Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Voorzitter, ik hoop dat dit een vraag is waar iedereen interesse in heeft. Ik heb de interesse voor het belang van ventilatie en een betere luchtkwaliteit de voorbije weken gevoeld, ook tijdens de hoorzittingen. Dat kan op vele vlakken nuttig zijn, maar ik denk dat iedereen nu in de eerste plaats uitkijkt naar het moment waarop de horeca weer volledig open kan gaan, in de eerste plaats de horeca-uitbaters zelf. Na de terrassen is ook een bezoek aan de binnenhoreca in zicht. Maar zelfs als dit het geval zal zijn, zal dat vreselijke virus nog niet volledig verdwenen zijn. Zelfs met een gevaccineerde populatie moeten we op onze hoede zijn voor eventuele varianten. En wie weet wat er nog komt op de lange termijn.
We kunnen dus maar beter onze voorzorgen nemen. Om ons in de toekomst beter te beschermen zonder de horeca, de kappers en de winkels te moeten sluiten, moeten we beter ventileren.
Onderzoek toont aan dat het grootste deel van de besmettingen binnen plaatsvindt. Daar is ondertussen voldoende wetenschappelijke evidentie voor en consensus over. Mensen worden binnen vooral besmet via de lucht en iets minder via oppervlaktes of speekseldruppels. De beste manier om besmetting via de lucht tegen te gaan, is door goed te ventileren, het liefst met mechanische ventilatiesystemen of luchtreinigers. Als je voldoende verlucht, zal er minder corona in de lucht hangen en is de kans op besmetting veel kleiner.
Met het vooruitzicht op de volledige heropening van de horeca en de terugkeer naar het normale leven, moeten we er maximaal voor zorgen dat alle binnenruimtes van ondernemingen goed geventileerd worden. We snappen ook wel dat op korte termijn volledige herinvesteringen in bepaalde panden of nieuwbouw niet gewenst en niet aan de orde is. Gelukkig kunnen we wel via mobiele systemen en via verbetering en onderhoudscontracten van mechanische ventilatiesystemen, het nodige doen. Ook vanuit de overheid zou via een ventilatiefonds aan horecazaken, kappers, winkels en andere ondernemingen een trekkingsrecht gegeven kunnen worden om op korte termijn hun ventilatiesystemen te verbeteren of mobiele luchtreinigers te plaatsen.
Bent u een ventilatiefonds voor ondernemingen met een publiek toegankelijke ruimte genegen, waaruit investeringen in dergelijke ventilatiesystemen gefinancierd kunnen worden?
Minister Crevits heeft het woord.
Ik onderschrijf heel erg het belang van ventilatie om een veilig en gezonde omgeving te garanderen, waar het risico op besmettingen wordt beheerst. De oprichting van een specifiek ventilatiefonds voor ondernemingen met publiek toegankelijke ruimte lijkt me evenwel wat moeilijk, in de eerste plaats omdat er reeds door de Vlaamse Regering goedkope financieringsinstrumenten ter beschikking gesteld zijn die investeringen in ventilatiesystemen kunnen ondersteunen. Vooreerst is er de corona-achtergestelde lening. In het kader van de coronaleningen staat vermeld dat die kunnen worden aangewend voor dringende concrete investeringen naar aanleiding van de veranderde werksituatie door het coronavirus, zoals bijvoorbeeld in het kader van aanpassingen aan de werking om verder te kunnen blijven werken of om te kunnen heropstarten. Investeringen in veiligheid, zoals in luchtreinigers of ventilatiesystemen, komen dus in aanmerking voor de financiering door middel van de coronalening.
Bovendien zal vanaf 31 mei de heropstartlening beschikbaar zijn, waarmee naast de aankoop van handelsgoederen of grondstoffen ook investeringen kunnen worden gefinancierd. De heropstartlening zal ook bij VLAIO kunnen worden aangevraagd.
