Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de invoering van flexibele abonnementformules bij De Lijn
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, twee weken geleden kondigde de NMBS aan dat ze een flexibel abonnement voor telewerkers zal uitproberen. Ze denken dat in de toekomst nog 60 procent van hun reizigers nog twee à drie weken van thuis uit zal werken, en voor dergelijke mensen is een standaardabonnement niet meer interessant – ook niet voor hun werkgevers, die daar trouwens het grootste deel van betalen. Daarom zal de NMBS al een flexibel treinabonnement invoeren, of ten minste uitproberen. Deze maand al is er een proefproject voor zes- à zevenduizend werknemers. Het is de bedoeling om, als het goed werkt, het systeem vanaf volgend jaar uit te rollen.
Hoe zit het flexibele abonnement in elkaar? De klant kan kiezen: ofwel 80 of 120 dagen naar keuze binnen een periode van 12 maanden van en naar een vaste werkplek, ofwel 6 à 10 dagen naar keuze per maand. De pendelaar moet dan op voorhand de dagen selecteren, en de treinbegeleider controleert dat dan aan de hand van een QR-code. Dat abonnement zou dus enkel weggelegd zijn voor de smartphonegebruikers. Uiteraard zal de flexibele formule goedkoper zijn dan de bestaande standaardabonnementen waarmee men nu 7 op 7 tussen twee stations kan reizen.
U weet dat wij vorig jaar in de zomer een conceptnota hadden ingediend over het openbaar vervoer tijdens pandemieën en de uitlopers ervan. Een van de voorstellen die door alle leden van de commissie goed onthaald werden – niet alle voorstellen waren waarschijnlijk even goed – was om bij De Lijn flexibele abonnementsformules in te voeren, specifiek om telewerkers tegemoet te komen. We hadden toen ook advies gevraagd aan de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA), en die waren daar ook positief over. Ze adviseerden om dat in te voeren, zodat thuiswerk, combimobiliteit en maatsystemen gefaciliteerd worden.
U hebt dan nadien, begin oktober, ook gezegd dat u dat een goede zaak zou vinden en het voorstel van deeltijdse abonnementen, maar ook het verhaal van tegemoetkomingen, mee op de onderhandelingstafel zou leggen wanneer we straks met De Lijn een nieuwe beheersovereenkomst afsluiten.
Nu de NMBS hiermee uitpakt, of ten minste met een proefproject, dacht ik om eens te vragen hoe ver het er in Vlaanderen mee staat bij De Lijn. Hebt u al overleg gehad met De Lijn over het aanbieden van flexibele abonnementsformules, en wat is het resultaat van dit overleg? Nu, we hebben zonet mevrouw Schoubs gehoord. Zij stond daar zeker voor open; ze heeft daar ook al iets over gezegd naar aanleiding van een bespreking van het jaarverslag.
Een andere vraag is dan of De Lijn nu ook niet al zoiets kan organiseren zoals de NMBS, binnen de lopende beheerovereenkomst, om dergelijke flexibele abonnementsformules uit te proberen? Mocht dat niet meer lukken, wenst u die flexibele formules dan nog steeds op te nemen in de nieuwe beheerovereenkomst, waarover de onderhandelingen zijn gestart?
Dan is er nog een vraagje die ervantussen was geglipt, omdat we ook in onze conceptnota daar iets over hadden gezegd. Het is een vraag die vandaag nogal wat beroering heeft veroorzaakt: hoe staat u tegenover het differentiëren van spits- en daltarieven bij De Lijn?
De laatste, toch minstens zo belangrijke vraag, is of u een grotere flexibiliteit wenst op te nemen in het beheercontract met De Lijn wat de tarieven betreft? Dat is iets waar zij nu niet het laatste woord over hebben. Hoe ziet u dat naar het nieuwe beheercontract toe?
Minister, hoe zult u garanderen dat De Lijn ook in de toekomst zal kunnen inspelen op de trends in de arbeidsorganisatie en op het steeds veranderend reisgedrag?
De heer Maertens heeft het woord.
