Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Jongeren wachten blijkbaar steeds langer met het behalen van het rijbewijs B. Dat blijkt uit een studie van de Vlaamse Automobilistenbond (VAB) op basis van statistieken van de Groepering van Erkende Ondernemingen voor Autokeuring en Rijbewijs (GOCA). Het aantal kandidaat-bestuurders ouder dan 30 jaar is in 2019 met bijna 25 procent gestegen tegenover 2014. Dat wordt gestaafd met een bevraging van VAB bij 2800 jongeren, van wie 60 procent van de deelnemers zegt dat wie studeert, voorlopig zonder rijbewijs kan. Wanneer men dan na de studies op de arbeidsmarkt komt, wordt het rijbewijs vaak een sleutel tot een job. Sommige kandidaten hebben dan heel snel hun rijbewijs nodig. Daardoor groeit bij werkzoekenden de interesse naar de zogenaamde stoomcursussen, die onlangs nog in de Panoreportage aan bod kwamen. De interesse daarvoor groeit.
Minister, ik denk dat we in Vlaanderen serieuze inspanningen hebben gedaan om het aantal dodelijke verkeersslachtoffers onder jonge bestuurders aan te pakken. Dat was ook nodig, omdat dat nog altijd de voornaamste doodsoorzaak is bij onze jongeren. Een van de speerpunten van de hervorming was het opdoen van voldoende ervaring. Daarom verlengden we de oefentermijn van 3 naar 9 maanden, die inmiddels terug naar 3 maanden werd gebracht door een vernietiging van het arrest door de Raad van State. De ambitie moet alleszins zijn dat we veilige en bekwame chauffeurs hebben en daarom is het belangrijk dat we jongeren ook stimuleren om tijdig te beginnen aan hun rijopleiding.
Ik moet even teruggrijpen naar het project Rijbewijs op School, dat op 1 september 2018 werd afgeschaft. Ik heb daar toen een vraag over gesteld aan toenmalig minister Weyts. Hij antwoordde mij dat dat de jongeren te snel naar de auto toe leidt en dat we toch allemaal aan de modal shift moeten werken. Ik ben het ermee eens dat we hoe dan ook aan de modal shift moeten werken, maar dit project had alleszins het voordeel dat leerlingen van de derde graad zich op school gratis konden voorbereiden op hun theoretisch examen. Op woensdagnamiddagen werd dat op school door erkende zelfstandige rijinstructeurs gegeven en aan het einde van het traject konden de leerlingen op school via de computer het theoretisch rijexamen afleggen. Opmerkelijk in de zeer interessante gedachtewisseling die we hier in de commissie hadden, was dat GOCA aanhaalde dat sinds de afschaffing van Rijbewijs op School de stoomcursussen in Vlaanderen een exponentiële groei kenden. Dat lijkt mij toch een bijzonder nefast neveneffect. Jongeren gingen immers op zoek naar een andere snelle en eenvoudige manier om het theoretisch rijbewijs te halen, maar dat is zeker geen verkeersveilige manier, zoals ik in het verleden al aanhaalde en in de vele vragen die ik hierover heb gesteld, en zoals ook door de Panoreportage heel duidelijk werd aangetoond.
Zowel GOCA, Federdrive, BeZeR als het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (Departement MOW) zien daarom een rol weggelegd voor het herinvoeren van Rijbewijs op School. Op die manier stimuleren we jongeren om tijdig te beginnen met het rijbewijs en weten we ook zeker dat ze kwalitatief onderricht krijgen.
Hoe zult u jongeren stimuleren om eerder te beginnen met het rijbewijs en niet te wachten tot ze een job zoeken en dus ook een rijbewijs nodig hebben?
Hoe staat u tegenover een herinvoering van Rijbewijs op School?
Hoe staat u tegenover een verplichte theoriecursus door een erkende rijschool of een zelfstandige rijinstructeur?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Ceyssens, bedankt voor uw zeer concrete vragen. Het is goed dat we daar nog eens alle aandacht aan besteden.
