Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Vraag om uitleg over de uitrol van neutrale geldautomaten in plattelandsgemeenten
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, ik heb een vraag om uitleg over een thema waarover we het in deze commissie al enkele keren hebben gehad, namelijk de geldautomaten die dreigen te verdwijnen. Zo kom ik meteen op het platteland terecht, omdat er daar, in tegenstelling tot de steden, een kleiner aanbod is en ze daar ook dreigen te verdwijnen.
De terugval van het aantal geldautomaten komt er natuurlijk niet zomaar. Er zijn het tanende cashverbruik en de hoge beveiligingskosten, waardoor banken de dure automaten vaak liever kwijt dan rijk zijn. Bovendien heeft corona ervoor gezorgd dat mensen de digitale weg nu beter hebben gevonden, wat ook een impact heeft op het gebruik van cash.
Via een alliantie gaan de grote banken een volledig nieuw netwerk uitrollen dat cash beschikbaar en betaalbaar moet houden. Een volledig cashloze maatschappij is nog niet voor morgen. Daardoor blijft er een nood aan geldautomaten. Een groot aantal burgers is nog niet vertrouwd met andere betalingsmiddelen. Voor hen is de digitalisering nog helemaal niet ingeburgerd. Het verdwijnen van de geldautomaten is dus een probleem, maar wanneer de verwijdering van automaten een beetje gecoördineerd en doordacht gebeurt, kunnen nog heel wat praktische problemen worden opgelost.
Het komt er dus op aan om optimaal te verzekeren dat mensen binnen een bepaalde straal toegang hebben tot zulke automaten. Gemeentegrenzen hoeven daarbij geen criterium te zijn. Elke gemeente moet over een automaat kunnen beschikken . Dat is een voor de hand liggende vuistregel.
Inmiddels is er het project Batopin (Belgian ATm OPtimization INitiative). Dat lazen we in de krant. Door de automaten onder één beheer te brengen, kan de krimp gemodereerd worden ingezet. Toestellen van verschillende grootbanken kunnen worden vervangen door één toestel, een soort uniseksautomaat om het zo te zeggen.
Tegen 2025 moeten alle automaten van de grote banken vervangen zijn door die nieuwe toestellen onder een neutraal merk. Daartegenover staat dat het aantal locaties met bijna driekwart zal krimpen, tot 650 à 750. Met de nieuwe inplanting garandeert Batopin voor 95 procent van de bevolking een geldautomaat op maximaal 5 kilometer.
Minister, op een vraag om uitleg van begin 2020 van collega Nachtergaele kondigde u aan dat u contact zou opnemen met de banken rond hun gezamenlijk project over de geldautomaten, evenals met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). Wat is daar gezegd? Werd er rekening gehouden met uw inbreng bij de vormgeving van het project? Hoe schat u het project Batopin in met betrekking tot het ter beschikking stellen van geldautomaten voor plattelandsbewoners? Vindt u dat een goede zaak? Hebt u daar bepaalde ideeën over?
Op een andere vraag om uitleg van collega Coenegrachts kondigde u aan om in overleg te treden met uw federale collega van Financiën. Heeft dat overleg plaatsgevonden en welke resultaten heeft dat opgeleverd?
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Minister, het gebrek aan geldautomaten blijft een belangrijke problematiek in de Vlaamse plattelandsgemeenten. De belangrijkste oorzaak is de neerwaartse trend van het aantal bankkantoren in Vlaanderen.
Het Batopin-project zal op 700 locaties ongeveer 2000 à 2400 neutrale geldautomaten uitbaten. Dat betekent een halvering ten aanzien van de situatie toen we nog 5000 geldautomaten hadden. Waar de grootbanken beschikken over meerdere geldautomaten op kleine afstand, zullen die worden gecentraliseerd. Nergens wordt echter de garantie geboden dat deelgemeenten met handelscentra die nu niet beschikken over een geldautomaat, die nu wel zullen krijgen. Dat laatste blijft tot op heden het belangrijkste probleem voor oudere plattelandsbewoners en de lokale middenstand.
