Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Vraag om uitleg over de ondersteuning voor dienstenchequemedewerkers
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, we hebben een niet onaardig budget voorzien om dienstenchequebedrijven te ondersteunen, onder andere voor het verbeteren en optimaliseren van de omstandigheden waarin onze huishoudhulpen moeten werken in deze moeilijke covidsituatie. Daaraan werden een aantal veiligheidsvoorschriften gekoppeld die, als ik me niet vergis, goed zijn voor 39,2 miljoen euro. In november en december werd daarenboven nog 2,89 euro per dienstencheque toegekend.
Het Algemeen Christelijk Vakverbond (ACV) heeft een interne bevraging uitgevoerd, waaruit blijkt dat zeven op de tien huishoudhulpen zich onveilig voelen tijdens het werk. Klanten zouden weinig respectvol zijn en de arbeidsvoorschriften minachten. Veiligheidsafspraken zouden niet worden nagekomen. Een op de drie klanten zou de veiligheidsmaatregelen niet respecteren. Meer en meer werknemers werken door de coronamaatregelen van thuis uit. Er zouden blijkbaar gevallen zijn waarbij de gebruiker kuchend door het huis loopt, geen mondmasker draagt of de social distancing niet respecteert. Mensen die in quarantaine verblijven, zouden de huishoudhulp daar niet altijd van op de hoogte brengen et cetera.
Een huishoudhulp die aanvoelt dat de werksituatie niet in orde is, moet de werkgever daarvan op de hoogte brengen en heeft recht op het behoud van loon voor deze uren, ook als de werkzaamheden gestaakt worden. Er bestaat ook een contactpunt voor dergelijke meldingen. Voor de huishoudhulp zelf ligt het uiteraard in de praktijk niet altijd voor de hand om een klant hierop te wijzen of om de activiteiten meteen te staken. Ik denk dat dat begrijpelijk is.
Ik zei het een hele tijd geleden al in de plenaire vergadering: we subsidiëren die dienstencheques zo hard. Het minste wat dan verwacht kan worden van de gebruiker, is elementaire hoffelijkheid en respect voor de huishoudhulpen, die nu al in heel moeilijke omstandigheden werken. Ik zei toen ook: als blijkt dat een gebruiker de maatregelen flagrant niet nakomt, dan moeten we kunnen optreden en mensen desnoods op een zwarte lijst zetten opdat ze niet meer in aanmerking kunnen komen voor financiële steun voor dienstenscheques.
We zagen dat ook de federale overheid initiatieven neemt ter bescherming van huishoudhulpen via dienstencheques. Minister Dermagne zei dat werknemers die hun werksituatie zelf als gevaarlijk inschatten, het recht hebben om hun taken op te schorten met behoud van het volledige loon. Dat is volgens mij nu al het geval.
Minister, hebt u al overlegd met uw federale collega? Hoe sluiten de Vlaamse en de federale initiatieven op elkaar aan? Toen ik dit aankaartte in de plenaire vergadering, kondigde u aan u dat u hiervoor een decreet zou uitwerken. Hoe wordt dit afgestemd met het federale niveau? Wat betekent dit alles voor de aanpak in Vlaanderen?
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Collega Ronse heeft de problematiek al uitgebreid geschetst. Ik wil eigenlijk wat dieper ingaan op de beslissing van het Overlegcomité, minister. Werknemers in de dienstenchequesector kunnen voortaan, met behoud van loon, het werk opschorten als ze vinden dat ze in een onveilige situatie moeten werken. De poetshulp moet dan de werkgever op de hoogte brengen van die onveilige situatie. Als die niet op korte termijn veilig gemaakt kan worden, dan mag de poetshulp het werk neerleggen, met behoud van loon. Dat is natuurlijk niet evident, wegens de positie die de huishoudhulp inneemt tegenover de klant als dienstverlener.
Het ministerieel besluit is duidelijk. Per shift moet worden voorzien in een chirurgisch wegwerpmasker en voldoende desinfecterende gel. Dit geldt al sinds dag 1, sinds de extra steun aan dienstenchequesector. Bij shifts van langer dan vier uur moet er een tweede exemplaar worden aangeboden.
