Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Een studie van de federale energieregulator Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) maakt duidelijk dat de stroomfactuur van een gemiddeld Vlaams gezin met maar liefst 445,88 euro is gestegen sinds 2007, op dertien jaar tijd dus. Deze stijging van meer dan 56 procent is ronduit hallucinant, maar komt helaas niet als een verrassing.
De grootste stijging wordt genoteerd in de bijdrage hernieuwbare energie en warmtekrachtkoppeling met een stijging van het landgemiddelde met maar liefst 302 procent. Er zijn ook grote regionale verschillen in de stijging, voornamelijk door de afschaffing van de gratis kilowatturen in 2016 in Vlaanderen.
Onze stroomfactuur behoort al jaren tot de hoogste van Europa. Van alle landen binnen de Europese Unie (EU) betalen enkel de Duitse en Deense gezinnen meer voor hun elektriciteit. De oorzaken van de hoge stroomfactuur zijn algemeen bekend. Het is eigenlijk een vermomde belastingbrief. De heer Danen verwees er daarnet nog naar. Een groot deel van wat een gezin betaalt, heeft helemaal niks te maken met de stroom die ze afnemen. De btw-stijging naar 21 procent in 2015, de openbaredienstverplichtingen, een hele reeks heffingen en taksen, alle worden ze via de stroomfactuur doorgerekend aan de gezinnen.
In het Vlaams Regeerakkoord kunnen we het volgende lezen – en ik citeer: “De Vlaamse Regering zal, in samenspraak met het federale niveau, vanuit die optiek waken over de betaalbaarheid van de energiefactuur voor gezinnen en de onderdelen van de energiefactuur kritisch vergelijken met omliggende landen.”
Eén: wat is uw reactie op de studie van de federale energieregulator CREG ?
Twee: hebt u al samen gezeten met het federale niveau om deze drastische stijging te bespreken en samen na te denken over oplossingen? Indien ja, wanneer vond dit overleg plaats en wat was de uitkomst? Indien nee, plant u dit alsnog te doen?
Drie: in het Vlaams Regeerakkoord kunnen we eveneens het voornemen van de regering terugvinden om de meerkosten op de elektriciteitsfactuur zeker niet verder te doen toenemen als gevolg van Vlaams beleid. Hierover de volgende drie vragen:
Zijn de meerkosten op de stroomfactuur niet toegenomen als gevolg van Vlaams beleid sinds het aantreden van deze regering?
Vindt u de financiële gevolgen van de gebroken belofte van de Vlaamse Regering met betrekking tot de terugdraaiende teller niet in tegenspraak met dit voornemen?
Kunt u nog steeds achter dit voornemen blijven staan en garanderen dat de meerkosten op de stroomfactuur niet zullen toenemen als gevolg van Vlaams beleid tot minstens het einde van deze legislatuur?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel, collega Van Rooy. Indien u de studie ook grondig gelezen hebt, zult u ook gemerkt hebben dat de elektriciteitsfactuur voor een gemiddeld gezin in Vlaanderen in 2020 met gemiddeld 58 euro gedaald is in vergelijking met 2019. Uit de studie blijkt dat dit onder meer het gevolg is van de daling van het distributienettarief – de component openbaredienstverplichtingen – en een daling in de energiekost, die ook het gevolg is van de dalende groothandelsmarktprijzen, ten gevolge van de impact van COVID-19.
We hebben vorig jaar binnen de Vlaamse Regering een aantal belangrijke aanpassingen goedgekeurd, die de komende jaren de elektriciteitsfactuur ook moeten ontlasten.
De steunhoogte voor hernieuwbare energiebronnen werd aangepast. Die is duidelijk in een afbouwpad. Ze is verlaagd, en ik denk dat dat goed is.
De openbaredienstverplichting voor openbare verlichting wordt afgeschaft vanaf 1 januari 2022.
Sinds mijn aantreden komen alle uitgaven voor nieuw beleid, waaronder de premies voor kleinschalige PV-panelen (photovoltaicpanelen), maar ook wind, en de kost voor het veilingsysteem voor middelgrote PV-panelen, niet meer in de elektriciteitsfactuur. Ik heb ook van in het begin gezegd dat we dat niet meer gaan doen. U weet dat de kost van de terugdraaiende teller in de elektriciteitsfactuur zat. Dat vonden wij eigenlijk niet goed. Dat is nu vernietigd door het Grondwettelijk Hof, zoals u weet. U hebt daarover ook veel vragen gesteld. In die zin heb ik ook de bewuste keuze gemaakt dat de compensatiepremie, de retroactieve investeringspremie ten gevolge van de terugdraaiende teller, niet vergoed zal worden via de factuur. Dat vind ik niet correct. Ik heb daar ook gekozen voor een redelijke oplossing, en dat blijf ik ook herhalen. We hebben de groenestroomcertificaten gehad die we helaas zullen moeten betalen tot 2030. Dat zit in de elektriciteitsfactuur. Men heeft vijftien jaar geleden die fout gemaakt – een historische fout – die ook veel te hoog was. Je had dan de terugdraaiende teller. Bon, dat is nu vernietigd.
