Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, afgelopen week raakte bekend dat er vorig jaar door de coronacrisis in de Belgische ziekenhuizen een achterstand van ongeveer 50.000 medische ingrepen is ontstaan. Dat is natuurlijk niet helemaal een verrassing. De meeste van die ingrepen zijn ook niet onmiddellijk essentieel, maar gastroscopieën, behandelingen tegen incontinentie, het trekken van wijsheidstanden, knie-operaties enzovoort zijn wel nodig, gezien de grote hinder die dit alles kan veroorzaken en het feit dat dit ook een risico op bijkomende gezondheidsschade in zich draagt.
Voor 2021 zijn er voorlopig nog geen voorlopige cijfers, tenzij u die wel al zou hebben, maar gelet op de blijvende druk op de ziekenhuizen door covid lijkt de situatie op dit moment volgens ons toch nog slechter te zijn dan in 2020, of toch zeker even penibel. Een bijkomend probleem is natuurlijk dat die uitgestelde ingrepen inhalen een werk van meerdere jaren zal worden, enerzijds omdat er wegens corona ook in de nabije toekomst toch een zekere extra druk op de ziekenhuizen zal blijven, zelfs na het bereiken van groepsimmuniteit, anderzijds omdat er natuurlijk ook steeds nieuwe vragen voor chirurgische ingrepen opduiken. Het zal dus wel een tijdje duren voor dat allemaal kan worden ingehaald.
Dit maakt dat een oud debat, over hoe men meer voor- en nazorg die vandaag in de ziekenhuizen wordt geboden, buiten een ziekenhuissetting kan bieden, opnieuw heel actueel wordt. Er zit natuurlijk een heel grote federale component in de vraag die ik stel, maar dat is een Vlaams aspect. Een maatregel die we kunnen nemen om patiënten sneller uit het ziekenhuis te halen of ziekenhuisopname te vermijden, creëert extra capaciteit, die men kan gebruiken om die achterstand in te halen.
Minister, beaamt u dat er een achterstand is in de ziekenhuizen voor diverse belangrijke medische ingrepen? Zo ja, hebt u misschien wel al recentere cijfers wat de Vlaamse ziekenhuizen betreft? Bent u het met me eens dat, in het belang van de gezondheid van de betrokken Vlamingen, die ingrepen het best binnen een zo kort mogelijke termijn plaatsvinden en dat het ontstaan van maanden- of jarenlange wachtlijsten nefast zou zijn voor de kwaliteit van de zorg? Vooral, bent u bereid om mee te zoeken naar oplossingen om ofwel de ziekenhuizen te versterken, ofwel ze te ontlasten door bepaalde zorg in een thuis- of tussenzorgsetting te organiseren, in afwachting van een grondigere hervorming van het zorglandschap?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, de maatregelen die wegens corona zijn ingevoerd voor de ziekenhuizen, hebben onvermijdelijk tot gevolg dat er ook uitgestelde zorg is. Ik heb op dit ogenblik geen recente cijfers over de omvang of het type van uitgestelde zorg binnen onze Vlaamse ziekenhuizen.
Het is duidelijk dat noodzakelijke zorg niet al te lang mag of kan worden uitgesteld. Het was wel onvermijdelijk om tijdens de diverse besmettingspieken van de coronacrisis planbare en uitstelbare zorg uit te stellen. Dat was niet alleen nodig om de toevloed aan coronapatiënten in de ziekenhuizen te kunnen opvangen, maar vooral ook om met voldoende mensen een kwalitatieve zorg aan die patiënten te kunnen blijven geven. Vanuit de overheden werd wel altijd benadrukt dat alle dringende en noodzakelijke consultaties, onderzoeken en ingrepen moesten blijven plaatsvinden. Ook alle lopende levensnoodzakelijke therapie of revalidatie moest worden voortgezet. Via de mediacampagnes zijn we er bij de bevolking ook op blijven aandringen om zorg die nodig was, niet uit te stellen.
