Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over het controleren op roetfilterfraude
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Van Miert heeft het woord.
Afhankelijk van welke onderzoeken wij raadplegen, kunnen we toch zien dat er elk jaar ergens tussen de 1500 en 1800 Vlamingen overlijden aan de gevolgen van gezondheidsfalen door verontreiniging door stikstofoxide of door primair fijnstof veroorzaakt door verbrandingsmotoren.
Als je daarnaast ziet dat ons verkeer de grootste bron is van die stikstofoxide en met zijn verbrandingsmotoren de op één na grootste veroorzaker van dat primair fijnstof, denk ik dat de duiding van mijn vraag eigenlijk al voltooid is en het belang van de aanpak van uitstootfraude daarbij al duidelijk gemaakt is. We hebben het onlangs gezien bij een project van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM).
De VMM is dus bezig met teledetectie, ‘remote sensing’, om op die manier te meten of er fraude gepleegd wordt door gebrekkig onderhoud aan roetfilters. Ook fraude met AdBlue kan men zo blootleggen. Men spreekt over 83 procent accuraatheid. Men heeft een kleine 200.000 voertuigen gemeten op de snelweg, en de accuraatheid van die detectie is toch wel bemoedigend.
Ik heb in mijn vraagstelling nog wat duiding gegeven aangaande de ‘quick wins’ die we kunnen realiseren als we het fenomeen van emissiefraude en gebrekkige roetfilters te lijf gaan. Het zijn allemaal toch redelijk beduidende cijfers. U kunt die ook terugvinden op onze website, bij de collega's van de VMM. Het is leuk om daar eens in te grasduinen.
Ik denk dus dat een en ander wel duidelijk is. We hebben verkeersslachtoffers door verkeersonveiligheid, maar we hebben ook duidelijk verkeersslachtoffers door de uitstoot van het verkeer. En we kunnen daar toch wat zaken winnen.
Minister Demir heeft al aangekondigd dat zij dit systeem wil uitbreiden en ik heb ook begrepen, minister, dat u met uw collega in overleg bent geweest. Ik heb dan ook de volgende twee vragen voor u. Wat is uw visie omtrent de verdere uitrol van die teledetectie in het kader van uitstootfraude? En welke maatregelen denkt u daarbij zelf nog te gaan nemen in de strijd tegen emissiefraude?
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, mijn vraag gaat over hetzelfde onderwerp, ook naar aanleiding van het recente onderzoek van de VMM naar de uitstoot van stikstof door het verkeer, waarbij gebruik werd gemaakt van ‘remote sensing’. Het onderzoek heeft aangetoond dat 10 procent van de dieselwagens verantwoordelijk is voor 80 procent van de fijnstofuitstoot en dat 41 procent van de stikstofuitstoot van benzinewagens afkomstig is van de 7 procent meest vervuilende. Het onderzoek stelt dus eigenlijk dat twee grote groepen wagens verantwoordelijk zijn voor de meeste uitstoot, enerzijds de dieselvoertuigen die veel meer stikstof uitstoten dan op papier en anderzijds de wagens waarbij er fraude wordt gepleegd met de roetfilter of katalysator.
De collega heeft er al op gewezen dat het belang van de handhaving rond die roetfilterfraude om onze luchtkwaliteit te verbeteren enorm groot is. Er wordt geschat dat er zo’n 165.000 auto’s rondrijden in België waarbij er geknoeid is met de roetfilter. Een aantal weken geleden is er onder de gewesten een akkoord gesloten dat er tegen midden 2022 een deeltjestellertest zal worden ingezet bij de autokeuring van dieselwagens.
Minister, ik heb u hier eerder al onder andere schriftelijke vragen over gesteld. In antwoord daarop hebt u gezegd dat de mobiele deeltjesmeter ook zou kunnen worden toegepast bij controles langs de wegen. Verder onderzoek moest dat nog verduidelijken. Overlegt u met de minister van Leefmilieu om zulke teledetectiesystemen te gebruiken bij controles? Ik heb begrepen dat er eerder deze week in de commissie Leefmilieu soortgelijke vragen aan uw collega zijn gesteld. We weten ondertussen dus dat er overleg is geweest tussen u beiden.
Vanaf wanneer zullen zulke controles uitgevoerd kunnen worden? Zullen daarbij dezelfde technieken gebruikt worden als bij het onderzoek? En zullen zulke teledetectiesystemen alleen ingezet worden voor bedrijfsvoertuigen, zoals u eerder hebt aangegeven, of zullen ze ingezet worden voor alle voertuigen?
Minister Peeters heeft het woord.
Luchtkwaliteit is uiteraard heel belangrijk. Dat zal niemand ontkennen.
