Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Vraag om uitleg over versoepelingen van de coronamaatregelen in het deeltijds kunstonderwijs
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Ik voel me vandaag net professor Annemans van de versoepelbrigade. Dat is niet de bedoeling. Minister, in Schooldirect van 11 mei werden de regels voor het deeltijds kunstonderwijs (dko) verfijnd. “Dko houdt code rood aan tot en met 30 juni, maar er zijn enkele verfijningen die je mag doorvoeren. Lessen en examens kunnen voor elke leeftijdsgroep buiten met 25. Per leerling mag 1 persoon uit dezelfde gezinsbubbel het examen bijwonen. Enkel voor zingen geldt het basisprotocol cultuur.”
Naar aanleiding van deze verfijning schreef de Vereniging van directeurs van de academies muziek, woordkunst en dans (VerDi) een open brief op 12 mei. In deze open brief stelt VerDi: “De pijnlijke boodschap dat dko in code rood blijft tot 30/6 terwijl vanaf 9/6 zowat alle buitenschoolse activiteiten terug opstarten, zet kwaad bloed in de sector. Met een vertegenwoordiging van quasi 100% houdt VerDi de vinger aan de pols. Daarom laten we ook nu als sector onze stem horen.”
VerDi geeft enkele voorbeelden, die komen niet van mij. Men kan binnen sporten met vijftig, maar normale danslessen in het dko mogen niet doorgaan. Culturele evenementen binnen tot tweehonderd aanwezigen worden mogelijk, maar een eindrecital of -voorstelling van leerlingen in het dko niet. Over extra-murosuitstappen en proclamaties wordt in Schooldirect zonder verwijzing naar onderwijsniveaus gecommuniceerd. Mogen we die dan ook in het dko organiseren volgens de kaders waarnaar verwezen wordt? Of botsen we daar opnieuw op de niet-aangepaste tabel in ons draaiboek die dat onmogelijk maakt?
In de berichtgeving voor het volwassenenonderwijs lezen we dan weer deze verfijningen, daar hebben we het vorige week over gehad: “Bij praktijklessen in grote ateliers met uitgebreide ventilatiemogelijkheden zijn meer dan 10 cursisten toegelaten. Extra-murosactiviteiten die kaderen binnen de opleiding kunnen per klasgroep. Opnieuw een discrepantie met de dko-maatregelen die we niet meer uitgelegd krijgen aan ouders en leerlingen.”
Bovendien verwijst VerDi naar de laatste bijeenkomst van de coronawerkgroep, op 5 mei, waar werd aangekondigd dat er een set voorstellen voor indoorverfijningen in het dko voor advies en sociaal overleg zou worden opgemaakt. Hier heeft het dko sindsdien niets meer over vernomen. VerDi stelt zelf een oplossing voor: een overstap van code rood naar code oranje voor het dko op 9 juni samen met de versoepelingen in de andere sectoren. Op die manier zou aan de meeste verzuchtingen wel kunnen worden tegemoetgekomen en zou het dko de laatste weken van dit schooljaar zuurstof krijgen.
Die zuurstof zou weleens van levensbelang kunnen zijn. Het deeltijds kunstonderwijs vreest immers dat er volgend schooljaar minder inschrijvingen zullen zijn, omdat ook het schooljaar 2020-2021 weer een coronaschooljaar was, waarbij veel leerlingen slechts in beperkte mate fysiek les gekregen hebben. Door de laatste maand van het schooljaar opnieuw meer fysieke lessen mogelijk te maken, kunnen twijfelende studenten misschien toch over de streep worden getrokken om zich volgend schooljaar opnieuw in te schrijven. Bovendien kampt ook het dko, net als het leerplichtonderwijs, met leerachterstand en zou meer fysieke les hier ook een gedeeltelijk antwoord op kunnen bieden.
Minister, hoe evalueert u de open brief van VerDi?
Mag het dko overstappen naar code oranje? Zo ja, wanneer dan?
Zult u, zoals aangekondigd in de coronawerkgroep, een set voorstellen voor indoorverfijningen in het dko opmaken?
Waarom worden er in de rest van de samenleving versoepelingen toegestaan die niet gelden voor het deeltijds kunstonderwijs?
