Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Minister-president, eind januari lichtte u in deze commissie de grote lijnen van de aanpak voor een nieuw museum voor de geschiedenis en cultuur van Vlaanderen toe. De bedoeling is om onze Vlaamse cultuur en geschiedenis te ontsluiten als een innovatief virtueel museum dat aan de hand van moderne technologieën links kan leggen tussen relevante erfgoedobjecten en/of cultuuruitingen, typerend voor Vlaanderen, en die zich in verschillende private of publieke collecties bevinden, zowel in binnen- als in buitenland.
De eerste stap die gezet moet worden, is de aanwerving van een competente projectleider, die in de eerste zes maanden na zijn aanstelling een projectplan met bijhorende timing dient uit te werken. De jobomschrijving van de projectleider was op dat moment nog in opmaak, maar de selectie zou op korte termijn, in het voorjaar 2021, gebeuren. De projectleider moet voeling hebben met het brede Vlaamse culturele veld en in het bijzonder de Vlaamse musea, de erfgoedbibliotheken en de archieven. Hij moet alle spelers nauw betrekken, moet uiteraard de nodige managementskills hebben en noties van digitale omgevingen en technologieën. We zoeken dus een beetje een speld in een hooiberg.
In de schoot van het Vlaams Museumoverleg vond op 18 januari alvast een eerste bespreking over het virtuele museum voor de geschiedenis en cultuur van Vlaanderen plaats. U gaf aan uit te kijken naar aandachtspunten die in navolging hiervan aan u en uw kabinet zouden worden overgemaakt.
Is de projectleider ondertussen geselecteerd? Kunt u meer toelichting geven bij de precieze jobomschrijving? Hoeveel kandidaturen heeft het departement ontvangen? Op basis waarvan is dan gekozen voor een bepaalde projectleider? Zijn er al concrete afspraken gemaakt met de projectleider over het projectplan en de oplevering ervan? Welke aandachtspunten hebt u aangereikt gekregen vanwege het Vlaams Museumoverleg?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Zoals ik inderdaad in de vergadering van 31 januari meedeelde, was de selectie van een projectleider een eerste belangrijke horde om te nemen in dit project. In overleg met mijn kabinet besliste de administratie om de selectie op te starten via het bestaande raamcontract voor ICT-profielen.
De jobomschrijving focuste echter niet louter op het technische aspect van de functie, ook inhoudelijke competenties werden toegevoegd. Zo ging het departement op zoek naar een kandidaat die beslagen op het ijs kwam op het vlak van het leiden van grotere en complexe ICT-projecten en hier ook aantoonbare ervaring kon voorleggen. Uiteraard werd er ook gepeild naar de kennis van en het inzicht in het brede culturele veld en strekte enige ervaring binnen de cultureelerfgoedsector ook tot aanbeveling. Van de kandidaat werd ook verwacht dat hij of zij een sterke interesse had in het Vlaamse erfgoed en de cultuurgeschiedenis van Vlaanderen, aangevuld met inzicht in de evoluties en mogelijkheden rond digitalisering, digitale ontsluitingstechnologieën en artificiële intelligentie in een museale context.
Er hebben zich zeventien kandidaten voor deze functie aangemeld via het platform Connecting-Expertise. De selectieprocedure werd ondertussen inderdaad met goed resultaat afgerond en de administratie duidde Wim Putzeys als projectleider aan. De aangestelde projectleider heeft meer dan twintig jaar ervaring met digitale projecten in binnen- en buitenland, ook in de overheid, van lokale tot Europese instellingen. Daarin heeft hij rollen opgenomen zoals ontwerper, analist, architect en projectleider.