Ten tweede lijkt het noodzakelijk om ondernemers die nu moeten investeren, de instrumenten aan te bieden die nu ter beschikking zijn en waarover beslissingen snel kunnen worden genomen. Een nieuw steuninstrument – of het nu een lening of subsidie is – vraagt een aanzienlijke doorlooptijd. De aanpak moet praktisch afgestemd worden met de betrokken sectoren, er moeten juridische teksten gemaakt worden, de Europese Commissie moet instemming geven, een internetapplicatie moet worden uitgewerkt enzovoort. Dat neemt meerdere maanden in beslag. Daarom vind ik het in deze fase niet aangewezen om nieuwe subsidiesystemen in het leven te roepen, maar we moeten wel bekijken hoe ventilatiesystemen prioritair meegenomen kunnen worden in de bestaande kanalen.
Bij de herstart van de economie moeten we de omslag maken naar financiële instrumenten, dit om budgettaire redenen, maar ook om enkel nog de levenskrachtige ondernemingen te steunen. Overigens omvatten de vermelde leningen nog steeds een subsidie-element. Het gaat om supervoordelige rentevoorwaarden, die ook te kwalificeren zijn als staatssteun.
Mevrouw Gennez, ik ben het honderd procent eens met uw uitgangspunt. Er moet veel meer aandacht zijn voor ventilatie, maar momenteel ben ik niet gewonnen voor een fonds wegens de tijdsbesteding en omdat we al heel veel instrumenten hebben die we daarvoor kunnen gebruiken.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Dank u wel. Ik ben uiteraard blij dat u het belang van ventilatie onderkent, en dat u ook zegt dat we ons bestaand instrumentarium maximaal oriënteren of afstemmen op die ventilatie-investeringen. Het idee van een fonds komt eigenlijk niet van ons, van Vooruit. Het komt van Horeca Vlaanderen, bij monde van Matthias De Caluwe, de CEO. Het idee was dat we zo snel mogelijk moeten overschakelen van omzet- en inkomenscompensatie naar opstartsubsidie. Daar ben ik het eigenlijk wel mee eens. We kunnen niet eeuwig onze economie lamleggen, we kunnen niet eeuwig onze kappers en horeca gesloten houden. In die zin zijn die investeringen natuurlijk wel zeer nuttig, niet alleen vanuit het perspectief van de ondernemer, maar ook vanuit het perspectief van de consument. Er zijn mensen die vandaag misschien nog wat angstig zijn en voorzichtig, en zich – volledig terecht – nog niet in ruimtes willen begeven waarvan ze denken dat de kans op besmetting groter is. Wel, via CO2-meters, via investeringen in binnenluchtkwaliteit kunnen de ondernemers ook aantonen: voel u rustig, op uw gemak, om bij ons te komen consumeren. Ik denk dat dat een win-win is, zowel voor ondernemer als voor consument.
Ik heb begrip voor uw argumenten als u zegt dat een nieuw fonds oprichten administratief veel tijd in beslag zal nemen. Eigenlijk heeft de invoering van de eerste beschermingsmaatregelen, en de ondersteuningsmaatregelen voor onze economie, getoond dat de dingen snel kunnen vooruitgaan als de politieke wil aanwezig is. Misschien is het een idee – ik redeneer gewoon mee met uw antwoord – om met de bestaande instrumenten, zoals de achtergestelde coronalening en de heropstartlening, het belang van ventilatie te viseren. Men kan een aantal sectoren informeren dat er snelle doorlooptijden mogelijk zullen zijn als die investeringen gevraagd worden. Dan hoef je helemaal niets nieuws op te richten, dan hoeft het ook niet lang te duren, dan moet je niet aanmelden bij Europa. Maar je hebt dan wel een communicatieve tool waarbij je aan een aantal sectoren kunt zeggen: ventilatie is belangrijk, en dit zijn de instrumenten die aangewend kunnen worden om uw patrimonium – letterlijk – op te frissen en zuurstof te geven, zodat uw onderneming op korte termijn kan opengaan. Misschien is dat een idee, misschien kunt u daarmee constructief aan de slag gaan.