Minister, dit is een vraag om uitleg over hetzelfde onderwerp. De aanleiding is ook exact dezelfde, namelijk de aankondiging van het proefproject van de NMBS. Het gaat om meer dan dat, want in maart 2021 heb ik u een vraag om uitleg gesteld over de zogenaamde pauzeknop voor abonnementhouders van De Lijn, die daarnet kort aan bod is gekomen. Die goede maatregel speelde in op de beperkingen die de coronacrisis veel reizigers heeft opgelegd. Dankzij de pauzeknop konden mensen die verplicht thuis moesten werken of die tijdelijk werkloos waren hun abonnement tussen halverwege oktober 2020 en begin april 2021 voor maximaal twintig dagen tijdelijk pauzeren. Uit de evaluatie van het project blijkt dat iedereen hier eigenlijk zeer tevreden over was.
Wat vooral duidelijk naar voren is gekomen, is de vraag naar flexibele vervoersoplossingen en oplossingen op maat. Dat leefde duidelijk bij de respondenten van dit onderzoek. In uw antwoord op mijn vraag om uitleg hebt u laten weten dat de pauzeknop na 2 april 2021 in principe niet zou worden verlengd, maar dat De Lijn vanaf januari 2022 zou inzetten op flexibele vervoersproducten, flexibel in te zetten abonnementen en oplossingen op maat. De periode waarin maatregelen de vrijheden beperken, loopt nog steeds. We werken nog steeds massaal thuis. Voor de scholen is dat gelukkig anders geworden, maar de thuiswerkperiode loopt nog altijd en telewerk is nog altijd de norm.
Minister, heeft De Lijn overwogen de pauzeknop te verlengen? Is dat in de weegschaal gelegd en is daar grondig over nagedacht? Wat zijn de redenen om dit uiteindelijk niet te doen?
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de plannen van De Lijn voor flexibele abonnementsformules? Aangezien deze vraag om uitleg al was geagendeerd, wilde ik hier tijdens de hoorzitting niet dieper op ingaan. Hoe staat het concreet met die plannen? Komt er misschien, zoals bij de NMBS, ook een proefproject om dit verder vorm te geven?
Hebben de vervoersmaatschappijen al over die zaken overlegd? Wat de aanpak en de gevolgen van de coronacrisis betreft, weten we dat ze over bepaalde zaken overleggen. Heeft De Lijn ter voorbereiding van de invoering van flexibele abonnementen met de NMBS en de andere vervoersmaatschappijen in dit land overlegd?
Minister Peeters heeft het woord.
Voorzitter, om te beginnen, wil ik heel duidelijk stellen dat wat we vandaag in De Morgen hebben moeten lezen, namelijk dat de ticketprijs zou stijgen als het verkeer piekt, zeker niet klopt of alleszins mijn intentie niet is. Het is in deze commissie al aan bod gekomen dat de vroegere directeur-generaal van De Lijn, de heer Kesteloot, in 2019 een ballonnetje heeft opgelaten om tijdens de piekuren met flexibele tarieven te werken en mensen zo te sturen en te overtuigen om op een ander moment de bus of de tram te nemen. We hebben daar in deze commissie over gepraat en ik heb toen duidelijk mijn mening gegeven. Ik vind dat dit echt niet kan. We zullen de mensen niet tijdens de piekuren met verhoogde tarieven van de bussen proberen weg te houden. We willen net het tegenovergestelde bereiken, namelijk inzetten op de modal shift en meer mensen in de richting van het collectief vervoer en duurzame verplaatsingen leiden. Het moet duidelijk zijn dat ik absoluut niet wil weten van hogere ticketprijzen tijdens de piekuren.
Daartegenover – en ook dat heb ik al meermaals in deze commissie gezegd en hebben we deels al gedaan – staat dat we wel willen werken aan flexibele abonnementen. De coronacrisis heeft inderdaad aangetoond dat dat noodzakelijk en nodig is. We moeten inzetten op flexibele abonnementen, omdat we ook weten dat er in de toekomst – en in het kader van de modal shift van al onze congestiegevoelige regio’s is dat een goede zaak – hopelijk veel meer aan telewerk zal worden gedaan. Als vervoersmaatschappij moeten we daar ook op kunnen inspelen en abonnementen kunnen aanbieden. Het gaat dan om jaarabonnementen, waarmee men twee of drie dagen per week een verplaatsing doet, en niet vijf dagen per week zoals in het verleden het geval was. Ik ben dus volop voorstander van flexibele abonnementen. Maar alleszins wil ik geen verhoogde tarieven in de spits. Daar zal ik mij zeker niet mee akkoord verklaren.
