Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Het is belangrijk dat onze ondernemingen vlot toegang krijgen tot financiering. Daarbij wordt naast het commerciële aanbod ook in complementaire financieringsformules voorzien door onder andere de Vlaamse overheid via de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV). Tijdens de coronacrisis is duidelijk geworden hoe fundamenteel en belangrijk zo’n ondersteuning kan zijn. Kijk maar naar de coronaleningen: volgens de laatste cijfers die ik heb, zijn het er 513 stuks die goedgekeurd zijn, ter waarde van 184 miljoen euro. Maar ook naar de toekomst toe zullen dergelijke formules noodzakelijk zijn om onze welvaart te garanderen. Vooral voor bedrijven die willen groeien of internationaliseren, is in Vlaanderen, en zelfs in Europa, niet voldoende schaalgrootte aanwezig om altijd het nodige risicokapitaal te voorzien.
Het gebrek aan risicokapitaal voor bedrijven die doorgroeien, dwingt bedrijven in een vroeg stadium om naar de beurs te gaan of elders fondsen te werven, bijvoorbeeld in de Verenigde Staten. U werkt hierop al heel duidelijk sinds uw aantreden als minister van Economie. Ik las dat u op 16 april een gesprek hebt gehad met mensen van de Europese Investeringsbank (EIB), het Europees Investeringsfonds (EIF), ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) en uw eigen administratie. In de communicatie werd onder meer gesteld dat de EIB klaarstaat om verder de economie te ondersteunen, niet alleen via PMV maar ook rechtstreeks met bedrijven.
Minister, op welke manier draagt het instrumentarium van de EIB vandaag al bij aan de Vlaamse ondersteuningsmechanismen voor ondernemingen? Welke voorwaarden of beschikbare budgetten kan PMV vandaag aanbieden die zonder het EIB-instrumentarium niet mogelijk zouden zijn geweest? Welke mogelijkheden werden besproken om in de toekomst financiering te voorzien voor onze Vlaamse ondernemers? Staan er al concrete projecten of financieringslijnen in de steigers?
Minister Crevits heeft het woord.
De samenwerking van PMV en PMV/z-leningen met de EIB-groep – de Europese Investeringsbank en het Europese Investeringsfonds – leverde de voorbije jaren voor Vlaanderen al mooie resultaten op. Als ik verder PMV zeg, dan bedoel ik ook PMV/z, de dochtervennootschappen.
Ten eerste loopt tussen het EIF en PMV sinds 2015 een garantieovereenkomst onder de COSME-lening garantiefaciliteit (Competitiveness of Enterprises and Small and Medium-sized Enterprises). Die samenwerking laat PMV toe om een totale portefeuille van 245 miljoen euro aan achtergestelde leningen aan startende en groei-kmo’s te garanderen voor een totaal gegarandeerd bedrag van 26,6 miljoen euro.
Ten tweede loopt tussen het EIF en PMV sinds 2018 een garantieovereenkomst onder de InnovFin-lening (EU Finance for Innovators) garantiefaciliteit. Deze samenwerking laat PMV toe om een totale portefeuille van 145 miljoen euro aan achtergestelde leningen aan jonge, innovatieve kmo’s te garanderen voor een totaal gegarandeerd bedrag van 72,5 miljoen euro.
Ten derde loopt tussen het EIF en PMV sinds 2017 een garantieovereenkomst onder de lening garantiefaciliteit voor de culturele en creatieve sector. Deze samenwerking laat PMV toe om een totale portefeuille van 12,5 miljoen euro aan achtergestelde leningen aan kmo’s actief in deze sector te garanderen voor een totaal gegarandeerd bedrag van 2,2 miljoen euro.
Wat betekenen die samenwerkingen nu concreet voor een Vlaamse ondernemer? Deze Europese garantiefaciliteiten laten PMV toe om haar leningen aan een zeer competitieve intrestvoet aan de Vlaamse ondernemingen aan te bieden. PMV kan haar producten daardoor aan een lagere interestvoet in de markt zetten dan zonder EIB-steun het geval zou zijn. Voor zowel de COSME- als de InnovFin-garantiefaciliteit heeft PMV tijdens de coronacrisis ook gebruikgemaakt van een bijkomende dekking van het EIF. Dankzij die bijkomende crisisgaranties kon een volume van 240 miljoen euro aan coronaleningen gegarandeerd worden. Concreet hebben die crisisgaranties de succesvolle coronaleningen van PMV/z-leningen dus mee mogelijk gemaakt. Daar wordt weinig over gezegd, maar het is wel belangrijk.
Naast deze garantieovereenkomsten werkt PMV ook op andere vlakken samen met de EIB-groep. Zo zijn het EIF en PMV ook co-investeerders in vijftien fondsen, actief in Vlaanderen. De gezamenlijke investering in deze fondsen bedraagt 156 miljoen euro voor PMV en 408 miljoen euro voor het EIF. Dat is dus een bijzonder belangrijke hefboom op de eigen middelen van PMV, die de Vlaamse economie uiteraard ten goede komt.