Tot op heden werden de ingevoerde maatregelen altijd genomen in nauw overleg met de sector. Voor de ziekenhuizen gebeurde dat binnen het HTSC-comité (Hospital & Transport Surge Capacity), een comité met vertegenwoordigers van alle overheden, de ziekenhuiskoepels, het Wetenschappelijk Comité en andere experten.
Dit orgaan komt ook vandaag nog regelmatig samen, net om de situatie te monitoren en de nodige maatregelen te nemen wanneer dat noodzakelijk is. Op vraag van dit comité maakt de dienst Audit Ziekenhuizen van het RIZIV, de federale overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid en het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) een analyse van het capaciteitsbeheer in de ziekenhuizen tijdens de tweede golf en de opgebouwde achterstand inzake non-covidzorg. Zodra dit onderzoek is afgerond, zullen de resultaten ervan worden gepresenteerd op de interministeriële conferentie. Als eenmaal duidelijker is hoe groot de achterstand exact is binnen specifieke pathologieën, zal er in overleg met de sector worden onderzocht welke maatregelen het meest effectief zijn om deze achterstand zo snel mogelijk in te halen. Binnen mijn mogelijkheden en bevoegdheden zal ik daar ook mijn medewerking aan verlenen.
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Uiteraard is het zeer goed dat de heel dringende ingrepen vaak wel nog hebben kunnen plaatsvinden. Ik denk dat de juiste prioriteiten daar zijn gesteld. Ik ben ook blij dat u antwoordt dat u binnen de Vlaamse bevoegdheden ook mee zult proberen te zorgen voor oplossingen. Het lijkt me inderdaad het beste om dat samen met de sector en ook samen met de federale overheid te doen, in goed overleg. Ik herinner me dat er in de eerste golf schakelzorgcentra zijn opgericht voor de ziekenhuizen. Ik denk dat we echt moeten zoeken naar goede oplossingen om de ziekenhuizen zo veel mogelijk te ontlasten, dat we op een of andere manier moeten zorgen voor bedden die niet moeten worden bezet in ziekenhuizen, zodat meer van die uitgestelde ingrepen sneller kunnen gebeuren en we die achterstand sneller ingehaald hebben. Dat zou een goede zaak zijn.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ook ik ben tevreden dat u deze problematiek toch ook vanuit Vlaanderen probeert op te lossen. Ik heb een bijkomende vraag, in verband met een onderzoek dat daarover is gestart in Nederland. Het gaat immers toch om een complexe problematiek. De cijfers ter zake zijn toch niet helemaal duidelijk. Daar is men gestart met een onderzoek naar de medische impact van uitgestelde zorg, waarbij men werkt met qaly’s. Dat is gezondheidseconomisch jargon om de kwaliteitsvolle levensjaren aan te duiden. Zo zal men proberen om die uitgestelde zorg toch in kaart te brengen, evenals de verminderde levenskwaliteit voor iemand die een halfjaar heeft moeten wachten op zijn of haar zorg. Vindt u het opportuun om eventueel een soortgelijke studie hier in Vlaanderen uit te voeren?
Wegens connectieproblemen heb ik uw antwoord niet volledig gehoord. Misschien hebt u het dus aangehaald, en dan excuseer ik me hiervoor.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, ik heb geen extra vragen voor u, maar ik heb wel een persoonlijke mening, een vaststelling. In de eerste lockdown waren heel veel consultaties niet mogelijk door sluiting. Ook werden en worden er nog steeds ingrepen uitgesteld omdat er nog steeds afdelingen ingenomen zijn om covidpatiënten te verzorgen. Uiteraard heeft dat gevolgen en zijn er nu wachtlijsten, vooral voor minder dringende ingrepen, die door de patiënten zelf wel vaak als dringend worden beschouwd, omdat ze beperkt zijn in hun dagelijks leven en toch wel pijn hebben.