Ik ga even verder in op de pauzeknop. De pauzeknop is er gekomen op vraag van heel wat reizigers, na heel wat klachten van reizigers, die plots met abonnementen zaten, terwijl ze alleen maar essentiële verplaatsingen mochten doen en heel veel van thuis uit werkten. Hun abonnement was dus niet meer bruikbaar. Daarom kwamen er heel wat vragen. Dat is de reden waarom we die pauzeknop hebben ingevoerd. Die pauzeknop was een tijdelijke actie, omdat het effectief een antwoord was op het verhaal van de coronanoodmaatregelen die plots, zonder voorafgaandelijke aankondiging, werden ingevoerd. Dat was zo in maart 2020. Vandaag kunnen we dat minder zeggen. Vandaag is het eerder zo dat we moeten inzetten op flexibele abonnementen. Daar is De Lijn volop mee bezig.
Ik kan u nog meegeven dat ik, naast die flexibele abonnementen, in de loop van volgende week een terugkoppeling of voorstel zal krijgen van De Lijn, over hoe zij een en ander daaromtrent denken te kunnen doorvoeren, met het oog op de tariefstructuur voor volgend jaar. Jullie weten dat we meestal midden in het jaar voorafgaand aan het nieuwe jaar overleg hebben met De Lijn inzake de tariefstructuur. Daarbij doet De Lijn voorstellen, die dan finaal worden besproken op het kabinet, om vervolgens richting een besluit van de Vlaamse Regering te gaan, voorafgaandelijk aan het nieuwe jaar. Zo is dat in het verleden altijd gebeurd, onder andere voor indexaanpassingen.
Bijkomend wil ik herhalen dat ik een pleidooi wil houden voor eenvoud in die tariefstructuur. Differentiatie inzake de abonnementen kan. Differentiatie naar doelgroepen kan zeker. Dat doen we nu ook al en daar willen we verder aan vasthouden, net om vervoersarmoede te voorkomen. Maar we willen niet opnieuw hogere prijzen tijdens de piekuren.
Wat betreft het overleg met de MIVB over de proefprojecten, heeft De Lijn mij meegedeeld dat zij regelmatig overleg hebben met andere vervoersmaatschappijen, waaronder ook de NMBS, over de ontwikkeling van tariefproducten. Op diverse fora wordt daarover van gedachten gewisseld, worden verdere evoluties bekeken en worden ontwikkelingsplannen en best practices uitgewisseld. Ook over het flexibele treinabonnement zullen ze nog verder overleg voeren. Uiteraard blijft De Lijn er altijd over waken dat de nieuwe elementen die op tafel worden gelegd, volledig passen in de nieuwe mobiliteitsbehoeften, zoals thuiswerken, combimobiliteit en de MaaS-systemen (Mobility as a Service).
Ik denk dat ik hiermee de vragen heb beantwoord. De pauzeknop was een tijdelijke actie. De flexibele abonnementen voor 2022 zijn op schema en komen eraan. We zullen daar te gepasten tijde verder op ingaan in deze commissie.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord en voor de duidelijkheid over het al dan niet verhogen van tarieven, want ‘voor de spits’, zoals het werd geformuleerd, is nog iets anders dan een korting geven in de daluren of aan oudere mensen. Ik vind dat nog anders dan hoe de NMBS dat doet, maar zoals het vandaag in De Morgen stond, daarmee zouden wij ook niet zomaar akkoord gaan vanuit de CD&V-fractie. Dat geef ik gewoon maar even mee.
Maar mijn vraag ging vooral over de flexibele abonnementen. Het is jammer dat er naar september toe, wanneer de mensen ook terug starten en een abonnement zouden kopen – het zijn vooral scholieren, maar misschien toch ook werknemers –, bij De Lijn geen proefproject kan zijn. Maar goed, als men zich vanaf 2022 ten minste kan koppelen aan wat de NMBS dan uitrolt, dan is dat toch wel het belangrijkste. Mensen hebben nu ook al vaak gecombineerde trein-tram/busabonnementen, dus dat wordt dan toch het beste tegen dan uitgerold, het liefste met een gezamenlijk systeem. Dat lijkt me logisch.