Het klopt, zoals de collega’s gezegd hebben, dat de VMM heel recent de ‘Beleidsstudie naar het voorkomen en bestrijden van emissiefraude bij wegvoertuigen’ opgeleverd en publiek gemaakt heeft. Ze kan geraadpleegd worden op de website van de VMM. ‘Remote sensing’ of teledetectie is één element uit die beleidsstudie en is vorige week ook in de media aan bod gekomen. Daarnaast zitten er ook nog heel wat andere beleidssuggesties in deze studie van de VMM die zeker interessant zijn, zoals collega Van Miert al zei.
Nu, een aantal van die elementen hebben we meegenomen in onze ambitie om de emissiefraude aan te pakken. We hebben dat opgenomen in het kader van het Recovery and Resilience Facility, het Europese herstel- en relanceplan, om daar ook specifiek middelen voor te kunnen bekomen. Hierin zitten enkele maatregelen, zoals de invoering van een deeltjestellertest bij de keuring. Daar is al meer over gezegd en mevrouw Robeyns verwees al naar haar schriftelijke vraag en naar het overleg met de andere gewesten, dat al is gebeurd. Daarnaast is er de ontplooiing van innovatieve emissiemonitoring zoals 'remote sensing'. Dit is nog niet afgerond. Europa moet het nog aanvaarden. We zijn dus nog niet in de mogelijkheid om te zeggen of Europa groen licht zal geven.
'Remote sensing' of teledetectie: het verbeteren van de luchtkwaliteit is een belangrijke bekommernis van de Vlaamse Regering. Dat heb ik al gezegd. We willen alle mogelijke stappen ondernemen in het kader van het luchtbeleidsplan om de luchtkwaliteit te verbeteren. De beleidsstudie van de VMM is dan ook een belangrijk instrument om te bekijken welke acties nog ondernomen kunnen worden om de emissiefraude aan te pakken.
Over de studie zelf hebben we met de kabinetten al onderling overleg gehad. Tegelijk heb ik al gezegd dat ik ook al met de andere gewesten heb samengezeten om een gemeenschappelijke en gezamenlijke uitrol te doen van de technische controle, de keuringscentra, waar we met deeltjestellers willen gaan werken. We willen dat invoeren vanaf 1 juli 2022. Om een permanente handhaving mogelijk te maken, moet er buiten de keuringscentra en de technische controle ook werk gemaakt worden van 'remote sensing'. Dat is en blijft een interessante piste. Ik heb dat al meermaals meegegeven. Ik ben tevreden dat de studie van de VMM een en ander opnieuw aantoont en aangeeft dat daar verdere stappen dienen genomen te worden.
De concrete modaliteiten, mevrouw Robeyns, kan ik nog niet gedetailleerd toelichten. Dat gebeurt in samenspraak met verschillende bevoegde ministers. We moeten bekijken hoe we toekomstgericht alle voertuigen kunnen onderwerpen aan een 'remote sensing' langs de weg. Dat is alleszins de bedoeling.
U refereert specifiek aan de bedrijfsvoertuigen, die worden vandaag al door de Wegeninspectie gecontroleerd. Die diensten zijn nu ondergebracht bij de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL). Ze doen controle langs de weg. Hiervoor geeft de beleidsstudie al aan dat een innoverende tool om fraude met de SCR-katalysator (selective catalytic reduction) waarmee men AdBlue en de uitlaatgassen van de vrachtwagens gaat controleren, nodig is. Daar werkt men al mee dankzij de Wegeninspectie. Er loopt ter zake een proefproject dat in 2019 al startte in samenwerking met de federale politie.
Zijn er bijkomende maatregelen voor de aanpak van de emissiefraude? We willen sowieso een globale aanpak van handhaving via technische controle en 'remote sensing'. Hiervoor praten we opnieuw samen met de andere gewesten. Het uitgangspunt is om de fraudeurs aan te pakken maar ook om iedereen beter bewust te laten worden over de uitrusting van de voertuigen en over de luchtkwaliteit in Vlaanderen. Eenieder moet zich daarvan bewust zijn. Fraude moet tot een absoluut minimum of tot nul herleid worden. De impact op de gezondheid is onaanvaardbaar, we moeten daar blijven op inzetten om de fraude te voorkomen of de fraudeurs hardhandig aan te pakken.
De heer Van Miert heeft het woord.
Ik heb geen bijkomende vragen, voorzitter, maar ik denk dat het antwoord van onze minister duidelijk heeft gemaakt dat zij zowel die fraudeurs wil aanpakken als verder wil werken aan die bewustwording, wat wel nodig is. Als ze stelt dat ze alle mogelijke stappen zal ondernemen binnen haar beleidsdomein om de luchtkwaliteit te verbeteren, dan zal ze dat ook doen. Ik denk dat de globale, gemeenschappelijke aanpak waar ze voor pleit, de te volgen weg is. Ik heb voorlopig geen bijkomende vragen, maar dit zal wellicht later deze legislatuur nog een vervolg krijgen. Minister, ik dank u voor het antwoord.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Luchtkwaliteit is inderdaad heel belangrijk. Het is inderdaad een transversale bevoegdheid en verantwoordelijkheid om daar te komen tot een integraal, coherent en efficiënt beleid.