Op 23 april kondigde Batopin aan dat ze de handen in elkaar slaan met de NMBS om deze neutrale bankautomaten te installeren. Het totale aantal bankautomaten in stations wordt daarmee verdrievoudigd, tot 169 ten opzichte van 58 nu. Vreemde vaststelling hierbij blijft dat Batopin eerst mikt op stations in centrumsteden, waar de problematiek veel minder speelt dan op het platteland.
In de beleids- en begrotingstoelichting 2021 gaf u aan werk te maken van de problematiek rond het gebrek aan bankautomaten in plattelandsgemeenten en nam u hierbij de suggestie aan om in overleg te gaan met federaal minister van Overheidsbedrijven Petra De Sutter en haar te wijzen op de verantwoordelijkheid van bpost, dat in samenwerking met de lokale besturen geldautomaten kan plaatsen waar er een tekort optreedt.
Minister, hoe beoordeelt u de huidige plannen van Batopin op korte en lange termijn? Lijken de plannen te volstaan om tegemoet te komen aan de problematiek op het Vlaamse platteland? Ziet u voldoende garanties in dit plan voor geldautomaten in elke deelgemeente of nabij elke handelskern? Bent u al in overleg gegaan met uw federale collega bevoegd de voor overheidsbedrijven, Petra De Sutter? Zo ja, wat was het resultaat? Is het federale niveau zich bewust van deze problematiek op het Vlaamse platteland? Zo nee, hebt u nog plannen om hierover in overleg te gaan?
Minister Demir heeft het woord.
Collega's we hebben dit thema al vaak besproken in de commissie. Vanaf het begin zijn daar verschillende vragen over gesteld. Ik ben in overleg getreden met de VVSG en met de grootbanken over dit issue. Ik heb mijn bezorgdheid over de vele sluitingen van lokale bankkantoren en bankautomaten, zeker op het platteland, meermaals overgemaakt. Het aantal automaten is sinds 2015 met 27 procent gedaald. In zes op de tien deelgemeenten is zelfs geen geld meer af te halen. Zeker in landelijke gemeenten heeft dat grote gevolgen. Zowat elke bakker of slager op het platteland kan er van meepraten.
Als minister bevoegd voor het plattelandsbeleid kan ik in overleg gaan en maximaal proberen impact te hebben op dit dossier. Ik kan de banken echter niet verplichten om bankautomaten te installeren. De vier grootbanken hebben zich voor deze problematiek verenigd. Tegen 2025 zal er een netwerk van bankautomaten zijn op ruim 700 locaties, als vervanging van het automatennet van de grootbanken dat nu nog verspreid is op 2300 locaties. Batopin maakt zich sterk dat het een netwerk kan uitbouwen dat garandeert dat cash beschikbaar blijft met een automaat op maximaal 5 kilometer voor 95 procent van de Belgen.
De nieuwe automaten krijgen geen banklogo en worden uitgebaat door Batopin, een nieuwe gemeenschappelijke dochter van Belfius, BNP Paribas Fortis, ING en KBC. Ook de automaten bij de kleinere banken en bpost blijven beschikbaar. Zij stappen niet mee in het Batopin-verhaal. Ik schat in dat er op die manier voldoende bankautomaten ter beschikking zullen zijn op het platteland. De volledige uitrol is voorzien tegen 2025.
Het feit dat de vier grootbanken een engagement nemen, geeft aan dat ze een antwoord willen bieden op de bekommernissen die in deze commissie aan bod zijn gekomen en die op het platteland bestaan. Ze willen zo snel mogelijk werk maken van een netwerk van neutrale geldautomaten, met dus meer en goed gespreide automaten als resultaat. Dat is natuurlijk positief.
De evolutie naar meer cashloos en digitaal betalen is een feit, maar tegelijk moeten we ervoor zorgen dat niemand uit de boot valt, ook niet op het platteland, ook niet bij de senioren. Daarom heb ik dit meermaals in mijn gesprekken met de grootbanken aangehaald. We gaan dit natuurlijk ook verder opvolgen in al onze gesprekken met die grootbanken. Het is een eerste stap, waarmee we willen aangeven dat we mee willen stappen in dit verhaal.