Ik wou ook een pleidooi houden om verder te werken aan de integratie van allerlei abonnementen die met vervoer te maken hebben, deeltijds of voltijds. Combinatieformules met andere vervoersmaatschappijen, bijvoorbeeld met de MIVB om in Brussel de metro te kunnen nemen, of met deelsystemen, zoals deelauto’s, deelfietsen of parkings, het zou handig zijn als dat allemaal mee in één systeem zit.
Daarstraks heb ik het ook aangebracht tijdens de bespreking met mevrouw Schoubs rond het jaarverslag, al heb ik er geen antwoord op gehad, maar binnen afzienbare tijd zal ook het vervoer op maat er zijn, in het kader van de basisbereikbaarheid. Ook daar zal het voor de gebruikers het beste zijn dat er een soort gecombineerd abonnement komt. Tariefintegratie wordt toch hoe langer hoe belangrijker voor de mensen, die ook wel heel veel gemak en comfort gewoon zijn.
Mag ik u vragen om af te ronden, mevrouw Brouwers?
Jazeker, voorzitter, want het is al laat. Maar ik wou daar gewoon nog even de nadruk op leggen, op dat geïntegreerd werken met allerlei systemen.
De heer Maertens heeft het woord.
Die tariefintegratie is ook voor ons primordiaal, echt belangrijk omwille van de klantgerichtheid die De Lijn, zoals daarnet besproken, wil gaan uitvoeren. Wat betreft de hogere ticketprijzen tijdens de piekuren, is ook mijn fractie daar geen voorstander van, voor alle duidelijkheid; laat daar geen misverstanden over ontstaan. Minister Peeters, u herinnert zich misschien de duidelijke boodschap van uw voorganger, minister Ben Weyts, die in 2015, toen dat debat ook al aan de gang was, zeer duidelijk ons standpunt geschetst heeft.
Over de pauzeknop kunnen we blijven discussiëren. Thuiswerk is nog niet weg, is nog steeds de regel. Dan vind ik het een beetje een vreemd signaal om dat dan plots af te blokken en stop te zetten, op een moment dat dezelfde regels en beperkingen nog steeds gelden. Heel erg consequent is dat niet en naar betrouwbaarheid van De Lijn ook niet echt het beste signaal, maar goed. Laat ons dan maar hopen dat men zeer snel met die flexibele abonnementen komt. Als ik u goed hoor, hebt u echt de ambitie om dat op 1 januari 2022 in werking te laten treden, dus dat zou een goede zaak zijn. Wat mij betreft, mocht dat uiteraard vroeger zijn. Als u zegt dat de pauzeknop in april stopt, omdat er dan een flexibele abonnement komt, en als het dan toch nog heel wat maanden wachten is, dan is dat een beetje jammer. Maar het is wat het is.
Misschien nog kort een woordje over de samenwerking met de NMBS. Ik weet dat heel wat collega’s, hier in de oppositie en aan de overkant in de meerderheid, heel graag spreken over samenwerkingsfederalisme enzovoort, maar ik denk dat dit toch weer een voorbeeld is van hoe het niet moet. Het zou veel beter geweest zijn als de federale overheid, zijnde de NMBS, zich meer ten dienste stelt van de deelstaten, in ons geval van De Lijn. Mocht men op hetzelfde moment met eenzelfde systeem van flexibele abonnementen komen, met ook parkeerterreinen van de NMBS waar ook De Lijn-gebruikers gebruik van maken, dan zou dat een veel beter voorbeeld zijn van dat zogenoemde samenwerkingsfederalisme van Vivaldi.
De heer Keulen heeft het woord.
Om bij dat laatste aan te sluiten vind ik dat De Lijn ons al twee keer de goede weg heeft gewezen. De eerste keer was met de continuïteit van de dienstverlening. U hebt toen met de steun van de meerderheid een wettelijke regeling uitgewerkt voor De Lijn, minister. De reiziger zal u daarvoor dankbaar zijn. Als je de flexabonnementen bekijkt door de bril van klantvriendelijkheid, van reizigersgeoriënteerd zijn, de focus leggen op het belangrijkste voor een openbaarvervoermaatschappij – en dat is de reiziger –, dan denk ik dat De Lijn daar resoluut voor moet kiezen. Er is maar een zekerheid in deze tegenwoordige tijd: dat is de onzekerheid en de onvoorspelbaarheid, ook van het professionele en het vrijetijdsleven.