Minister, u weet dat wij al heel lang pleiten – ook in onze gezamenlijke resolutie – voor een goede veiligheid op de werkvloer voor dienstenchequemedewerkers. Zij hebben namelijk toch de dienstverlening verzekerd tijdens deze coronapandemie. De schrijnende situaties die aan de oppervlakte kwamen door het zwartboek van het Algemeen Belgisch Vakverbond (ABVV) en die ook door collega Ronse werden aangegeven, moeten toch nopen tot waakzaamheid. Het blijkt dat het risico op besmetting op de werkvloer voor dienstenchequemedewerkers veel groter is dan het risico voor de gemiddelde medewerker.
Minister, ik heb dan ook de volgende concrete vragen met betrekking tot de beslissingen van het Overlegcomité inzake extra veiligheidsomkadering en de mogelijkheid om werk op te schorten met behoud van loon als de veiligheid niet gegarandeerd wordt.
Wanneer zal die maatregel effectief ingaan? Hoe zult u, in samenwerking met de federale overheid, controleren of hij ook correct wordt uitgevoerd?
We hebben de dienstenchequesector inderdaad al aanzienlijk extra gefinancierd om extra beschermingsmateriaal aan te kopen. Is er nog voorzien in een extra financiële tussenkomst om deze bijkomende maatregelen te dragen?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor deze interessante vragen. Zoals jullie zelf al zegden, zijn we bij de start van de coronacrisis op Vlaams niveau al heel snel aan de slag gegaan met het opstellen van veiligheidsrichtlijnen, in overleg met vertegenwoordigers van de dienstenchequesector. We hebben daarvoor meer dan 100 miljoen euro vrijgemaakt. Ter info aan jullie allemaal: momenteel zitten we aan 106,18 miljoen euro, om de verhoogde kosten ten gevolge van de coronacrisis mee op te vangen. We hebben dus al zeer sterk ingezet op veilig werken in de sector.
De regels van het federale niveau liggen in lijn met onze Vlaamse richtlijnen: er was al een verplichting om te voorzien in mondmaskers en er werd ook opgenomen dat werknemers de werkplek mochten verlaten als er niet veilig gewerkt kon worden.
Er is nog meer, collega’s. Op het Overlegcomité van 23 april hebben alle regeringen van dit land beslist om de mondmaskerplicht te verstrengen door nog enkel chirurgische mondmaskers toe te laten en het aantal vast te leggen op minimaal een per klant en per prestatie van vier uur. Dit gebeurde op basis van de analyse van de virologen-experten, die aangaven dat huishoudhulpen wekelijks met verschillende klanten in contact komen in hun woonomgeving en dus een bijzonder risico lopen.
Collega Gennez, niet alleen in het zwartboek van de ABVV, maar ook door andere vakbonden werd aangegeven dat er op sommige plaatsen twee wasbare mondmaskers per persoon gegeven werden, wat betekende dat die elke dag in de wasmachine gestoken moesten worden om de volgende dag te kunnen gebruiken. Dat zijn natuurlijk onwerkbare toestanden, vind ik persoonlijk. Ik vind het dus zeer goed dat daar nu duidelijke instructies voor komen.
De Federale Regering heeft ondertussen de beslissing van het Overlegcomité vertaald in een ministerieel besluit (MB), dat nu voorligt bij de Raad van State. Zodra het MB definitief is, zullen we onze aangepaste veiligheidsrichtlijnen communiceren aan de dienstenchequebedrijven.
De Vlaamse Sociale Inspectie (VSI) blijft ondertussen controles uitvoeren. Als ze inbreuken vaststellen op de federale regels zullen ze hierover een proces-verbaal (PV) van inlichtingen kunnen overmaken aan hun federale collega’s. Het zijn die federale diensten die dan dat MB moeten controleren.