Dat deze problematiek ook op het federale niveau speelt, is meer dan duidelijk. In de Kamer liggen vier wetsvoorstellen klaar die nog besproken en goedgekeurd moeten worden. Dit verhaal is dus nog niet af, dit is nog maar het begin van een evolutie, die toch wel in de juiste richting gaat.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Tijdens overleg hebt u inderdaad de bezorgdheid die we allemaal delen overgemaakt: we moeten erover waken dat in onze plattelandsgemeenten de toegang tot bankautomaten er is voor mensen die niet surfen op de digitale snelweg zoals anderen. Een garantie van 95 procent op 5 kilometer, is een sterke garantie. U zegt dat u daarop zult toekijken. Wij gaan daar ook op toekijken. Het is een hoog engagement, maar het is wel nodig, zeker voor onze verschillende deelgemeenten, die soms erg verspreid liggen in verschillende regio’s. Ik hoop dat u daar ook mee een oogje in het zeil houdt. We weten dat het soms snel kan gaan in de bankensector. Daar wordt gedacht aan wat al dan niet rendabel is. Ik hou toch een klein beetje mijn hart vast. Ik hoop dat de uitrol er tegen 2025 zeker zal zijn, dat die 95 procent gegarandeerd kan worden en dat we enerzijds inzetten om mensen digitaal wegwijs te maken, anderzijds dat de bankautomaten voor hen een langere tijd kunnen blijven, zodat we het aanbod kunnen garanderen.
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Minister, dank voor uw engagement ter zake. Ik heb een aantal bedenkingen. Ik denk dat het nu inderdaad meer dan ooit, nu we licht zien aan het einde van de coronatunnel, belangrijk is om de lokale handelaars te ondersteunen. De lokale bakker, de beenhouwer, het café en het restaurant rekenen toch nog sterk op cash geld, en op cash geld in de buurt van hun zaak. Daarom maak ik de bedenking over de deelgemeenten. Als we zien dat op dit moment zes op de tien Vlaamse deelgemeenten geen bankautomaten meer hebben, dat we achteruitgaan van 98 procent dekking naar 95 procent dekking – we gaan naar 700 plaatsen, waar iets meer dan 2000 geldautomaten komen –, dan stel ik me de vraag wat de prioriteiten van Batopin zijn. Men wil dus eerst investeren in de centrumsteden en in de stations. Een snelle rekensom leert: als je van 700 plaatsen 169 stations aftrekt, kom je op een 530 plaatsen waar nog geldautomaten zullen zijn. Als daar dan prioritair wordt geïnvesteerd in de centrumsteden, denk ik dat net het platteland het slachtoffer hiervan zal zijn.
Het is toe te juichen dat de banken de handen in elkaar slaan. We moeten blij zijn met elke stap vooruit. Ik denk dat er hier een gedeelde verantwoordelijkheid is, waar we als verschillende niveaus moeten samenwerken. Uit een antwoord op een vraag van collega Joosen bleek dat nog negen Vlaamse gemeenten ook taksen heffen op die automaat, wat natuurlijk een totaal verkeerd signaal is.
Minister, ik begrijp uw engagement om de verschillende niveaus aan het werk te houden, maar cruciaal hier is het federale niveau: de minister van Financiën en de minister van Overheidsbedrijven, in relatie met bpost, en de rol van bpost om ervoor te zorgen dat er in de verschillende gemeenten nog een aanwezigheid is. U verwees ook naar de wetsvoorstellen, bijvoorbeeld voor het voorzien van cashpoints in winkels. Die buurtwinkels en lokale supermarkten bestaan nog. In het buitenland heb je cashpoints waar je geld kan afhalen zonder dat je verplicht bent om die winkel binnen te gaan. Ik denk dat dat ook een optie is. Ik reken erop dat u die stem van het platteland verder zult laten horen op het federale niveau, misschien ook naar het gemeentelijke niveau. Misschien moeten we toch eens nadenken over taksen op geldautomaten.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Ik wil even aansluiten in deze commissie, omdat ik ook burgemeester ben van een plattelandsgemeente die dagelijks geconfronteerd wordt met deze problematiek. Ik krijg signalen van alleenstaanden, oudere mensen, van kwetsbare groepen die niet meer naar hun bankautomaat kunnen. Bij ons is het ook zo, zoals collega Nachtergaele zegt, dat wij in geen enkele deelgemeente nog een bankautomaat hebben. We heffen geen taksen. Als gemeente geven we daar al de steun aan de banken. We hebben ook al eens contact opgenomen met Batopin. Zij gaven aan dat de eerste locaties eind maart, begin april bekendgemaakt zijn. Maar, minister, ik wil u toch oproepen om zeker bij de uitrol, die we pas kunnen verwachten tegen 2025, prioriteit te geven, om daar toch in overleg te kunnen gaan om eerst de plattelandsgemeenten te kunnen voorzien. Daar is de nood toch wel het grootst. Want wij ondervinden dat, als mensen nog heel lang moeten wachten, er echt problemen zullen optreden waar wij als gemeentebestuur ook geen oplossing aan kunnen bieden. Vandaar mijn oproep om zeker nog meer achter dit project te staan. Wij steunen u daar ook zeker in en wij hopen dat er zeker op langere termijn een goede oplossing komt voor alle mensen die vandaag met deze problematiek te maken hebben.