Ik heb daar een andere keuze in gemaakt. Ik zal consequent de lijn die ik bewandel sinds mijn aantreden als minister, voortzetten. Ik onderschrijf daarbij de ambitie om de Vlaamse componenten van de energiefactuur niet te laten stijgen door nieuw beleid. Bij elk initiatief dat ik neem, zal ik het proberen te financieren uit de algemene middelen.
Natuurlijk maak ik mij grote zorgen – en ik heb dat gemeld aan mijn federale collega – over het principe van de energienorm dat is opgenomen in het federaal regeerakkoord. Dat principe moet zo snel mogelijk toegepast worden. Op Vlaams niveau was dat een van de eerste zaken die ik heb gedaan. Federaal heeft men mij laten weten dat ze het in de loop van september zullen doen. Ik volg dat mee op. Ik ben zeer bezorgd over de federale componenten. Vergeet niet het jaar na jaar stijgende bedrag voor de federale offshore. De gezinnen betaalden in 2008 bijvoorbeeld slechts 1 euro per jaar. 12 jaar later is dat al 49 euro per jaar. Ik zie ook de kosten van de federale ondersteuning van de gascentrales, enkele honderden miljoenen euro’s die volgens de huidige regelgeving zullen worden doorgerekend in de elektriciteitsfactuur. Ik heb erop gehamerd dat niet te doen. Maar het is de federale minister die de keuze moet maken. Over beide dossiers maak ik mij heel grote zorgen.
Als Vlaams minister weiger ik de elektriciteitsfactuur verder te verzwaren door er kosten van nieuw beleid in door te rekenen. Ik probeer integendeel er kosten uit te halen, zoals de premies en financieringen voor bijvoorbeeld windenergie en grootschalige zonnepanelen. Het nieuwe steunsysteem voor eigenaars van zonnepanelen blijf ik behouden, maar dat zal een eenmalige premie zijn die mensen ontvangen bij de installatie, zoals ik ook woningrenovatie ondersteun. Die steun wordt gefinancierd uit de algemene middelen. Wat de Vlaamse componenten van nieuw beleid betreft, zal ik er streng op toezien dat nieuw beleid niet in de factuur terechtkomt. Ik blijf overleggen met de federale collega’s om hen ervan te overtuigen de gigantisch grote kosten die op ons afkomen niet door te rekenen in de elektriciteitsfactuur. Maar het ziet er niet goed uit.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Ik herhaal het toch nog eens: een gemiddeld Vlaams gezin heeft zijn elektriciteitsfactuur in de laatste 13 jaar zien stijgen met 445 euro. Nu zegt u dat er een daling is van 2019 naar 2020, met 58 euro. Ik zou dan zeggen, minister, maar ik hoor het u niet zeggen, dat er nog een lange weg te gaan is. Ik vind dat wij terug moeten naar het niveau van 2007, dat is min 445 euro. Daar gaat er al 58 euro van af. U noemt de doorrekening van de groenestroomcertificaten tot 2030 een historische vergissing. U verwijst ook naar het federale niveau, waarbij u zich grote zorgen maakt over het doorrekenen van de steun aan gascentrales en de windmolens. U gaat er prat op dat u dat soort zaken niet wilt doorrekenen in de elektriciteitsfactuur. Het gaat hier over zogenaamde hernieuwbare energie, gascentrales ter vervanging van de kerncentrales, en windmolens. Aan dat beleid neemt u ook deel op Vlaams niveau.