Zult u rekening houden met de verzuchtingen van het veelgeplaagde deeltijds kunstonderwijs en hen meer zuurstof geven door meer fysieke lessen toe te staan? Ik dank u.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Collega Beckers heeft de problematiek al zeer uitgebreid aangekaart. Nu de coronacijfers eindelijk de goede kant opgaan, konden ondertussen ook al wat versoepelingen voor het onderwijs worden doorgevoerd.
Sinds 10 mei kunnen de leerlingen van de tweede en derde graad secundair onderwijs weer voltijds naar school en voor buitenschoolse activiteiten is er weer wat meer mogelijk vanaf 9 juni. Ook elders in de maatschappij wordt er versoepeld: indoor culturele evenementen met tweehonderd personen of 75 procent van de zaalcapaciteit en niet-professionele sporten met vijftig mensen binnen, kunnen opnieuw vanaf 9 juni.
Toch blijft het deeltijds kunstonderwijs nog steeds in code rood en zijn de kleine versoepelingen outdoor binnen die code rood echt heel miniem. Over eventuele wijzigingen aan de richtlijnen voor indooractiviteiten is er nog steeds geen nieuws.
Toch wordt er vanuit de coronawerkgroep dko hard gewerkt aan een voorstel om over te schakelen naar code oranje. De antwoorden op de voorstellen bleven vooralsnog uit.
Minister, welke voorstellen tot versoepelingen voor het dko zult u bij een volgend Overlegcomité naar voren schuiven? Wordt het dit schooljaar nog mogelijk om zowel buiten als binnen les te geven?
Welke maatregelen voorziet u voor leerlingen die willen doorstromen naar het hoger kunstonderwijs, maar zich door corona onvoldoende hebben kunnen voorbereiden en daardoor nu dus minder slaagkansen op de toelatingsproeven hebben?
Welke perspectief kunt u het deeltijds kunstonderwijs nu al geven zodat men zich goed kan voorbereiden op het volgende schooljaar?
Minister Weyts heeft het woord.
Op het overleg met wat ik altijd ‘de onderwijsclub’ noem, de meer dan vijftig vertegenwoordigers van het brede onderwijsveld, hebben we op 28 april voorgesteld om specifiek ten aanzien van het dko de Coronawerkgroep dko aan de slag te laten gaan met de verfijningen en versoepelingen van de coronamaatregelen, en zeker specifiek voor wat buitenactiviteiten betreft.
De Coronawerkgroep heeft dan ook een aantal suggesties gedaan om wat meer zuurstof te geven voor wat de organisatie van lessen en examens binnen betreft. Op 18 mei hebben de academies de boodschap gekregen dat zij die verfijningen konden toepassen vanaf 24 mei. De brief van VerDi waarnaar wordt verwezen, is verstuurd vóór die communicatie de academies bereikte en is dus wel enigszins ingehaald door de realiteit. We hebben ondertussen versoepeld. U moet weten dat het deeltijds kunstonderwijs trouwens altijd ter sprake komt in onze onderwijsclub zelf, net zoals het volwassenenonderwijs. We blijven ons oor daar steeds te luisteren leggen.
Naast die onderwijsclub hebben we specifieke werkgroepen opgericht. Zo is er een werkgroep rond deeltijds kunstonderwijs, een werkgroep rond volwassenenonderwijs en basiseducatie, een werkgroep personeel en een werkgroep veiligheid en ventilatie. Zij zijn, naast die bredere groep, die onderwijsclub, ook altijd aan de slag.
Rekening houdend met de suggesties die ons werden bezorgd, hebben we een aantal verfijningen aangebracht. Ten eerste, voor de organisatie van de lessen zijn er verfijningen voor de statische activiteiten, niet voor de dynamische activiteiten. Bij statische activiteiten zitten of staan leerlingen op een vaste plek in een lokaal. In heel wat academies zijn de ruimtes vrij groot en kunnen leerlingen op een grote afstand van elkaar werken zonder in elkaars nabijheid te komen. Ik denk aan de ruimtes waarin gebeeldhouwd wordt of keramiek wordt gemaakt, ruime repetitielokalen of grote podia. Die situatie is beter controleerbaar. Bij dynamische activiteiten bewegen de leerlingen intensief door het lokaal – dansen, acteren – of ze verplaatsen via de mond veel lucht – zingen, een blaasinstrument bespelen –, waardoor de verspreiding van aerosolen sterk toeneemt en er meer risico is.