De laatste jaren heeft hij zich gericht op het faciliteren van innovatie- en digitale transformatietrajecten. De rode draad in zijn loopbaan is gebruikersgericht ontwerpen. Vanaf 2005 heeft hij een aantal digitale dienstverleners mee opgericht, gespecialiseerd in contentmanagementoplossingen. Die heeft hij onder andere bij het Rijksmuseum te Amsterdam geïmplementeerd. Hij heeft Taal- en Letterkunde gestudeerd in Leuven, en behaalde een Master of Business Administration (MBA) in Antwerpen. Ik heb ondertussen ook zelf kennis gemaakt met de heer Putzeys en heb er vertrouwen in dat het project bij hem in goede handen is.
De afspraak is dat begin 2023 het concept voor het virtuele museum, het implementatieplan en het beheersplan worden opgeleverd, om daarna ter goedkeuring voor te leggen aan de Vlaamse Regering. In de aanpak worden vier werven voorzien voor de uitwerking hiervan. De eerste werf schept een kader voor de inhoudelijke invulling. De tweede focust op de digitale en hybride beleving die het museum voor de inhoud creëert. In de derde werf maken we de technische keuzes om de beleving te realiseren. De vierde richt zich op de organisatie en het beheer van het museum. Na de zomer levert de projectleider de eerste visie op het nieuwe museum, en het projectplan voor de rest van het traject. Voor alle werven is de projectleider begonnen met het samenstellen van werkgroepen. Als de commissie dat graag wil, kan hij gerust worden uitgenodigd voor de geïnteresseerden, maar dan beter na de zomer, als hij zijn visie heeft geformuleerd.
De projectleider is zijn opdracht op 17 maart gestart met een verkenning van de erfgoedsector om de verschillende spelers er van bij de start bij te kunnen betrekken. Onder andere via mijn departement en via het Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed (FARO) zijn er afspraken gemaakt om in de loop van de maanden mei en juni samen te zitten met het Museumoverleg, met vertegenwoordigers van de erfgoedcellen, de archieven en erfgoedbibliotheken, de Vlaamse kunstcollectie, en met de immateriële erfgoedwerkingen.
Aangezien de scope van het museum ook onroerend erfgoed omvat, is er eind april een eerste overleg met het agentschap Onroerend Erfgoed ingepland. Voor de raakvlakken met toerisme leggen we in dezelfde periode contact met Toerisme Vlaanderen. Ten slotte wil het museum technisch aansluiten bij de prioriteiten en principes die uitgewerkt zijn in het kader van Vlaanderen Radicaal Digitaal en het relanceplan, en bij de initiatieven binnen digitalisering van erfgoed. In april heeft de projectleider daarom ook al gesprekken aangeknoopt met onder andere het agentschap Informatie Vlaanderen (AIV) en met meemoo.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Minister-president, als ik het cv hoor van de heer Putzeys, dan kan ik alleen maar vaststellen dat hij inderdaad beantwoordt aan de zaken die we hadden vooropgesteld: enige competentie in het leiden van ICT-projecten en voeling met het brede Vlaamse cultuurveld. Ik denk dat we de speld in de hooiberg hebben gevonden. Ik heb er alle vertrouwen in dat hij dat zeer goed zal doen.
Het is een goede suggestie om die man na de zomer zijn visie te laten doorlichten in de commissie. Als je hoort dat hij ondertussen al met verschillende mensen uit het brede Vlaamse culturele veld, maar ook met Onroerend Erfgoed, Toerisme Vlaanderen en zelfs veel breder met het agentschap Informatie Vlaanderen en Vlaanderen Radicaal Digitaal contact heeft opgenomen, dan voel je wel aan dat hij naar zeer breed geïntegreerde projecten gaat.
Ik kijk uit naar de verdere visievorming daarover. We zijn aan het pionieren in Vlaanderen en we hebben hier ook veel competentie in huis, zowel in het brede veld als in bedrijven die op het vlak van innovatie en technologie heel ver staan. Ik denk dat we naar een heel mooi project gaan, dat een voorbeeld zal zijn en binnen- en buitenland.
De vraag om uitleg is afgehandeld.