U doet daar natuurlijk ook aan mee op Vlaams niveau. U gaat mee in die zogenaamde hernieuwbare energie. U vindt dat dat allemaal nodig is. U herhaalt dat ook. En dus moet dat betaald worden. U zegt dat u dat niet in de elektriciteitsfactuur gaat steken, of toch zo weinig mogelijk, maar dat u dat uit algemene middelen zult halen. U verwijst naar het arrest van het Grondwettelijk Hof over de terugdraaiende teller. Maar hoe dan ook komt dat bij de belastingbetaler terecht, mevrouw Demir. Als het niet in de elektriciteitsfactuur zit, dan komt het wel op een andere manier bij de belastingbetaler terecht. En dus wordt hier helaas mijn punt bewezen: als je meeloopt in die klimaatreligie en je zet in op hernieuwbare energie, dan kost dat handenvol geld. U hebt zelf ‘gigantisch’ gezegd. Dat zal hoe dan ook bij de belastingbetaler terechtkomen. Is het niet via de elektriciteitsfactuur, dan wel op een andere manier. U doet daaraan mee. Ik zou van u graag horen dat u daarmee stopt en dat u ervoor zorgt dat er niet 58 euro afgaat maar dat er in totaal minstens 445 euro afgaat, om opnieuw op het niveau te komen van de elektriciteitsfactuur van 2007.
De heer Danen heeft het woord.
Toch even kort, ik kan het niet laten.
Het is wel een feit, zoals mijnheer Van Rooy zegt, dat het federale deel in de energiefactuur vele malen kleiner is dan het Vlaamse deel. Dat is gewoon een vaststaand feit.
Ik denk dat de vraag vooral gesteld wordt wat u, minister, zult doen om die factuur te laten dalen. Als het over gascentrales gaat, wil ik toch even meegeven dat er een federaal wetsvoorstel is goedgekeurd dat werd ingediend door – toen nog – parlementslid Tinne Van der Straeten en haar N-VA-collega Bert Wollants, die duidelijk aangaven dat de kosten voor die compensatie voor de gascentrales nooit in de energiefactuur mogen opgenomen worden. Ze worden weliswaar in de algemene middelen opgenomen. Iemand moet het natuurlijk betalen. Maar als je het in de algemene middelen opneemt, zijn het wel de sterkste schouders die de zwaarste lasten gaan betalen. Als je het in de energiefactuur opneemt, zijn het vaak de mensen in energiearmoede, met verschillende toestellen en slechte huizen, die die factuur betalen. Ik vind dat toch een verschil.
Ik wil ook nog meegeven dat die twee of drie gascentrales er sowieso komen. De oudste kerncentrales moeten wegens allerhande problemen sowieso sluiten. Maar of de jongste kerncentrales nu open blijven of niet, die gascentrales komen er sowieso.
Minister, wat is het alternatief als we die gascentrales niet zouden bouwen? U zult misschien zeggen: een nieuwe kerncentrale, maar dat is sowieso geen optie. Er is in Europa geen enkel businessmodel dat een nieuwe kerncentrale mogelijk maakt.
Minister Demir heeft het woord.
Collega Van Rooy, het klopt dat er nog een lange weg is af te leggen. Ik heb dat ook onderstreept. In Vlaanderen heb ik wel voor de juiste weg gekozen. Ik vind het belangrijk dat we een omslag maken in de facturen in vergelijking met het verleden. Voor mij werd alles in de elektriciteitsfactuur gedraaid. Ik weiger dat te doen.
Wat hernieuwbare energie betreft, ben ik er wel van overtuigd dat er een goede mix van energie moet zijn. Hernieuwbare energie hoort daarbij. Maar je moet dat natuurlijk niet bekostigen met een zotte oversubsidiëring, zoals in het verleden is gebeurd. Dat bouw ik af. Dat is een van de eerste dingen die ik heb gedaan. Ik zet ook radicaal in op energiefraude. Diegenen die frauderen, moeten het ook terugbetalen. Dat is ook een deel van het beleid.
Ik kan natuurlijk onmogelijk de foute keuzes ongedaan maken die in het verleden zijn gemaakt – en dat zijn foute keuzes geweest, alles wat met groenestroomcertificaten te maken heeft. We zullen dat moeten betalen tot 2030. Die oversubsidiëring zit daarin. Maar sta mij wel toe dat ik voor een andere weg kies. Collega Danen, ik hoop dat ook het federale parlement en de federale minister die weg kiezen.
In het verleden heeft men die offshores in de elektriciteitsfactuur gestoken. Wij gaan dat nu niet meer doen. Dat kan een minister beslissen. Ik heb dat ook beslist toen het ging over die compensatiepremie. Dat ging ook over bijna 500 miljoen euro. De eerste redenering was daar ook: ‘We zullen dat maar in de elektriciteitsfactuur draaien.’ Ik weiger dat te doen. Ik heb dat dan ook niet gedaan. Hetzelfde met alles wat met windenergie en zonnepanelen te maken heeft in de toekomst. Ik heb de subsidiëring aangepakt. Die is naar beneden gegaan. Wat we nu financieren komt tegemoet aan de realiteit. Dat is geen oversubsidiëring meer. Maar het federale niveau kan dat ook. De bevoegde minister kan een beslissing nemen om dat niet in de elektriciteitsfactuur te draaien.