Onderzoek toont aan dat bijkomende inspanningen nodig zijn. De technologie is er. Ik begrijp dat er overleg nodig is, minister, maar dat we daar toch op korte termijn een beslissing van de Vlaamse Regering krijgen rond de aankoop van de 'remote sensing'-detectoren. Hebt u, wat de Europese plannen betreft, zicht op de timing? Wanneer zouden we daar dan al dan niet groen licht voor krijgen?
De heer Danen heeft het woord.
Ik heb u hier al een paar keer een vraag over gesteld, minister. Ik heb afgelopen week ook minister Demir bevraagd over een aantal aspecten van deze thematiek.
Ik moet zeggen dat het een hobbelig parcours was tot hiertoe. Maar ik probeer positief naar de toekomst te kijken, dus ik hoop dat de toekomst op dit vlak steil naar boven zal zijn. Want de aanpak van roetfilterfraude is natuurlijk bijzonder sociaal: je zorgt voor betere lucht, en de mensen die het niet goed menen, haal je eruit.
Ik heb een bijkomende vraag, minister, een beetje analoog met wat mevrouw Robeyns hier stelt. U zegt dat we nog wat moeten wachten op Europa om iets te kunnen doen of om die PN-meter (Particle Number) te kunnen gebruiken. Begrijp ik dat u gewoon wacht, of probeert u ook om invloed uit te oefenen op de Europese instanties om toch een versnelling te krijgen in de beslissing? Je kunt daar op een proactieve manier mee omgaan, maar je kunt ook een afwachtende houding aannemen. Op welke manier gaat u om met Europa op dit vlak?
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, ook voor ons is schone lucht uiteraard belangrijk, en de gezondheid van de bevolking uiteraard eveneens. Dus het is inderdaad goed dat we met die systemen die luchtfilterfraude kunnen detecteren.
Dat betekent natuurlijk dat bepaalde wagens die nu gecatalogeerd worden als ‘schoon’, maar eigenlijk met een defecte roetfilter rondrijden, in de toekomst eventueel ook uit lage-emissiezones (LEZ) geweerd kunnen worden. Tegelijkertijd betekent dat ook dat mensen die met een oudere diesel rijden, met een roetfilter, eigenlijk perfect in orde zijn om in die LEZ's binnen te rijden, en nu toch onterecht geweerd worden uit die zones.
Mijn vraag is dan ook of u, na het invoeren van die systemen, en wanneer blijkt dat ook oudere diesels, die perfect in orde zijn en voldoen aan die lage-emissienormen, inderdaad de opdracht zult geven om die voertuigen opnieuw toe te laten in die LEZ's. Want eigenlijk voldoen zij perfect aan de waarden die worden vooropgesteld.
Minister Peeters heeft het woord.
Bedankt voor de bijkomende vragen.
Ik kom misschien eerst tot de vraag van mevrouw Robeyns rond de middelen van het Recovery and Resilience Facility (RRF). Europa heeft daar geen duidelijke timing, dus we weten niet wanneer we daar groen licht over krijgen. Er zijn gesprekken geweest en men was daar positief over. Maar we hebben nog geen afgesloten verhaal, en er zit ook niet echt een timing op. Dat weten we niet. Hoe sneller hoe liever, zullen we maar zeggen, maar we kunnen natuurlijk moeilijk Europa de arm omdraaien.
Collega Danen, wij moeten geen goedkeuring hebben van Europa om die deeltjesteller te gebruiken in de keuringscentra. Daarom zullen we dat invoeren na het overleg en de samenwerking tussen de drie gewesten per 1 juli 2022.
Wat de EU wel nog oplegt, is de opaciteitsmeting. We kunnen geen meting met de deeltjesteller in plaats van een opaciteitsmeting doen. Dat komt erbovenop. Het zal in de keuringscentra een dubbele actie worden. De keuringscentra zullen twee metingen verrichten, namelijk de door de EU verplichte opaciteitsmeting en de niet-verplichte meting met de deeltjesteller. Om te vermijden dat mensen van het ene naar het andere gewest hoppen om dit te vermijden, hebben we besloten dit gezamenlijk te doen. Zeker fraudeurs zouden er belang bij hebben dit te vermijden. Om dat hoppen tussen gewesten te vermijden, zullen de drie gewesten dat vanaf 1 juli 2022 gezamenlijk doen.
Mijnheer Verheyden, wat de LEZ’s betreft, zijn de bepalingen op basis van de euronormen en de veronderstelde uitstoot opgesteld. Als is bewezen dat een oude dieselmotor nog een goedwerkende roetfilter heeft, betekent dat niet zonder meer dat die wagen de LEZ toch mag inrijden. Bovendien is minister Demir bevoegd voor de LEZ’s. De lokale besturen faciliteren die maatregelen op hun grondgebied. Aangezien ik niet bevoegd ben, kan ik u niet verder van antwoord dienen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.