Het is niet zozeer mijn taak als minister van Mobiliteit en Openbare Werken om ervoor te zorgen dat jongeren zo snel mogelijk een rijbewijs halen en hen zodoende in de auto te duwen. Ik denk dat dat niet zozeer mijn taak moet zijn. Wat wel onze taak als overheid moet zijn, is dat we een goede dienstverlening aanbieden aan iedereen die een rijbewijs wenst te behalen. Ik denk dat dat een fundamenteel verschil is. U hebt zelf al de term ‘modal shift’ in de mond genomen, dus iedereen zo snel mogelijk een rijbewijs doen halen is niet de boodschap. We moeten er wel voor zorgen dat iedereen een kwaliteitsvolle rijopleiding kan genieten als hij of zij een rijbewijs wil halen. Dat is van groot belang.
Dan is er de vraag over mensen die voor hun job een rijbewijs nodig hebben. Ik heb al meermaals in deze commissie gezegd dat ik zelf voorstander ben van een directe toegang. Mensen kunnen dan op voorwaarde dat ze minstens 30 uur praktijkervaring opdoen een rijbewijs halen. Ze moeten dan uiteraard wel slagen in hun praktijkexamen. Daar ben ik alleszins wel voorstander van, zeker omdat ik zie dat dat in alle omliggende landen van toepassing is. Dat zorgt ervoor dat mensen die een rijbewijs voor hun job nodig hebben snel een rijbewijs kunnen halen.
Wat Rijbewijs op School betreft, zegt u terecht dat dat in september 2018 is afgeschaft. Rijbewijs op School had wel de verdienste dat aan mensen die dat wilden, kosteloos een theorieopleiding op school kon worden gegeven. Er waren ook wel wat minpuntjes aan. Het theorie-examen was drie jaar geldig. Velen kwamen pas later tot de teleurstellende conclusie dat hun theorie-examen inmiddels verlopen was als ze hun praktijkexamen wilden afleggen. Ten tweede werd de opleiding op woensdagnamiddag gegeven. Een aantal leerlingen konden ze niet volgen door sport of andere vrijetijdsbestedingen. Het voordeel van het verhaal van Rijbewijs op School was mijns inziens wel dat jongeren verkeerseducatie op school kregen. Ik denk dat het van het grootste belang is om voor verkeerseducatie alle aandacht te vragen en daar ook op in te zetten. Wat dat betreft wil ik zeker het overleg aangaan met minister Weyts, om te kijken hoe in het kader van het onderwijs toch nog meer kan worden ingezet op verkeerseducatie in het algemeen, los van een rijbewijs. We stellen nog altijd vast dat er veel te veel verkeersslachtoffers vallen.
Dan is er uw derde vraag over een verplichte theoriecursus door een erkende rijschool of rijinstructeur. Ik weet dat een aantal erkende rijscholen vragende partij zijn. U zult ook begrijpen dat het niet aan mij is om theorieles te verplichten. Er zijn ook nog altijd mensen die zich grondig voorbereiden op een theoretisch examen en daarin slagen zonder daar extra kosten voor te moeten maken. Dat neemt niet weg dat we vandaag met het actuele fenomeen van die stoomcursussen kampen, waar we het recent tijdens de gedachtewisseling met de sector over hebben gehad, maar ook al eerder na uw specifieke vragen.
Die stoomcursussen zijn natuurlijk absoluut niet goed te praten en ze dragen weinig bij tot de kennis van de wegcode en wegverkeerswet als dusdanig, maar om op grond van deze actuele fenomenen iedereen te verplichten om een theorieopleiding te volgen, gaat denk ik iets te ver. Dat neemt niet weg dat het goed is dat we in het kader van het onderwijs nog meer de focus op de kennis van de verkeerswet en verkeerscodes leggen. Een cursus verplichten gaat echter een brug te ver, omdat veel mensen vandaag kosteloos en mits een goede voorbereiding in hun theorie-examen slagen.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw antwoord. Voor mij hoeft dat ook niet per se Rijbewijs op School te zijn. Ik ben blij dat u het gesprek met minister Weyts wilt aangaan om na te denken over verkeerseducatie op school, want het is duidelijk dat dat vandaag te weinig gebeurt. Binnen welke timing ziet u dat?