Collega Van Rooy, het zal natuurlijk altijd geld kosten. Ik hoop dat u beseft dat dat niet gratis is. Helaas, gratis bestaat niet, ook niet als het gaat over energie. Dat is een kost, net zoals andere zaken geld kosten. Ik had natuurlijk ook gewild dat het allemaal gratis was. Maar dat bestaat niet. Maar ik denk wel dat de overheid op de juiste manier moet werken, en dus niet met oversubsidiëring, en dat zij dat dan vooral niet in de elektriciteitsfactuur moet draaien.
Collega Danen, het klopt niet: de federale component is veel groter dan de Vlaamse component. Ik denk dat u zich daarin vergist. U moet de cijfers er eens bij nemen. Het federale parlement heeft een resolutie goedgekeurd. In een recent koninklijk besluit, dat de federale minister over Customer Relationship Management (CRM) heeft genomen, werd helaas geen rekening gehouden met deze resolutie. Dat vind ik problematisch. Alles wijst erop dat men dat in de elektriciteitsfactuur zal draaien. Dat is natuurlijk niet de juiste weg die men moet bewandelen. Dat wil ik toch nog wel eens beklemtonen.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Het is wel amusant dat ik vraag om er op zijn minst voor te ijveren om terug naar het niveau te gaan van de elektriciteitsfactuur van 2007 en dat ik dan van u, mevrouw Demir, moet horen: ‘Mijnheer Van Rooy, gratis bestaat niet.’ Ja, alsof de elektriciteitsfactuur in 2007 0 euro bedroeg. Ik dacht het niet. Wat een onzin! Wat voor een stropop wordt hier gebouwd! Dat komt dan nota bene van een minister van een partij die die groenestroomcertificaten en die oversubsidiëring mee mogelijk heeft gemaakt.
Mevrouw Demir, het is uw partij, het is uw regering geweest die dat allemaal in het verleden heeft mismeesterd en niet wij. U kunt dat nu betreuren en zeggen dat u een andere weg hebt gekozen. Dat is eigenlijk niet zo. In dezen blijft u meehollen met de klimaatdogma’s en met dat dogma van de hernieuwbare energie. Dus zal de elektriciteitsfactuur natuurlijk niet significant dalen, laat staan dat ze ooit het niveau zal bereiken van 2007 want het kost nu eenmaal veel geld. Al die hernieuwbare energie is niet rendabel.
En dan moet ik van mijnheer Danen horen dat er in Europa geen enkel businessmodel is dat kernenergie mogelijk maakt. Dat is natuurlijk klinkklare onzin. Dat is misschien op dit moment zo omdat kernenergie al decennia wordt gedemoniseerd en omdat door overheden wordt duidelijk gemaakt dat kernenergie in de ban moet worden geslagen. Natuurlijk zijn er dan geen of nauwelijks investeerders te vinden. Als je dat constant diaboliseert, zeggen de investeerders natuurlijk dat zij gaan doen wat de overheden allemaal dogmatisch bepleiten, namelijk investeren in windmolens en zonnepanelen. Het gaat erom wat er naar voren wordt geschoven. Als de overheden zouden inzetten op kernenergie, dan vind je daar zeker investeerders voor. Dat zal misschien nog enkele jaren duren, maar dat zal zeker gebeuren. Dat is de weg die moet worden ingeslagen: die van de kernenergie en niet die van al die zogenaamd hernieuwbare energie.
Minister Demir heeft het woord.
Collega Danen, ik wil u nog een korte correctie geven. Als we de volledige component nemen, is het inderdaad zo dat de Vlaamse groter is dan de federale. Ik wou dat nog even rechtzetten.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw correctie. Maar ik wil wel nog even reageren op wat mijnheer Van Rooy komt te zeggen.
Die nieuwe kerncentrales, dat is voer voor een apart debat, misschien het best op het federale niveau. Maar het is wel zo dat er op drie plaatsen in West-Europa nieuwe kerncentrales worden gebouwd: in Flamanville, Hinkley Point en in Finland. Die zijn begonnen in onverdachte tijden. We stellen vast dat ze er niet in slagen om tot een werkend businessmodel te komen. Het ondersteuningsmechanisme voor nieuwe kerncentrales is vele malen hoger dan voor offshore of onshore wind. Dat is gewoon een feit. Het zal misschien anders zijn in de toekomst, maar kernenergie is, wat ons betreft, geen toekomstbestendig model.
De vraag om uitleg is afgehandeld.