In 2019 heeft PMV zelf ook met de EIB een leningsovereenkomst afgesloten voor een bedrag van 60 miljoen euro om het Corporate Loan Platform te financieren. Dat voorziet flexibele marktconforme leningen van 5 tot 15 miljoen euro met een looptijd van vijf tot tien jaar aan groeiende kmo’s.
De verschillende lenings- en garantieovereenkomsten komen misschien op het eerste gezicht complex over, maar daar hoeft de kmo of de start-up die voor financiering bij PMV aanklopt, zich natuurlijk niets van aan te trekken. Dit is puur backoffice. PMV werkt klantgericht en biedt de meest gepaste financieringsoplossing voor de onderneming aan. Dankzij deze samenwerkingen kan ze dat op de voor de ondernemer meest gunstige manier doen.
PMV heeft op heel regelmatige basis contact met de EIB-groep. Enige tijd geleden was ik, samen met minister-president Jan Jambon, in Luxemburg voor een onderhoud met de voorzitter van de EIB. We hebben daar interessante gesprekken gevoerd. Enkele weken geleden heb ik een overleg gehad met de general manager van PMV, Michel Casselman, met de nieuwe – ondertussen niet meer zo splinternieuwe – vice president van de EIB, Kris Peeters, en met de deputy CEO van het EIF, Roger Havenith. Daar hebben we een stand van zaken opgemaakt van de vlakken waarop PMV en de EIB vandaag samenwerken en vooral op welke fronten we toekomst zouden kunnen schrijven.
Concreet is PMV sinds mei 2020 in gesprek met de EIB om ondersteuning vanuit het pan-Europees garantiefonds te overwegen voor de garantiefaciliteiten van Gigarant. Dat fonds werd in 2020 door de EIB-groep opgericht ter ondersteuning van EU-gebaseerde bedrijven en wordt gefinancierd door de meerderheid van de EU-landen, waaronder België. Dit is een belangrijk punt voor ons, gezien Gigarant mee zorgt voor de vlotte toegang van Vlaamse bedrijven tot de kredietverlening van de commerciële banken. De garantiecapaciteit van Gigarant werd in 2020 uitgebreid als antwoord op de COVID-19-crisis en bedraagt momenteel 3 miljard euro. Het is heel belangrijk dat dit vruchtbare resultaten oplevert. De gesprekken verlopen constructief en PMV verwacht in de komende maanden verdere stappen te kunnen nemen.
PMV voert ook gesprekken met de EIB-groep in het kader van een mogelijke ondersteuning voor het Welvaartsfonds. We bekijken heel specifiek of de diverse waterstofinitiatieven in de Vlaamse havens mee ondersteund zouden kunnen worden door EIB-financiering.
Ten slotte diende de PMV/Z-Leningen ook een aanvraag in voor een garantie onder het Europees Globaliseringsfonds (EGF) voor een leningportfolio samengesteld uit bedrijfs- en coronaleningen van 85 miljoen euro. Ook hier zitten de gesprekken in de eindfase. We zouden daar in de toekomst resultaten van moeten zien.
Voorzitter, zowel in het verleden, vandaag als in de toekomst levert de samenwerking van PMV met de Europese Investeringsbank dus een meerwaarde op voor onze Vlaamse zelfstandigen en bedrijven. Ik wil die samenwerking zeker in stand houden. Ik heb begrepen dat de Europese Investeringsbank zichzelf wil omvormen tot een echte klimaatbank. Ook dat is zeer interessant om op te volgen. Mocht daar ooit eens tijd voor zijn, lijkt het me geen slecht idee om het in deze commissie te hebben over de financiële toekomst en de mogelijke opportuniteiten, misschien samen met PMV en met het eerder genoemde gezelschap: de vice president en de deputy CEO. Het gebeurt niet altijd dat we daar een Vlaamse vertegenwoordiger hebben.
Dank u wel, minister, dat zijn vrij indrukwekkende cijfers. Ik heb ze niet allemaal kunnen noteren, maar zal ze wel nalezen in het verslag. Het blijkt toch hoe belangrijk die Europese samenwerking is voor de financiering van onze Vlaamse bedrijven en kmo’s. Dat daar verder op ingezet wordt, kan alleen maar positief genoemd worden. Ik heb het dan niet alleen over Gigarant maar ook over toekomstige financieringslijnen die opgezet worden. Als we terugkijken naar de vraag van collega Verheyden over waterstof en de investeringen die daarvoor nodig zijn, dan denk ik dat financieringslijnen, zoals opgezet door PMV, de Europese Investeringsbank en het Europees Investeringsfonds, daarbij bijzonder belangrijk zijn, zeker als men de ambitie heeft om te evolueren naar een klimaatbank.
Ik vind het een goed idee om die groep ook eens naar de commissie te halen. We nemen dat mee in de regeling der werkzaamheden, als de collega’s het ermee eens zijn om zowel PMV als de Europese Investeringsbank hier uit te nodigen en om het gesprek aan te gaan over hoe we het Vlaams beleid nog beter kunnen laten inspelen op de mogelijkheden die er zijn.
Minister Crevits heeft het woord.
Voorzitter, dat is zeer juist. We blijven de mogelijkheden tot samenwerking heel nauw opvolgen. Ik ben blij dat u uw appreciatie uit over de samenwerkingen tot op heden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.