Voor statische activiteiten binnen moet de maximale groepsgrootte van vier leerlingen per lokaal niet langer worden aangehouden. Leerlingen en personeelsleden moeten 1,5 meter afstand houden en naargelang hun leeftijd de richtlijnen voor mondmaskers volgen. Maar er geldt dus geen beperking meer inzake aantallen. Dat is toch een verregaande versoepeling.
Voor dynamische activiteiten blijven de huidige maatregelen gelden. We hebben daar lang over gediscussieerd met de virologen, maar we geraakten er niet door. Min 12-jarigen krijgen les in groepen van maximaal tien leerlingen en zoveel mogelijk in open lucht. Maar het kan binnen, met een maximum van tien. Voor oudere leerlingen blijft het daar wel bij een-op-eenlessen.
Leerlingen hoeven zich niet langer te beperken tot één buitenschoolse activiteit. Dat is ook een belangrijke versoepeling. Ze mogen naar de academie komen en daarnaast nog naar de sportclub, de jeugdbeweging of een andere activiteit gaan.
Voortaan mogen leerlingen van min 12 en plus 12 opnieuw samen in de klas zitten, op voorwaarde dat iedere leerling zich aan de maatregelen voor zijn of haar leeftijdsgroep houdt.
Voor examens hebben we enkele aanpassingen doorgevoerd. Voor individuele examens Woordkunst-Drama, Dans, Blaasinstrumenten, Zang, Musical, Singer-songwriter mag het mondmasker af, na risicoanalyse en als de afstand tussen elke leerling, leerkracht of begeleider en andere aanwezigen gegarandeerd minimum 3 meter is. Leerkrachten wonen enkel het examen van hun eigen leerlingen bij. Indoor wordt geen publiek toegelaten. We voorzien wel een regeling voor individuele examens van leerlingen, waarbij één persoon uit dezelfde gezinsbubbel het examen van de leerling waarmee men een bubbel vormt, mag bijwonen. Die persoon draagt dan wel een mondmasker en houdt afstand. Na elk optreden wordt er in ontsmetting voorzien.
Dat zijn versoepelingen die we heel specifiek voor het dko hebben uitgewerkt. Dat biedt wel wat perspectief. Het is inderdaad geen volledige verruiming. Maar na felle discussies hebben we dit toch uit de brand kunnen slepen.
Die recente indoor- en outdoorversoepelingen zijn overigens geen schakeling van code rood naar oranje. Want dan zit je in een totaal andere set. Ondertussen hebben we al een tijdje die kleurcodes. Om elke verwarring te vermijden, hanteren we die niet. We voorzien op dit ogenblik enkel de van kracht zijnde maatregelen op de website. U kunt die allemaal consulteren.
Wat betreft de doorstroming naar het hoger kunstonderwijs biedt het Dko-decreet academies vandaag de mogelijkheid om tot 5 procent van hun lestijden in te zetten om leeractiviteiten op maat te organiseren. Die zijn bedoeld voor leerlingen of afgestudeerden van een academie, gedurende een beperkte tijdspanne en met een flexibele inplanning in de loop van het schooljaar. Ze zouden bijvoorbeeld in september kunnen worden ingezet om pas afgestudeerden extra voor te bereiden op hun toelatingsproef in het hoger kunstonderwijs. Bovendien zijn de doorstromers naar bijvoorbeeld het conservatorium steeds een belangrijke doelgroep geweest in onze draaiboeken. Voor hen hebben we altijd de een-op-eenlessen mogelijk gemaakt. Tijdens het afgelopen jaar is dat altijd, op elk moment, mogelijk geweest voor die specifieke doelgroep.
Wat betreft het perspectief naar volgend schooljaar, ben ik vooralsnog Madame Blanche niet, noch Monsieur Blanche. We zullen nog wat perspectief bieden medio volgende maand, maar dat is onder voorbehoud van de verdere evolutie van de pandemie en de nieuwe varianten die het levenslicht dreigen te zien. We zullen een ruimer kader verschaffen, maar met enig voorbehoud door de evolutie van de pandemie.