De heer Sintobin heeft het woord.
Ik ben voorlopig nog geen burgemeester van een plattelandsgemeente, maar ik onderschrijf natuurlijk wel de vragen van de collega’s. Het is een bekommernis. Het gaat hier specifiek over geldautomaten. Ik denk dat de problematiek van de geldautomaten zeker op het platteland speelt, maar ook in de steden. Dat is een andere discussie. Het gaat hier inderdaad over geldautomaten. Ik heb begrepen dat er toch een aantal initiatieven genomen worden. Ik reken er ook op dat er vooral op federaal niveau initiatieven genomen worden om tot de dekkingsgraad te komen.
Voorzitter, ik wil ook niet vooruitlopen op uw vraag straks, maar het is een beetje symptomatisch voor wat er op het platteland gebeurt. Het is niet alleen het verdwijnen van de bankautomaten, het is het verdwijnen van scholen, van postpunten, van voedingswinkels, van andere dienstverlening en van cafés op het platteland. Er is echt een evolutie, zeker de laatste tien, vijftien jaar, die ons zorgen doet baren. Minister, ik pleit dan ook dat u een tandje bij zet om echt een plattelandsbeleid te voeren. Voorzitter, samen met u volg ik dit beleidsdomein toch al een aantal jaren. We hebben inderdaad een negatieve evolutie gezien op het platteland. Ik denk dat we daar nu toch een extra inspanning voor moeten leveren, als we niet willen dat armoede en vereenzaming op het platteland toenemen. We moeten ervoor zorgen dat er nog mensen blijven wonen op het platteland. Daarvoor is er natuurlijk een sterk plattelandsbeleid nodig.
Dank u wel, mijnheer Sintobin. Heb ik nu begrepen dat u verhuisplannen aankondigt? Of moeten we Brugge straks als plattelandsgemeente beschouwen?
Nee, als u wilt, wil ik wel bij u komen wonen, hoor. (Gelach)
Ik heb niks aangekondigd.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Collega’s, ik heb ook een paar bedenkingen.
Ten eerste, dit is een dossier – ik heb dat ook gezegd naar aanleiding van de vorige vragen – waarover wij als Vlaams Parlement heel veel kunnen spreken, maar uiteindelijk hebben we daar totaal geen bevoegdheid. Zoals ik vorige keren ook gezegd heb, hamer ik op ‘samenwerkingsfederalisme’. Dat is misschien een groot woord, maar dat betekent soms heel concrete dingen in de praktijk. Hier zal samengewerkt moeten worden.
Ten tweede, ik ben daar niet zo positief in. Minister en collega’s, vorige keer had bpost zelf nog een netwerk van lokale kantoren. Ondertussen zijn die, wat bpost bank betreft, overgedragen aan BNP Paribas. Dat wil zeggen dat er nog minder impact vanuit de overheid in het algemeen is, en in dit geval van de federale overheid in het bijzonder.