Ten slotte, minister, zal ik het nog eens zeggen voor de elfendertigste keer: geen duurdere reizigersprijzen tijdens de spits bij De Lijn.
De heer D’Haese heeft het woord.
We zeggen ja tegen flexibele abonnementen en neen tegen flexibele tarieven. Daarover zien we vandaag het betere bochtenwerk. Gelukkig is het bochtenwerk in de goede richting. Dat is heel positief. Minister, u zegt dat het gaat om een ballonnetje van de heer Kesteloot in 2017. We hebben het daarover in de commissie gehad op 5 december 2019. Maar er is sindsdien een nieuw element, namelijk de deconsolidatie. U schrijft een conceptnota in 2020 over de deconsolidatie. Daarin staat dat om de inkomsten van De Lijn als economisch significante prijzen in aanmerking te kunnen nemen, het daarom vereist is dat De Lijn over een zekere flexibiliteit beslist om het aanbod en de prijszetting af te stemmen op de vraag en om de vraag naar haar diensten te kunnen stimuleren.
Dat betekent volgens mij variabele prijzen, flexibele tarieven. Maar ik was daar niet zeker van en ik heb u dat gevraagd in een schriftelijke vraag. U hebt daar op 2 mei van dit jaar op geantwoord. Dat is bijna twee jaar na uw antwoord in de commissie. In het antwoord op mijn vraag wat u daarmee juist bedoelt, zei u dat veel spitsverplaatsing met het openbaar vervoer leidde tot hoge kosten. Je hebt meer bussen en trams nodig en je hebt meer chauffeurs nodig, en je kunt chauffeurs niet optimaal inzetten. Met de prijszetting kun je de piekbelasting voor een deel sturen. Sommige reizigers kunnen het best iets vroeger of iets later vertrekken om de spits te verzachten. Dat kun je bewerkstelligen door reizen in de daluren te intensifiëren met aangepaste tarieven. U eindigt uw antwoord dat De Lijn in 2022 bijkomende tariefformules zal introduceren om daar een antwoord op te bieden.
Dat is heel duidelijk. Er is wel een bocht en ik ben heel blij dat u de bocht opnieuw neemt om dat niet te doen. Ik ben blij dat ook de andere collega’s die bocht ook nemen. Mevrouw Brouwers, u zegt dat u daarmee niet akkoord gaat. In uw eigen conceptnota staat dat er voor het nieuwe werken – dat is dus postpandemie – aangepaste formules nodig zijn met spits- en daluurtarieven. Alle collega’s van de meerderheid waren het er bij de bespreking van de conceptnota mee eens dat het een goed idee was om de spitstarieven te onderzoeken.
Er is nog een zaak die vandaag nog een beetje vaag blijft, namelijk dat iedereen het plots heeft over hogere tarieven in de spits. Dat is niet het punt. Het punt is flexibelere tarieven, variabele tarieven, diversificatie tussen spits- en daluren. Mijn vraag, minister, is: bedoelt u alleen dat u geen verhoging in de spits zult doen of zegt u resoluut neen tegen die differentiatie van tarieven? We weten allemaal waartoe dat zal leiden, zeker aangezien De Lijn de kostendekkingsgraad moet verhogen. Ze heeft dat vandaag ook in De Morgen gezegd. Je kunt in de daluren niet naar beneden gaan, want dan gaat de kostendekkingsgraad naar omlaag. Het zal dus verhogen zijn in de spits. Mijn vraag is dus: schrijft u definitief de differentiatie van tarieven af of gaat het hier alleen om een verhoging in de spits?