Ik wil zelf nog even kort tussenkomen. Het belang van ventilatie staat buiten kijf. Of een fonds nuttig of nodig is, durf ik te betwijfelen, om twee redenen. Er zijn de bestaande instrumenten, die de minister reeds aanhaalde. Maar er is ook bestaande regelgeving waaraan moet worden voldaan, ten aanzien van ruimtes waarin er gewerkt wordt – dat is federaal –, en ook op Vlaams niveau is met de EPB-regelgeving (energieprestatie en binnenklimaat) wel degelijk al een kader gecreëerd waaraan moet worden voldaan. Daaromtrent kan wel worden gesensibiliseerd. Misschien is er ook iets mogelijk binnen de bestaande instrumenten die vanuit het beleidsveld Energie worden aangereikt aan bedrijven. Je kunt bijvoorbeeld een ondersteuning krijgen voor een energieaudit van je bedrijf of van je werkplek. Door meer aandacht te geven aan ventilatie, in die studies en in die instrumenten, kan misschien hetzelfde doel worden bereikt zonder daarom een apart nieuw instrument in het leven te roepen.
Minister, misschien is het dus nuttig dat u ook met uw collega van Energie even het gesprek aangaat om te kijken of de instrumenten die zij ter beschikking heeft ten aanzien van bedrijven ook mee het verschil kunnen maken qua ventilatie.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega's, ik dank u voor de aanvullingen.
De coronalening heeft hier eigenlijk op geanticipeerd. Matthias De Caluwe vraagt opstartsteun, maar er is al de opstartlening die daarvoor kan worden gebruikt. We zijn er dus klaar voor.
Waar ik het wel mee eens ben, is dat we een manier moeten zoeken om ventilatie mee in de spots te zetten. We kunnen perfect een ventilatieprogramma maken met de bestaande instrumenten zodat we aan de ondernemers kunnen laten weten wat ze waarvoor kunnen gebruiken.
Collega Bothuyne, ik ben zeker bereid om met mijn collega van Energie te praten, maar ik denk dat haar standpunt ook zal zijn dat er instrumenten bestaan. Ook de werkbaarheidscheque kan men perfect gebruiken om in de bedrijven een onderzoek te laten doen naar de begeleiding van een gezonde werkomgeving en gezonde lucht. Ook dat instrument kan men inzetten.
Collega Gennez, het is goed om in plaats van een ventilatiefonds rond ventilatie steuninstrumenten te bouwen. We kunnen een specifieke communicatie opzetten zodat ondernemingen weten op welke manier ze het kunnen aanpakken. De mogelijkheden zijn groter dan we beseffen. Ik vind het een betere aanpak dan opnieuw een apart fonds op te richten met nieuwe regelgeving enzovoort.
Ik hoop op die manier tegemoet te komen aan uw terechte bezorgdheid dat de investeringen in de bedrijven ook effectief gebeuren.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Ik heb het daarnet gezegd: als de kat maar muizen vangt. Het maakt me niet zoveel uit welke kleur ze heeft of welk etiket ze heeft. Als we een goed overzicht zouden kunnen maken van de bestaande maatregelen, aan sensibilisering doen bij de bedrijven, instrumenten kunnen aanreiken die de investeringen op gang brengen, dan ben ik zeer tevreden.
Tijdens de hoorzitting hebben we met z'n allen kunnen horen dat specialisten aangeven dat men niet enkel een ventilatiesysteem moet hebben of dat er ergens een regelgeving in een besluit staat, maar dat dit wel moet worden gerespecteerd. Uit onderzoek blijkt toch dat de binnenluchtkwaliteitsnormen die in de verschillende besluiten staan, niet altijd worden gehaald. In die zin zijn sensibilisering en bewustwording zeer belangrijk.
Ik ben blij dat de Vlaamse Regering er een speerpunt van wil maken en gerichte communicatie wil doen. Ik hoop dat op die manier de omslag kan worden gemaakt naar een betere binnenluchtkwaliteit in alle publiek toegankelijke infrastructuur. Als het instrumentarium van het bevoegdheidsdomein Energie erbij kan, heel graag. Een zo volledig mogelijke portfolio en gerichte communicatie naar de sectoren, en zelfs een samenwerking met de sectoren, zou een goede zaak zijn om een betere binnenluchtkwaliteit in het patrimonium te garanderen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.