Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, ik heb een vraag over energiearmoede. Dat dossier ligt mij na aan het hart. Ik had vorige week aangekondigd dat ik mijn energiedossiers graag aan mijn collega Staf Aerts doorgeef, maar deze vraag om uitleg lag nog bij mij. Er zullen er nog wel een paar zijn die ik wil afwerken. Daarna geef ik mijn dossiers met heel veel liefde door aan collega Aerts. Maar een aantal andere dossiers wil ik in de commissie vanzelfsprekend nog wel opvolgen.
Minister, aan het energiearmoedeprogramma is ook de vorige legislatuur hard gewerkt. In maart 2016 werd een soort van actieplan naar voren geschoven. De tijd gaat snel, dat is ondertussen vijf jaar geleden. Dit actieplan bevatte 34 actiepunten die focusten op de bescherming tegen de afsluiting van kwetsbare doelgroepen en het nemen van energiebesparende maatregelen voor deze kwetsbare doelgroepen. Uit het evaluatierapport dat in 2019 werd gepubliceerd, bleek dat het armoedeprogramma grotendeels was gerealiseerd: 26 van de 34 actiepunten werden uitgevoerd.
Op basis van de uitgevoerde evaluatie werden bijkomend aanbevelingen voorgesteld aan de Vlaamse Regering. Omdat het ondertussen toch alweer twee jaar geleden is, wil ik daarover opnieuw een aantal vragen stellen en een aantal zaken in herinnering brengen.
Er werd gesteld dat tegen uiterlijk 2021 alle klassieke budgetmeters vervangen moesten worden door digitale budgetmeters, die toelaten proactiever hulp en begeleiding te bieden waardoor schuldopbouw wordt geremd. Ook het opstarten van een rollend noodkoopfonds werd gesuggereerd. Als derde aanbeveling werd naar voren geschoven dat bestaande doelgroepgerichte maatregelen geëvalueerd moesten worden en, waar relevant, bijgestuurd, met het oog op het uitwerken van een structureel en performant ondersteuningskader voor een substantiële groei in het aantal renovaties bij de kwetsbare doelgroep.
Minister, ik weet dat u rond renovatie een aantal zaken in de pijplijn hebt zitten, maar hier gaat het specifiek over de kwetsbare doelgroepen, die in dit kader extra gevat zouden moeten worden.
Ook in het regeerakkoord spreekt de regering de intentie uit om de energiearmoede verder te doen dalen. Zo zal in overleg met de stakeholders het energiearmoedeprogramma worden voortgezet en wordt de focus gelegd op de structurele verbetering van de energieprestatie van de woning. Om de doelgroep beter te bereiken, zal er samengewerkt worden met lokale partners. In het regeerakkoord werd ook het belang van de digitale budgetmeter beklemtoond in de strijd tegen budgetontsporingen.
Ondanks de goede evaluatie van het eerste energiearmoedeprogramma en ondanks de intenties die deze regering in het regeerakkoord heeft opgenomen om energiearmoede te bestrijden, blijkt nog altijd dat op dit moment bijna een gezin op vijf moeite heeft om de energiefactuur te betalen. Het Platform tegen Energiearmoede roept dan ook op om sociale woningen dringend te renoveren om zo de energiekosten voor de huurders te verminderen. Vlaanderen heeft deze legislatuur 800 miljoen euro voorzien voor het uitvoeren van renovaties.
Minister, het vervangen van analoge budgetmeters door digitale meters moest helpen om een verdere schuldopbouw bij de kwetsbare doelgroep te voorkomen. Werd deze vervanging al volledig afgerond? Wat is hier de stand van zaken?
In maart 2020 werd de projectoproep ‘rollend renovatiefonds’ gelanceerd. Werd het beschikbare budget volledig ontleend? Is er al een nieuwe projectoproep ‘rollend renovatiefonds’ gelanceerd? Dat is toch een belangrijke tool om renovaties bij kwetsbare doelgroepen te versnellen.
Welke doelgroepgerichte maatregelen hebt u bijkomend uitgewerkt of bijgestuurd?