Toch wil ik zeggen dat we vertrouwen moeten hebben in ons goed werkend zorgsysteem, want de ziekenhuizen doen echt wel hun uiterste best om nu al die achterstand in te halen. Dat is ook in hun belang, ook financieel, want elk ziekenhuis wil zo snel mogelijk de patiënten voorthelpen. Er moet uiteraard echter plaats zijn. Patiënten kunnen moeilijk op elkaar liggen. Ook in dezen is vaccineren heel belangrijk. Hoe minder mensen op intensieve zorgen terechtkomen, op de cohortafdelingen, hoe sneller de gewone werking kan plaatsvinden en hoe sneller men de uitgestelde ingrepen eindelijk kan plannen.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
We hebben inderdaad gezien dat heel wat reguliere zorg is uitgesteld. Dat zal zijn gevolgen hebben. Ik denk wel dat het interessant kan zijn om eens te bekijken wat de impact daarvan is geweest op de levenskwaliteit, en eventueel ook op overlijdens, want er zijn toch ook wel zeer ernstige ingrepen uitgesteld.
Maar het is ook heel belangrijk om in te zetten op telemonitoring, op teleconsultaties en op point-of-care testing. Ik denk dat minister Vandenbroucke daarmee de ziekenhuizen al voor een deel zou kunnen ontlasten, want op die manier komt er plaats en tijd vrij in de ziekenhuizen zodat men zich echt kan focussen op die uitgestelde behandelingen en zorg.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Dank u voor uw antwoord dat zeker ook positief is, minister. Ik had hier in oktober vorig jaar ook een vraag over gesteld. Dat was toen naar aanleiding van de bevraging van het Vlaamse Patiëntenplatform, toen ook bleek dat we toen nog in een heel andere fase zaten dan nu. Er was toen in een kritieke fase in de ziekenhuizen toch heel wat zorg uitgesteld, toen de druk op de ziekenhuizen heel groot was. Het is goed dat we daar nu vooruitgang in boeken en dat ook de ziekenhuizen alles op alles zetten om die achterstand weg te werken. In de toekomst moeten we ook blijven nadenken over alternatieven zoals er al mooie voorbeelden van te vinden zijn op het terrein, zoals ook zorghotels die kunnen instaan om bijvoorbeeld mensen na een operatie daar tijdelijk te laten herstellen. Dat is zeker ook een uitdaging voor de toekomst die we zeker en vast moeten meenemen.
Minister Beke heeft het woord.
Er zijn een aantal bijkomende opmerkingen gegeven, niet zozeer vragen.
Wat de vragen betreft, is dat onderzoek lopende, zoals ik in mijn antwoord gezegd heb, collega Sleurs. Het comité maakt met de dienst Audit Ziekenhuizen van het RIZIV, ook met de FOD en het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG), een analyse van het capaciteitsbeheer tijdens de tweede golf en de opgebouwde achterstand inzake de non-covidzorg. Als die studies afgerond zijn, zullen we die ook wel binnen de interministeriële conferentie bespreken. Het is absoluut belangrijk dat we dat goed in kaart brengen om daar ook desgevallend de bijkomende stappen te zetten.
Zoals collega Anaf aangehaald heeft, hebben we in de eerste fase de schakelzorgcentra gehad. Maar in de tweede fase hebben we met de herstelverblijven gewerkt om de druk op de ziekenhuizen weg te nemen. We hebben toen de mogelijkheden voorzien en het kader ervoor uitgewerkt om patiënten naar herstelverblijven te brengen om op die manier daar een antwoord op te geven.
De heer Anaf heeft het woord.
Ik ben tevreden over het antwoord. Die herstelverblijven zijn inderdaad in de tweede fase mee ingezet. Ik denk dat Gezondheid sowieso een gedeelde bevoegdheid is, Vlaams, federaal, ook lokaal met de eerstelijnszones. We zullen allemaal samen moeten werken om dat probleem op te lossen. Het zou immers een probleem van ons allemaal zijn als er hierdoor nu jarenlange wachtlijsten zouden ontstaan. Dat zou grote gevolgen met zich mee brengen. Het is dus heel goed dat er wordt samengewerkt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.