Ten derde, ik heb de indruk – en ik pleit daar al een paar jaar voor – dat we veel meer de verantwoordelijkheid bij de gemeenten moeten leggen. Ik stel nu vast dat een aantal burgemeesters nu ook een vraag stellen. Ik zou echt eens willen checken hoeveel burgemeesters of gemeenten inderdaad belastingen heffen op die banken en voldoende hoog, zodanig dat ze inderdaad betalen indien ze niet zorgen voor die kantoren. Voorzitter, gisteren en eergisteren las ik nog van collega De Rudder in de krant dat de aankomende federalisering eigenlijk moet maken dat de gemeenten meer bevoegdheden krijgen. Ik ben daarvoor, maar gebruik dan vooral de bevoegdheden die je nu al hebt. Als wij op de een of andere manier de banken niet gaan verplichten – verplichten betekent in dit geval: financieel ervoor laten opdraaien en ze verplichten om de automaten aan te leggen in de gemeenten – zal dat niet gebeuren. Dus ik ga akkoord met al jullie bedenkingen, maar ik denk dat we er veel minder de nadruk op zullen moeten leggen om de gemeenten zelf het nodige werk te laten doen met het al dan niet betalen van belastingen. Dat moet inderdaad gekoppeld worden aan het overleg met het federale niveau. Maar gebruik de bevoegdheden die je als gemeente of stad hebt. Daarover moeten we zeker niet gaan klagen bij de federale of om het even welke andere overheid. Ik zou voorstellen dat de VVSG een stappenplan ontwikkelt waarin effectief gemeenten en steden zelf meer verantwoordelijkheid nemen en daar uiteraard de banken voor laten opdraaien.
Minister Demir heeft het woord.
Collega's, zoals ik in het begin heb gezegd, heb ik natuurlijk niet veel bevoegdheden. Ik kan die banken niet dwingen. Die federale hefbomen heb ik niet. Het enige wat ik kan doen – dat ben ik ondertussen moe gedraaid –, is in overleg gaan. Ik zal dat blijven doen. Ik zal blijven opvolgen wat men gaat uitrollen. Het feit dat bpost niet meestapt in dit verhaal, vind ik wat zorgwekkend, omdat de federale overheid daar toch wel een stevige stok in handen heeft. Er zijn heel wat federale hefbomen. Ik zal dit dus onder de federale aandacht brengen. Ik wil dat allemaal doen en ik stop er ook enorm veel tijd in, maar au fond heb ik geen stok achter de deur om wat dan ook te doen om de banken te dwingen. Het enige wat ik kan doen, is maximaal proberen impact te hebben en meermaals in overleg gaan. Dat zal ik dan ook doen. De burgemeesters kunnen hier net iets meer doen dan ikzelf. Op mijn niveau zal ik het overleg voortzetten.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
We zijn het er allemaal over eens dat we achter het aanhouden van een aanbod in de plattelandsgemeenten staan. We moeten daar allemaal samen aan werken, zodat iedereen een voldoende gemakkelijke toegang tot cash heeft en we die 95 procent dekkingsgraad kunnen garanderen.
Dat is belangrijk voor de lokale handel en de basisvoorzieningen, zeker in deelgemeenten, waar burgemeesters toch van wakker liggen. Daar moeten we hard op inzetten, zodat onze deelgemeenten een voldoende groot aanbod kunnen garanderen.
Wat de spreiding betreft: ik heb er geen idee van, maar de lokale besturen willen daar zeker heel graag aan meewerken. Wij zullen worden gecontacteerd over locaties. Persoonlijk heb ik daarover nog geen schrijven van Batopin ontvangen, maar het is een goed initiatief om zelf proactief contact op te nemen en te horen wat er op ons grondgebied zal gebeuren. Daarin kan de VVSG wellicht een coördinerende rol spelen.
Minister, we weten dat het niet allemaal in uw schoot ligt, maar het is vanzelfsprekend dat u er nauw op toekijkt, en dan zullen wij dit nauw opvolgen.
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Collega's ik merk dat er een grote consensus is over wat we allemaal willen, maar de sleutel ligt nu uiteraard bij de federale overheid. De lokale niveaus kunnen inderdaad iets doen, maar de sleutel ligt bij de federale overheid, in die zin dat er een aantal wetswijzigingen nodig zijn die extra initiatieven mogelijk moeten maken. Ik reken op de collega's om daarvoor te lobbyen. Het moet inderdaad niet allemaal bij de minister liggen.
Deze debatten in het Vlaams Parlement zijn wel belangrijk, want hier kunnen we de stem van het platteland laten horen via de spreekbuis die onze minister is. Misschien hebben andere collega's nog meer rechtstreekse lijnen naar de federale excellenties om een en ander in beweging te brengen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.