De laatste vraag is misschien wel de belangrijkste. De sociale openbaredienstverplichtingen zijn geleidelijk via allerlei aanpassingen aan het Energiebesluit ontstaan. Zo dikte die factuur telkens maar weer aan de voorbije jaren. De voormalige minister van Energie, mevrouw Peeters, sprak de hoop uit om dit besluit tegen 1 januari 2022 aan te passen. U hebt nog eventjes, maar niet zo lang meer. Wat is de stand van zaken? Zal de vooropgestelde timing gehaald worden?
Ik wil toch nog even meegeven aan iedereen – ook aan eventuele kijkers thuis – dat we vandaag in mindere getale aanwezig zijn in de commissie. U weet dat er tegelijkertijd met deze commissie een interparlementaire klimaatdialoog plaatsvindt, waaraan heel wat leden van deze commissie deelnemen. Er zal dus iets minder interactie zijn bij uw vraagstelling, collega’s.
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel, collega Danen. Ik weet dat het thema u ook heel nauw aan het hart ligt. U hebt daar ook in het verleden – heel terecht – de nodige vragen over gesteld. Nu ook weer, dus ik ga u wel missen, maar ik ben ervan overtuigd dat uw collega dat even goed zal doen.
Wat betreft de vervanging van de budgetmeters kan ik u meedelen dat de vervanging van de analoge door de digitale budgetmeters volop bezig is. Bij het totale aantal actieve budgetmeters is de meerderheid ondertussen vervangen door een digitale budgetmeter. Uiterlijk tegen eind dit jaar zou het traject rond moeten zijn.
In 2020 werd via het Energiefonds een enveloppe van 15,5 miljoen euro beschikbaar gesteld vanuit het Klimaatfonds voor de noodkoopwoningen. Het gaat over heel kwetsbare mensen, waarbij we willen tegemoetkomen om woningen – waarvan het bijna onverantwoord is om erin te gaan wonen – mee te gaan renoveren. We hebben van dat budget van 2020 – van die 15,5 miljoen – ongeveer de helft kunnen besteden aan heel wat projecten, voor de renovatie van 308 woningen in 24 gemeenten. Ik heb in de commissie ook gezegd dat ik dat zou evalueren. Dat hebben we nu ook gedaan, en daaruit blijkt dat er wel heel wat drempels zijn. We zijn op dit moment ook bezig om die financiering laagdrempeliger te maken, omdat uit die evaluatie blijkt dat heel wat mensen het niet doen, net wegens heel wat drempels die er bij een gewone renovatie niet zijn. Dat vind ik niet kunnen, zeker niet ten aanzien van deze doelgroep die heel kwetsbaar is, en waaraan je dan veel hardere voorwaarden stelt dan bij andere renovaties. Vandaar dat we dat nu aan het herbekijken zijn.
Voor 2021 heb ik een budget van 20 miljoen euro voorzien. Daar bovenop komt sowieso ook nog de resterende 7 miljoen die in 2020 niet opgeraakt is. Ik ga dat niet besteden aan iets anders, het zal bij deze kwetsbare doelgroep terechtkomen. Maar zoals ik gezegd heb, ga ik daar een heel aantal zaken vereenvoudigen, en niet onderwerpen aan zulke strenge voorwaarden die bij andere renovaties niet gelden. Dat vind ik totaal niet oké.
Dat zit er dus aan te komen. Ik voorzie ook in het voorjaar van 2022 een optimalisatie van het Energiearmoedeprogramma waarin ik de nadruk vooral zal leggen op de structurele bestrijding van energiearmoede. Dat zal gaan via maatregelen die de energie-efficiëntie van de woningen en appartementen van kwetsbare gezinnen zal verbeteren. Dat zal dan vooral gaan over renoveren, want hoe beter uw woning gerenoveerd is, hoe minder uw factuur bedraagt. De nadruk zal vooral daarop liggen.