Ik wil toch nog een bezorgdheid meegeven. U spreekt over de directe toegang tot het rijbewijs. Tijdens de vorige legislatuur hebben we daar heel lang in het kader van de rijopleiding over gediscussieerd. We hebben daarbij ook naar het Oostenrijks model gekeken en we hebben zelfs iemand uit Oostenrijk laten overkomen. Daar had men een verlaging van het aantal dodelijke verkeersslachtoffers met maar liefst een derde in het eerste jaar dat ze hun nieuwe rijbewijs invoerden. Een op de drie, dat is gigantisch, daar kun je niet blind voor zijn. Uit dat verhaal bleek dat men ervaring, ervaring, ervaring moest opdoen. Dat staat natuurlijk haaks op het feit dat men iemand wat meer laat betalen, dertig uur praktijkervaring laat opdoen en dat die dan definitief de auto in mag. Ik denk bovendien dat dat ook nog eens het neveneffect zal hebben dat men gerustgesteld is dat als het nodig is, men dan heel snel zijn rijbewijs kan halen. Ze zullen het dan wel zien en ze lossen de problemen op als ze zich stellen. Ik sta daar zeer voorzichtig tegenover en ik stel me grote vragen over de neveneffecten qua veiligheid die dat met zich kan meebrengen.
De heer Keulen heeft het woord.
Ik heb een aantal bedenkingen, voorzitter, minister en goede collega’s.
Sommige dingen veranderen in de wereld en dat hoeft niet noodzakelijkerwijs verkeerd te zijn. Ik ben zelf van het geboortejaar 1963. In die tijd, en dan praten we over het eerste deel van de jaren tachtig in de vorige eeuw, was er een collectieve druk, een groepsdruk, om tussen je achttiende en je negentiende een rijbewijs te halen. Dat moest, want anders scheelde er iets. Er waren drie dingen die een heel leven meegingen, vonden ze zowel bij je thuis als in je vriendenkring: een rijbewijs, een dactylodiploma en een zwemdiploma. Daar had je een heel leven lang plezier van, ongeacht wat je verder ging studeren of verder met je leven ging uitrichten.
Vandaag kijken jongeren anders naar de wereld. Minister, u hebt dat in uw antwoord op de eerste vraag goed aangehaald. Men ziet die auto niet noodzakelijkerwijs meer als een synoniem voor vrijheid. Dat was in onze tijd, in mijn tijd, alleszins het geval. Het was het einde van de fiets, het einde van de bus, en je kon je eigen toekomst bestemmen. Je bepaalde zelf waar je naartoe ging en hoe je dat deed. Dat is nu anders. Een auto is ook een dure hobby. Maatschappelijk is een auto discutabel. Hij is belastend voor het milieu en het klimaat. Het gaat ook over alle dingen die daarnet zijn aangehaald zoals tijdverlies in de file, maar een auto is vooral duur, zowel in de aanschaf als in de manier waarop je een wagen operationeel moet houden, met verzekeringen en dergelijke meer.
Wat ik wel belangrijk vind, minister, is dat we de verkeerseducatie in het reguliere onderwijs blijven benadrukken. Het onderwijs moet je voorbereiden op het latere leven. Als er nu één factor is waar je ongeacht hoe jong of oud je bent nooit aan ontsnapt, dan is het dat je partner bent in het verkeer, dat je een onderdeel bent van het dagelijks mobiliteitsgebeuren. Dan is het belangrijk dat mensen de spelregels en het hele kader kennen. Als ze daardoor dan ook nog hun rijbewijs kunnen halen, is dat altijd leuk meegenomen.
Dat mag op zich geen doelstelling zijn, maar ik denk wel dat mensen een heel leven lang hun voordeel kunnen doen met een goede verkeerseducatie, al was het maar omdat ze in de meest extreme vorm het verschil kan maken tussen leven en dood. Het is daarom goed dat er binnen het reguliere curriculum in ons onderwijs tijd, ruimte en energie voor verkeerseducatie worden vrijgemaakt.
Minister Peeters heeft het woord.
