Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Voorzitter, we hebben hier al een paar keer over gediscussieerd in onze commissie. We zijn natuurlijk niet blind voor het feit dat onze arbeidsmarkt met een aantal problemen kampt. Over het aantal langdurig zieken gaan we het deze namiddag nog hebben, ook op basis van uw zeer goede werkstuk. Ik kan al een tipje van de sluier oplichten. Maar nu gaat het heel specifiek over de verlofstelsels en de combinatie met de aanmoedigingspremie.
We hadden al eerder aangehaald dat er enkele problemen zijn, minister. Er is een enorme complexiteit – Vlaams, federaal – maar nu toont onderzoek ook nog eens bijkomend aan dat personen met een precaire gezinsinkomenssituatie minder vaak ouderschapsverlof opnemen dan personen met een niet-precair gezinsinkomen. Die vaststelling wijst erop dat de uitkering en de extra premie die mensen krijgen bij het opnemen van tijdskrediet of thematische verloven, niet voldoende zijn om van rond te komen als ze geen financiële buffer hebben. Vooral gezinnen die financiële ruimte hebben en inkomensverlies kunnen opvangen, maken gebruik van die maatregelen. Dat is dus een knoert van een mattheuseffect. Daardoor laten we kansen liggen om de werkbaarheid te verbeteren en verliezen vrouwen ook carrièrekansen.
Het ACV heeft een aantal voorstellen geformuleerd, die vorige week ook in de pers te lezen waren. Enerzijds wil men de uitkeringen verhogen tot aan de Europese armoedegrens, om het globale pakket helder te maken. Dat is niet uw bevoegdheid. Wat we wel zouden kunnen doen, is meer mensen recht geven op een uitkering en de motieven verbreden. Bij het verhogen van de vergoeding kan Vlaanderen met de aanmoedigingspremie zeker een rol spelen.
Minister, overweegt u de aanmoedigingspremie te verhogen, zodat thematische verloven en tijdskrediet toegankelijk worden voor meer gezinnen, ook met een laag inkomen? Wat vindt u van de voorstellen van het ACV? Is er een timing bekend met betrekking tot de harmonisatie van de verlofstelsels? Wat is de stand van zaken van een eventueel overleg hierover met de bevoegde federale minister?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Gennez, op 18 maart hebt u mij een vrij gelijkaardige vraag gesteld. Ik heb toen aangegeven dat de aanmoedigingspremie een forfaitair bedrag is, waardoor het loonverlies bij de lagere inkomens kleiner is. Zeker bij de deeltijdse onderbrekingen bij alleenstaanden is dit loonverlies veeleer beperkt. Een verhoging is dus niet aangewezen. Het is belangrijk om erover te waken dat werken loont.
Wel was het belangrijk om ook gezinnen met een laag inkomen voldoende te informeren. Dat is besproken in het periodiek overleg tussen mijn kabinet en de Vlaamse armoedeorganisaties op 31 maart 2021. We hebben hen uitgenodigd om de juiste informatie te delen binnen hun netwerken. Zij hebben immers uitstekende tentakels om informatie heel eenvoudig ter beschikking te stellen. We zijn daarover in overleg.
In de andere regio’s bestaan geen aanmoedigingspremies. De vraag van het ACV om de federale premies te verhogen tot de Europese armoedegrens is in die context natuurlijk wel relevant. De beslissing over de federale premies moet echter in eerste plaats federaal genomen worden.
Wat uw vraag over de afstemming met het federale beleid betreft, spreek ik bewust over afstemming en niet over harmonisatie. U zult het me niet kwalijk nemen dat ik mijn bevoegdheden op een eigen, autonomie manier wil kunnen uitoefenen. Deze legislatuur moeten we dat wel goed afstemmen en daarover in overleg gaan met de federale overheid. Het is belangrijk dat beleidsmaatregelen op elkaar afgestemd zijn en dat het voor de burger eenvoudig, helder en logisch is.
Heel concreet wordt er nu vooral werk van gemaakt om de maatregelen goed bij mensen met een klein inkomen te krijgen. Voor hen levert dat net een voordeel op.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Informeren is uiteraard altijd belangrijk, want het is inderdaad zo dat mensen in armoede of in een precaire financiële situatie vaak gewoon niet op de hoogte zijn de rechten waar ze uit kunnen putten.
Ik heb zelf inderdaad ook gezegd dat de eerste vraag van het ACV voor een verhoging van de premie een federale bevoegdheid is. Maar ze zeggen toch ook heel concreet dat Vlaanderen een en ander kan doen, zoals een uitbreiding van het aantal personen die aanspraak zouden kunnen maken op het systeem van tijdskrediet. Bijvoorbeeld voor wie werkt in een onderneming met tien werknemers of minder, als ik het goed heb, is tijdskrediet geen recht. Men is dan altijd afhankelijk van de gunst van de werkgever, die toestemming moet geven, wat niet altijd evident is in een kleine onderneming. Men hypothekeert wel een betere combinatie van arbeid en gezin door dat recht niet uniform te maken voor alle werknemers. In die zin zou het goed zijn om een interprofessioneel recht op tijdskrediet voor alle werknemers mogelijk te maken. Het zou fijn zijn als u vanuit de regering dat signaal aan de partners zou kunnen geven.
En dan hebben we natuurlijk ook nog het verhaal van de afschaffing van het tijdskrediet zonder motief. Dat was in 2015, als ik me goed herinner, maar pin me niet vast op het jaartal. Door de afschaffing van het tijdskrediet zonder motief heeft men natuurlijk meer nood aan bijkomende verloven of een uitbreiding van de motieven. Dat is een beetje een hond die in zijn eigen staart bijt, natuurlijk. Als we langere loopbanen mogelijk willen maken, zou het goed zijn om tijdskrediet zonder motief opnieuw op de agenda te plaatsen.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Gennez, het recht toekennen in de private sector is ook een federale bevoegdheid. Dat weet u, maar dat zegt u ook. Wij kennen in Vlaanderen een premie naast het federale verlof. Ook daar is dit weer een signaal dat op federaal niveau moet worden meegegeven. U hebt gevraagd of ik dit eens wilde bekijken met de sociale partners, en dat is geen enkel probleem.
Mevrouw Gennez, u bent daar ongetwijfeld gelukkig mee.
Een beetje gelukkig.
De vraag om uitleg is afgehandeld.