Wat het traject van de sociale openbaredienstverplichtingen betreft: daarover ben ik volop in gesprek met Fluvius, met de sector van de armoedebestrijding, de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG), de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en de Federatie van de Belgische Elektriciteits- en Gasbedrijven (FEBEG). Het zijn mijn kabinet en het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) die het traject trekken. Het regelgevend traject zal dit najaar normaal gezien moeten worden afgerond. Gezien de ongewenste gevolgen die de overgang naar een nieuw systeem in het midden van de winterperiode kan hebben op de doelgroep, werd besloten om de timing van de introductie naar midden 2022 te verschuiven. Dus dat komt er ook aan. Er is een kleine verschuiving omdat uit de gesprekken ook bleek dat als wij de overgang naar het nieuwe systeem in de winterperiode zouden laten gebeuren, wij een aantal doelgroepen over het hoofd zouden zien.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, wat wilt u op de laatste vraag antwoorden, namelijk om de sociale dienstverplichtingen uit de factuur te halen? Ik weet dat de ministers Turtelboom, Tommelein, Peeters en uzelf daarover van alles hebben verklaard. De bedoeling zou zijn de factuur wat te ontvetten. Er is van alles in de factuur gekomen dat er niet in thuis hoort. Het zou goed zijn dat er geleidelijk aan weer uit te halen. Iedereen begrijpt dat dit niet in een keer kan. Maar het zijn toch vooral de sociaal meest kwetsbare mensen die daarvan het eerst de positieve gevolgen zouden ondervinden.
Voorts heb ik eigenlijk geen bijkomende vraag over het dossier zelf. Ik vraag alleen om goed contact te houden met de stakeholders, met de armoedeverenigingen. Er zijn een aantal echte kleppers die op dat terrein actief zijn. Zij hebben een heel goed zicht op wat de doelgroepen nodig hebben. Ik vraag om met hun aanbevelingen en wensen rekening te houden, omdat zij de laatste jaren toch wel blijk hebben gegeven van positieve medewerking aan het energiebeleid voor de mensen waarvoor zij opkomen.
Minister Zuhal Demir heeft het woord.
Ik heb al een overleg gehad met de sector van de armoedebestrijding. Daar zitten heel veel partners in. Ik begrijp hun vraag. Wij gaan proberen daar maximaal aan tegemoet te komen. Maar een aantal zaken horen bij de bevoegdheden van de Federale Regering. Ook met de federale collega’s heb ik heel wat overleg over het thema. De kosten die wij uit de factuur kunnen halen, zullen wij eruit halen. Zeker gaan wij er geen nieuwe elementen in introduceren. Ik zal daarover in contact blijven met alle stakeholders en met de collega’s van het federale niveau. Belangrijk om te weten is ook dat het kabinet tweewekelijks samenkomt met de stakeholders. Wij proberen daar echt wel de zaak heel nauwgezet te volgen en de bekommernissen van de stakeholders mee te nemen.
De heer Danen heeft het woord.
Iedereen moet zijn bijdrage leveren. De stakeholders proberen de aandacht te vestigen op het probleem. Het federale en het Vlaamse niveau, maar ook de gemeenten en de steden, met onder meer de OCMW’s en de energiehuizen, moeten eraan meewerken. Het is goed al die entiteiten op elkaar af te stemmen in het belang van de doelgroep. Ik moet zeggen, minister, dat er heel wat stappen vooruit zijn gezet in de voorbije jaren. Ik juich dat toe. Maar wij zijn er nog lang niet. Ik zal het dossier op de achtergrond blijven opvolgen, om te kijken of het de gewenste richting uitgaat. Ik hoop dat u met de aanpassingen aan het energiearmoedeplan een aantal bijsturingen kunt doen, waar de sector echt wel mee gebaat zal zijn. Ik denk dan vooral aan het verlichten van de factuur, maar zeker ook aan het bijdragen aan woningrenovatie. Een goede woning is een eerste stap op de weg uit de armoede. Een slechte woning is een spiraal die tot armoede leidt. Er zijn heel grote uitdagingen en ik wens u veel succes toe om die het hoofd te bieden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.