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Ik sluit kort aan bij de collega’s. Ik heb daarover in het verleden ook al meermaals vragen gesteld en ik denk inderdaad dat we in een nieuwe realiteit zitten vandaag. Ook in de toekomst zal telewerk een rol blijven spelen voor veel mensen. Het is de taak van de overheid om daarop in te spelen en te zorgen voor flexibelere formules zodat mensen die niet dagdagelijks van het openbaar vervoer gebruikmaken, daar ook op een flexibelere manier voor kunnen betalen. Dat zou inderdaad, collega Keulen, de klantvriendelijkheid en de dienstverlening enorm ten goede komen. Voor alle duidelijkheid, ik heb het ook gezegd in de hoorzitting met mevrouw Schoubs: de verhoging van de tarieven in de spits is voor ons uiteraard onaanvaardbaar, maar we roepen wel op om zo snel mogelijk werk te maken van de flexibele abonnementsformules en die oplossingen op maat.
De heer Verheyden heeft het woord.
Het is verheugend te horen dat bijna alle collega’s toch op dezelfde golflengte zitten. Ook wij zijn voor die flexibele abonnementen. Maar van een differentiatie van de tarieven moeten wij zeker afblijven. Zoals u, minister, ook hebt gezegd, is de doelstelling dat wij zoveel mogelijk mensen naar de modal shift sturen, dat wij zoveel mogelijk mensen naar De Lijn duwen. Wij hebben in de presentatie vandaag gezien dat er geïnvesteerd wordt in nieuw materiaal. Dat is een van de pijlers: nieuw en modern materiaal. Achter efficiëntere dienstverlening enzovoort kunnen wij allemaal staan. Wij hebben onze twijfel bij basisbereikbaarheid. Ik vrees dat daardoor de vervoersarmoede zal stijgen. Wat betreft de tarieven: als wij de vervoersarmoede inderdaad willen laten stijgen, minister, dan moet men de differentiatie van de tarieven zeker invoeren. Ik denk dat niemand van ons dat wil. Wij moeten daar zeker van afstappen. Het is goed om te horen dat blijkbaar iedereen op dezelfde golflengte zit.
Minister Peeters heeft het woord.
Inderdaad is het goed te horen dat iedereen op dezelfde golflengte zit en dat iedereen pro flexibele abonnementen is, waar wij ook volop op inzetten. Niemand is vragende partij om de tarieven te verhogen in de spits en daar te gaan differentiëren. Sommigen noemen dat het betere bochtenwerk. Ik wil heel duidelijk herhalen wat ik al in de commissie gezegd heb in december 2019: ik pleit voor eenvoud en ik ben geen voorstander van prijs- of ticketdifferentiatie. Ik wil zeker geen duurdere tickets in de piek. Ik blijf het herhalen. Hierin ben ik heel consequent. Sommigen vinden dit niet consequent.
Ik wil heel even verwijzen naar wat er in de beheersovereenkomst, die nu nog altijd geldt, staat. Daarin staat duidelijk hoe de tariefstructuur tot stand komt. Dat gebeurt jaarlijks op voorstel van De Lijn na bespreking op het kabinet en dat voorstel gaat dan naar de Vlaamse Regering. Zowel in 2019 als in 2020 heb ik geen voorstel gedaan om de tarieven te verhogen in de piek. Laat dat heel duidelijk zijn. Dit is ondanks de vermelding in de beheersovereenkomst dat De Lijn een verdere optimalisering van de tariefstructuur kan doorvoeren en ook in tariefdifferentiatie kan voorzien. Wij hebben dat tot op heden niet gedaan.
U zegt dat dit meer dan twee jaar geleden is. Van december 2019 tot juni 2021 is voor mij anderhalf jaar. Maar wat hebben wij dan in de conceptnota waar u zo graag naar verwijst, mijnheer D’Haese, opgenomen? Vooreerst heeft die conceptnota betrekking op de deconsolidatie en gaat zij niet over de tariefstructuur. De nota dateert van juni 2020 en daarin lees ik nergens dat wij variabele tarieven gaan invoeren volgens piek- en dalmomenten. Dat lees ik daar absoluut niet in. U leest dat daar klaarblijkelijk wel in. Er wordt daarin wel omschreven onder welke voorwaarden men kan komen tot een deconsolidatie. Daar gaat het over voldoende autonomie voor tariefstructuur enzovoort. Als dat nu voor u al een deur openzetten is voor verhoogde prijzen in de piek, dan vind ik dat toch wel een verregaande interpretatie.
