Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, het programma Strategisch BasisOnderzoek (SBO) gaat over vernieuwend onderzoek dat in geval van wetenschappelijk succes een vooruitzicht biedt voor latere economische of maatschappelijke toepassingen, bijvoorbeeld onder de vorm van een nieuwe generatie producten, processen of diensten. De implementatie van die toepassingen die worden ontwikkeld, gebeurt in samenwerking met verschillende maatschappelijke en economische actoren. Er wordt ook gezorgd voor een overdracht van kennis naar die actoren.
Sinds 1 januari 2016 werden de programma’s rond SBO, Toegepast Biomedisch onderzoek met een primair Maatschappelijke finaliteit (TBM) en de doctoraatsbeurzen voor strategisch basisonderzoek overgedragen naar het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek (FWO). Het FWO staat dus in voor alle nieuwe oproepen.
Het programma omvat twee finaliteitsdelen: een economisch programmadeel voor projecten met een primaire economische finaliteit en een maatschappelijk programmadeel voor projecten met een primaire maatschappelijke finaliteit.
In 2020 was er een oproep voor projecten. Als ik mij niet vergis, zijn de resultaten van die oproep vorige week bekendgemaakt, vandaar dat ik een aantal vragen heb, minister. Naar welke projecten op het vlak van strategisch basisonderzoek zullen de middelen van het FWO gaan voor de oproep 2020? Over welk totaalbedrag gaat het? Kunt u een overzicht geven – dat kan natuurlijk ook schriftelijk – van de projecten waarover het gaat?
Hoeveel projecten konden niet doorgaan? Welke projecten zijn dat? Heeft de coronacrisis een invloed gehad op de evaluatie van de ingediende projecten? Zo ja, welke? Verwacht u veranderingen in de projectvoorstellen voor de nieuwe oproep 2021 die momenteel loopt, naar aanleiding van de nog steeds woedende coronacrisis? Hebt u nog bijkomende beleidsintenties in deze legislatuur voor het FWO? Zo ja, welke?
Minister Crevits heeft het woord.
Bedankt voor de interessante vraag, collega De Roo. De raad van bestuur van het FWO kende aan zestien SBO-projecten steun toe voor een bedrag van 30.505.915 euro. De toegekende bedragen per project van iedere aanvraag zijn sinds 27 mei terugvinden op de FWO-website. Ik denk niet dat ik die projecten moet opnoemen, u vindt ze op: https://www.fwo.be/media/1024405/2020-2021-resultaten-sbo.pdf.
Op basis van de evaluatie kwamen er 30 SBO-E en 24 SBO-M-projecten in aanmerking voor steun. Voor alle duidelijkheid, SBO-E zijn SBO projecten met economische finaliteit en SBO-M zijn SBO-projecten met een maatschappelijke finaliteit.
Op basis van het beschikbare budget konden bij SBO-E de 10 best gerangschikte projecten gesteund worden, bij SBO-M de 6 beste. Dat komt overeen met circa 21,4 procent bij SBO-E en 17,5 procent bij SBO-M.
Er wordt geen verdere informatie vrijgegeven over de niet gefinancierde projecten omdat een afwijzing en de bekendmaking hiervan een negatieve invloed zou kunnen hebben op de carrière van de onderzoeker. We willen dus de privacy van de onderzoeker beschermen. Daarnaast moet er ook gewaakt worden over de intellectuele inspanningen die gepaard gingen met het indienen van de aanvraag, en die moeten beschermd worden. Dat is de intellectuele eigendom. Door het verspreiden van de titels van de aanvragen brokkelt de waarborg ten aanzien van die intellectuele rechten af.
De vergaderingen van de SBO-expertpanels en overkoepelende commissies vonden plaats in het voorjaar van 2021. Door de maatregelen om de coronapandemie in te dammen en de internationale samenstelling van die expertpanels werden de vergaderingen gehouden via videoconferenties, hetgeen ook in 2020 gedeeltelijk het geval was. Die manier van vergaderen, collega, had geen invloed op de beoordeling van de aanvragen.
Wat betreft de veranderingen voor de oproep 2021: SBO is bottom-up, waarbij het FWO vooraf geen toepassingsdomeinen definieert. Hierdoor is er bij iedere oproep variatie in wetenschappelijke topics en toepassingsdomeinen van de voorstellen. Uiteraard is er ook nog het Toegepast Biomedisch Onderzoek-kanaal bij FWO, dat gaat over ‘Toegepast Biomedisch onderzoek met een primair Maatschappelijke finaliteit’. Daar is de coronacrisis uitermate relevant.