Qua financiering betreft heb ik, zoals jullie weten, al 106,18 miljoen euro vrijgemaakt. Dit jaar heb ik voorzien in de volledige indexering van de inruilwaarde. Dat betekent een extra investering van 11 miljoen euro per jaar of 0,12 euro per dienstencheque. Het aantal arbeidsprestaties ligt ongeveer op het niveau van voor de coronacrisis. De bedrijven zullen, net als alle andere bedrijven, ook hun reguliere middelen moeten aanspreken om te voldoen aan die extra veiligheidsmaatregelen.
Collega’s, net als jullie allemaal, hoop ik dat dit slechts tijdelijke maatregelen zijn en dat we, als iedereen zijn prikken gehad heeft, zo snel mogelijk kunnen terugkeren naar een situatie als die van voor corona, waarin die mondmaskerplicht niet meer nodig is.
De heer Ronse heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. Ik ben blij dat u werk maakt van dat decreet.
We stellen nu al vast dat er wat schroom is bij huishoudhulpen – dat blijkt althans uit dat ACV-onderzoek – om zaken te melden. Ik denk dat heel wat misbruik nog onder de radar blijft.
Ik heb hierover de volgende bijkomende vraag. Als we willen dat dat decreet geen dode mus wordt, hoe kunnen we er dan voor zorgen dat huishoudhulpen misbruiken effectief melden, opdat we die misbruikers kunnen aanpakken? Voor mij ligt dat echt heel gevoelig. Ik vind hoffelijkheid tegenover medewerkers, zeker tegenover huishoudhulpen, elementair. Als we vaststellen dat dit nu al zo erg de spuigaten uitloopt, dan moeten we er echt voor zorgen dat we dit kordaat kunnen aanpakken en dat we de huishoudhulpen ondersteunen en stimuleren. We moeten daarbij niet evolueren naar een klikmaatschappij, maar als huishoudhulpen zich niet goed voelen in hun werksituatie, dan moeten ze dat zeker kunnen melden.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
De achilleshiel van die beslissing van het Overlegcomité is waarschijnlijk dat een huishoudhulp, als die zich in een precaire situatie bevindt en zich onveilig voelt, eerst de werkgever moet informeren. Dan is het natuurlijk de vraag hoe snel die werkgever antwoordt op de vraag om het werk neer te leggen. Ik denk dat dat in de praktijk schier onuitvoerbaar zal blijken. Eigenlijk zouden we dus de empowerment bij de werknemer moeten leggen: als die zich echt onveilig voelt, moet hij het werk neerleggen en dat ook kunnen aangeven aan de werkgever, zonder eerst de toestemming te moeten vragen, want dan dreigt het natuurlijk al te laat te zijn.
Ik neem aan dat de Raad van State ook nog zijn zegje moet doen over dit besluit. Hebt u een zicht op dat advies?
Ik denk dat ons pleidooi bekend is. U geeft nog eens de zeer grote bedragen aan die de Vlaamse Regering heeft toegekend aan de dienstenchequesector, bijna 120 miljoen euro tijdens de coronacrisis. Is het dan ook niet logisch dat een deel van die extra middelen naar de huishoudhulpen zelf gaat, die, zoals aangegeven door de bonden en door talrijke eigen getuigenissen, elke dag de risico’s nemen op het terrein?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, dank u wel voor de aanvullende opmerkingen. Collega Ronse, wat de melding van de misbruiken betreft: onze inspectie is ook in overleg met de vakbonden om meldingen te capteren. Het decreet om gebruikers uit te sluiten geeft ook een hefboom om klanten die de regels niet naleven, te sanctioneren, en dus ook de werkgever meer instrumenten te geven om de klant aan te spreken. Daar zit dus wel wat in.
Collega Gennez, wat de empowerment betreft: we ondersteunen opleidingen voor dienstenchequewerknemers rond assertiviteit. Dat is inderdaad belangrijk. In onze richtlijnen was ook altijd duidelijk dat de werknemers de werkvloer konden verlaten als de veiligheidsinbreuk bleef duren.
Het advies van de Raad van State hoop ik heel, heel binnenkort ook te krijgen. Dat decreet is ook voor ons, zoals jullie weten, ontzettend belangrijk.
De heer Ronse heeft het woord.
Dank u wel.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Wordt zeker vervolgd.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.