U verwijst naar uw schriftelijke vraag. Ook in het antwoord op die schriftelijke vraag zeg ik nergens dat wij eraan denken om in de piekuren de prijzen te verhogen. Er is hier helemaal geen sprake van bochtenwerk. Ik blijf consequent vasthouden aan datgene wat ik in december 2019 in de commissie gezegd heb en wat hier vandaag in de commissie alle partijen opnieuw bevestigen: wij willen geen hogere tarieven in de spitsuren, wij willen geen differentiatie in de tarieven voor de individuele tickets. We willen wel flexibele abonnementen. Daar willen we op inzetten en daar gaan we aan werken.
Die tariefstructuur moet flexibel zijn, moet eenvoudig zijn, moet in het teken van de combimobiliteit staan en moet geïntegreerd zijn, zoals een aantal collega’s hier heel duidelijk stellen. Het was ook de bedoeling dat we voor die tariefintegratie gaan zorgen via de mobiliteitscentrale zodat men daar in één beweging een ticket kan bestellen voor alle mogelijke vervoersmodi die men wil gebruiken om van punt A naar punt B te gaan. Daar werken we aan, daarvoor komt er die mobiliteitscentrale. Maar jullie kennen ook de pijnpunten die we hebben rond de mobiliteitscentrale.
De flexabonnementen komen er dus vanaf januari 2022. Zoals ik al zei zal ik daaromtrent voorstellen krijgen van De Lijn. De Lijn heeft een aantal scenario’s onderzocht en ondertekend. Dat heeft ze al gedaan na de aankondiging die ze zelf gedaan hebben rond flexibele tarieven in 2019. Voor ons gaat het wel over een flexibel abonnement, een flexibel aanbod om het telewerken en dergelijke volledig mee te kunnen integreren. Dat nemen we mee op en daar zullen we op focussen.
Wat betreft het niet voortzetten van de pauzeknop, hoor ik van De Lijn dat er op dit ogenblik geen enkele klacht of negativiteit rond heerst. Die pauzeknop was toen vooral een boodschap dat we allemaal in snelheid gepakt waren door de coronanoodmaatregelen. Dat had niemand kunnen voorzien, daar had niemand op kunnen anticiperen. Daarom is die pauzeknop er gekomen. Er zijn ook heel veel positieve boodschappen daaromtrent geuit door de reizigers. Er is nu niet echt de vraag om dat nu onmiddellijk nog te doen omdat iedereen zich ook wel in regel gesteld heeft en de meerderheid ook nog van thuis uit werkt, wat uiteraard ook de vraag is. Maar vanaf 2022 willen we wel die flexibele abonnementen hebben en daar zullen we dus de komende weken meer nieuws over gaan krijgen. Omtrent de wijze van de tariefzetting is niets gewijzigd, die loopt nog conform de beheersovereenkomst die met een jaar verlengd is. Daar wordt voorlopig dus niets aan gewijzigd.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Collega D’Haese, ik denk dat het concept van een conceptnota misschien eens moet worden uitgelegd, of dat er nu een van de regering is of van parlementsleden. Ik heb net nog een thesis van een van mijn dochters nagelezen. Je kunt het een beetje vergelijken. Het is een soort studie waarin je mogelijkheden opsomt. We hebben die nadien voorgelegd aan de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA). De MORA heeft gezegd om toch niet te beginnen met reserveren bij De Lijn. Jullie hebben dat trouwens ook allemaal gezegd. Hetzelfde over die spits- en daltarieven: daar waren ze negatief over. Hebben wij nadien gezegd dat wij daar per se voor zijn? Neen. Ik vind dus wel dat, als collega’s de moeite doen om een conceptnota voor te leggen – u moet dan goed weten wat een conceptnota is –, je niet moet zeggen dat dat vanaf nu hét standpunt is van die partij. Het zit er wat tussen. We willen het debat aanzwengelen. Dat is eigenlijk de bedoeling, om nadien tot wetgevend werk te komen. Maar het is niet aan mij om hier op een late donderdagavond les te geven aan de oppositie.
Minister, u hebt gelijk. Laten we het eenvoudig houden en flexibel, alles in functie van de reiziger. Dank u wel.
De heer Maertens heeft het woord.
Wij zijn in volle verwachting en wij rekenen er echt op dat dat flexibel abonnement heel eenvoudig is en dat het er heel snel komt, zijnde op 1 januari 2022. Bedankt.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.