Educatie is hoe dan ook belangrijk. U weet ook dat de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) heel veel cursussen organiseert in het lager onderwijs. Verder is minister Weyts bezig met de eindtermen en hij wil verkeerskunde daar voor een stuk in opnemen. Ik dacht dat dat voor de eerste graad reeds in orde was en dat dat er voor de tweede en derde graad ook zat aan te komen. Ik heb nu geen echte duidelijke timing, mijnheer Ceyssens, voor wanneer het overleg met minister Weyts zal plaatsvinden, maar ik zal daarover zeker nog terugkoppelen.
Dan is er het verhaal van de directe toegang. Mijnheer Ceyssens, ik ken daaromtrent uw standpunt. Het is ook niet de eerste keer dat u afkomt met de gedachtewisseling met de Oostenrijkse professor die daarover een toelichting is komen geven in de commissie. Ik kan alleen maar vaststellen dat er in de meeste Europese landen een rijopleiding van dertig uur met een directe toegang van toepassing is. Ik zal moeten checken of dat ook effectief in Oostenrijk van toepassing is. Ervaring is uiteraard van heel groot belang.
Ik wil toch wel een groot misverstand uit de wereld helpen. U laat het uitschijnen alsof men snel dertig uur een cursus kan volgen en dat men dan automatisch een rijbewijs heeft. Dat is dus helemaal niet zo. Men heeft wel de zekerheid dat men dertig uur effectief gereden heeft en dan zal men een examen moeten afleggen. Als men niet slaagt in dat examen en als blijkt dat die dertig uur rijervaring met een rijschool niet voldoende zijn, en ik neem aan dat men daarnaast nog wel zelf oefent, dan zal men ook niet slagen in dat examen en heeft men niet zomaar een vrijbrief dat men dertig uur les heeft gevolgd en dat men dan ook een rijbewijs heeft. Dat even voor alle duidelijkheid.
Tegelijkertijd wil ik er ook weer op hameren dat heel wat mensen job- of arbeidsgerelateerd snel een rijbewijs nodig hebben. Voor hen is het juist interessant om via directe toegang snel een rijbewijs te bekomen, uiteraard op voorwaarde dat men in de praktijktesten slaagt. Dat blijft absoluut een voorwaarde.
Ervaring is en blijft heel belangrijk, ervaring én educatie. Daarin treed ik u beiden bij. Bij dezen weten we ook gelijk welke diploma’s de heer Keulen heeft, zijn zwemdiploma, zijn dactylodiploma en uiteraard ook zijn rijbewijs. Dat is zeker ook goed om dat met ons te delen. Neen, alle gekheid op een stokje: ik deel alleszins de bekommernissen. Educatie is heel belangrijk, net als ervaring opdoen. Men zal maar door een gerichte ervaring en begeleiding in het praktijkexamen slagen en zodoende een bijdrage kunnen leveren aan een veilig verkeer.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, ik wil me aansluiten bij uw felicitaties aan de heer Keulen voor al zijn diploma’s. Het grote verschil is natuurlijk wel dat dat zwemdiploma mooi op zijn zwembroek staat en dat hij met dat dactylodiploma ongetwijfeld ook al zijn voordeel heeft gedaan als hij zijn nota’s intikt. Dat rijbewijs gaat echter over de veiligheid van de heer Keulen en dat gaat ook over de veiligheid van iedereen die hij tegenkomt op de weg. Daarom is er dat Oostenrijks model waarover u zegt dat ik daar al zo vaak naar verwezen heb. Ik kan ernaar blijven verwijzen, want ik vind dat spectaculair. Als wij morgen in Vlaanderen kunnen zeggen dat we bij de jongeren die op de weg verongelukken, en iedere jongere is er een te veel, er een op de drie kunnen weghalen, dan hebben we gigantische stappen vooruitgezet. Ik ben ook niet zo geïnteresseerd in wat de meeste andere landen doen, maar ik ben wel in de veiligste oplossingen geïnteresseerd. Daar moeten we in dit geval naar kijken. Los van alle andere diploma’s die er zijn, gaat dit over veiligheid en ik denk dat we verplicht zijn om daar zeer grondig en zeer nauwkeurig mee om te gaan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.