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Minister, ik ben verheugd dat er een aantal verfijningen zijn gebeurd. Het deeltijds kunstonderwijs is heel belangrijk. Het is een democratische manier om alle kinderen in onze samenleving in contact te brengen met cultuur. We hebben een heel sterk deeltijds kunstonderwijs in Vlaanderen.
Minister, ik heb het al een aantal keren aangekaart en ik zal het blijven doen: de kans bestaat dat er volgend jaar minder inschrijvingen zullen zijn omdat leerlingen bang zijn dat er opnieuw een coronaschooljaar aankomt of doordat, door de vele onderbrekingen dit schooljaar, het contact met de academie verloren is gegaan. Er zijn coronacompensaties ingevoerd, ook voor het deeltijds kunstonderwijs. Ik wil u toch vragen om de situatie nauwgezet in de gaten te houden zodat onze kunstacademies geen of zo weinig mogelijk nadeel ondervinden van de pandemie. Hou de situatie nauwgezet in het oog en als er grote problemen zouden zijn volgend schooljaar, grijp dan alstublieft in.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoorden. Elke stap die we kunnen zetten in de richting van opnieuw een normale werking, appreciëren we natuurlijk. Ik had vorige week ook al eventjes het zinnetje in uw persbericht aangekaart – ik krijg daar toch wat vragen over – dat de nieuwe richtlijnen gelden tot het einde van het schooljaar. Er zijn een aantal mensen uit academies die bezig zijn met muziek, woord, dans of kunst, die aangeven dat men toch niet strenger kan zijn voor de kunstacademies dan voor de fanfare. De sector van de amateurkunsten geeft in een nieuwsbrief immers aan dat er toch wat meer mogelijk zal zijn vanaf 9 juni. De sectororganisatie VLAMO bijvoorbeeld communiceert op haar website dat vanaf die datum maximum vijftig personen binnen en buiten mogen samenkomen voor repetities en culturele voorstellingen. U zult wel snappen dat dit voor wat wrijving zorgt. Als schepen verantwoordelijk voor zowel Cultuur als het dko is het moeilijk om de twee zaken duidelijk te maken als mensen daar vragen over stellen. Misschien is het goed om ook dat op Vlaams niveau goed af te spreken.
Het spreekt voor zich dat het dko nog hoopt op een doordachte overgang van fase rood naar fase oranje voor de laatste weken van dit turbulente schooljaar. Ook om het volgende schooljaar goed te kunnen starten, is dat perspectief heel erg nodig.
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Minister, het is niet slecht dat het dko in deze commissie af en toe een forum krijgt en het is goed dat u daar een lans voor breekt en dat u de maatregelen tracht te richten op de specificiteit van de doelgroep. Statische of dynamische activiteiten vragen een andere aanpak. Het is belangrijk dat we hen niet vergeten.
Dit onderwijsniveau heeft ook een eigen decreet. Ook in het Coronadecreet VII hebben we een aantal maatregelen opgenomen die het dko ademruimte kunnen geven met het oog op volgend schooljaar. Ik wil wel de vraag van mevrouw Beckers ondersteunen dat we dit zeker moeten opvolgen. Zijn de genomen maatregelen afdoende? Zijn er eventueel bijsturingen nodig, misschien niet dit schooljaar maar het schooljaar erop?
Wat betreft de brief van VerDi betreur ik het dat het op deze manier is gebeurd. Ze hebben een aantal actoren aangeschreven, maar ze zijn betrokken in de werkgroep en gekend door het kabinet.
Soms heb ik het gevoel dat men open brieven moet schrijven om zaken te bereiken. Ik wou via deze weg aan alle betrokkenen toch wel eens zeggen dat, als ze in werkgroepen zitten en via allerlei wegen bij het kabinet betrokken zijn, een telefoontje dan nooit ver weg is. Als je vindt dat bepaalde zaken te lang duren, kun je ook de telefoon nemen om te vragen in welke mate bepaalde afgesproken maatregelen doorgevoerd kunnen worden. Het hoeft niet altijd via een open brief te gebeuren of via drukking of weet ik veel wat.
