en Gezondheid (AZG) en het agentschap Facilitair Bedrijf volgen de leveringen van nabij op. Indien nodig kan de taskforce, boven op de bestellingen die ik al heb vernoemd, op basis van de gegunde overheidsopdracht snel bijkomende bestellingen plaatsen. Zoals ik al heb verklaard, zouden de huidige bestellingen moeten volstaan om te voldoen aan de noden die er nu zijn.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, het is een goede zaak dat aan de noden wordt voldaan. De toekomst zal uitwijzen of dat al dan niet het geval is, maar het is een goede zaak dat wel aan de noden zou worden voldaan.
Moet ik uit uw antwoord afleiden dat het wel degelijk gaat om alle personeelsleden van alle onderwijsniveaus, ook het volwassenenonderwijs en het hoger onderwijs? Dat is me niet volledig duidelijk. U bent daar in uw antwoord over begonnen, maar ik weet niet of dat nog het geval is.
U hebt verklaard dat naar de resterende weken is gekeken. Dat klopt. Vanaf het moment dat de zelftesten er waren, waren er nog zes resterende weken. Dat zijn twaalf testafnames. We zouden daar de laatste dagen van de laatste week nog van kunnen aftrekken, want dan zouden we vlak voor de vakantie testen. Dan zitten we met elf testafnames, maar betekent dit dat de mensen die reeds gevaccineerd zijn, geen zelftest meer moeten afnemen? In het kader van de vaccinatiestrategie horen we natuurlijk dat iemand pas na het tweede vaccin, meer bepaald enkele weken na het tweede vaccin, beschermd is. Ik begrijp niet goed hoe de vaccinatie ervoor kan zorgen dat er minder zelftesten nodig zijn. Het klopt natuurlijk dat we besmettingen moeten voorkomen. Zodra uit een zelftest blijkt dat iemand besmet is, zitten we eigenlijk al een stap te ver. Dat neemt niet weg dat we met die zelftesten maximaal willen indijken dat een besmet iemand verder mensen besmet.
Minister, hoe moet ik percipiëren dat 1,2 miljoen zelftesten voldoende is om in alle onderwijsniveaus twee testen per week af te nemen? Hoe moeten we uitleggen wie wel en wie niet wordt getest? Is er een richtlijn voor wie we tweemaal per week testen? Daar is het aantal blijkbaar op gebaseerd.
De heer De Reuse heeft het woord.
Voorzitter, aangezien tussen vandaag en 30 juni 2021 heel wat leerlingen en leraren nog niet gevaccineerd zullen zijn en er de komende maand toch volop versoepelingen komen, is deze vraag om uitleg nog zeer relevant. Toen er nog geen of amper vaccinaties waren, is met betrekking tot de evolutie van het virus meermaals aangetoond dat het onderwijs in het geval van een stijging van de besmettingscijfers de algemene trend pas in tweede instantie volgt. De scholen zijn relatief virusveilige plekken, maar aangezien een groot gedeelte van de bevolking al is gevaccineerd, zijn de scholen procentueel gezien nu wel besmettingsrijkere plekken geworden.
Als we het virus de komende maand echt willen indijken, moeten we op testing in het onderwijs blijven inzetten. Als we dan keuzes moeten maken, heeft het leerplichtonderwijs voor ons voorrang. Daar moet fysiek onderwijs zo veel mogelijk kunnen. Normaal gezien zijn de studenten in het hoger onderwijs en de cursisten in het volwassenenonderwijs zelfredzaam genoeg om nog tot het einde van het schooljaar met de huidige beperkingen voort te werken. Daar zijn dan ook minder testen nodig.
Dit brengt me bij een aandachtspuntje met een raakvlak met het beleidsdomein Welzijn. We dringen erop aan in het volwassenenonderwijs een gegarandeerd gedeelte van de zelftesten opzij te zetten voor de groepen die onderwijskundig kwetsbaarder zijn, namelijk de cursisten in het tweedekansonderwijs. Zij hebben die fysieke lessen nog het meest nodig en zij zullen dus moeten worden getest.
De heer Anaf heeft het woord.
Ik wil eerst een algemene bedenking maken en dan een bijkomende vraag stellen aan de minister.
We hebben al vaker gezien dat er in onderwijs dingen worden beloofd maar dat het lang duurt voor die er eindelijk zijn: CO2-meters, laptops voor kansarme kinderen, zelftesten. Al die zaken worden met veel toeters en bellen aangekondigd, maar dan blijkt er altijd wel iets mis te gaan, en vaak is dat dan de schuld van iemand anders, als het aan de minister van Onderwijs ligt.
Minister, wij betreuren dat die zelftesten er enkel voor leerkrachten zijn. Vooral met het oog op volgend schooljaar zal het belangrijk worden om leerlingen voldoende snel te kunnen testen via een zelftest, bij eerste vermoedens van een nieuw uitbraak en zeker wanneer alle leerkrachten gevaccineerd zullen zijn.
Minister, vindt u het ook geen goed idee om die doelgroep volgend schooljaar uit te breiden naar de leerlingen?
De testen die worden ingezet, zijn geen statische elementen. Ik herinner me een debat in april vorig jaar in het federaal parlement over het inzetten van zelftesten. Die testen zijn onderhevig aan evoluties, aan verbetering, en dat is absoluut een goede zaak.
Er werd gevraagd of mensen die al gevaccineerd zijn, nog getest moeten worden. De kwestie daar is dat die testen in de huidige stand – maar ik weet niet hoe die zullen evolueren tegen het najaar – niet meer zo betrouwbaar zijn. Ze geven meer valsnegatieven, want de besmettelijkheid is lager. En het is op de graad van besmettelijkheid dat er wordt getest met de huidige testen.
De keuze van de inzet van die testen is gemaakt door Onderwijs zelf, waarbij AZG inhoudelijke ondersteuning heeft gegeven. Ook de becijfering is gebeurd door de administratie van Onderwijs. Zij hebben die doorgegeven, en het is op die basis dat wij die hebben overgenomen. De informatie over hoe en waar inzetten komt eveneens van de administratie Onderwijs.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, ik lees op de website van Zorg en Gezondheid de aantallen. U hebt daarnet aangegeven dat er rekening wordt gehouden met de gevaccineerden. Dat is iets wat Onderwijs niet kent. Moeten mensen die een- of tweemaal gevaccineerd zijn – en hoelang na hun eerste of tweede vaccin –, al dan niet nog zelftesten gebruiken? Want dat is dan blijkbaar een criterium om minder zelftesten te gebruiken. Op die vraag hebt u niet geantwoord. Ik denk wel dat Zorg en Gezondheid die leidraad moet geven.
Wanneer de directeur van een school een aantal testen krijgt, en het aantal testen deelt door het aantal personeelsleden, het aantal weken en het aantal keren per week –tweemaal – en te weinig testen blijkt te hebben, dan zal die directeur moeten beslissen welk personeelslid wel en welk niet wordt getest. Ik zou die criteria heel graag kennen zodat we die heel goed kunnen communiceren omdat die blijkbaar de grondslag zijn geweest voor de bepalingen. Dat zijn geen onderwijsgrondslagen van kleuter-, lager of secundair onderwijs. Dat is zorg en gezondheid gebaseerd op de wetenschap bij wie het wel of niet zinvol is om die graad van besmetting nog vast te stellen. Minister, het zou heel zinvol zijn indien u die zou kunnen bezorgen.
Mijnheer Daniëls, u weet dat de minister niet meer kan antwoorden.
Dat mag altijd bij het verslag worden gevoegd.
U kunt hem misschien op een andere manier proberen te contacteren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.