Dan kom ik tot uw laatste vraag: het FWO heeft een samenwerkingsovereenkomst met de Vlaamse Overheid die loopt sinds 2019 en tot 2023. In het laatste jaar zal er een evaluatie zijn. In deze legislatuur zullen we ook nog over een nieuwe overeenkomst onderhandelen. Dat zal uiteraard mee bepalen welke specifieke acties met betrekking tot FWO er aan het einde van de legislatuur nog genomen worden.
Maar, collega, ondertussen zitten we niet stil. Na elke oproep vindt er ook binnen FWO een evaluatie plaats die eventueel tot de nodige bijsturingen kan leiden.
Ik probeer ook om FWO maximaal in te zetten in mijn beleidsinitiatieven. Zo hebben we vorig jaar 2 FWO-oproepen gelanceerd, specifiek voor covidonderzoek. En ik ga ook FWO specifiek inzetten op een aantal extra thematische oproepen die ik wil opstarten, zoals de oproep bio-economie en de mandaten met betrekking tot de ruimtevaart.
De heer De Roo heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw uitgebreid antwoord. Het is alvast uitkijken naar die extra thematische oproepen. Ik heb nog één bijkomende vraag.
Een uitdaging bij het strategisch basisonderzoek blijft natuurlijk dat je zit met de wisselwerking tussen kennisinstellingen en Vlaamse ondernemingen. We zitten natuurlijk met een internationale context, maar de kennis die binnen universiteiten wordt opgebouwd, die moet ook effectief kunnen doorvloeien naar, bijvoorbeeld, onze Vlaamse industrie. Daar is echt een wisselwerking voor nodig. Ik vroeg me gewoon af op welke manier u de betrokkenheid van de Vlaamse ondernemingen ook verder wilt versterken, bij dat strategisch basisonderzoek.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Bedankt collega De Roo, voor de vraag, en minister, voor uw antwoord.
We hebben het er al eens over gehad, over de impact van de coronacrisis op de onderzoekers, en toen bleek dat er geen eenduidige lijn te trekken was. Er waren erbij die veel nadelen hadden ondervonden, anderen hadden voordelen ondervonden. Maar op dat moment gaf u aan in uw antwoord, minister, dat het FWO de financiële impact van een mogelijke verlenging zou onderzoeken voor hen die in de problemen geraakt waren tijdens de voorbije – en nog huidige – pandemie.
Maar op dat moment was het dossier nog niet afgerond. Dus ik wilde naar aanleiding van de vraag van collega De Roo toch even polsen hoe de stand van zaken daar was. Is daar al meer kennis van, of zijn daar al antwoorden over? Ik kijk uit naar uw antwoord.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega De Roo, uw opmerking is terecht. We willen onderzoek maximaal vertalen in concrete toepassingen en innovatie. Maar je moet daarvoor ook kijken naar ons Vlaamse onderzoekscentra: van universiteiten tot strategische onderzoekscentra (SOC’s), van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) en de Vrije Universiteit Brussel (VUB) tot de speerpuntclusters. Daar werken onderzoeksinstellingen en bedrijven zeer goed samen. Bij universiteiten is dat misschien wat meer onderzoek op lager technology readiness level (TRL), dus iets fundamenteler. Bij de SOC’s en de speerpuntclusters gaat het meer over een hogere TRL, dus meer toepassingen.
Collega Sleurs, het dossier heeft positief advies gekregen van de Inspectie van Financiën (IF). Nu gaan we naar het begrotingsakkoord. U kent dat uiteraard, het begrotingscircuit. Ik hoop dat de Vlaamse Regering zich zeer, zeer binnenkort hierover kan buigen.
Collega De Roo, om nog even in detail te gaan: ik heb gisteren het CAPTURE-gebouw geopend aan de Gentse universiteit, en dit lijkt mij een pareltje te worden om het fundamenteel onderzoek en de operationele praktijk in bedrijven heel dicht bij elkaar te brengen.
De heer De Roo heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord. Ik wil mij zeer graag bij dat laatste punt aansluiten, want ik denk dat het inderdaad terecht is dat u dat aanhaalt. Ik sluit af met te zeggen dat Vlaanderen fors investeert in dat strategisch basisonderzoek. Als ik het goed heb gehoord gaat het om 30.505.915 euro, tot op de euro. Doe zo voort, zou ik zeggen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.