Minister, in de vorige vraag had u het over de protocollen die bekeken zouden worden tegen het einde van het schooljaar voor eindejaarsfeesten en het afscheid van leerlingen uit het zesde leerjaar en dergelijke. Ook het dko heeft zijn slotconcerten, eindejaarstentoonstellingen en dergelijke. Vergeet dus zeker het dko niet in de protocollen.
Minister Weyts heeft het woord.
Er wordt de vergelijking gemaakt met mogelijke versoepelingen na 9 juni aangaande culturele evenementen. Het zal u niet verbazen dat ik geen auteur ben van federale ministeriële besluiten, maar ik zit wel met het probleem dat het besluit dat opgemaakt wordt, beperkt is tot activiteiten en evenementen in de cultuur-, sport- en evenementensector. Dat speelt mij enigszins parten. Als we met z'n allen de auteurs van het federale ministeriële besluit wat kunnen corrigeren, dan ben ik daar voorstander van.
Ik heb gezegd dat we volgende week de laatste hand leggen aan de versoepelingen die we beogen, enerzijds inzake het uitwerken van de proclamatie – wat ook voor het dko van tel is – en anderzijds inzake ceremonies allerhande in het kader van het einde van het schooljaar. Dat moet natuurlijk enigszins corresponderen met de inhoud van het federaal ministerieel besluit en we moeten kijken of daar toch nog iets mogelijk is, maar dat zit momenteel in de besluitvormingsprocedure op federaal niveau. Dat is geen eenvoudige bal.
We zullen absoluut de vinger aan de pols houden met betrekking tot de inschrijvingen in het dko. Ik hoop dat we medio juni het kader kunnen schetsen, onder voorbehoud, voor de heropstart van het deeltijds kunstonderwijs in september en dat we geruststellende communicatie kunnen voeren om aan alle geïnteresseerden diets te maken dat we opnieuw voluit aan de slag gaan met het deeltijds kunstonderwijs, dat er lessen zullen zijn en dat het in een totaal andere constellatie zal zijn dan het afgelopen jaar. We moeten dat geruststellende kader geven, onder voorbehoud, maar dat zal een positieve impact hebben op het aantal inschrijvingen.
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Ik kan jammer genoeg niet helpen bij de federale structuren en het ministerieel besluit. Mijn partij heeft daar weinig in de pap te brokken, maar ik begrijp uw frustratie, gelet op onze ingewikkelde staatsstructuur.
U hebt gelukkig wel heel veel bevoegdheden, en één daarvan is de financiering van het deeltijds kunstonderwijs. U zegt dat u de vinger aan de pols zult houden, en dat is zeer positief. U zult geruststellende communicatie inzake volgend schooljaar voeren. Ik ben het ermee eens dat dat noodzakelijk is. Maar u bent niet Madame of Mijnheer Blanche, en wat als de virussituatie volgend jaar slechter is? We hebben die situatie vorig jaar ook gekend. Leerlingen hebben zich ingeschreven met het idee dat er zoveel mogelijk contactonderwijs zou zijn, maar de situatie is niet gelopen zoals we wilden. Ik heb daar een beetje schrik voor. En daarom hoop ik dat u de vinger aan de pols houdt en dat, als de inschrijvingen fel tegenvallen, u in de nodige compensatie zult voorzien. Want het dko is te belangrijk om verloren te laten gaan. We hebben een heel goed deeltijds kunstonderwijs in Vlaanderen, dat heel democratisch en verheffend – om dat woord te gebruiken – werkt. Ik hoop dat we dat in stand kunnen houden en dat het dko geen slachtoffer zal zijn van de coronacrisis.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, dank u wel omdat u ook het enthousiasme van een aantal collega’s over het deeltijds kunstonderwijs deelt. Ik steun alvast ook de vraag naar een goede communicatie om er zo veel mogelijk mensen warm voor te maken om zich volgend jaar in te schrijven, en ook de vraag om de aantallen te blijven monitoren. Ook moet men de ondersteuning bekijken die we tot nu hebben geboden: wat zijn de effecten daarvan? Ook moet er een goede communicatie zijn over de doelstellingen van ons mooi deeltijds kunstonderwijs, waar zoveel andere landen zo jaloers op zijn. Ik denk dat we er alles aan moeten doen om dit te kunnen vrijwaren, en de lijnen met het federale niveau zijn ondertussen gelegd.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.