Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, zoals u weet ben ik nogal begaan met de vergeten groep van de bijzondere veldwachters. Ik heb er vorig jaar al een vraag over gesteld. Dat onderwerp interesseert mij reeds een aantal jaren, ook omdat ik denk dat het in onze openbare ruimte goed zou zijn dat daar regelmatig de nodige handhaving en controles gebeuren. Ik vergelijk het een beetje met de gemeenschapswachten in de centra van de steden.
Zoals ik al zei, heb ik vorig jaar een vraag gesteld over de functie en het statuut van de bijzondere veldwachter. Zij vallen nu een beetje tussen hamer en aambeeld, omdat het in principe nog altijd een bevoegdheid is van de federale overheid, maar binnen de Vlaamse regelgeving hebben ze ook een beperkte rol, in het bijzonder wat de regeling van de jacht betreft. In die zin heb ik u vorig jaar de vraag gesteld of u eens kon bekijken, in overleg met uw federale collega, of het niet mogelijk was om een striktere of betere taakomschrijving van deze bijzondere veldwachters vast te leggen. Zij moeten nu ook een opleiding volgen en een examen afleggen, en vaak wordt dan vastgesteld dat ze in de praktijk eigenlijk moeilijk aan de bak geraken, tenzij als vrijwilliger.
In die zin ben ik dus vragende partij om daar duidelijkheid over te scheppen. Ofwel laat men die mensen inderdaad opgescheept zitten met gecreëerde verwachtingen die eigenlijk niet kunnen worden waargemaakt op het terrein. Ze volgen een opleiding en hopen daarin dan toch in de ene of andere vorm te worden tewerkgesteld. Ofwel moet men al die opleidingen afschaffen en zeggen dat ze hier of daar als vrijwilliger terechtkunnen, maar niet meer beroepshalve.
Minister, hebt u ondertussen overlegd met de federale minister van Binnenlandse Zaken omtrent de rol en de toekomst van de bijzondere veldwachter? Ondertussen is er een minister van Binnenlandse Zaken. Vorig jaar was dat nog in overgangszaken. U hebt de jongste tijd eigenlijk veel moeten overleggen met die minister van Binnenlandse Zaken.
Als die gesprekken al hebben plaatsgevonden, in welke richting gaan die gesprekken? Tegen wanneer denkt u enige duidelijkheid te krijgen over de invulling op het terrein van die functie van bijzondere veldwachter?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Vandenhove, dank u voor de vraagstelling.
Er is nog geen overleg geweest met de federale minister van Binnenlandse Zaken. We hebben wel al een voorbereidend overleg gehad met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), om te bekijken wat de exacte bevoegdheid is: wie doet wat? Vervolgens zullen we in overleg gaan met het federale kabinet. Ik hoop daar tegen eind juli 2021, dus over een aantal maanden, duidelijkheid over te krijgen. Het overleg vergt een grondige voorbereiding, ook omdat de wetgeving heel complex is, zoals u weet. De verwevenheid tussen de Vlaamse en de federale bevoegdheden is ook niet altijd heel duidelijk. Daarom hebben we dat voorbereidend overleg met de VVSG, dat we toch wel grondig aan het doen zijn om daar duidelijkheid over te krijgen. Ik hoop dus dat we die dan tegen eind juli van dit jaar hebben.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik begrijp daaruit dat u hieromtrent dus nog geen overleg hebt gehad met de federale minister van Binnenlandse Zaken, maar ik ga er toch van uit dat u over andere dingen ondertussen wel al overleg hebt gehad, onder andere over heel de aangelegenheid van de mogelijkheid qua administratief optreden van gemeenten en politiezones.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Collega’s, ik wil me even aansluiten om de noodzaak en de belangrijkheid van die veldwachters mede te onderstrepen. Collega Vandenhove heeft er ook naar verwezen: zij zijn inderdaad belangrijk op het terrein. Door hun bijzonder statuut zijn zij ook niet dadelijk gebonden aan uur en tijd, en hebben ze toch meer mogelijkheden om op handhaving te kunnen inzetten. Minister, ik zou toch wel extra aandacht willen vragen, wanneer u het overleg verder aangaat, om dat bijzonder statuut zeker te behouden, niet zoals bijvoorbeeld in Nederland, waar men op een gegeven moment met de modernisering van statuten dat principe overboord heeft gegooid en uiteindelijk heeft moeten vaststellen dat de politie de taken ook niet dadelijk kan opnemen. Uiteindelijk heeft men daar een nieuw systeem, zijnde dat van de buitengewoon opsporingsambtenaar, in de plaats moeten zetten. We moeten echter vaststellen dat men daar veel heeft moeten inboeten aan vrijheid en mogelijkheden, aangezien het gaat om een ambtenarenstatuut.
Minister, daarom mijn bijkomende vraag: welke concrete wijzigingen zou u willen doorvoeren met betrekking tot die veldwachters, of eventueel hun statuut? Gaat het louter om het verduidelijken van een aantal taken waarover er nu misschien vragen of onduidelijkheden zijn, of wilt u echt concrete wijzigingen doorvoeren, en welke zijn dat dan?
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Collega, dank u wel voor de vraag. Minister, dank u wel voor het antwoord. Het verwondert mij niet dat u een zoektocht af te leggen hebt om het allemaal een beetje helder te krijgen. Ik heb diezelfde zoektocht ooit in een vorig leven immers ook doorgemaakt.
Het is niet zo eenvoudig. Het is dus echt wel nodig dat daar vereenvoudiging rond wordt gecreëerd. U spreekt over de VVSG, maar ik denk dat de Vereniging van de Vlaamse Provincies (VVP) daar ook een rol in te spelen heeft. Bij sommige provincies zijn het immers net de provinciebesturen die een rol opnemen ten aanzien van de veldwachters en de opleiding daarvan.
Zullen die bijzondere veldwachters ook mee opgenomen worden of een rol krijgen in het handhavingsprogramma dat in voorbereiding is?
Tot slot nog een suggestie aan de commissie: als we toch een hoorzitting organiseren rond milieuhandhaving en omgevingshandhaving, is het dan niet zinvol om daar ook bijzondere veldwachters op uit te nodigen, om dat aspect ook mee te nemen in de discussie?
Minister Demir heeft het woord.
Collega's, ik ga nog geen beloftes doen over wat we willen wijzigen of wat dan ook. Ik vind het nu al een kluwen. Excuseer mij voor het woord, maar het is op dit moment echt helemaal niet duidelijk wie wat doet en wie voor welke taak concreet moet instaan, vandaar dat we ook de VVSG hebben ingeschakeld.
Die verwevenheid tussen de Vlaamse en de federale overheid zal waarschijnlijk doorheen de jaren in de praktijk zo zijn gegroeid. Sta mij toe om daar eerst inzicht in te krijgen, om dan met de federale collega aan tafel te zitten.
Ik heb naast dit dossier natuurlijk ook nog heel veel andere zeer complexe en heel actuele dossiers die ik moet oplossen.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister. Bedankt ook voor de aanvulling op het einde. U hebt blijkbaar nog heel wat dossiers te bespreken met uw federale collega van Binnenlandse Zaken.
Ik sluit ook aan bij wat collega Schauvliege zegt. De provincies moeten inderdaad zeker betrokken worden, want nu schakelen ze in een aantal provinciale domeinen ook een aantal van die mensen in.
Bedankt voor uw antwoord, minister. Ik kijk uit naar eind juli voor meer duidelijkheid.
De vraag om uitleg is afgehandeld.